Boekverslag : Harry Mulisch - De Bezige Bij
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1310 woorden.

De Bezige Bij, Amsterdam (1988)

Titelverklaring:



Volgens de antieke filosofie is alles opgebouwd uit vier elementen: aarde, water, lucht en vuur. De hoofdpersoon uit De elementen vindt zijn dood door een combinatie van de vier elementen: hij is op vakantie op Kreta (aarde), hij gaat duiken (water), hij wordt opgeschept door een blusvliegtuig (lucht) en hij sterft in een bosbrand (vuur).



De auteur:



Harry Mulisch wordt op 29 juli 1927 geboren in Haarlem. Zijn vader komt uit Oostenrijk-Hongarije (nu Tsjechië) en zijn moeder komt uit Antwerpen. Zijn grootvader van moederszijde was bankdirecteur geworden en zijn vader kon daar een betrekking krijgen. Thuis wordt Duits gesproken maar Harry krijgt een Nederlandse opvoeding. Zijn ouders scheiden in 1939, Harry blijft bij zijn vader en de huishoudster Frieda wonen. Dankzij de nieuwe betrekking van zijn vader blijven Harry en zijn moeder tijdens de oorlog uit de handen van de Duitsers. Zijn moeder emigreert naar Amerika en zijn vader wordt na de oorlog gearresteerd, waarna hij drie jaar in een kamp verblijft. Hij overlijdt in 1957. Mulisch gaat in 1958 in Amsterdam wonen. Hij trouwt in 1971 en krijgt twee dochters, Anna en Frieda.



Mulisch debuteert in 1947 met een kort verhaal in ‘Elsevier’. Vanaf 1949 wijdt hij zich geheel aan de ‘schrijverij’. In 1952 komt de roman Archibald Strohalm uit, die met de Reina Prinsen Geerlingsprijs wordt bekroond. Vanaf 1958 is hij redacteur van het tijdschrift ‘Podium’, in 1962 richt hij ‘Randstad’ op en sinds 1965 is hij redacteur van ‘De Gids’. In totaal heeft hij meer dan 50 publicaties gedaan, waaronder romans, autobiografieën, toneelstukken, poëziebundels en studies. Vaak maakt hij gebruik van mythische en magische elementen. Ook houdt hij zich bezig met ‘het raadsel van de tijd’.



Andere werken:



Proza: De versierde mens (1957); Het stenen bruidsbed (1959); Voer voor psychologen (1961); De verteller vertelt (1971); Twee vrouwen (1975); De aanslag (1982); De elementen (1988); De ontdekking van de hemel (1992); Bij gelegenheid (1995) en Vijf fabels (1995). Poëzie: Woorden, woorden, woorden (1973); De taal is een ei (1979). Studies: Soep lepelen met een vork (1975); Mijn getijdenboek (1975). Toneel: De knop, gevolgd door Stan Laurel en Oliver Hardy (1960); Odipous Odipous (1972).



Onderscheidingen:



De Bijenkorf literatuurprijs in 1957, voor Het zwarte licht; in 1957 de Anne Frankprijs; in 1977 de Constantijn Huygensprijs; in 1978 de P.C. Hooftprijs; in 1993 de Multatuliprijs en in 1995 de Prijs der Nederlandse letteren. Op zijn 50e verjaardag wordt hij benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau.



Literaire stroming:



Moderne Nederlandse literatuur.



Genre:



In De elementen kunnen heel veel klassieke motieven teruggevonden worden. Het lijkt erop dat Mulisch een puzzel heeft geschreven met als opdracht: wie kan het meeste uit de klassieke oudheid in De elementen terugvinden? Er kan gesproken worden van een experimentele roman.



Samenvatting:



De hoofdpersoon, Dick Bender, is met zijn gezin op vakantie in Kreta. Op een dag besluit hij te gaan duiken. Tijdens zijn duiktocht vindt hij een marmeren beeld van Hermafroditos: een mythologische figuur die half vrouw en half man was. Wanneer hij weer boven water is, ziet hij een vliegtuig op hem afkomen. Het is een blusvliegtuig en Bender wordt opgeschept. Eerst denkt hij nog dat hij aan wal gebracht wordt, maar al snel komt hij tot de conclusie dat er ergens een brand moet zijn. De bodem van het vliegtuig klapt weg en hij ziet een bosbrand onder zich. Bender valt en komt in de vlammen terecht. De val heeft hem niet gedood, maar wel flink verwond. Hij is precies naast een bok neergekomen. Hij omarmt de bok en samen sterven ze in de vuurzee.



Tijd en tijdvolgorde:



De elementen begint in juli en eindigt in augustus (de vertelde tijd is dus zo’n twee maanden). Het is niet duidelijk in welk jaar het zich afspeelt: ‘aan het eind van de twintigste eeuw’. Er zijn aanwijzingen dat het ergens in de jaren tachtig moet zijn (zoals het beroep van Dick Bender: art-director bij een reclamebureau). Het verhaal is chronologisch verteld met een aantal flash-backs.



Plaats/ruimte:



Het verhaal speelt zich af op Kreta (met flash-backs naar Amsterdam). Op Kreta bevindt zich het labyrint dat, zo vertelt de mythe, door Daedalus gemaakt is. Daedalus en zijn zoon Icarus zijn gevlucht van Kreta door vleugels te maken en weg te vliegen. Helaas komt Icarus te dicht bij de zon: zijn vleugels smelten en hij stort neer. Dit is een vooruitwijzing naar de dood van de hoofdpersoon.



Karakterbeschrijving- en ontwikkeling:



Dick Bender:



Bender is een veertigjarige art-director bij een reclamebureau. Hij is getrouwd met Regina, maar het huwelijk is niet zo best. Hij vindt zichzelf niet geslaagd genoeg in het leven: hij had eigenlijk meer willen bereiken, maar dat zat er niet in. Hij is een rond karakter.



Onderlinge relaties:



Regina:



Regina is de vrouw van Dick Bender, zij is zeven jaar jonger dan haar man. Ze is niet tevreden over haar huwelijk. Ze zou een veel luxueuzer leven willen leiden, een leven zoals de echt geslaagden.



Ida:



Zij is de dochter van Dick en Regina. Ze is elf jaar.



Dick jr.:



Hij is de zoon van Dick en Regina. Hij is negen jaar.



Geloofwaardigheid van het verhaal:



….



Thematiek:



Wat is het leven en hoe zit het in elkaar?



Met deze vraag houdt de hoofdpersoon zich bezig: bestaat de wereld als je leeft en is die wereld er niet meer als je dood bent? Maar dan zou de wereld al miljoenen keren vergaan zijn, omdat er miljoenen mensen ooit gestorven zijn. Ben je al tijdens je leven bezig met doodgaan? Het lijkt erop van wel. Daarnaast moet de lezer denken aan de vraag of het toeval een grote rol speelt in het leven. Is het toevallig dat Benders juist daar duikt waar een blusvliegtuig water aan het scheppen is? Of was dit voorbestemd? Is het toeval dat Benders precies naast een bok terechtkomt in de vuurzee? De Griekse mythen probeerden op deze vragen een antwoord te vinden. Daarom heeft Mulisch zoveel verwijzingen naar deze mythen in De elementen verweven (de bok verwijst naar het woord tragedie, dat letterlijk bokkenzang betekent; het tragische einde van Benders wordt zo met de tragische dood van de helden van de toneelspelen van Aischylus, Sophocles en Euripides in verband gebracht).



Motto:



Aarde ziet men met aarde toch slechts en water met water,



Met lucht toch de stralende lucht en met vuur het verwoestende vuur;



Liefde uitsluitend met liefde en haat met bittere haat.



Empedocles



Empedocles (± 492 - ± 432 voor Christus) was een Griekse filosoof die over de vier elementen geschreven heeft en beschrijft hoe de wereld uit deze elementen, samen met liefde en met haat, is opgebouwd.



Taalgebruik:



Het taalgebruik is typisch Mulisch: hij schuwt moeilijke zinsconstructies (Misschien behelst de griekse mythologie de herinnering aan de minoïsche geschiedenis: vervormd, sprookjesachtig veranderd, zoals dit paleis in het labyrinth, op dezelfde manier als de vroegste kindertijd terugkeert in wonderlijke dromen – maar alles echt gebeurd op een of andere manier.) en moeilijke woorden (fantasmagorisch panorama) niet en hij laat veel namen uit de (kunst-)geschiedenis de revue passeren (Dante, Mantegna, Sophocles, Kafka, Palladio, etcetera)



Opdracht:



Geen.



Vertelsituatie:



De verteller spreekt de lezer met jij aan. Je moet je als lezer voorstellen dat je Dick Benders bent. De verteller weet alles van Benders en zijn omgeving en hij dringt je op daarin mee te gaan. Als lezer onderga je zo zelf wat Dick Benders meemaakt. Auctoriale verteller.



Perspectief:



Jij-perspectief!



Verhaalopbouw:



De elementen is opgebouwd uit vijf delen die ieder weer onderverdeeld zijn in titelloze ongenummerde hoofdstukjes. De delen hebben wel een titel: ‘Aarde’, ‘Water’, ‘Lucht’, ‘Vuur’, en ‘Quintessens’. De eerste vier titels verwijzen naar de vier bekende elementen waaruit alles is gevormd. ‘Quintessens’ is echter ook een element (zij het een wat minder bekend): Aristoteles (384 - 322 voor Christus) noemde het echter te vluchtig om te kunnen classificeren. In de Middeleeuwen beschouwde men dit element als het zuiverste element. Tegenwoordig verstaan we onder ‘Quintessens’: ‘het beste voorbeeld’ of ‘de zuiverste belichaming van iets’. Dat De elementen uit vijf delen bestaat is natuurlijk geen toeval: het verwijst naar de klassieke opbouw van een tragedie. Een tragedie moest volgens de traditie bestaan uit vijf bedrijven.







Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen