Boekverslag : Marnix Gijsen - Telemachus In Het Dorp
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 3548 woorden.

Samenvatting
(I) De ik-persoon is een stadskind, maar Blaren staat centraal in zijn leven. In Blaren heeft hij de eerste drie jaar van zijn leven vertoefd. Later brengt hij er vele vakanties en verlofdagen door. In Blaren woont namelijk zijn hele familie. Blaren is een dorp in de buurt van Antwerpen met ± 5000 inwoners, voornamelijk boeren. Het gezag is in handen van de pastoor, de hoofdonderwijzer en de gemeentesecretaris. Deze drie zijn allen zijn oom. De ik-persoon vindt het dorp een achterlijk, zedelijk dorp waar nooit iets gebeurt. Het enige wat hiervan afwijkt zijn de zomervilla's.

(II) De ik-persoon is een eenzaam kind. Hij heeft geen vrienden en heeft geen behoefte aan meisjes. Daarom leest hij veel, het liefst over de oudheid. De ik-persoon vindt vooral de plaatjes waarop naakte Grieken en Romeinen zijn afgebeeld interessant. Uit de boeken leeft hij dat hij veel moet zwerven en dat doet hij ook veelvuldig. 's Morgens gaat hij met de boeken het bos in. Hij danst er naakt rond en scandeert dan Griekse teksten, smachtend naar het Griekse landschap waarin de mensen naakt rondwandelen. Alleen zijn grootmoeder heeft de ik-persoon lief.

(III) Het minst geliefd in de familie is oom Felix, de ongetrouwde gemeente-secretaris. De ik-persoon wandelt veel met zijn oom en ze ontmoeten dan enkele 'buitenechtelijke' kinderen.

(V) Als de ik-persoon na de winter weer in Blaren komt bij zijn oom Leander, de leraar, is deze met pensioen gegaan. Hij is nu verzekeringsagent.

(VI) De ik-verteller maakt kennis met de Vlaamse beweging van jongeren die tegen de Waalse overheersing van Vlaanderen is. De Vlaamse Beweging oordeelt scherp over oom Felix. Met hem zijn vele ouderen tegen deze beweging. Bij verkiezingen wint de Vlaamse Beweging. De brouwer wordt de nieuwe burgemeester. Oom Felix wint hem al gauw om zijn vinger. Dit ziet oom Leander met lede ogen aan. Oom Leander wordt steeds godsdienstiger. Hij organiseert zelfs een pelgrimstocht naar Lourdes. Deze reis wordt uitgesteld omdat grootmoeder ernstig ziek wordt. Grootmoeder verteld de ik-persoon dat hij nog meer ooms heeft, maar dat deze in een kwaad daglicht staan. Grootmoeder wordt door oom Leander verzorgd. Ze overlijdt.

(VII) De ouders van de ik-persoon besluiten dat de ik-persoon mee met oom Leander naar Lourdes gaat. Ze gaan met de trein. Op de terugweg van deze reis hebben ze een ongeluk. De ik-persoon verpleegt zijn oom.

(VIII) Oom Felix merkt dat oom Leander niets meer kan en stopt hem triomferend in een klooster. Ook hier verzorgt de ik-persoon oom Leander. Oom Leander lijdt aan maagkanker. De ik-persoon heeft tot taak de buikloop schoon te maken. Oom Leander sterft in overgave aan God. De ik-verteller verlaat Blaren.

(IX) Maanden later komt de ik-verteller terug in Blaren om de nieuwe vrouw van oom Felix te zien. De ik-verteller merkt meteen als hij daar aankomt, dat oom Felix onder de plak zit. Hij wandelt weer veel met zijn oom.

(X) Er is weer een verkiezing in Blaren. De partij van de jongeren wint en ontslaat de zittende burgemeester. Oom Felix wordt een laag, onbelangrijk ambtenaartje. De jongerenpartij vindt sport en ontspanning belangrijk. Daarom organiseert zij vele sportwedstrijden waar veel toeristen op af komen. Blaren lijkt te ontwaken.

Oom Felix moet van de dokter eruit in verband met zijn slechte gezondheid en zijn geestelijk verval, veroorzaakt doorverval van zijn macht en de tirannie van zijn vrouw. Hij besluit naar Duitsland te gaan. De ik-persoon vergezelt hem. Ze gaan naar Wiesbaden in Duitsland. In Wiesbaden gaan ze naar een sexclub. De ik-verteller vindt het maar vulgair, oom Felix geniet echter. 's Avonds gaat oom Felix nog even terug naar de sexclub. Ernstig ziek wordt hij thuisgebracht en sterft.


Tijd & Ruimte
RUIMTE

Fysische ruimte
Er wordt zeer weinig gezegd over de fysische ruimte. Het is echter wel duidelijk dat het verhaal zich afspeelt in het dorp Blaren. Over het weer wordt niets gezegd.

Positie Blaren
Het verhaal speelt zich hoofdzakelijk af in Blaren. Het ligt in de buurt van Antwerpen. Het is een dorp met vijf duizend inwoners. Het ligt op de scheiding van Heide en Laagland. De scheidingslijn loopt dwars door het dorp. In het begin van het verhaal is het dorp nog rustig en vredig. Elk jaar worden er spelen georganiseerd.
Ps. In een recensie werd gesproken over het dorp Schoten. (?)

Plattegrond Blaren
Aan de ene kant van het dorp ligt het gemeentehuis en aan de andere kant de kerk. De dorp zelf ligt ertussen. De twee gebouwen worden verbonden door de dorpsstraat. In het bos buiten het dorp liggen de zomerhuizen van de mensen uit de stad. Deze mensen brengen allerlei nieuwe stromingen in het dorp teweeg. Het grootste huis van het dorp in de pastorij. Oom Felix woont schuin tegenover grootmoeder Loo.

Bestuur Blaren
In de jonge jaren van de ik-persoon ligt de macht in de handen van oom Felix. Later wordt er een jongerenpartij opgericht. Deze partij wordt gesteund door oom Leander. De partij van de jongeren wint. Oom Felix wordt gedegradeerd tot een onbelangrijke ambtenaar. Hij verdwijnt van het politieke toneel. De partij van de jongeren vindt sport en ontspanning belangrijk. Ze organiseren daarom ook verscheidene sportwedstrijden. Er komen veel toeristen op af. Zij zorgen voor een hogere welvaart.

Psychische ruimte
De symbolische betekenis van de inrichting van het dorp Blaren is dat de burgers tussen het gemeentehuis en de kerk wonen. Waarschijnlijk wordt hier een strijd tussen kerk en staat mee bedoeld.

Zintuigelijke waarnemingen
De ik-persoon ruikt en hoort niets. Dit komt waarschijnlijk mede door het feit dat hij het verhaal op latere leeftijd pas verteld.


TIJD

Historische tijd
Citaat:
Wanneer Jeannette uit 'De Kroon' voorbarig zwanger werd, was ze een 'vuil wijf', en de militairen uit het legerkamp in het Noorden, die af en toe een inval deden in Blaren, waren zonder onderscheid 'vuilen bucht van soldaten'. (Blz. 11 r.18-23)
Hier wordt waarschijnlijk gesproken over de Nederlanders in de tijd van de Nederlands-Belgische oorlog of de tijd erna. De tijd dat er nog spanningen waren tussen de twee landen. Dit is de tijd van ±1800 tot ±1900.
Er wordt gesproken over 'vuil liberalen' en 'vuil socialisten'. (Blz. 11 r.10 en r.14-15) Dit is de tijd van de opkomst van de parlementaire democratie. Dit is ook de 19e eeuw.
Omstreeks de middag reden wij per paardentram naar Blaren, aten bij mijn grootmoeder, ... (Blz. 13 r. 26-28) De paardentram rijdt nu niet meer. Deze reed vooral voor de eerste wereldoorlog.
Deze tijd, ±1860, is als de ik-persoon nog maar zeer jong.
Zo werd ik op mijn vijftiende jaar ziekenoppasser in een leeg, hol huis. (Blz. 106 r.6-7)
Na deze verwijzing naar de leeftijd van de ik-persoon worden geen verwijzingen meer gegeven. Waarschijnlijk wordt het verhaal verteld tot de ik-persoon volwassen wordt. Want het laatste wat verteld wordt door de ik-persoon is dat zijn oom Felix sterft. En hij zegt zelf dat hij voor dat hij volwassen wordt al kennis heeft gemaakt met de dood.
Maar kon ik het helpen, dat ik vóór het gebruik van mijn eerste scheermes al vertrouwd was met de dood en de walm van langzaam rottende ingewanden. (Blz. 150 r.11-15)
Buiten het verhaal zelf, maakt hij nog wel de oorlog mee.
Een oorlog heb ik meegemaakt, een hopeloze moorderij als ziekenverpleger. (Blz. 149-150) Hier wordt waarschijnlijk de eerste wereldoorlog mee bedoeld.

Verteltijd
De verteltijd van het boek is 156 bladzijden. Aangezien de eerste zeven bladzijden niet gebruikt worden voor het verhaal zelf, is het 156 - 7 = 149 bladzijden.

Vertelde tijd
Het verhaal is zeer chronologisch.
Toen ik twee dagen oud was, ... (Blz. 8 r. 5)
Toen ik negen jaar oud was, ... (Blz.20 r. 4)
Zo werd ik op mijn vijftiende jaar ... (Blz. 106 r. 6)
In het laatste hoofdstuk vertelt hij over de rest van zijn leven.
Wel zitten er een aantal vooruitwijzingen in het verhaal.

Maar toch weet ik nu, op rijpe leeftijd, dat mijn gemoed en mijn karakter niet in de stad zijn gevormd, maar wel in het dorp van mijn vader. (Blz. 7 r.10-14)

De dorpsstraat, waar ik later per auto doorreed in een halve minuut - (en in de regel joeg ik er door, om aan mijn herinneringen te ontsnappen) - scheen mij reusachtig lang en breed. (Blz. 14)


Vertel situatie
Er komt in dit boek een verteller voor: De achteraf vertellende ik-verteller.

De verteller vertelt over gebeurtenissen, die hij vroeger heeft beleefd.
Toen ik twee dagen oud was, ... (Blz. 8)
In mijn jeugd ... (Blz. 9)

De ik-persoon vertelt nu iets wat hij in het verleden heeft meegemaakt.
De dorpsstraat, waar ik later per auto doorreed in een halve minuut - (en in de regel joeg ik er door, om aan mijn herinneringen te ontsnappen) - scheen mij reusachtig lang en breed. (Blz. 14)

Hij vertelt nu over de toekomst.

De ik-persoon gebruikt ook wel eens een beetje humor. Als hij het dorp aan het beschrijven is, heeft hij het over:
... de kerk, in een vervelende gothiek gebouwd. (Blz. 10)
Uit vader Cats hadden ze geleerd, dat wie de roede spaart, het kind niet bemint en ze vloeiden over van liefde. (Blz. 32)
Dit is allemaal zeer subjectief natuurlijk. Daarom is het ook een ik-verteller.

Aangezien er in dit verhaal maar een verteller voorkomt, de achterafvertellende ik-verteller, is er geen sprake van een perspectief.


Personages
Hoofdpersonen

De hoofdpersoon is de ik-persoon. Hij is niet in Blaren geboren. Maar Blaren staat wel centraal in zijn leven. Hij is echter wel een stadskind. Hij is een vrij timide jongen die vrijwel geen vriendjes en geen behoefte aan meisje heeft. Hij vlucht van de realiteit naar de literatuur. Hij leest het liefst over de Grieken en de Romeinen. Vooral wordt hij door de Grieken geobsedeerd, door het Griekse landschap met de naakte mensen erin. Hij trekt met zijn boeken veel de bossen in waar hij de Griekse teksten, naakt rondhuppelend, scandeert. Hij is vrij vroom en behalve van het uiterlijk bestel is hij zeer vol van de kerk, onder andere de gotische tempels en de poëzie van de Mis. Als hij wat ouder is ziet hij zijn oma naakt. In zijn verdere leven moet hij als hij naakte mensen ziet altijd denken aan zijn oma. Hij heeft zeer veel respect voor de nonnen die oom Leander verzorgen. Wanneer zijn beide ooms overleden zijn, wordt hij naar een kostschool gestuurd. Als hij deze doorlopen heeft gaat hij de journalistiek in. Hij mislukt echter als journalist. Hierna slijt hij vele jaren in het buitenland. Hij komt onder andere in de Tropen, Soho, Rio en Parijs. Dit komt doordat hij een avonturier is zoals de anderen zeggen.

In de oorlog verpleegt hij vele gewonden. Dit doet hij zonder emoties. Dat heeft hij de laatste nacht bij oom Leander geleerd. De politiek kan hem niet bekoren nadat hij de politiek van Blaren heeft meegemaakt. Door de treinramp die hij heeft meegemaakt is hij enigszins labiel. Hij merk op latere leeftijd dat hij zowel gevormd is door oom Leander als door oom Felix. De laatste jaren van zijn leven brengt hij door in Blaren waar hij nog wat renteniert.

Roundcharacter/flatcharacter/type

De hoofdpersoon is een roundcharacter. Je weet van hem de gedachten en alles wat hij meemaakt.

Bijpersonen, er zijn drie bijpersonen:
Moeder Loo
Oom Felix
Oom Leander
Oom Louis

Moeder Loo.
Moeder Loo is de grootmoeder van de ik-persoon heeft de ik-persoon zeer lief. Ze is de enige overlevende van een tyfusepidemie. Zeer jong trouwt ze met de grootvader van de ik-persoon. Zij was een schoonheid geweest, en in al haar bewegingen was zij aristocratisch. Ze gaat nooit naar de kerk. Ze heeft een oud kapsel, een kanten muts met honderden dunne spelden er in geprikt als boordversiering. Haar ogen tintelden van humor en goedheid. Ze was altijd waardig en glimlachend. Ze hield van zindelijk en net.

Roundcharacter/flatcharacter/type
Moeder Loo is een flatcharacter, omdat er maar weinig dingen over haar bekend zijn. Je weet weinig over haar innerlijke.

Oom Felix
Oom Felix is een aangetrouwd familielid. Het minst geliefd in de familie is oom Felix. Hij is de gemeentesecretaris. Hij wandelt veel met de ik-persoon. Ze komen dan enkele buitenechtelijke kinderen van hem tegen. Hij geeft ze snoep. De echtgenoten van de moeders krijgen goede banen van hem. Hij koopt voor een zacht prijsje stukken land op. Bij het plannen van de wegen laat hij ze over deze stukken grond lopen. Hij verdient veel met deze praktijken. Na de verkiezingen verliest hij al zijn macht. Op hogere leeftijd wordt hij ziek. Hij gaat naar Wiesbaden om te herstellen. Maar daar overlijdt hij na een nachtje in een sexclub.

Roundcharacter/flatcharacter/type
Oom Felix is een roundcharacter, omdat je van hem zeer veel eigenschappen weet.

Oom Leander
Als de ik-persoon nog jong is zegt de oom vaak dat hij helse pijnen lijdt en gaat sterven. De mensen hebben vertrouwen in hem. Hij voorspelt het einde van de wereld. Hij noemde zichzelf Missionaris van het Grote Einde. Als de Apocalyptische ramp niet komt raakt Oom Leander op de achtergrond. Als hij ziet dat oom Felix steeds meer macht krijgt, organiseert hij een pelgrimstocht naar Lourdes. Bij de treinramp raakt hij ernstig gewond. Hij overlijdt in Blaren aan zijn wonden. Hij wordt de laatste dagen van zijn leven bijgestaan door de ik-persoon. Tijdens zijn ziek zijn in Blaren vervalt hij in een soort extase. Oom Leander de hoofdonderwijzer. Hij is zeer streng gelovig. Hij is wel lid van de Brusselse vrijmetselaars geweest.

Roundcharacter/flatcharacter/type
Oom Leander is een roundcharacter, omdat je veel van hem weet. Ook zie je een verandering in hem. Hij is zeer vroom, maar als hij in het ziekenhuis ligt vervloekt hij van alles en nog wat.

Oom Louis
Oom Louis is de pastoor van het dorp. Hij woont in het grootste huis van Blaren. Door de ik-persoon wordt hij vergeleken met een kerkvorst. Hij is een doordringer. Oom Louis wil niets weten van de jongerenpartij. Als hij stokoud is, wordt hij tot kannunik in Leuven bevorderd. Oom Louis is een flatcharacter, omdat je van de man weinig te weten komt. Hij staat vooral beschermer van de zedelijkheid in Blaren. Hij zou daarom dus een type zijn.

Roundcharacter/flatcharacter/type
Maar aangezien er nog wat meer kenmerken van hem bekend zijn ik hij dus een flatcharacter.

Samenhang personages
De drie ooms bestrijden elkaar. Als grootmoeder Loo nog leeft, loopt dit nog niet uit de hand. Maar als zij overleden is loopt het een beetje uit de hand. Alle drie de ooms hebben een grote invloed op de ik-persoon. Hij is gevormd door zijn ooms. Dit heeft de ik-persoon ook zelf door. Hij zegt: Indien ik nu weet, dat ik in mijn bestaan slechts hoogst zelden iemand vrijwillig heb pijn gedaan, dan dank ik zulks mijn ooms, de ene zowel als de andere. Wie had, zoals ik, het voorrecht twee rijpe mannen in zijn armen te zien sterven vóór dat hij zelf de twintig bereikte? Wie had, zoals ik, de gevaarlijke eer gekend, tussen twee lijken door te stappen op de levensbaan en te mogen zeggen: de weg is vrij, ik weet wat mij wacht. (Blz. 154 r10-20)


Thematiek
Ik heb vier motieven gevonden:
Het doodsmotief
Het zwerfmotief
Het naaktmotief
Het oudheidmotief

Het doodsmotief
Dit motief is een verhaalmotief. Het is een abstract iets. Alle personen, die een grote betekenis hebben voor ik-persoon sterven. Als eerste sterft zijn grootmoeder:
De klokken luidden lang en snel over het dorp, toen zij gestorven was. (Blz. 93-94)
Dan sterft oom Leander:
Die dag is hij gestorven. (Blz. 120.)
Als laatste sterft oom Felix:
Toen de Kapelle na het souper voor de zoveelste maal van het seizoen 'Dichter und Bauer' met fluwelen tonen aanhief in de zoele avondlucht, is oom Felix, zoals 'Heide en Laagland' het naderhand schreef, 'godvruchtig in den Heer ontslapen'. (Blz. 145)
Ook oom Louis vertrekt uit Blaren. Niet omdat hij sterft, maar omdat hij tot kannunik in Leuven is bevordert. Ook dit hoort bij het motief.
Mijn oom Louis werd tot kannunik bevorderd en leeft in Leuven. (Blz. 155)
Ook veel andere personen die in de jeugd van de ik-persoon een rol in Blaren speelden zijn gestorven.
Paul en Johanna Theysen zijn lang dood. Smid Simons en Jan Koomans zijn ook gestorven. (Blz. 155)

Betekenis doodsmotief
Een voor een vallen de mensen met een speciale betekenis voor hem weg. Eerst valt zijn grootmoeder weg. Bij haar logeerde de ik-persoon altijd. Als zij overlijdt gaat de ik-persoon met oom Leander weg naar Lourdes. Als deze overlijdt gaat hij mee met oom Felix. Hij heeft dan niemand meer over.
Ik stap door het dorp als over de slotscène van een Shakespeareaans drama. Al de spelers liggen verslagen neer. (Blz. 155)
De dood is waarschijnlijk het wegvallen van mensen die de ik-persoon dingen over het leven hebben geleerd.

Het zwerfmotief
Het zwerfmotief is ook een verhaalmotief, omdat het weer gaat om een abstract iets.
De ik-persoon wordt er op gewezen dat hij moet zwerven.
Uit de boeken erfde ik ook de romantiek: de schrijvers, van Conscience af, zegden me dat men door de bossen moet 'zwerven' en door de velden moet 'dwalen'. (Blz. 22.)
Hij zwerft dan ook veel. Als kind zwerft hij door de bossen, en als hij ouder wordt zwerft over de hele wereld.
Als klein kind.
Ik kroop hoog in de bomen of lag in de varens, uren lang mijmeren over het land van mijn verlangens. (Blz. 28.)
Als groot kind.
Toen enkele weken nadien de Blarense bedevaart vertrekken zou, kwam mijn oom Leander bij ons aanlopen om mij uit te nodigen hem te vergezellen. Mijn ouders stemden dadelijk toe, vroegen mijn advies niet en meenden dat de reis mij zouden beletten, zoals zij het uitdrukten, eeuwig en altijd over de boeken te zitten suffen. (Blz. 95.)
Als puber.
Met vreugde aanvaardde ik een uitnodiging van mijn oom Felix om hem te vergezellen naar Duitsland. (Blz. 134.)
Om mijn zinnen te verzetten, werd ik in een kostschool in Zwitserland ondergebracht. (Blz. 146.)
Als volwassene.
Ik heb in de tropen als een satraap geleefd, omringd door zwermen bedienden, die elk een kleine afgemeten taak met perfectie vervulden. Ik heb echter ook maanden lang in Soho gewoond, waar ik bij zomeravond het ongedierte in schuine kolommen zag optrekken langs het melaatse behangpapier. Er waren tijden, dat ik in Rio geen twee straten ver ging zonder een taxi te nemen, maar in Parijs heb ik een tijdlang elke dag anderhalf uur te voet naar een obscure bezigheid gelopen. (Blz. 148)
Hij wordt dan ook een pionier of avonturier genoemd.
Naar het oordeel van hen, die mijn wisselvallige carrière een tijd lang hebben gevolgd, was ik een avonturier. Anderen noemden mij een pionier. (Blz. 148)

Betekenis zwerfmotief
De betekenis van het zwerfmotief is dat de ik-persoon zoekt naar een eigen plek en identiteit. Hij vindt hem niet en keert daarom later ook op hogere leeftijd terug naar Blaren.

Naaktmotief
Het naaktmotief is een leidmotief. Het komt terug in zijn hele leven.
Als kind.
Toen ik twee dagen oud was, werd mijn moeder ziek en werd ik naar Blaren verbannen. Vergat men mij? -Ik weet het niet, - maar ik bleef daar drie volle jaren bij een voedster die mij haast naakt liet rondlopen. (Blz. 8)
Ik las veel en alles door elkaar, maar liefst van al las ik boeken over de oudheid, waarin de Grieken en Romeinen naakt stonden afgebeeld. Ik herinner mij nog een plaatje, dat een naakten slaaf voorstelde. (Blz. 21)
Als de zon fel brandde en de bosgeluiden mij van alle zijden overvielen, trok ik diep tussen de bomen, zocht de meest verlaten plaatsen op, kleedde mij gans uit en danste als een kleine faun tussen de varens en de stammen. (Blz. 28-29)
Als jong volwassene.
Het oude verweerde lichaam kreeg ik zo bij toeval te zien. (Blz. 92)
Ik dacht aan de wilde volksstammen, die naakt lopen en die de onttakeling van het menselijk lichaam kunnen volgen van dag tot dag. (Blz. 92)
Als volwassene.
Haar harmonieuze naaktheid schemerde in het halfduister. Zij was statig en gracieus, een soepele, sportieve verschijning. ... Uit de diepten van mijn jeugd echter kwam mij plots het eerbiedwaardige lichaam van mijn grootmoeder voor de geest, dat ik in Blaren had gezien ... . (Blz. 149)
Verder voelt hij zich ook niet door meisjes aangetrokken.
Tot de meisjes voelde ik me niet aangetrokken, ... (Blz. 22)
Hij heeft ook nog nooit tot het volgende tekstfragment een rijpe vrouw gezien. Hier blijkt uit dat hij niet veel vrouwelijk gezelschap heeft.
Ik was diep ontsteld, want zij was de eerste rijpe vrouw die ik zó voor mij zag. (Blz. 149)

Betekenis naaktmotief
De betekenis van het naaktmotief is dat de ik-persoon bang is om volwassen te worden. Hij is bang voor het zinnelijke.

Het oudheidmotief
In het verhaal wordt er zeer veel verwezen naar elementen uit de oudheid. Hierbij hoort ook naaktmotief. Het is eigenlijk een onderdeel van het oudheidmotief.
De handelslui en de enkele intellectuelen van het dorp waren slechts medespelers, schimmige comparsen, en de boeren die rond het dorp woonden en zelden afzakten naar de kom waren het koor van een tragedie, die ver van Grieks was in haar bijzonderheden, maar oeroud in haar beweegredenen en grondslagen. (Blz. 13)
Wij gingen op stap naar het bos en zagen de Romeinse oudheden. (Blz. 138)
Ik stap door het dorp als over de slotscène van een Shakespeareaans drama. (Blz. 155.)
Citaat: Calypso ne pouvait se consoler du depart d'Ulusse ... (Blz. 156)



Thema
Het thema is gebaseerd op de vier motieven. De vier motieven zijn:
Het doodsmotief
Het zwerfmotief
Het naaktmotief
Het oudheidmotief
Het thema is proces van het ontwikkelen van jezelf en je persoonlijkheid. De ik-persoon is namelijk gevormd door al zijn ooms en door de dingen die hij heeft meegemaakt en gelezen.


Eigen mening
Ik vind het een zeer mooi boek. Ik heb het met plezier gelezen. Ik vind het boek in een zeer fijne en leesbare stijl geschreven. Het verhaal zelf vind ik ook mooi, omdat je echt de gevoelend van de ik-persoon ook zelf voelt. Je kunt je goed inleven in de ik-persoon.

Het maken van het boekverslag vond ik iets minder, omdat het verhaal nogal wat dubbelzinnige dingen bevatte. Ik bedoel hiermee dat er veel dingen waren die met motieven te maken hadden.


Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen