Boekverslag : Max Frisch - Andorra
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 3622 woorden. |
Auteur: Max Frisch Titel: Andorra Stück in zwölf Bildern Verschenen in: 1961 Aantal blz: 127 Genre: toneelstuk Eerste reactie: Ik vond het boek achteraf best wel goed leesbaar. Ik vond het einde wel ietwat vreemd. Het verhaal loopt niet goed af, de schuldigen worden niet gestraft en dan wil ik dat dit wel gebeurt. Het verhaal eindigt best wel bot, aan de andere kant is dit ook wel realistisch. Het boek heeft niet echt een grote indruk bij mij achtergelaten, maar het is wel speciaal om te lezen, het is niet zomaar een boek, het gaat diep in op de mens en zijn gedrag. Personen: hoofdpersoon Andri Andri is de twintigjarige zoon van der Lehrer en die Senora. Andri is een eigenwijze jongen. Hoewel hij goed met zijn handen kan werken, is hij niet echt bijster slim. Bij Andri is het glas altijd half leeg. Naar mate de mensen steeds meer over hem gaan roddelen en hem een stempel opdrukken, gaat hij in plaats van de roddels uit de wereld te helpen, zich gedragen naar de roddels. Zo raakt hij steeds dieper en dieper in de put. Hij sluit zich af en gelooft niemand meer. Samen met de anderen graaft hij zijn eigen graf. bijpersonen Barblin Barblin is de halfzuster van Andri. Ze is negentien jaar. Haar karakter blijft hetzelfde gedurende het stuk. Ze is een wereldvreemd meisje, en ik vind persoonlijk dat ze niet daadkrachtig genoeg optreedt tegen Andri en Peider. Andri en Barblin zijn verloofd. Ook al zijn ze voor vijftig procent familie van elkaar. Deze verloving gaat uiteindelijk niet door. der Lehrer Zijn voornaam is Can. Der Lehrer is de vader van Andri en Barblin. Der Lehrer doet er in het stuk alles aan, om Andri weer op ‘het rechte pad te krijgen’, maar al zijn pogingen zijn tevergeefs, ze maken Andri nog alleen maar meer in de war. Toch houdt der Lehrer erg veel van Andri, dat blijkt wel aan het einde van het stuk, hij weet alleen niet hoe hij in Andri’s leven een goede vader moet zijn. Die Mutter Die Mutter is de man van der Lehrer en de echte moeder van Barblin. Andri is geen kind van haar. De moeder speelt bijna geen rol in het stuk. Die Senora Zij is de moeder van Andri. Ze komt van de zwarten. Die Senora is een aardig, sympathieke vrouw. de verdachten Der Pater Der Pater helpt Andri, Barblin en der Lehrer af en toe door ze moed in te spreken en de waarheid te vertellen. Hij gedraagt zich menslievend en oprecht. Der Soldat Der Soldat heet Peider. Hij is een irritante en brutale man. Hij misbruikt Barblin en hij zegt altijd precies wat hij denkt. Hierdoor brengt hij anderen op slechte gedachten. Der Wirt Hij is de waard van zijn herberg. Eén van de grootste roddelkonten uit Andorra, maar als puntje bij paaltje komt het hardst zeggen dat ie het niet heeft gedaan. Eigenlijk is hij ook wel ergens weer erg zielig, onzeker, dom en een groot liegbeest. Der Tischler Der Tischler heet Prader. Op zichzelf wel een aardige man, maar hij wordt heel erg beïnvloedt door bijv. der Dokter. Hij denkt dat hij dan heel wat is, als hij de mening van een ander volgt, maar als lezer heb je zin om hem een knal voor zijn kop te geven. Der Geselle Der Geselle betekent in het Nederlands zoiets als vriend, jonge kerel, kameraad. Hij is dat ook vast een hele tijd van Andri geweest. Het woord betekent ook wel gezel, leerling. Hij was samen met Andri leerling bij der Tischler. Hij was minder goed dan Andri. De voornaam van der Geselle is Fredri. Op een gegeven moment wordt hij zo erg beïnvloedt door ‘de verdachten’ dat hij erg gemeen doet tegen Andri, hij laat hem gewoon stikken. Der Jemand Ook wel in het Nederlands ‘iemand’. Hij is niet zo erg belangrijk. Hij dient als opvulsel in het stuk. Hij heet niks voor niets der Jemand. Hij kan exemplarisch staan voor ‘iedereen’. Wij zouden allemaal wel zo kunnen zijn. Stumm (zeggen niks) Dit ‘stumm’ kan wel eens staan voor ‘niet voor iemand opkomen’. Ein Idiot Die Soldaten in schwarzer Uniform Der Judenschauer Das Andorranische Volk Korte samenvatting van het verhaal: Inleiding Andorra is (klein) een land. De mensen van Andorra zijn de Witten en de mensen in de landen om Andorra heen zijn de Zwarten. Om aan te duiden dat ze de Witten zijn, verven ze allemaal hun huizen wit, zo krijg je ‘ein schneeweißes Andorra’ Ze vinden zichzelf ‘de Goeden’=wit. De meeste bewoners van Andorra zijn er vast van overtuigd dat de Zwarten hen niet zullen overvallen, omdat zij zo’n geliefd volk zijn, ze vinden zichzelf de aardigste en de knapsten. Als het stuk begint heeft der Lehrer zelf al de roddel in de wereld gebracht dat Andri een jood is die hij ‘heeft gevonden op straat’ een heeft opgevoed als zijn eigen zoon. Het stuk bestaat uit 12 scènes. Tussen elke scène zit een stukje, waarin 6 personen in de verdachtenbank vertellen, waarom zij niet de moord op die Senora hebben gepleegd. (“Ich habe den Stein nicht geworfen!”) Zwölf Bildern erstes Bild Dit is een soort introductie scène. De onruststoker Peider zit Barblin uit te horen terwijl zij haar huis wit verft. Der Lehrer probeert bij der Tischler een baan voor Andri te krijgen die meubelmaker wil worden. Zo wordt bijna iedereen een beetje voorgesteld. Alles is nog zoals het twintig jaar geleden ook nog was. Andri wordt alom gerespecteerd. (Der Pater over der Lehrer) “Er sagt, wir sind nicht besser als die Schwarzen da drüben. Waarom sagt er das die ganze Zeit? Die Leute nehmen es ihm übel, das wundert mich nicht. Ein Lehrer sollte nicht so reden.” - der Wirt tritt an die Zeugenschranke Zweites Bild Andri en Barblin liggen in bed. Het is ’s avonds. Ze praten over hun tweeën. ANDRI (…) Bist du ganz sicher, Barblin, daß du mich willst. BARBLIN Warum fragst du das immer. ANDRI Die andern sind lustiger. BARBLIN Die andern! - der Tischler tritt an die Zeugenschranke Drittes Bild Der Geselle en Andri zitten in de meubelmakerij. Ze hebben allebei een stoel gemaakt. Die van der Geselle is niet zo goed. De poten zitten los enz… Maar de stoel van Andri is perfect. Dan komt der Tischler op het toneel. Hij neemt zonder meer aan dat de slechte stoel van Andri is, omdat ‘zijn soort’= de joden niet geschikt zouden zijn voor het vak van meubelmaker. Fedri doet hier niks tegen. Dan wordt Andri zo kwaad dat hij der Tischler beschuldigt en zegt dat hij een leugenaar is. De scène eindigt dat der Tischler zegt dat Andri beter geen meubelmaker kan worden, boos neemt hij toch de ‘raad’ van der Tischler aan. (Fedri en Andri moeten een proef afleggen in de vorm van een stoel maken zodat ze meubelmaker kunnen worden.) Der Tischler nimmt einen Stuhl. ANDRI Nicht dieser, Meister, der andere! TISCHLER Tischler werden is nicht einfach, wenn’s einer nicht im Blut hat. Nicht einfach. Woher sollst du’s im Blut haben. Das hab ich deinem Vater aber gleich gesagt. Warum gehst du nicht in den Verkauf? Wenn einer nicht aufgewachsen ist mit dem Holz, siehst du, mit unserem Holz – lobpreiset eure Zendern vom Libanon, aber hierzuland wird in andorranischer Eiche gearbeitet, mein Junge. ANDRI Das ist Buche. TISCHLER Meinst du, du mußt mich belehren? ANDRI Sie wollen mich prüfen, meinte ich. Tischler versucht ein Stuhlbein auszureißen. Meister, das ist aber nicht meiner! TISCHLER Da – Der Tischler reißt ein erstes Stuhlbein aus. Was hab ich gesagt. Der Tischler reißt die andern drie Stuhlbeine aus. - wie die Froschbeine, wie die Froschbeine. Und so ein Humbug soll in den Verkauf. Ein Stuhl von Prader, weißt du, was das heißt? – da, Der Tischler wirft ihm die Trümmer vor die Füße. Schau’s dir an! ANDRI Sie irren sich. TISCHLER Hier – das ist ein Stuhl! Der Tischler setzt sich auf den andern Stuhl. Hundert Kilo, Gott sei’s geklagt, hundert Kilo hab ich am Leib, aber was ein rechter Stuhl is, das ächtzt nicht, wenn ein rechter Mann sich draufsetzt, und da wackelt nicht. Ächtzt das? ANDRI Nein. TISCHLER Also! ANDRI Das ist meiner. TISCHLER – und wer soll diesen Humbug gemacht haben? ANDRI Ich hab es Ihnen gleich gesagt. TISCHLER Fedri! Fedri! Die Fräse verstummt. Nichts als Ärger hat man mit dir, das ist der Dank, wenn man deinesgleichen in die Bude nimmt, ich hab’s ja geahnt. Auftritt der Geselle. Fedri, bist du ein Gesell oder was bist du? GESELLE Ich – TISCHLER Wie lang arbeitest du bei Prader & Sohn? GESELLE Fünf Jahre. TISCHLER Welchem Stuhl hast du gemacht? Shau sie dir an. Diesen oder diesen? Und antworte. Der Geselle mustert die Trümmer. Antworte frank und blank. GESELLE – ich… TISCHLER Hast du verzapft oder nicht? GESELLE – jeder rechte Stuhl ist verzapft… TISCHLER Hörst du’s? GESELLE – nur was geleimt ist, geht aus dem Leim… TISCHLER Du kannst gehn nach der Werkstatt. - Der Geselle tritt an die Zeugenschranke. Viertes Bild Andri wordt door der Doktor onderzocht. Deze Dokter stelt voor Andri vast dat hij een jood is en legt dit begrip uit. Het gevolg is dat Andri hierna de hele tijd zegt dat hij een jood is. En alle dingen die hij doet en zegt hangt hij op aan “Ja, maar ik ben toch een jood?” ANDRI Weil ich Jud bin. LEHRER Andri – ANDRI So sagt es doch. LEHRER Jud! Jud! ANDRI Das ist es doch. Fünftes Bild Der Lehrer ‘vertelt’ aan het publiek (terwijl hij in de kroeg is), dat het een leugen is dat Andri niet zijn zoon is. Andri is zijn zoon en hij wil trouwen met zijn zuster. LEHRER Einmal werd ich die Wahrheit sagen (…) Sechtes Bild Der Soldat is in de kamer van Barblin. Andri komt eraan en hij gaat weg. Andri heeft niks door en steekt een verhaal af tegen Barblin, maar der Soldat houdt zijn hand voor de mond van Barblin. Omdat Andri geen antwoordt krijgt gaat hij naar beneden waar hij zijn vader aantreft. Deze probeert hem de waarheid te vertellen, namelijk dat hij helemaal geen jood is, maar Andri wil niet luisteren. Uiteindelijk gaat der Lehrer weg. Andri gaat weer naar boven en ontdekt dat der Soldat in Barblins kamer is. SOLDAT Verschwinde. ANDRI Das ist nicht wahr… SOLDAT Verschwinde, du, oder ich mach dich zur Sau. - Der Soldat tritt an die Zeugenschranke. Siebtes Bild Ook der Pater probeert hem te overreden, maar dat lukt niet echt. Andri is zo koppig als een ezel. PATER Nimm Platz! Andri schweigt. Also du willst dich nicht setzen. Andri schweigt. Nun gut. - Der pater kniet. Achtes Bild ‘De verdachten’ behalve de Pater zitten samen. Der Dokter voert het hoogste woord. Hij vindt zichzelf het intelligentst en hij meent dat hij de meeste levenswijsheid heeft. Hij vertelt waarom Andorra nooit zal overvallen worden door de Zwarten. Dan komt die Senora op. Ze doen allemaal vrij hoffelijk tegen haar. Ook Andri komt erbij. Op een gegeven moment raken Andri en der Soldat slaags met elkaar. Die Senora neemt het voor Andri op. Samen gaan ze naar het huis van Andri. Die Senora wil naar Can. WIRT Kein Volk ist so beliebt wie wir. TISCHLER Schon. DOKTOR Beliebt is kein Ausdruck. Ich habe Leute getroffen, die keine Ahnung haben wo Andorra liegt, aber jedes Kind in der Welt weiß, daß Andorra ein Hort ist, ein Hort des Friedens und der Freiheit und der Menschenrechte. WIRT Sehr richtig. - Der Lehrer en die Senora spreken met elkaar erover, dat Andri hun kind is en dat Can hem volgens die Senora ten onrechte heeft laten geloven dat hij een jood is. Neuntes Bild Die Senora heeft een gesprek met Andri. Ze vinden elkaar aardig, maar die Senora vertelt niet dat hij haar zoon is. Ze vertelt wel dat der Lehrer en zij geliefden van elkaar zijn geweest. Dan gaat ze weg. Hierna gaat der Pater naar Andri en hij vertelt dat Andri de zoon is van die Senora. Maar Andri wil het niet geloven. Dan komt de Lehrer naar hun toe met het verschrikkelijk nieuws dat die Senora vermoord is, doordat iemand een steen naar haar heeft toe gegooid. Der Wirt zegt dat hij met eigen ogen Andri de steen heeft zien gooien, maar dat kan natuurlijk helemaal niet, want Andri is de hele tijd bij der Pater geweest. PATER Was ist geschehen? Lehrer bricht zusammen. So reden Sie doch! LEHRER Sie ist tot. ANDRI Die Senora –? PATER Wie ist das geschehen? LEHRER – ein Stein. PATER Wer hat ihn geworfen! LEHRER – Andri, sagen sie, der Wirt habe es mit eigen Augen gesehen. Andri will davonlaufen, der Lehrer hält ihn fest. Er war hier, Sie sind sein Zeuge. - Jemamd tritt an die Zeugenschranke. Zehntes Bild De Zwarten zijn Andorra binnen gevallen. Der Lehrer probeert (al weer) met Andri te praten maar dat lukt niet. LEHRER Du mit deiner Unschuld, ja, du hast den Stein nicht geworfen, sag’s noch einmal, du hast den Stein nicht geworfen, ja, du mit dem Unmaß deiner Unschuld, sieh mich an wie ein Jud, aber du bist mein Sohn, ja, mein Sohn, und wenn du’s nicht glaubst, bist du verloren. Elftes Bild Andri en Barblin zijn in op ‘hun’ kamer. Andri is boos op Barblin, omdat hij met haar geslapen heeft. Het lijkt erop dat Barblin niet meer van Andri houdt. Dan wordt Andri opgehaald door Zwarte soldaten die hem meenemen voor die Judenschau. SOLDAT Das ist er. Andri wird gefesselt. BARBLIN Rührt meine Bruder nicht an, er ist mein Bruder – SOLDAT Die Judenschau wird’s zeigen. BARBLIN Judenschau? SOLDAT Also vorwärts. BARBLIN Was ist das? SOLDAT Vorwärts. Alle müssen vor die Judenschau. Vorwärts. Andri wird abgeführt. Judenhure! - Der Doktor tritt an die Zeugenschranke. Zwölftes Bild ‘Alle’ mensen van Andorra zijn bij elkaar gekomen, ze moeten een door de Zwarten aangestelde jodentest ondergaan om te kijken of ze jood zijn. Ze krijgen allemaal, (inclusief Andri) een masker op en dan moet de rechter van die Judenschau kijken aan de hand van bijv. de soort schoenen, de stem en het haar. Degene die een jood is, heeft de steen gegooid naar die Senora. De meesten proberen te smokkelen met hun schoenen, bijv. de schoenen van der Dokter zijn ‘opeens’ weg. Uiteindelijk wordt Andri ‘gelijk’ herkend als jood en afgevoerd. Zijn ouders komen met hele goede argumenten, maar daar wil de rechter niet naar luisteren. Hierna maken de inwoners met een schuldgevoel allemaal dat ze wegkomen. Barblin, blijft achter en als der Wirt er bij komt staan beschuldigt zij hem van de moord op die Senora. (Wat hij waarschijnlijk een juiste beschuldiging is.) Der Lehrer hangt zichzelf op en der Pater ontfermt zich over Barblin, die haar verstand verloren heeft. Zo eindigt het, Andorra is bezet door de Zwarten en het is een open einde, waarschijnlijk wordt Andri levenslang opgesloten of gedood. BARBLIN Vater ist tot. PATER Das weiß ich, Barlin. BARBLIN Und mein Haar? PATER Ich bete für Andri jeden Tag. BARBLIN Und mein Haar? PATER Dein Haar, Barblin, wird wieder wachsen – BARBLIN Wie das Gras aus den Gräbern. Der Pater will Barblin wegführen, aber sie bleibt stehen und kehrt zu den Shuhen zurück. PATER Barblin – Barblin – BARBLIN Hier sind seine Schhuh. Rührt Sie nicht an! Wenn er wiederkommt, das hier sind seine Schuh. Over de schrijver Max Frisch: Max Frisch werd in 1911 in Zürich geboren. Hij werd een ‘vrije’ journalist, nadat hij een tijdje de Germaanse taal had gestudeerd. Later werd hij architect. Na de 2e Wereld Oorlog reist hij over de wereld. In 1960 schreef hij Andorra, daar is hij beroemd mee geworden. Hij heeft o.a. ook nog ‘Biedermann und die Brandstifter’, ‘Don Juan, oder die Liebe zur Geometrie’, de roman: ‘Stiller, ‘Homo faber’ enz… geschreven. In het toneelstuk Andorra staat de naam Andorra model voor een staat, die beheerst wordt door lafheid en vooroordelen. Het heeft niks te maken met de echte staat Andorra. Max Frisch ‘pakt’ de mensheid mooi terug met dit toneelstuk. Want je kan zeggen dat deze inwoners van Andorra, ons mensen moeten voorstellen, en dat we iemand niet mogen beoordelen op zijn uiterlijk of afkomst. Hij heeft de jood als ‘pispaal’ van de inwoners van Andorra gebruikt. Deze situatie komt dan ook heel erg realistisch over. “du sollst dir kein Bildnis machen” is een terugkerend thema bij Max Frisch. Als mens plakken we een ander graag een etiket op, bijv. joden kunnen alleen in de handel, negers zijn lui… ieder mens kan dit aanvullen. Zo’n beoordeling, of veroordeling lokt uit, dat je steeds gaat kijken of het klopt. Doordat wij anderen een etiket opplakken zij wij verantwoordelijk. De ander kan zich of verzetten tegen dat etiket, of zich ernaar gedragen, zoals Andri in het toneelstuk doet. Bijvoorbeeld: ‘meisjes kunnen geen wiskunde’. Je gedrag kan verzet zijn, zodat je wilt laten zien dat je het wel kan, of je gaat denken, zie je wel ik kan het dus niet. Eigen mening: Ik vind het een erg apart boek. Dit komt denk ik ook, omdat het eigenlijk een toneelstuk is en als je een toneelstuk leest raak je gauw in verwarring, omdat je niet ziet wat er gebeurd. Ik vond dat het duidelijk in het boek was, wie wie was; minder duidelijk was, wat er gebeurde. Bijvoorbeeld in de scène met der Tischler. Ik had even niet door tegen wie hij aan het praten was en over wie zijn stoel hij het nou had. Tegelijkertijd vond ik dit de allermooiste scène van het hele boek. Als Andri dan zegt van, ja stop es, dit is mijn stoel! En der Tischler gaat onverstoorbaar door dan heb ik zin om die domme vent eens goed de waarheid te zeggen. De scènes met Barblin vond ik een beetje saai. Ik vond het ook niet zo geweldig dat steeds iemand tegen Andri probeerde te zeggen dat hij geen jood was, maar Andri luistert dan gewoon niet! Dan denk je echt, hoe kan iemand nou zo dom doen en zo down zijn! Okee, het was wel erg dat hij voor jood werd uitgemaakt, maar in plaats dat hij daar wat aan doet gaat hij zeggen en beamen dat hij een jood is! Als iemand zo doet, heb ik ook geen medelijden met hem. Ik weet niet of dat Max Frisch’ bedoeling was, maar zo ja, dan is dat goed bij mij mislukt. Ik vind die Andri zo’n slappeling. Barblin ook wel, maar dat was normaal voor een meisje in die tijd. Der Pater snapte ik soms niet helemaal, vanuit welke intentie sprak hij? De rest van ‘de verdachten’ kon ik tijdens het lezen ook wel de nek omdraaien. Maar ik zal stoppen met moordlustige woorden en verder gaan over de schrijfwijze. Je kan niet echt spreken van mooie zinnen want de regels waren vrij kort. Omdat ik ook nog maar een beginner ben op het gebied van Duits, kan ik niet zo goed zeggen of hij erg mooie zinnen schrijft, maar ze waren tenminste wel goed te begrijpen. Kortom de gedachte en de diepere bedoeling van dit boek vind ik erg goed, maar inhoud van de scènes iets minder, omdat er de hele tijd over hetzelfde werd gepraat. Dit citaat vond ik erg mooi, Andri zegt tegen der Tischler dat het zijn stoel is en dat der Tischler eigenlijk een grote l** is! ANDRI … Ich nehm’s nicht zurück was ich gesagt habe. Sie sitzen auf meinem Stuhl, ich sag es Ihnen, Sie lügen, wie’s Ihnen grad paßt, und zünden sich die Pfeife an. Sie, ja, Sie! Ich hab Angst vor euch, ja ich zittere. Wieso hab ich kein Recht von euch? Ich bin jung, ich hab gedacht: Ich muß bescheiden sein. Es hat keinen Zweck, Sie machen sich nichts aus Beweisen. Sie sitzen auf meinem Stuhl. Das kümmert Sie aber nicht? Ich kann tun, was ich will, ihr dreht es immer gegen mich, und der Hohn nimmt kein Ende. Ich kann nicht länger schweigen, es zerfrißt mich. Hören Sie denn überhaupt zu? Sie saugen an Ihrer Pfeife herum, und ich sag es Ihnen ins Gesicht: Sie lügen. Sie wissen ganz genau, wie gemein Sie sind. Sie sind hundsgemein. Sie sitzen auf dem Stuhl, den ich gemacht habe, und zünden sich Ihre pfeife an. Was hab ich Ihnen zuleid getan? Sie willen nicht, daß ich tauge. Warum schmähen Sie mich? Sie sitzen auf meinem Stuhl. Alle schmähen mich und frohlocken und hören nicht auf. Wieso seid ihr stärker als die Wahrheit? Sie wissen genau, was wahr ist, Sie sitzen drauf – Ik vind dat Andri hier een hele goede ‘redevoering’ houdt. Het volgen citaat vond ik grappig, het viel me op wat voor een eigendunk de mensen van Andorra wel niet hebben. Der Dokter is bij Andri. ANDRI Aaaandorra. DOKTER Aber lauter, mein Freund, viel lauter! ANDRI Aaaaaaaandorra. DOKTER Habt Ihr einen längeren löffel? Mijn boekverslag is bijna ten einde, ik ben helemaal gek geworden van de umlauten op al die letters. Ik kan nog net een conclusie typen. Kortom, een indrukwekkend boek, goed te lezen, erg herkenbaar in het dagelijks leven (denk maar aan de acceptatie van buitenlanders) en ik hoop snel eens hier het toneelstuk van opgevoerd te zien. |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |