Boekverslag : Hugo Claus - Het Verdriet Van België
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 3838 woorden.

1e jaar van uitgave: 1983



Samenvatting:

Louis Seynaeve is een jongen van elf jaar. Hij groeit op in het nonneninternaat te Haarbeke, genaamd ‘Het Gesticht’. Samen met Dondeyne, Byttebier en Vlieghe vormt hij de vier apostelen. Later wordt de club versterkt met Goossens. De club beheert een aantal 'verboden boeken'. Vader en opa Seynaeve komen Louis bezoeken. Ze vertellen hem dat zijn moeder van de trap gevallen is. Ze blijkt echter zwanger te zijn en is naar het ziekenhuis gebracht om daar te bevallen.

De paasvakantie mag Louis thuis, bij zijn familie in Walle, doorbrengen. Louis wordt ontvangen met een beeldje van een Duitse jongen met een hakenkruis. Samen met zijn vader brengt hij een bezoek aan Bomama, de moeder van zijn vader. Op zondag gaan ze naar een voetbalwedstrijd om te kijken naar Nonkel Florent, die reservekeeper is van Walle Sport. Hij blijkt vertrokken te zijn naar een andere club, genaamd Walle Stade. Vader is teleurgesteld, omdat hij Walle Stade een club vindt voor armoedzaaiers. Louis bezoekt met zijn moeder een voorstelling, 'het pakket van de soldaat' geheten. De moraal 'toujours sourire' (altijd blijven lachen) spreekt hem bijzonder aan.

Als Louis terug is in het Gesticht, geeft hij te kennen dat hij de leider van de vijf apostelen wil worden. Hij krijgt echter niet de steun van de anderen. Louis brengt een bezoek aan Zuster Sint Gerolf. Ze zit vastgebonden op een stoel en Louis steelt één van haar loden bikkels. De volgende dag vertelt hij Vlieghe een verhaal over de 'gouden' bikkel. De bikkel is een gewricht van het gestorven kind van de Zuster. Vlieghe gelooft hem niet. Opa en Tante Nora komen in het Gesticht langs om te vertellen dat Louis' broertje dood geboren is. Daarop nemen ze hem mee naar de familie van zijn moeder in Bastegem.

Louis maakt kennis met Raf de Bock, die zijn vakantievriend wordt. Samen besluipen ze het kasteel van madame Laura, een hoer. Oma Meerke vertelt over haar overleden man, opa Basiel. Nonkel Omer komt thuis en neemt Louis mee naar Holst. Daar treffen zij madame Laura, op wie Holst al vanaf zijn veertiende verliefd is. Louis moet weer terug naar het Gesticht en krijgt van Raf een herinnering mee; een slip van madame Laura. Nonkel Armand geeft deze echter aan Louis' moeder.

Terug in het Gesticht gedraagt Louis zich erg opstandig. Hij voelt zich door zijn moeder verlaten en vertelt Vlieghe dat hij meer om hem geeft, dan om zijn moeder. Vlieghe vindt het maar onzin. Louis zegt aan Dondeyne dat Vlieghe maar beter niet geboren had kunnen worden. Vlieghe is boos en beledigt Louis' moeder. Louis weet de anderen te overtuigen dat Vlieghe een spion is. Hij wordt met zijn blote billen in een mand gedrukt, waarop Louis hem een bikkel tussen zijn billen stopt. Louis gaat met zijn moeder weer mee naar huis, omdat de oorlog steeds dichterbij komt.

Louis' familie is grotendeels Duitsgezind. Als vader zijn auto kwijtraakt kan zelfs de politieman - en grote vriend - Theo van Paemel, hem niet helpen. Er is namelijk een groot dossier van vader waarin vermeld staat dat hij Duitse sympathieën koestert. Nonkel Firmin en Tante Berenice nemen afscheid van de familie, omdat ze willen vluchten naar Frankrijk. Zodra de oorlog uitbreekt vlucht Louis' vader in een brandweerauto richting Frankrijk. Louis is opgelucht dat de Duitsers België binnenvallen. Hij heeft het gevoel dat hij nu écht onder de Germanen is en denkt dat de oorlog zelfs goed is voor Vlaanderen.

Louis bezoekt het college Flandria en maakt daar kennis met priester De Kei. De priester schenkt bijzonder veel aandacht aan Louis. Louis en Maurice de Potter worden boezemvrienden. Samen bezoeken ze de 'Vlaamse Kop' Marnix de Puydt. Louis besluit dat hij ook schrijver wil worden. Na drie weken keert vader weer terug. Zijn drukkerij loopt slecht en hij kan niet meer aan papier komen. Moeder gaat, als secretaresse van Herr Lausengier, werken bij de ERLA-fabriek. Maurice krijgt intussen een onfortuinlijk ongeluk. Hij valt met zijn oog op de punt van een hek en overlijdt. Bij zijn begrafenis scheldt Louis de priester uit. Hij riskeert daarmee een schorsing. Samen met vader bezoekt hij het hoofd van de school. De schorsing gaat echter niet door, omdat Louis' moeder kan voorkomen dat de neef van de priester in Duitsland te werk wordt gesteld.

Louis besluit zich aan te melden bij de NSJV (Nationaal Socialistische Jeugd Vlaanderen), de jeugdafdeling van het fascistische Vlaamsch Nationaal Verbond. Hij leest veel en schrijft bestaande teksten over. Als hij op een dag op wacht staat voor de Flandria, ziet hij zijn moeder lopen met haar baas. Ze doet net alsof ze haar zoon niet ziet. Later wordt hun geheime verhouding steeds duidelijker. Vader en de Kei zijn boos op Louis' lidmaatschap van de NSJV. Tijdens een uitstapje van de NSJV ontmoet Louis de dochter van de apotheker, Simone Paelinck. Na een schermwedstrijdje van de NSJV wordt Louis onder de douche geplaagd. Hij bezoekt de vergaderingen niet meer en een tijdje later valt hij flauw. Bij de ERLA-fabriek wordt hij onderzocht door een dokter. Als deze hem vraagt zijn broek naar beneden te doen, voelt hij zich vernederd. Hij besluit wraak te nemen. Hij onthult thuis alles over de verhouding van moeder met Lausengier, waarop zijn ouders grote ruzie krijgen.

Het Gesticht is vernield door een bombardement. Veel zusters en kinderen komen om het leven. Zuster Sint Gerolf heeft de aanval overleefd en wordt ondergebracht bij Bomama. Ze snoept van Nonkel Roberts gehakt en sterft aan een voedselvergiftiging. Louis wordt met de Kinderlandverschickung een maand naar Duitsland gestuurd. Hij verblijft daar in een gastgezin en houdt iedere dag in zijn dagboek bij. Bij terugkomst wordt hij door zijn moeder afgehaald. Lausengier blijkt overgeplaatst te zijn naar het Oostfront en moeder is ontroostbaar.

Het gaat steeds slechter met Louis. Hij haalt slechte cijfers op school en moet het schooljaar over doen. In de liefde zit het ook niet mee. Simone Paelinck, de apothekersdochter blijkt verliefd te zijn op een ander. Louis zet zijn vriendschap met Raf de Bock, Holst, Jules Verdonk en Konrad voort. Hij steelt geld van tante Violet en een boek van Holst.

Louis keert terug naar zijn familie in Walle. Hij bezoekt een Franse film in de bioscoop. Daar treft hij tevens zijn vader aan - en dat terwijl hij de film afkeurde! Holst komt langs en belooft Louis dat hij voor meer boeken zal zorgen. Louis en zijn vader gaan naar Madame Laura, in Brussel. Ze vertelt dat ze met Holst gaat trouwen en geeft hun stiekem een grote hoeveelheid boeken mee. Louis verslindt het ene boek na het andere. Na het lezen van deze expressionistische en joodse boeken, stelt Louis langzaam maar zeker zijn mening over de Duitsers bij. Hij brengt ook een aantal van zijn boeken naar tante Nora, die hem verleidt en inwijdt in de liefde.

De opa van Louis trekt in bij zijn dochter, tante Mona. Hij heeft een schuldbekentenis van 100.000 frank getekend op naam van Louis' vader. Het huis van Louis' familie moet echter verkocht worden. Louis ontmoet plotseling Vlieghe weer, die lid is geworden van de NSJV. De oorlog loopt ten einde en de geallieerden komen steeds dichterbij. Louis' familie wordt door Theo van Paemel geadviseerd onder te duiken. Louis neemt afscheid van Bekka (een vriendin van hem) en gaat met haar naar bed. Vader duikt onder en moeder gaat naar villa 'Kernamout'. Louis duikt onder in het Gesticht in Waffelgem. Na een bezoek van de Witte Brigade (=het verzet) vlucht hij naar zijn opa en tante Mona. Later vertrekt hij met zijn moeder naar oma Meerke in Bastegem. De villa staat echter bekend als Duitsgezind en om de Poolse invasie te voorkomen, barricadeert Nonkel Armand het huis. Louis en Raf gaan langs bij Holst. Madame Laura is verdwenen. Later blijkt dat ze door haar man Holst is vermoord. In die tijd trekt Louis veel op met de Amerikanen en schrijft hij een verhaal voor Het Laatste Nieuws, genaamd Het Verdriet. Zijn vader wordt opgepakt en gevangen gezet. Als de vader van Louis' vader overlijdt, weigert hij als gevangene naar de begrafenis te komen.

Louis wordt verleid door Michèle, weduwe van de dokter. Bij thuiskomst hoort hij zijn moeder voorlezen uit zijn verhalenschrift. Louis begint te huilen bij deze belachelijke voordracht, verscheurt het schrift en begint opnieuw. Hij schrijft over zijn verblijf in het Gesticht van Haarbeke. Louis' moeder weet haar man weer vrij te krijgen. Vader betuigt spijt over zijn jodenhaat. Hij wil naar Argentinië, want in België kan hij alleen maar met meer verdriet te maken krijgen. Louis verneemt van Vlieghes vader, dat Vlieghe zelfmoord heeft gepleegd. Hij had bij een hoer een geslachtsziekte opgelopen en geprobeerd zichzelf te opereren. Louis krijgt een afscheidsbrief van Vlieghe, waarin deze schrijft dat hij altijd van Louis heeft gehouden.

De novelle "Het Verdriet" wordt door Het Laatste Nieuws afgewezen, maar wordt doorgespeeld aan het tijdschrift Mercurius. Zij nemen het werk wel op. Louis is nu eindelijk ook de Vlaamse kop geworden, die hij altijd al wilde zijn.


Ervaringsverslag

1. De hoofdpersoon uit het boek ‘Het verdriet van België’ is Louis Seynaeve. In het begin van het boek is het een arrogant jongetje dat zich beter voelt dan zijn leeftijdsgenoten. Dit blijkt uit het volgende stukje (blz. 52):

‘Voila,’ zei Byttebier, ‘het is zo ver.’

‘En wie ben ik nu? Wie? Hoe heet ik dan?’

‘Olibrius,’ zei Louis.

‘Dat is geen Apostel,’ zei Vlieghe.

‘Dat is een merk van mosterd,’ zei Byttebier.

‘Olibrius is de landvoogd die met de heilige Margaretha wilde trouwen en afgoden vereerde.’

‘Maar...,’ Goossens was ontredderd.

‘Zolang de bijdrage niet is ingeleverd kunt ge nog geen Apostelnaam dragen. Maar ge moet daar niet verlegen om zijn, aangezien uwe lieve kameraad, Paulus zegt dat dat morgen gebeurt. Nee?’

‘Gij zijt een rare kwiestebiebel,’ zei Vlieghe.

Ook al gebeurt er tijdens het verhaal veel, Louis blijft een jongen die verhalen verzint om zijn zin te krijgen (blz. 755):

‘De auteur,’ zei hij, ‘kon het reglement niet lezen omdat hij dood is.’

(...)

‘Gaat deze inzending over zijn belevenissen?’

‘Zijn eigen belevenissen, ja, natuurlijk.’

‘Daar zou ‘Het Laatste Nieuws’ zeker in geïnteresseerd zijn.’

‘Het gaat niet direct over het concentratiekamp. Het is een beetje...’

‘Welk concentratiekamp?’

‘...gesymboliseerd. Eh, Neuengamme.’

In dit stukje probeert hij zijn boek aan te prijzen door een smoes, want volgens de regels mocht hij niet meedoen met de wedstrijd, maar na dit verhaal wel.

Louis is misschien een beetje paranoia want hij denkt altijd dat men hem met opzet onwetend houdt. Zo is hij hartstikke boos als hij ontdekt dat zijn moeder niet van de trap is gevallen, maar zwanger is (blz. 58-59):

‘Er is thuis niets gebeurd dat erg is. Ik zie dat gij er mee inzit dat uw mama van de trap gevallen is, maar dat is een manier van spreken, grote mensen vinden dat zij het zo moeten uitleggen in plaats van gewoon de waarheid te zeggen. Uw mama is niet gevallen, zij is alleen in het hospitaal gebracht omdat zij een kindje verwacht, ga gaat er een zusterke bij hebben of een broerke, (...).’

O, hoe simpel, hoe makkelijk hadden zij met zijn allen hem kunnen bedriegen, Mama het meest, die zoals altijd met haar man had samengezworen tegen haar enig kind in de vesting van nonnen.

Louis maakt in het boek veel momenten door waarin hij opeens zijn standpunt ten opzichte van de wereld moet veranderen. Op het moment dat hij besluit schrijver te worden heeft hij eindelijk een doel in zijn leven. Louis wordt goed uitgewerkt in het boek.

Staf is de vader van Louis. Hij is getrouwd met Constance Bossuyt en heeft een eigen drukkerij. Staf heeft fascistische ideeën en is sterk Duitsgezind. Later krijgt hij spijt van zijn anti-joodse gevoelens. Evenals zijn zoon, is Staf een grote leugenaar en problemen worden op een ander afgewenteld. Ook Staf is een karakter dat goed uitgewerkt wordt.

Constance is getrouwd met Staf en samen hebben zij één zoon, Louis. Ze is een mooie vrouw, die een verhouding krijgt met haar baas, Herr Lausengier, en later met de apotheker Paelinck. Als haar man gevangen genomen wordt, doet ze alles wat ze kan om hem weer vrij te krijgen. Ze is ook een uitgewerkt karakter.

Vlieghe, Priester de Kei, Holst, Maurice de Potter, Zuster Sint Gerolf, Raf de Bock en Michèle zijn ook personen die belangrijk zijn in het verhaal en Louis’ leven sterk beïnvloeden.

Ik herken bepaalde dingen uit Louis’ karakter ook wel in mij zelf. Zo ben ik ook wel een beetje paranoia en verzin ik ook de vreemdste verhalen om mijn zin te krijgen.



2. De belangrijkste relaties uit het verhaal zijn de relaties tussen Louis en Vlieghe en de andere apostelen, tussen Louis en zijn vader en moeder, tussen vader en moeder, en tussen Louis en Maurice de Potter.

Louis en de apostelen zijn gewoon een groepje vrienden. Naarmate het boek vordert zul je ontdekken dat Louis en Vlieghe een homorelatie hadden. Al wordt dat niet letterlijk gezegd in het boek. Eerst waren het hele goede vrienden, maar wanneer Vlieghe Louis beledigt wordt deze verstoten uit het groepje. Later blijkt dat Vlieghe altijd al van Louis gehouden had (blz. 719):

‘Vriend Louis, met deze woorden spreek ik uit het graf tot u die mij in de steek gelaten hebt in de tijd van mijn leven. Maar dat neem ik u niet kwalijk, want gij moogt. Voor de minuten dat ik nog leef kan ik u niets kwalijk nemen. Hebt gij er een gedacht van hoezeer ik u bemind heb?’

Dit is een deel van de brief die Louis van Vlieghe krijgt na diens dood.

Louis moet altijd onderdanig zijn naar zijn vader en behulpzaam naar zijn moeder toe, hij gebruikt hun onderlinge problemen om er zelf beter van te worden. De spanning tussen Staf en Constance wordt groter wanneer blijkt dat Constance een affaire heeft met haar baas. Maurice de Potter is een goede vriend van hem die sterft door een tragisch ongeval. Later in het boek komt hij vaak terug als Louis aan hem denkt.

De relatie tussen Louis en Vlieghe heeft veel indruk op mij gemaakt omdat ik niet altijd goed kon volgen wat nou de reden was van Vlieghes plotselinge boosheid, wat hun relatie weer een vreemde wending gaf.

De relatie tussen Louis en Maurice heeft niet zo’n indruk op mij gemaakt. Ik vond hem minder van belang in het verhaal.



3. Het perspectief in het verhaal wisselt wel eens, voornamelijk beleeft men het verhaal uit het oogpunt van een verteller, die de ene keer dingen weet die Louis niet weet , maar de andere keer wel, en soms zie je ook alles door de ogen van Louis. Door al deze wisselingen wordt het verhaal lastiger om te lezen, doordat de overgangen soms onduidelijk zijn.



4. De gebeurtenissen vinden plaats in de periode 1938-1947. In deze periode ligt ook de Tweede Wereldoorlog die van groot belang is in het boek. Het boek kon niet geschreven worden als in een andere tijd, omdat de oorlog een noodzakelijk aspect uit het boek is. Zo krijg ook Louis fascistische ideeën.

Het verhaal wordt chronologisch verteld. De chronologie wordt afgewisseld door enkele flashbacks, maar de grote lijn is toch op volgorde. Elke gebeurtenis die verteld wordt in het boek gebeurt ook in de goede volgorde.

Deel 1 begint in april 1938 en eindigt eind 1939. De vertelde tijd in deel 1 is dus ongeveer 1½ jaar. Deel 2 begint half maart 1940. Het verhaal eindigt ongeveer aan het eind van 1947. De vertelde tijd in deel 2 is dus ruim 7½ jaar. De totale vertelde tijd komt daarmee op zo'n 9 jaar.



5. De gebeurtenissen vinden plaats in Zuidwest Vlaanderen. In de plaatsen Haarbeke (nonnenklooster), Walle (ouderlijk huis, college Flandria, café Groeninghe en drukkersbedrijf vader) en Bastegem (villa 'Zonnewende', woonplaats van Raf de Bock en Jules en kasteel van Madame Laura).

Het feit dat het verhaal afspeelt in Zuidwest Vlaanderen is zeer belangrijk voor het verhaal, anders had het boek net zo goed ‘Het Verdriet’ kunnen heten. Zo is het chauvinistische gevoel van de Vlamingen zeer belangrijk in het boek. Alles wat uit Frankrijk komt kan slecht zijn en je moet je eigen taal gebruiken (blz. 7):

‘Voor alle veiligheid had hij het papier vastgeprikt met punaises – duimspijkers moet je zeggen, eiste Louis’ Peter, maar Louis zij het nooit, hij werd al genoeg uitgelachen om zijn uitspraak.’

Verder is de plaats natuurlijk ook van belang vanwege de bezetting.



6. Het thema van het boek kan zo verwoord worden:

‘Alles en iedereen bedriegt of wordt bedrogen.’



7. Drie motieven die voorkomen in het boek zijn:

Miezers (o.a. blz. 68):

‘Miezers lachen altijd, wat er ook gebeurt, ook bij het ergste dat je kan bedenken. Onhoorbaar, onzichtbaar, toch weet je dat ze lachen.

‘Vertel verder over de Miezers,’ zei Vlieghe.

‘Alsjeblief,’ zei Vlieghe zo lang geleden.

‘Toe, Louis,’ zei Vlieghe en hij streelde mijn knie.

‘De vrouwelijk Miezers hebben een vel van bloemen. Hun haar verandert van kleur naar gelang hun gevoel van het moment.’

‘Alleen de vrouwen?’

‘Alleen de vrouwen.’

‘Welke kleuren?’

Dit is een stukje uit een verhaaltje dat Louis aan zijn vrienden vertelt. Zo bedriegt hij eigenlijk zijn vrienden. Toch gelooft hij er zelf ook ergens in. Want in bepaalde stukjes denkt hij bij zichzelf aan Miezers. Dit is een voorbeeld van de fantasiewereld waarin Louis leeft.

Het verdriet

Dit is de oorspronkelijke titel van het boek dat Louis schrijft, voordat het veranderd wordt in ‘Het Verdriet van België’. Hij kan dit boek publiceren door het bedrog dat hij pleegt met zijn leugenachtige verhalen. Wanneer hij geld steelt van zijn tante Violet zegt zij oma: ‘Het verdriet van België, dat zijt gij.’ Verder slaat het woordenkoppeltje op het grote onrecht dat België wordt aangedaan. Want de Belgische regering wordt bedrogen door Duitsland.

Je te veux, Constance, à outrance.

Dit is de manier waarop Louis zijn vader vertelt dat zijn moeder vreemd gaat (blz.434):

‘Het zal wel een of ander spelletje geweest zijn, maar toch hoorde ik Luizengier zeggen: “Je te veux.”’

‘Tegen wie?’

‘Je te veux, Constance, à outrance.’ Louis was verbaasd-trots op het rijm dat zomaar in hem opkwam.

‘Wat wil dat zeggen: à outrance?’

‘Tot de dood ons scheidt of zoiets.’

‘Ik vermoord haar,’ zei Papa,

Hier is niet alleen sprake van bedrog in het geval van Louis’ moeder, want ook Louis zelf bedriegt hier de boel. Hij verzint stukken tekst die nooit gezegd zijn en hij heeft het gebeuren van zijn moeder steeds verzwegen, omdat hij er niet beter van kon worden. Nu hij boos is op zijn moeder verklapt hij het aan zijn vader.



8. De stijl van het boek maakt het zeer lastig om het te lezen. Zo worden er veel Vlaamse woorden en zinsconstructies gebruikt. Dit zorgt er voor dat je dingen niet begrijpt of nog een keer moet overlezen (blz. 513):

‘Ik ben weg,’ Nonkel Armand stak zijn fietsspelden vast.

‘Doe Angelique mijn complimenten.’

‘Ik zal niet mankeren, moeder.’

‘Of gaat ge niet naar huis?’

Dit voorgaande stukje maakt wel duidelijk dat ‘Het Verdriet van België’ een lastig boek is om te lezen.



9. Ik denk dat ‘Het verdriet van België’ te rekenen is tot de Naturalistische stroming. Het boek vertelt over de uiteenvalling van Louis’ familie, van de gevolgen die de oorlog, de kerk, en de tijd hebben op Louis en zijn omgeving. De ontwikkeling van Louis wordt bepaalt door de van zijn vader geërfde eigenschappen, maar ook door zijn opvoeding en de oorlog. Dit heeft weer betrekking tot het moment en het milieu waar de naturalisten zich zo aan vast klampten. Het thema dat iedereen bedriegt of wordt bedrogen is ook niet echt een vrolijk zinnetje. Al deze aspecten hebben mij doen denken dat het boek naturalistisch is.



10. Het boek ‘Dautzenberg’ vertelt op blz. 305 over Hugo Claus en zijn werken. Hier worden kleine samenvattingen van zijn werken gegeven en vertelt in wat voor vreemde stijlen deze boeken zijn geschreven. Zo vertelt het over ‘Het Verdriet van België’ dat het eerste deel geschreven is door de hoofdpersoon van het tweede deel.





Verwerkingsverslag



Twee belangrijke passages uit ‘Het Verdriet van België’ zijn te vinden op blz. 371 en op blz.680-681.



Het stuk waarin moeder met Louis een zwijgafspraak maakt heeft veel indruk op mij gemaakt omdat het duidelijk de relatie tussen moeder en zoon weergeeft. Zo blijkt uit dit stukje dat Louis graag op zijn vader wil lijken. Moeder verzint half een smoesje zodat Louis niet aan zijn vader zal vertellen dat zijn moeder met een andere man was. Hiertegenover stelt ze dat zij niets tegen vader zal zeggen over zijn aansluiting bij de NSJV, een fascistische jeugdgroepering.

Dit stuk is belangrijk voor het verhaal omdat je goed ziet wat voor een bedrog er over en weer is. In achtentwintig regels zijn een groot aantal bedriegingen te vinden:

Het eerste bedrog wat te vinden is is het feit dat Louis’ moeder zijn vader bedriegt. Het tweede bedrog is dat Louis aan zijn vader wil verzwijgen dat hij lid is geworden van de NSJV. Een volgend bedrog is het smoesje dat moeder Louis vertelt dat om te zorgen dat deze niets doorvertelt, namelijk dat vader ‘al zo nerveus is de laatste dagen’ en ze zegt niet gewoon dat ze anders ruzie krijgen. Weer iets anders is dat het enige wat Louis antwoordt op de vraag ‘Wat vind ge van hem?’, ‘Hij is lang,’ is. Dit terwijl hij ‘Henny’ eigenlijk helemaal niet mag. Nóg iets is dat moeder zegt: ‘Ik had u niet herkent. Ik dacht, God, wat een flink ventje staat daar op wacht!’ Dit is natuurlijk hartstikke gelogen, de enige reden dat ze dit zegt is om bij Louis te slijmen, zodat deze niks zal doorvertellen. Wanneer je weet dat Louis later in het boek toch vertelt over de relatie die moeder had kun je er nog een bedrog bij optellen.

Dit bovenstaande stukje zit vol met grote en kleine bedriegingen en leugens. Dit sluit mooi aan bij het thema dat iedereen bedriegt of wordt bedrogen, daarom vind ik dat dit stukje zeer belangrijk is in het boek. Dit stuk viel me al op tijdens het lezen.



Het stukje waarin Louis’ moeder, tante Violet, Meerke en Anna zijn boek lezen, waarna hij besluit overnieuw te beginnen is ook zeer belangrijk voor het boek. Hier blijkt dat namelijk toch niet zo slecht is wanneer andere mensen zijn werk lezen, want hij komt tot het besef dat het gewoon waardeloze pulp was die hij had geschreven. Dit is een grote karakterverandering. Verder is dit stuk ook zeer van belang omdat het de structuur van het boek uitlegt. Hiervoor begreep ik namelijk absoluut de indeling niet die gemaakt was in het boek. Nu je weet dat Louis de schrijver is van het eerste deel, genaamd ‘Het Verdriet’ wordt je plotseling een hoop duidelijk. Het verklaart bijvoorbeeld de stijlverandering in het volgende deel. Ook verklaart dit het tekstje Einde aan het eind van deel een. Hierdoor wordt het boek stukken helderder.

Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen