Boekverslag : Evert Hartman - Morgen Ben Ik Beter
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1304 woorden.

Evert Hartman



Boekverslag van: Dagmar Cliteur, klas B1b

Opdracht 1



De twee belangrijkste personen.



De twee belangrijkste personen uit het boek zijn Mariëlle en Christa.



Mariëlle

Mariëlle is stil en verlegen en wordt betutteld door haar moeder. Maar zelf vindt ze dat helemaal niet fijn. Als ze ziek wordt en Christa haar vanuit school naar huis brengt, is het eerste wat de moeder van Mariëlle zegt: “Kind, hier moet een dokter bijkomen.” Als de dokter de symptomen gehoord heeft, zegt hij dat het wel meevalt en dat het waarschijnlijk een griepje is. Mariëlle’s moeder gelooft dit niet en belt nog zo’n vijf keer de dokter. Omdat haar moeder zo is, wordt Mariëlle heel stil en verlegen, waardoor ze ook niet meteen vertelt dat ze heel duizelig is. Haar moeder vindt dat ze het zo in de hand heeft, dat ze naar bed gestuurd wordt, dat ze thee krijgt, maar er wordt niet gevraagd wat ze nu eigenlijk zelf voelt. Als de dokter uiteindelijk toch komt kijken, krijgt ze medicijnen, maar de duizeligheid verdwijnt niet. Als de dokter daarna weer komt, stuurt hij Mariëlle naar het ziekenhuis. Daar komt ze op een kamer met een mevrouw die vindt dat Mariëlle voor zichzelf op moet komen. Door het in het ziekenhuis liggen voelt ze zich alleen maar slechter en heeft dus geen puf om te vertellen dat ze zich helemaal niet zo slecht voelt, als ze maar een beetje mag doen en laten wat ze wil.

Christa pikt dit niet en zegt tegen Mariëlle dat ze ook tegen haar moeder in moet gaan. Als haar moeder dit hoort, laat ze Christa niet meer toe op Mariëlle’s kamer. Dit betekent dat Christa voortaan stiekem naar het bezoekuur moet komen. Als Mariëlle dan ook nog hoort dat ze haar kat weg moet doen omdat ze zogenaamd allergisch is, slaan de stoppen door. Ze vraagt of Christa haar kat mee naar Christa’s huis wil nemen. Ze hoort dat Christa de kat uit de kelder moet halen. Nu vindt ze het genoeg. Ze pakt haar boeltje en vertrekt naar huis. Thuis zegt ze tegen haar moeder dat ze geen woord erover wil horen en dat ze morgen weer gewoon naar school gaat. Haar moeder protesteert nog even maar ziet dat ze niets kan doen.



Conclusie:

Mariëlle verandert dus eigenlijk door het gedrag van haar moeder en de aansporingen van de mevrouw in het ziekenhuis en vooral door die van Christa. Eerst was ze heel verlegen; daarna wordt ze steeds brutaler.



Christa

Christa is heel brutaal en komt altijd op voor haar vriendin Mariëlle. Maar door kleine dingen, bijvoorbeeld een doodzieke man in de kamer naast Mariëlle wordt ze meer verlegen. Ze weet ook niet meer of ze het goed had, toen ze zei dat de ziekte van Mariëlle wel over zou gaan met een paar dagen rust. Dit allemaal omdat dokters en de moeder van Mariëlle niet vertellen wat er aan de hand is met Mariëlle. Als ze dan in het dossier van Mariëlle gaat neuzen, ziet ze een paar Latijnse namen staan, waarvan ze niet weet wat ze betekenen. Als ze om uitleg vraagt aan haar broer die medicijnen studeert, blijkt dat het iets heel ernstigs is. Ze vertelt dit aan Mariëlle en die vraagt het aan de dokter. Die gelukkig vertelt dat het maar speculaties zijn.



Conclusie:

Christa wordt van een heel brutaal meisje steeds meer verlegen. Dit komt vooral door haarzelf, omdat ze met haar grote mond eerst roept en dan pas denkt, gaat ze steeds meer aan zichzelf twijfelen. Maar als op het einde toch alles goed komt en ze ziet dat ze toch gelijk had, is haar grote mond net zo snel weer terug als dat ze hem kwijt was.





Opdracht 2



Waar gaat het boek in feite over?



Thema

Het boek gaat over een meisje dat ziek is, maar niemand weet echt wat ze mankeert. Ze probeert daar zelf achter te komen, maar door haar moeder en de dokters gaat ze zelf ook geloven dat ze ziek is. Gelukkig begint Christa haar moed in te spreken en komt ze er beetje bij beetje achter dat ze helemaal niet ziek is, maar ziek wordt van het ziekenhuis.



Voorbeeld 1:

In de klas voelt Mariëlle zich niet zo lekker. Christa brengt haar naar huis en als ze thuis voor de deur staan, doet Mariëlle’s moeder open. Ze begroet hen heel vrolijk en praat aan een stuk door. Christa kan zich niet voorstellen dat haar moeder ooit zo zou doen en ze denkt dat ze er gek van zou worden. Als Mariëlle vertelt dat ze ziek is, verandert haar moeder op slag. Haar opgewektheid verdwijnt en maakt plaats voor bezorgdheid. Er worden allerlei vragen gesteld. Ze begint direct aan Christa uit te leggen dat het wel hetzelfde zal zijn als haar oudste dochter Yvonne altijd heeft. Als Mariëlle dat ontkent en vertelt wat ze wel heeft, reageert haar moeder overdreven verschrikt.

Ze staat een moment verstijfd en loopt dan weg. Als Mariëlle vraagt wat ze gaat doen, reageert ze heel verontwaardigd. De dokter bellen natuurlijk.



In dit voorbeeld is duidelijk te zien dat Mariëlle helemaal niks te zeggen heeft thuis. Haar moeder regelt alles en heeft dus ook altijd gelijk, volgens haarzelf.



Voorbeeld 2

Als Christa buiten de bezoekuren om bij Mariëlle op bezoek komt, stelt ze vragen zoals hoe voel je je, krijg je weer medicijnen. Alles wordt heel mat beantwoordt. Als ze ziet hoe belabberd haar vriendin er uitziet zou Christa haar wel door elkaar willen schudden en roepen: “Doe toch niet zo verrekte zielig. Je moet beter worden.” Maar dat zegt ze niet. Als Christa de kamer rondkijkt, ziet ze dat een vrouw bits naar haar zit te kijken. Ze vraagt of Christa altijd buiten de bezoekuren om komt. Christa antwoordt dat ze dat altijd doet. Toos, de mevrouw die Mariëlle aanmoedigt beter voor zichzelf op te komen, begint te applaudisseren.



Dit bedoel ik met dat ze haar aanmoedigen. Alleen Christa doet het wat voorzichtiger dan Toos. Toos roept bijvoorbeeld ook openlijk dat ze tegen de dokters in moet gaan. Dit vind ik wel goed, want je moet niet zomaar met je laten sollen.





Opdracht 3



Wat ik geleerd heb van het verhaal.



Ik heb van het verhaal geleerd dat je voor jezelf op moet komen en dat je niet zomaar alles met je moet laten doen. Ik vind dit boek heel goed geschreven omdat ik denk dat er heel veel kinderen zijn zoals Mariëlle. Als die het boek lezen krijgen ze weer een beetje moed.

Ook vind ik het technisch goed geschreven, want de gedachten van Christa worden steeds afgewisseld met die van Mariëlle en er zijn ook heel veel dialogen tussen de twee vriendinnen, waarbij je kunt zien wat ze denken over het gesprek, maar het niet hardop zeggen.





Opdracht 4



Welke gevoelens heeft het boek bij mij opgeroepen.



Het gevoel dat ik bij dit boek kreeg is bijna niet uit te leggen omdat mijn gevoel steeds veranderde.

De ene keer denk je kom toch voor jezelf op, maar tegelijkertijd toch: zou ze echt ziek zijn?

Het is vooral voor Mariëlle heel zielig. Maar dat komt waarschijnlijk ook door de manier waarop de schrijver het formuleert. Als hij zou zeggen: “Mariëlle voelt zich shit.”dan zou ik er minder bij voelen dan bij de manier waarop hij het nu formuleert. Want het is niet zo dat hìj vertelt wat er gebeurt met Mariëlle, maar dat je dat door de ogen van Mariëlle zelf ziet.

Bij Christa denk ik eigenlijk telkens: Kom op ga door, vertel haar dat het fout is zo. Je leeft helemaal mee met haar gedachten. Zal ik het haar wel vertellen, wat zal ik verzwijgen, zal ze hierdoor niet nog zieker worden enz. Ik denk dat ik die twijfels zelf in zo’n geval ook zou hebben.









Aantal woorden: 1304













Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen