Boekverslag : Patrick Süskind - Het Parfum
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 3588 woorden.

Schriftelijke neerslag van de mondelinge presentatie van het boek Het parfum van Patrick Süskind



A. OVER DE SCHRIJVER



Op 26 maart 1949 wordt in het Beierse Ambach Patrick Süskind geboren. In een flat bij de universiteit in München leidt Süskind een afgezonderd leven. In 1987 kiest hij voor een nog grotere isolering, en hij trekt naar het platteland van Languedoc (Zuid-Frankrijk). Zijn mensenschuwheid vertolkt zich ook in het feit hij zelden of nooit prijzen wil afhalen of interviews wil geven.

In 1981 doet Süskind zijn intrede in de literaire wereld. Met zijn toneelstuk Der Kontrabas oogst hij veel lof in Duitsland, maar ook daarbuiten. Dit solostuk brengt het leven van een eenzame contrabassist, die zich niet thuis voelt in de onduidelijke wereld. Die verlatenheid wordt nog versterkt door de niet beantwoorde liefde van de muzikant voor een meisje. Dit thema, over een eenzame hoofdpersoon die met heel veel moeite rechtop probeert te blijven in de chaotische wereld, typeert ook alle andere werken van Süskind. Zijn eigen levensstijl is waarschijnlijk een niet geringe aanleiding en inspiratiebron voor deze Süskind-thematiek.

Het Parfum - De geschiedenis van een moordenaar (1985) wordt Süskinds eerste roman, vanzelfsprekend gekenmerkt door de Süskind-thamtiek. Het boek bezorgt de schrijver roem over heel de wereld, er worden miljoenen exemplaren verkocht en Süskind kan “dankzij” zijn roman zelfs zijn eigen parfum op de markt brengen.

In 1987 brengt Süskind Die Taube (De duif) uit, waar een solitaire bewaker van een Parijse bank de hoofdrol speelt.

Het meest autobiografische werk is Die Geschichte von Herrn Sommer (Het verhaal van mijnheer Sommer), dat in 1991 verschijnt. Naast de zonderlinge hoofdfiguur Sommer komen er enkele episodes uit de jeugd van Süskind in voor.

Deze werken behoren tot de belangrijkste die Süskind in zijn leven schreef.



B. OVER HET VERHAAL



1 Plot



1738. In de stank van het drukke Parijs wordt Jean-Baptiste Grenouille geboren, tussen de visresten van zijn moeders marktkraam. Nog maar pas op de wereld krijst Grenouille zijn moeder het schavot op en schenkt zichzelf zo het leven. Min voor min verslijt hij daarna, tot hij een thuis vindt bij madame Gaillard. Na 8 jaar verkoopt zij hem aan een leerlooier, Grimal, waar hij voor zijn harde labeur een karig loon betaald krijgt.

Ondertussen heeft Grenouille een enorm arsenaal van geuren, de essentie in zijn leven, vergaard. Elk aroma in Parijs kent hij bij geur, woorden zijn hem overbodig. Bij één van zijn strooptochten in Parijs, wordt Grenouille een nieuwe geur gewaar. Geleid door zijn neus ontdekt hij het roodharige, jonge meisje, heerlijk ruikend, een goddelijke geur tussen de stank van menselijk zweet. Hij plukt haar als een roos, laat haar lijk achter in het donker van de nacht. Zijn nieuwe verovering is nu zijn kostbaarste bezit.

Het toeval dient Grenouille en brengt hem onder bij een befaamde parfumeur. Het atelier van deze Baldini is het aardse paradijs. Grenouille componeert er de mooiste geursymfonieën, de zachtste aromasolo’s, … Maar het Walhalla vindt ie er niet. Te beperkt, te gebonden.

Na de onwaarschijnlijke dood van Baldini reist de geurengod met een nieuw verworven idee af naar Grasse. Daar zal hij zijn meesterwerk kunnen verwezenlijken, zal hij de wereld kunnen beheersen. Een gril van zijn gemoed houdt Grenouille echter nog zeven jaar in Auvergne, afgesloten van de mensen. Na zijn rol als wetenschappelijk onderzoeksobject, trekt Grenouille dan toch verder naar zijn beloofde land, waar hij àlle geuren in een parfum leert te vangen. De voltooiing van zijn ultieme droom is nu slechts een kwestie van tijd.

24 moorden volgen, met als kers op de taart nummer vijfentwintig. Gevangenis en veroordeling tot executie. Grenouille stapt uit de wagen, de dood in het vooruitzicht. Wat dan gebeurt is onwaarschijnlijk, een fantastisch schouwtoneel.

Grenouille staat op het kerkhof in Parijs. Samen met zijn onweerstaanbare droom, zijn aards geworden nirwana, wordt hij met huid en haar verslonden. Dit is het einde van een kunstenaar, het vervliegen van een geurtijdperk



2 Thematiek



Het verhaal behandelt het leven van een zonderling, een excentriek iemand, namelijk Jean-Baptiste Grenouille, een jongen met een fenomenaal reukorgaan. Liefde heeft hij nooit gekend, zelfs niet toen hij geboren werd. Onder andere daardoor wordt het karakter van deze hoofdpersoon misvormd. Omdat hij nooit bemind werd, ontbreekt hem immers de eerbied voor het leven en is hij zelf ook niet in staat iemand lief te hebben. Mensen ziet hij niet zoals anderen dat doen, hij klasseert ze volgens hun geur, heeft geen aandacht voor karakter of persoonlijkheid. Dit plaatst Grenouille natuurlijk in de marge en zorgt ervoor dat de andere kinderen hem akelig vinden, waardoor hij meer en meer geïsoleerd raakt. Om zijn eenzaamheid tegen te gaan, vlucht hij dan ook in zijn eigen gedachtewereld, die bestaat uit de ontelbare geuren die hij al verzameld heeft en waar elke geur afzonderlijk een specifiek gevoel bij hem oproept.

Vervreemd van de wereld leeft Grenouille niet tussen mensen, maar tussen geuren. Wat hem enorm bezighoudt is het feit dat hij zichzelf niet kan ruiken. En aangezien een lichaamsgeur het enige is dat een emotie bij hem kan oproepen, voelt hij niets voor zichzelf. Ook de andere mensen ruiken hem niet en nemen hem daardoor niet waar. Grenouille merkt dat, hij weet dat de geuren de man maken. In zijn drang om zich ook mens te kunnen voelen, gaat hij dan ook op zoek naar geuren die hem uitstraling bezorgen. Zijn ultieme droom is hét ideale parfum, dat hem geliefd zou maken bij de anderen, een gevoel waar hij al heel zijn leven naar hunkert. Niet zozeer uit eerbied of sympathie voor de mensheid, maar eerder als een soort wraak voor zijn handicap. Hij wil de mensen overweldigen, hij wil God overtreffen.

Het gebrek aan respect voor de mensen en het feit dat Grenouille een mens slechts als een geur beschouwt, zorgen ervoor dat hij zonder wroeging kan moorden, wat nodig is om de bestanddelen voor zijn ideale parfum te verzamelen.

Grenouille slaagt erin verschillende soorten mensengeuren te creëren. Zo wordt hij iemand, zo zien de andere mensen hem staan. Het ene parfum roept medelijden op, het andere ontzag, … Maar het menszijn is hem niet genoeg. Geobsedeerd door het perfecte aroma, begint Grenouille op grote schaal te moorden. Telkens zijn de slachtoffers jonge, beeldschone meisjes. Voor hem zijn ze slechts omhulsels, verpakkingen van de essentie, van hun geur.

Op het einde gaat zijn droom in vervulling. Hét parfum heeft Hij geschapen. Een goddelijke geur, die hem zelfs het leven redt. De wereld ligt een zijn voeten, de mensen kan hij kneden zoals hij wil. Toch voelt de kunstenaar er zich slecht bij. Nog steeds is hij geen mens, nog steeds kent hij geen liefde, zijn wraak smaakt naar niets. Grenouille geeft er dus de brui maar aan. Hij doopt zich met zijn hels parfum en wordt, ironisch genoeg, verteerd door de liefde.



3 Karakters



Jean-Baptiste Grenouille

Jean-Baptiste Grenouille wordt op 17 juli 1738 geboren, bij een onfris ruikend viskraam in Parijs. Zijn moeder wil hem, net als haar vorige vier kinderen, gewoon laten sterven. Maar al krijsend brengt Grenouille deze misdaad aan het licht. De nalatige vrouw wordt ter dood veroordeeld, en Grenouille wordt toegewezen aan een min.

Nadat hij al enkele minnen heeft versleten, komt Grenouille terecht bij madame Gaillard. Zij slijt hem uiteindelijk aan Grimal, een leerlooier, waar Grenouille een zware periode van zwoegen, zwoegen en nog eens zwoegen staat te wachten. Door het lot bij de hand genomen, wordt hij dan tot bij Baldini, een beroemde parfumeur, geleid. Daar krijgt hij de kans om zijn unieke reukorgaan nuttig te gebruiken. Jarenlang bleek zijn gave hem van geen enkel nut. Het weidse kleurengamma dat hij bijeen had gesnoven bleef opgesloten in zijn hoofd. Nu krijgt hij echter de kans de wereld een staaltje van zijn kunnen te laten zien. In geen tijd laat Grenouille Baldini’s zaak floreren en onder zijn meesters naam brengt hij de meest sprankelende geuren die je je kunt voorstellen op de markt.

Gevangen door de smaak naar meer trekt Grenouille de wijde wereld in. Hij heeft een droom: hij, de God van de geuren, wil en zal dé geur van alle geuren scheppen. Maar naast die droom ontwikkelt er zich een soort angst voor het feit dat hijzelf, het geurengenie, geen eigen lichaamsgeur verspreidt. Met enkele parfumcocktails slaagt hij er uiteindelijk wel in zich een menselijke geur toe te meten. Ook bereikt hij zijn droom. Met enkele aromamengsels. En met enkele moorden …



Grenouille lijkt een kwaadaardig mens, een amoreel persoon. Hij is asociaal en wordt, om deze karaktertrek in de verf te zetten, vergeleken met “een teek die zijn loodgrijze lichaam tot een bolletje vormt om de buitenwereld een zo klein mogelijk vlak te bieden”. Aan praten lijkt hij geen behoefte te hebben. Hij leert het pas wanneer hij niet anders kan. Grenouille, die geen nood heeft aan menselijk contact, leeft in zijn hoofd, tussen de geuren. Zijn uniek talent, dat hem de mogelijkheid biedt alle geuren te ontrafelen en ze op te slaan, drijft hem echter tot grootheidswaanzin. De mensen rondom hem ziet hij als minderwaardig, hij vindt ze stinken. Toch wil hij zich tot hun God kronen door naar de perfecte geur te streven en ze, betoverd door die geur, hem te laten aanbidden. Wat tenslotte ook lukt, maar wat hem geen voldoening geeft. Dit gebrek aan bevrediging zet Grenouille er op het einde toe aan om als een geur te verdampen en volledig van de wereld te verdwijnen.

De oorzaak van de karakterstoornissen, die Grenouille een slecht wezen maken, ligt voor een stuk in de jongen zelf. Toch zal ook het gebrek aan liefde de misvorming gestimuleerd hebben. Zonder de warmte van een moeder opgroeien is immers al voor meer dan één iemand nefast gebleken. Zij leert je namelijk lief te hebben, ze kweekt een geweten in je, ze leert je respect aan en geeft je haar mening mee over goed en kwaad, over moreel en amoreel, … Door dit alles te missen, heeft Grenouille nooit de kans gehad om zich menselijker te ontwikkelen. Hij bevond zich in de hoek waar de klappen vallen, en kroop er deels door eigen schuld, deels door uitwendige factoren, steeds dieper in weg.



Madame Gaillard

Madame Gaillard heeft haar reukzin verloren, omdat haar vader haar vroeger eens met een pook op de neus had geslagen. Emoties beïnvloeden haar niet. Wel streeft ze steeds naar orde. En naar gerechtigheid. Ze verdient de kost als min. Ze voedt dus weeskinderen op tegen betaling. De helft van het geld dat ze daarvoor krijgt besteedt ze aan de kinderen, de andere helft houdt op ze opzij voor zichzelf.

De voorafgaande minnen die Grenouille onder hun hoede hadden, hadden problemen met het kind. Hij boezemde de andere kinderen angst in, en zelf hadden ze ook wel schrik van dat zonderlinge kereltje. Het feit dat hij niet stonk zoals een gezond kind deed hen bijvoorbeeld vreemd aan. Ook vonden ze hem te gulzig. Daardoor werd hij telkens doorgestuurd. Madame Gaillard heeft van dit alles geen last. Ruiken kan ze niet, en omdat ze alle kinderen gelijk behandelt, krijgen die de kans niet hun ongenoegen over Grenouille te uiten. Haar orde en het feit dat ze een vast bedrag aan de verzorging van de kinderen besteedt voorkomen tenslotte dat de wezen gulzig kunnen worden.

Wanneer Grenouille acht jaar is verkoopt madame Gaillard hem aan Grimal, een leerlooier, voor vijftien franc. Niet omdat ze hem beu is, of omdat hij onhandelbaar is, maar omdat het klooster de betaling heeft stopgezet en omdat ze dus zelf voor hem zou moeten betalen.

Madame Gaillard is een typisch plichtsbewust persoon. Ze vervult haar taken, ze mort er niet om, maar ze doet ook niet meer dan wat men haar opdraagt.



Monsieur Grimal

Grimal is de leerlooier die Grenouille van madame Gaillard afkoopt. De eerste geurindruk die Grenouille van hem heeft, is niet positief te noemen. Hij weet dat als Grimal wil, hij hem zomaar dood kan ranselen.

Het leven dat Grenouille leidt als hulp van Grimal is nauwelijks menselijk. Totdat hij een gevaarlijke looierskwaal krijgt, miltvuur, en die overwint. Omdat Grenouille nu immuun is voor die ziekte, verhoogt zijn waarde. Hij wordt nu iets menselijker behandeld door leerlooier en die gunt hem ook wat meer vrijheid.



Giuseppe Baldini

Baldini is een oude meester-parfummaker, die zijn atelier heeft op de Pont au Change, een brug over de Seine. Hij is een middelmatige parfumeur, die de jonge concurrenten niet meer de baas kan. Hij besluit om de boeken neer te leggen, zijn winkel te verkopen en te verhuizen als Grenouille toevallig ten tonele verschijnt. Die helpt zijn zaak er opnieuw bovenop. Meer nog, zijn handel bloeit als nooit tevoren. Baldini wordt een naam, niet enkel in Parijs, maar in heel Europa.

Grenouille blijft gewillig werken voor de oude man. Gewoon omdat hij uit is op een attest dat hem vrijheid zou geven en hem de toestemming zou geven vrij te reizen. Baldini bezorgt hem het felbegeerde brevet wanneer hij genoeg geurformules heeft vergaard om voor de rest van zijn leven zijn zaak bloeiende te houden. Net nadat Grenouille, gewapend met zijn papier der vrijheid, vertrokken is, komt Baldini echter ongelukkig om het leven (het deel van de brug waar zijn winkel staat stort in) en heeft Grenouille dus ongewild een moord op zijn geweten. (Want door zijn komst verhuisde de oude parfumeur niet.)

Baldini staat symbool voor veel mensen uit die periode, de periode van de Verlichting. De botsing tussen het oude en het nieuwe kan hij niet aan, hij kan niet mee met de nieuwe generatie.



Markies de la Taillade-Espinasse

Deze markies verschijnt in het verhaal nadat Grenouille zeven jaar in de berg van Auvergne heeft geleefd. Grenouille vertelt echter dat rovers hem in een berg gevangen hebben gehouden, zeven jaar lang. En dat komt de markies goed uit. Het hofleven heeft hij al een tijd vaarwel gezegd, en hij houdt zich bezig met wetenschap. Hij denkt een nieuwe ontdekking te hebben gedaan, namelijk de verklaring van het afsterven der dingen. Het “Fluïdum Letale” zou hiervoor verantwoordelijk zijn. Dit is een gas, door de aarde afgegeven, dat een ontbinding in gang zet. Hoe hoger je leeft, hoe verder boven de aarde, hoe minder je aangetast wordt door dit gas en hoe langer je leven dus duurt. Omdat Grenouille nu zeven jaar heel dicht bij dat gas verbleef (hij woonde in de aarde), kan de markies hem gebruiken om aan te tonen dat de aarde inderdaad zo’n fluïdum letale afscheidt dat verantwoordelijk is voor het afsterven.

De markies behandelt Grenouille als een kostbaar iemand. Dit gebeurt niet uit eerbied voor hem, maar omdat Grenouille belangrijk is voor zijn theorie, voor de wetenschap. Je kunt de markies dus hypocriet noemen, al beseft hij het niet van zichzelf. Misschien voelen sommige mensen zich wel niet goed bij deze figuur, omdat ze zich bedreigd of ontmaskerd voelen.



De slachtoffers van Grenouille

De slachtoffers van Grenouille zijn allemaal jonge, mooie meisjes die hij vermoordt om hun geur. Dit kun je misschien als zijn vorm van liefde beschouwen. Echt liefhebben kan hij immers niet. Maar toch wordt hij betoverd door het andere geslacht. Niet door hun charmes of door hun liefheid, maar door hun geur.

Twee van de slachtoffers verdienen extra aandacht:

- Het eerste slachtoffer is een roodharig meisje, van dertien of veertien jaar. Grenouille vangt haar geur op in Parijs als hij terugkeert van een vuurwerk. Een ongekend gevoel overmant hem, en hij gaat op zoek naar de bron van die hemelse lucht. Wanneer hij het meisje heeft gevonden, wurgt hij haar en neemt haar geur zo goed mogelijk in zich op. Deze eerste “verliefdheid” verandert iets in Grenouille. Hij begint te dromen, vormt zichzelf een roeping. Hij is een genie, dat op de wereld werd gezet om als Geurenkoning de wereld beter te laten ruiken.

- Het laatste slachtoffer is Laure Richis. Zij is de dochter van Antoine Richis, een weduwnaar, wiens dochter centraal staat in zijn leven. Ze is zestien jaar als Grenouille haar geur voor het eerst opmerkt. (Omdat ze dan nog zo jong is, laat hij haar nog wat “rijpen”.) Haar haren zijn donkerrood en ze heeft groene ogen. Ze is zo oogverblindend mooi dat haar vader het zelfs jammer vindt dat juist hij haar vader is, dat hij geen vreemde is die haar mocht begeren.

Grenouille moet dit meisje vermoorden, omdat haar geur het laatste ingrediënt is om zijn Parfum af te kunnen maken. Al vierentwintig prachtige meisjes uit Grasse gingen haar voor. Allen waren ze uiterst aantrekkelijk. Niet door hun uiterlijk, wist Grenouille, maar door hun fluwelen lichaamsgeur. En nu is haar beurt gekomen, zij wordt de kers op de taart, het ultieme bestanddeel.

Antoine Richis vermoedt dat zijn dochter het volgende slachtoffer wordt van de meisjesmoordenaar die in Grasse rondsluipt, en vlucht daarom samen met haar. Zogezegd naar Grenoble, maar in feite naar de eilanden van Lerin. Grenouilles neus valt achter niet te misleiden, waardoor Laure toch vermoord wordt en uiteindelijk opgaat in ‘s werelds beste parfum.



4 Structurele aspecten



4.1 Vertelstandpunt

Het vertelstandpunt dat Patrick Süskind hanteert in zijn boek Het parfum, is erg eenvoudig. Het verhaal wordt beschreven door de ogen van een alwetende, auctoriële verteller. De verteller staat dus buiten het verhaal en weet wat er zich in de personages afspeelt. Soms lijkt het erop alsof het vertelstandpunt personeel is, omdat gedurende het grootste deel van het verhaal Grenouille in de schijnwerpers staat en zijn gevoelens dus belicht worden. Maar er zijn ook veel fragmenten te vinden waar de emoties en het innerlijke van andere personen beschreven worden, waardoor duidelijk wordt dat de verteller wel alwetend en auctorieel moet zijn.

Het boek speelt zich af tijdens een denkbeeldig “nu”, aangetoond door de volgende zin: “In de tijd waarover wij spreken heerste in de steden een voor ons moderne mensen nauwelijks voorstelbare stank.” De manier waarop het verhaal wordt ingeleid toont de lezer dat degene die het vertelt de afloop al kent en doet sterk denken aan de inleiding van het boek Houtekiet, waar Gerard Walschap ook te kennen geeft dat hij de hele geschiedenis al weet wanneer hij het verhaal aankondigt. Een verschil is echter dat Houtekiet verteld wordt door betrokkenen (de nakomelingen van Houtekiet) terwijl de verteller van Het parfum niet echt in maar eerder boven het verhaal staat.



4.2 Ruimte

De plaatsen die in het boek worden vermeld bestaan echt. Dit bezorgt het boek de schijn van werkelijkheid.

Het stinkende, drukke Parijs is de niet erg positieve plek waar Grenouille geboren wordt, en vormt een contrast met het verfijnde en enorm ontwikkelde reukorgaan van de hoofdpersoon. Dit contrast laat al vermoeden dat het leven dat deze jongen te wachten staat waarschijnlijk niet uit rozengeur en maneschijn zal bestaan.

Het onvruchtbare, dorre massief van Auvergne, waar Grenouille tijdens het tweede deel van het boek verblijft is, na Parijs, de tweede verblijfplaats van het hoofdpersonage. Dit gebergte, met de vulkaan Plomb du Cantal als zijn huis, staat symbool voor de eenzaamheid van Grenouille. Door zijn mensenschuwheid is hij hierheen gevlucht. De harde gevoelloze bodem laat hem met rust, doet hem niet piekeren over zijn gebrek aan warme emoties. Hij voelt er zich thuis, want de omgeving is zwijgzaam, net als hij, en ze is ook even menselijk als hij .

Na zijn isolatie komt Grenouille eerst in Pierrefort terecht en vertrekt daarna samen met de markies naar Montpellier. Deze plaatsen hebben weinig belang in het verhaal.

Als zijn taak als wetenschapsobject er opzit, verhuist Grenouille naar Grasse. In deze stad kende men immers de methodes die hij nodig had om geuren aan mensen te onttrekken. De stad wordt het schouwtoneel van vierentwintig moorden, allemaal door Grenouille gepleegd, die zijn einddoel, het perfecte parfum, al kan ruiken. Hoewel het vijfentwintigste meisje vlucht, samen met haar vader, moet zij er in Napoule uiteindelijk ook aan geloven. Grenouille kan nu de laatste hand aan zijn levenswerk leggen.

Aan het einde van het boek (en van Grenouilles leven) vlucht de geurenkunstenaar terug naar Parijs. Het bereiken van zijn doel heeft niet het verwachte gevoel met zich meegebracht. Daarom wil hij in Parijs, waar het voor hem allemaal begon, zijn verhaal laten eindigen. Hij besprenkelt zich met het droomparfum op de Cimetière des Innocents. Op die plaats, de meest stinkende in heel Parijs, wordt hij dan verslonden door een bende gespuis, dertig man in het totaal. Zijn doelloos leven lost zo op in de zwarte nacht. Echte rozengeur heeft Grenouille inderdaad nooit gekend.



4.3 Tijd

Heel het verhaal wordt chronologisch verteld, na een korte inleidende voorbeschouwing. Flashbacks of flash forwards zijn niet aanwezig. De vertelde tijd duurt langer dan de verteltijd, al zijn er enkele fragmenten waar dit omgekeerd is. Het gaat dan over uitvoerige beschrijvingen, waar bijvoorbeeld geuren langdradig en zo precies mogelijk worden omschreven. Ook worden er enkele jaren, bijvoorbeeld wanneer Grenouille in de vulkaan leeft, onbeschreven gelaten. Net als bij de beschrijvingen duurt de verteltijd er uiteraard langer dan de vertelde tijd.

Als we de periode van Grenouille zijn avonturen in de geschiedenis willen plaatsen, moet dat in de achttiende eeuw gebeuren, meer bepaald van 1738 tot 1767. Dit was de periode van de Verlichting, een tijdperk van vooruitgang en van ratio. Van deze vooruitgang valt echter nog niet al te veel te merken in het Parijs door Süskind beschreven. Zo zijn de overweldigende stank en het lage peil van hygiëne niet direct tekens die op ontwikkeling wijzen. Bij de moeder van Grenouille maakt de auteur de opmerking dat ze nog in een verbazend goeie conditie verkeert. Ze heeft immers nog bijna al haar tanden in haar mond en behalve jicht, syfilis en een lichte tering heeft ze nog geen ernstige ziekte gehad. Bedenkelijk toch, voor een vrouw van dertig jaar? En een duidelijk signaal van de schrijver, die op deze manier de Verlichting als minstens lichtelijk overroepen voorstelt.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen