Boekverslag : Marga Minco - Het Bittere Kruid
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 944 woorden.

Boekomslag: Marten Jongeman

Uitgever: Bert Bakker

Jaar van uitgave: 1995 39e druk

Jaar van 1e druk: 1957





Samenvatting:



De familie van Marga woont in Breda. Na de Duitse inval krijgen ze het een stuk moeilijker omdat ze Joods zijn (ze mogen niet meer in verschillende winkels, bioscopen, trein, enz.).

Marga krijgt tbc en ligt de eerste twee jaren in het ziekenhuis.

Als Marga uit het ziekenhuis komt, verhuist het gezin naar Amersfoort naar Dave, de oudste broer van Marga, en zijn vrouw. Op een dag komt vader thuis met sterren die ze voortaan moeten dragen. Kort daarna komt er bericht dat vader en Dave zich moeten laten keuren voor de werkkampen Vader wordt afgekeurd op grond van zijn huiduitslag en Dave slikt een middeltje waardoor hij een paar dagen ziek wordt.

Dan komt er een brief waarin de kinderen van het gezin (incl. Marga) worden opgeroepen om zich te melden, ze worden gevraagd veel vitamines en een kampbeker mee te nemen. De dokter komt en schrijft een verklaring dat ze niet mee mogen.

Een van Marga’s zusjes wordt opgepakt bij een razzia.

Vader en moeder moeten gaan verhuizen naar Amsterdam, omdat ze boven de 50 zijn. Marga gaat daar al snel bij wonen. Ze wonen daar niet zo lang, want vader en moeder worden opgepakt en weggevoerd, Marga, Dave en zijn vrouw vluchten naar een oom in Utrecht. De vrouw van Dave wordt echter gepakt en Dave meldt zich vrijwillig aan. In Utrecht is er geen plaats voor Marga, ze wordt gebracht naar een boerderij, maar als haar geld op is, gaat ze weer naar een andere boerderij en daar blijft ze tot na de oorlog.



Na de oorlog gaat Marga een paar keer langs bij haar oom in Zeist. Deze oom heeft bericht gekregen dat zijn hele familie dood is, maar toch staat hij iedere dag op de tramhalte te wachten totdat er een van hun terugkomt. Na zijn dood keert Marga nog een keer terug. Omdat ze het zo vreemd vindt dat haar oom niet op de halte staat besluit ze er zelf even te gaan staan. Ze besluit echter dat zij er niet genoeg vertouwen in heeft, zij weet immers dat er niemand terugkomt.



Titelverklaring:



Er is een hoofdstukje dat zo getiteld is.

De titel komt van Exodus 12:8, waarin wordt verteld over de instelling van het Paasfeest. Een voorschrift gebiedt dat er ongezuurde broden en bittere koeken worden gegeten. De bittere kruiden herinneren aan de bitterheid van de slavernij in Egypte, de ongezuurde broden herinneren aan de haast waarmee het Joodse volk wegtrok. Marga herinnert zich dat gebruik.





Thema:



Het thema was de Tweede Wereld Oorlog en de Jodenvervolging.





Mijn mening:



Ik vond het een interessant boek om te lezen, maar ik had niet, nadat ik het uit had, het gevoel van: ‘he, jammer dat ie uit is...’ en dat heb ik bij echt goede boeken wel altijd. Verder is het wel goed geschreven en ik had best medelijden met dat meisje, best goed over gebracht dus!



Hoofdpersoon:



Marga is de hoofdpersoon. Je kan je in haar situatie inleven en ze heeft rechtstreeks te maken met Jodenvervolging. Doordat het een autobiografie is, gaat het hele boek over Marga. Zij is een karakter die naarmate het boek vordert steeds ouder en wijzer wordt. Ze leert dat de Duitsers gevaarlijk voor haar waren, terwijl ze in het begin vrij optimistisch en totaal niet bang was, net als haar vader. Ze voelde zich schuldig over het ‘in de steek laten’ van haar ouders.



Andere personages:

Vader: De vader van Marga is een optimistische man die denkt, of misschien doet hij het zo voorkomen, dat het allemaal wel mee zal vallen met de Duitsers.

Moeder: Marga’s moeder ziet de toekomst somberder in. Zij stelt voor om mooie portretfoto’s te laten maken als ‘aandenken voor later’.

Bettie: Bettie is de zus van Marga. Zij wordt als eerste van de familie tijdens een razzia opgepakt.

Dave en Lotte: Dave is de broer van Marga, hij is getrouwd met Lotte. Als Lotte tijdens een reis naar Utrecht opgepakt wordt, besluit Dave zich vrijwillig bij de Duitsers te melden.



Over de schrijfster:

Sara (roepnaam Selma) Menco of volgens haar schrijversnaam Marga Minco werd geboren op 31 maart 1920 in Ginneken. Zij groeide op in Breda, waarheen de familie was verhuisd.

Haar vader kwam uit een streng joods-orthodox gezin net zoals het gezin in "Het Bittere Kruid". Haar moeder en haar vader kregen drie kinderen: David Bettie en Sara.

Sara ging naar een Nutsschool voor meisjes.

Naast de orthodox-joodse opvoeding binnen een rooms-katholieke omgeving heeft ook het opkomende nazisme in Duitsland haar jeugd beïnvloed.

Na de Nutsschool werd ze in 1938 aangenomen bij de Bredasche Courant als leerling-journaliste waar ze Bert Voeten leerde kennen die toentertijd bij het Dagblad van Noord-Brabant werkte. Wegens het omgaan met Bert wordt ze in het eerste jaar van de oorlog naar Assen gestuurd daarna naar Delft en ten slotte naar Amsterdam. Toen ze tbc kreeg moest ze worden opgenomen in een ziekenhuis in Utrecht. Op het moment dat ze genezen was keerde ze weer terug naar Amsterdam waar ze les gaf aan een joodse lagere school. In 1942 werd de school opgeheven wegens leerlingen tekort. Nadat Bettie en haar man Hans en David met zijn vrouw worden opgepakt besluit ze onder te gaan duiken bij een landarbeidersgezin in de Haarlemmermeer.

In 1944 kreeg ze een kind samen met Bert Voeten, Bettie genaamd, in een huis in Amsterdam waar ze de bevrijding beleefde.

In Augustus 1945 trouwde ze met Bert Voeten.

In 1956 kreeg ze haar tweede kind, Jessica.

In 1958 werd "Het Bittere Kruid" met de Vijverbergprijs van de Jan Campertstichting bekroond.





Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen