Boekverslag : Kristien Hemmerechts - Zonder Grenzen
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2450 woorden. |
Zonder grenzen – Kristien Hemmerechts (3 punten) 1. a) Titel: Zonder grenzen. b) Titelverklaring: De titel van dit boek heeft drie betekenissen. Ten eerste verwijst de titel naar het feit dat Victor en Petra na hun echtscheiding contact blijven houden, ondanks dat ze ver van elkaar af wonen. Dit geldt ook voor Emilia en Simon. Emilia gaat na haar studie naar Zaïre voor artsen zonder grenzen, ondanks de grootte afstand blijft ook zij contact houden met Simon. Ten Tweede slaat de titel op het feit dat Petra een aantal jaren na de echtscheiding, gaat rondreizen, elke week is ze ergens anders. Ze heeft dus een leefomgeving ‘zonder grenzen’. Als laatste slaat de titel op het feit dat alles lijkt te kunnen en te mogen, zoals diefstal en overspel. Er lijken geen grenzen aan te zitten. 2. Auteurgegevens: Kristien Hemmerechts wordt geboren op 27 augustus 1955, te Brussel en groeit op in Strombeek-Bever. Haar vader werkt in de journalistiek, haar moeder is lerares Latijn. Na de middelbare school studeert Hemmerechts Germaanse filologie (Nederlands en Engels) in Brussel en Leuven. Tijdens haar studie realiseert zij zich hoe weinig werk van vrouwen zij eigenlijk heeft gelezen. Systematisch haalt zij dit tekort in en studeert later af op de Engels schrijfster Jean Rhys. Deze kennismaking met de vrouwelijke schrijftraditie stimuleert haar zelf te gaan schrijven. Na een periode van reizen met haar Britse echtgenoot gaat zij in 1980 werken aan de universiteit van Brussel. Aanvankelijk schrijft Hemmerechts, die anderhalf jaar in Groot-Brittannië woonde, verhalen in het Engels. Bij het verschijnen in 1991 van haar derde roman Zonder grenzen geldt Kristein Hemmerchts al als een gevestigd schrijfster, zowel in haar vaderland als in Nederland. Twee jaar eerder is haar in België de prestigieuze driejaarlijkse Staatsprijs voor Proza toegekend. Die officiële erkenning verhindert niet dat Zonder grenzen heel gemengd ontvangen wordt, zoals al het werk van Hemmerechts. Met dien verstande, dat het op een enkele uitzondering na mannen zijn die deze roman recenseren. 3. Eerste druk: 1991. Gelezen druk: Onbekend. Uitgeverij: Wolters-Noordhoff, met licentie van Uitgeverij De Arbeiderspers. 4. a) Het verhaal speelt zich af tussen de winter van 1968 en de zomer van 1990. b) Bewijs: Elk hoofdstuk speelt zich in een bepaalde tijd af. De tijd waarin het hoofdstuk zich afspeelt, staat in de titel van elk hoofdstuk vermeld. Het hoofdstuk met het laagste jaartal: “Hannah Prat, winter 1968” (blz.46). Het hoofdstuk met het hoogste jaartal: “Emilia, zomer en winter 1990” (blz. 199). c) De vertelde tijd van het boek is dus 22 jaar. d)e) Het verhaal is niet-chronologisch verteld. De hoofdstukken waarbij het perspectief bij Hannah Prat en Victor ligt, spelen zich af in het verleden. Dat is de periode voor de echtscheiding van Petra en Victor. Ook zien we tijdens de vertellingen van Petra, dat zij vaak terugblikt op het verleden met Victor. In hoofdstuk 4 schrijft Petra briefen naar Victor (briefen die zij nooit opstuurt naar hem). Het eigenaardige aan dit hoofdstuk is dat je begint met een brief uit 1976 en daarna drie brieven krijgt die de eerste brief verklaren. Deze briefen zijn dus geschreven voor 1976. 5. Ruimte-elementen: Dit verhaal bevat zeer weinig ruimte-elementen, omdat er bijna geen sfeer beschrijvingen, van de omgeving waar in het verhaal zich afspeelt, worden weergeven. De sfeerbeschrijving is dus in zeer beperkte mate aanwezig. De enkele sfeerbeschrijvingen die in dit boek te vinden zijn, zijn niet van belang voor het verhaal en dus niet noemenswaardig. 6. Fabel: Petra woont met dochter in Brussel en Victor woont met zoon en tweede vrouw in Parijs. Victor is door een ongeval twee vingers kwijt, Petra haar man, en zus haar tweelingbroer. Het is een verhaal over een uiteengevallen gezin, dat niet uiteengevallen is. Pijn van de dingen die er gebeurt zijn en van wat er niet meer is, en tegelijkertijd dit alles willen vergeten. 7. a) Het boek bestaat uit 9 hoofdstukken: - Hoofdstuk 1 – Petra, herfst 1972 - Hoofdstuk 2 – Emilia, herfst 1973 - Hoofdstuk 3 – Hannah Prat, winter 1968 - Hoofdstuk 4 – Petra, zomer 1976 - Hoofdstuk 5 – Emilia, zomer 1978 - Hoofdstuk 6 – Hannah Prat, winter 1968 – 1969 - Hoofdstuk 7 – Petra, najaar en winter 1990 - Hoofdstuk 8 – Emilia, zomer en winter 1990 - Hoofdstuk 9 – Victor, nazomer 1969 b) Spanningsopbouw: - Aanloop: De geheime verhouding tussen Hannah Prat en Victor in 1968/1969. Deze wordt echter verbroken, omdat Victor bang is dat hij Hannah zwanger heeft gemaakt. Hannah is zwanger, maar ze heeft vrede met de verbreking van de relatie, omdat de rol van Victor is uitgespeeld. Buiten deze relatie met Hannah blijkt Victor ook nog behoorlijk wat vriendinnetjes te hebben in de buurt waar hij woont, met zijn vrouw Petra. In de Nazomer van 1969 neemt hij zich voor deze buitenechtelijke relaties te verbreken, maar met Joëlle, een student uit Parijs wordt het menens. - Situatie: Omdat Joëlle eist dat Victor met Petra breekt, volgt er in 1972 een echtscheiding. - Retardering: Emilia blijft met Petra in Brussel en Simon gaat met Victor en Joëlle naar Parijs. Iedere schoolvakantie worden de kinderen uitgewisseld. Tijdens een van deze uitwisselingen geeft Petra Emilia een brief mee voor Victor. Emilia geeft hem echter niet aan Victor, maar ze leest hem eerst zelf. Daarna herschrijft ze de brief, in hele ander zinnen. Ze krijgt de brief echter zonder commentaar van haar vader terug. Victor pakt zijn studie Medicijnen weer op. Petra reist naar parijs om Victor en Joëlle te bespieden. Petra wil absoluut met een andere man naar bed. Ze krijt een kortstondige lesbische verhouding en brengt daarna een nacht door met Erik, de man van haar zus Sandra. Petra krijgt een erfenis van haar oom uit Kongo. De erfenis is zo hoog dat zij een zaakwaarnemer in de winkel zet, en voor langer tijd gaat reizen. Petra schrijft enthousiast briefen aan Victor, briefen die hij nooit zal lezen. Voordat Emilia (in 1978) medicijnen gaat studeren gaat ze eerst drie maanden naar Mexico, naar Joëlles broer Robert. Emilia had zich op school erg ingezet voor een project van Robert. Hij zette zich namelijk erg in voor de Parochie. Omdat Robert het zo drukt heeft ziet Emilia hem alleen bij het eten. Petra heeft haar huis, waar ze ooit woonde met Victor en de kinderen verkocht (1990). Ze reist de wereld rond en belt vanuit haar hotels elke nacht Victor op. De gesprekken gaan over vroeger. In de winter gaat Petra naar Gstaad, waar ze haar angst voor skiën overwint. Simon is getrouwd, hij is onderwijzer en vader Emilia zit als arts, bij ‘artsen zonder grenzen’, in Zaïre. Ze komt daar terecht in een dorp, waar ze goed verzorgt wordt. De bevolking denkt dat zij is gekomen om eindelijk een keer het ziekenhuis af te bouwen. Om dit voor mekaar te krijgen moet ze echter eerst terug naar een hoofdpost van Artsen zonder grenzen. Emilia wordt onverwachts opgehaald door haar vriend Werner. Hij verteld dat het ziekenhuis niet hier, maar in het plaatsje Lubumbashi is gebouwd. Uit protest gaan de dorpsbewoners, samen met Emilia er te voet naar toe. Het wordt een moeilijker reis en Emilia beland meerdere keren op de brancard, omdat ze te zwak is. In het dorp aangekomen hervat Emilia samen met Werner haar geplande werkzaamheden in het ziekenhuis. - Hoogtepunt: Emilia ontvangt een brief van Simon, waarin staat dat hun moeder tijdens het skiën is omgekomen. - Afloop: geen. 8. Thema: Mensen zijn nauwelijks in staat elkaar te begrijpen en misverstanden, leugens en bedrog bepalen de onderlinge relatie. 9. Motieven: - Seks. “Maar nu lig ik op je. Ik zoen je nek en ondertussen kruipen mijn handen door het zand op weg naar jou, graven een tunnel onder je lijf tot bij je borsten. Zachtjes begin ik je tepel te kneden. (….) Ik veeg met de palm van mijn hand het zand van mijn lippen en leg ze op de jouwe. Jij reageert niet. (….) Maar ik reageer wel. Met mijn handen kan ik bij je billen en ertussen, langs het cirkeltje van je aars tussen je lippen, je bent nat, zo nat, Prat, je zou je moeten schamen zo nat te zijn.” (blz. 59). “Ik vroeg me af of je je vingers zou gebruiken, vingers waren opeens het enige waar ik aan kon denken. Maar je likte me. Herinner je je? En op je erectie stonden de aders bol, vuurrood was hij. Ik wou je meteen, in me, zo diep mogelijk, maar jij wou me nog hitsiger.” (blz. 83). “Hij duwde haar hoofd tussen zijn benen, haalde zijn stijve penis uit zijn broek, streek hem over haar lippen. (….) Ze likte hem. Likte het weer goed.” (blz. 165). - Petra die na de echtscheiding, toch nog steeds blijft houden van Victor. “Soms verlang ik zo vreselijk naar je, haat ik alle mannen die bereid zijn je plaats in te nemen. Voor een week, een nacht, een maand. Wat doen ze in mijn bed, met mijn lijf, dat van jou is? Waarom eis je het niet op? Jij zou me beschermen.” (blz. 82). “Heb ik je ooit verteld dat toen mij vader pas in Parijs zat, ik een week of langer iedere avond om je huis heb gelopen in de hoop een glimp van je op te vangen.” (blz. 90). “Het was niet langer Thierry van wie de hand op de helmstok lag, maar jij, mijn lieve Victor, en het warren wij vieren, jij, ik, Emilia en Simon die daar voeren, en ik was zwanger van de kleine Mattias, voor eeuwig en altijd zwanger van hem…(….)…en plotseling, mijn lieve Victor, was ik vervuld van diepe woede, want je had toch kunnen weten dat wij bij elkaar hoorden, of we dat leuk vonden of niet. (….) Victor, wij hebben dat gedeeld, wij hebben dat samen meegemaakt, dat kun je niet uitwisse, Victor, Je bent van mij, Victor, van mij.” (blz. 103-104). - Victor die in de periode voor de echtscheiding, zich veel meer voelt aangetrokken tot andere vrouwen (met name Hannah Prat), dan tot Petra. “Ze wist dat Victor veel vrouwen kende en dat hij van vrouwelijk gezelschap hield. En ze wist dat door omstandigheden zij en Victor elk hun eigen leven hadden. Maar ze had nooit geweten dat zij vrouwen had aangekleed die Victor later weer had uitgekleed.” (blz. 21). “Bij de deur zoende ze hem op de mond…. (we hebben het hier niet over Petra)….en drukte zich even tegen hem aan. ‘Wat ga jij klaarmaken?’ fluisterde hij. ‘Oesters,’ zei ze en duwde haar tong in zijn mond.” (blz. 56). “Ze zeggen: mijn vrouw begrijpt me niet . Ik had meteen gezien dat jij anders was. En ze bedoelen: ik heb met mijn vrouw al honderden keren geneukt, een mens heeft behoefte aan afwisseling.” (blz. 71). “In zijn penis begon het geklop van stuwend bloed en hij wist dat hij hem uit zijn broek zou moeten halen, dat hij weer zou staan rukken als een puber. Bij Petra zou hij zijn erectie kwijt raken. Maar het zou voorbijgaan. Aan die gedachte moest hij zich vastklampen.” (blz. 159). - De blijvende goede verhouding tussen de tweeling, Emilia en Simon. “Nu wordt ik nog kleiner zodat ik door het sleutelgat Simons kamer binnen kan, en hop, ik ben bij hem in bed. Ik nestel me op zijn neus, ik blaas in zijn oor, ik fluister onzin. Dag Simon, dag broertje. Ben je lekker aan het dromen? Dag slome olifant. Dag smulpaapje.” (blz. 31). “We schuifelden heen en weer, af en toe maakten we een halve draai. Mijn wang lag tegen de zijne. Ik had het gevoel dat ik tegen hem aan stond te slapen, maar niet één keer trapten we op elkaars tenen.” (blz. 110). “Kom alsjeblieft, broertje. En als je komt, kom dan alleen, zonder Véronique of Denise of wie dan ook. Ik wil jou voor mij alleen. Ik wil dat alle meisjes jaloers op me zijn.” (blz. 137). “Emilia komt voor Simon. Iedere morgen, als ik opstond, kroop ze bij hem in bed. Maar dat hebben we altijd gedaan. Zo praten wij het makkelijkst met elkaar. Simon is mijn broertje. (….) Simon zou vader worden, maar ik zou er niet bij zijn. Mijn eerste neefje of nichtje en ik was kilometers ver. Ik was voor minsten twee jaar afscheid komen nemen. Ik zou Simon missen en missen en missen.” (blz. 208-209). “Jullie zijn van elkaar gescheiden toen jullie ouders scheidden. Dat is niet hetzelfde. Wij horen bij elkaar. Wij zijn een beetje elkaar.” (blz. 110). 10. Vertelperspectief: Het is een verhaal met een wisselend perspectief. Bij de hoofdstukken die gaan over Emilia, hebben we te maken met een ik-perspectief. De ik persoon is in dat geval Emilia. Bij de rest van de personen is er sprake van een personaal perspectief. 11. Karakterbeschrijving: - Petra Sanders: Ze is een gescheiden vrouw en moeder van een tweeling. Ze woont samen met haar dochter Emilia in Brussel. Ze heeft een modezaak, waar het altijd hard werken is. Ze stamt uit een diplomatengezin en is geboren in Leopoldstad. Haar ouders zijn gescheiden. Ze is een "leeg" mens, daarmee bedoelt ze dat ze parasiteert op andere mensen en ze leeg zuigt in een wanhopige poging zichzelf te vullen. Dit doet zij bij haar ex-man. - Victor Elbergs: Hij is de ex-man van Petra en de vader van de tweeling. Hij woont samen met zijn tweede vrouw Joëlle en zijn zoon Simon in Parijs. Hij is door een verkeersongeluk twee vingers van zijn linkerhand kwijtgeraakt. Hij is zoon van een mijnwerker. Vrouwen zijn erg gevleid van hem. Hij houdt er voor de echtscheiding dan ook nog al wat geheime buitenechtelijke relaties op na. Na de echtscheiding stopt dit echter. - Emilia Elbergs: Zij is de helft van de tweeling Emilia en Simon. Ze heeft een sterkt band met haar broer en mist hem dan ook heel erg. Ze is vrij koppig, en heeft een groot doorzettingsvermogen. Als ze ergens haar gedachte op heeft gezet, bijvoorbeeld de reis naar Mexico, dan gaat ze ook. Ondanks dat haar moeder het eerst niet wilde. - Simon Elbergs: Hij is de andere helft van de tweeling Emilia en Simon. Hij trouwt, krijgt een kind en wordt onderwijzer. Hij is de meest evenwichtige persoon in het boek. - Hannah Prat: Zij is geboren in een welvarende familie. Zij heeft echter geleidelijk haat tegen haar milieu ontwikkeld (ze heeft een hekel aan geld) en leeft daardoor nu in een slooppand. Ze probeert zich door te bedelen, te stelen en zich aan mannen te verkopen te onderhouden. |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |