Boekverslag : Charlotte Mutsaerts - Zeepijn
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2145 woorden. |
Charlotte Mutsaerts - Zeepijn Zeepijn…een ongewone titel die net als de opbouw, de structuur van dit boek een vreemd eerste beeld kan schetsen. 'Gaat dit boek dan werkelijk over pijnbomen en de zee?', moesten degenen gedacht hebben die niet verder keken dan hun neus lang was en er na een tiental bladzijdes de stempel vreemd en stom opdrukten om het boek snel daarna weg te leggen. Deze reactie alleen al was voor mij rede genoeg om mij wel in dit boek, en tegelijk in Charlotte, te verdiepen (het boek is autobiografisch). Ik heb geprobeerd wel verder te kijken dan mijn neus lang was net als Charlotte dat deed toen ze de aanleiding van dit boek, een zout- en peperstel in de vorm van een gele stenen vis met een dennentak erop, niet zomaar klakkeloos aannam. Ze is -zoals ze zelf beschrijft- haar neus achterna gegaan en tegelijkertijd op haar plaats gebleven. Dit heeft een avontuurlijke tocht opgeleverd vol schuim, dennengroen en kerstgeruis, meer dan alleen een zoektocht naar pijnbomen en de zee en de brug tussen beide. Details zijn Charlotte even lief als grote lijnen, misschien nog wel liever. In haar liefdesverklaringen aan de kunst verkiest zij altijd het deel, het zogenaamde detail, boven het grote geheel. Ik citeer uit Kersenbloed, een essaybundel die bekroond werd met de J. Gresshofprijs in 1992: 'Voor de stukjes en de beetjes komt bijna niemand op en toch valt het geheel meestal in het niet bij de delen. Weg met het grote gebaar! Ik zal opkomen voor de stukjes, de beetjes, de splinters, de likjes, de partjes, de fracties, de tikkeltjes, de scherven, de snuifjes, de snippers, de lutteltjes, de brokken, de schilfers, de vlokjes, de segmenten, de speldenknopjes, de sneetjes, de flietertjes, de toefjes, de plukjes, de ziertjes, de repen, de fragmenten, de schijfjes, de plakken, de moten, de woorden, de letters! Een mussenbekje vol doet voor New York niet onder.' Zo is ook Zeepijn opgebouwd uit kleine en grote voorvallen en inzichten die in de vorm van essays, verhalen, brieven en gedichten met foto' s en tekeningen aan elkaar geschakeld zijn. Ze vormen allen tezamen de zoektocht van de schrijfster die via allerlei overbruggingen en labyrinten tussen de dingen die haar het meest intrigeren, pijnbomen en de zee, misschien wel op zoek is naar verzoening met de dood. Charlotte Maria Mutsaerts is op 2 november 1942 in utrecht geboren in een liberaal milieu. Haar vader, die aanvankelijk rentenierde, studeerde op latere leeftijd af in de kunstgeschiedenis en werd wetenschappelijk medewerker aan de Utrechtse Rijksuniversiteit. Charlotte was de middelste van drie kinderen. Na een katholieke lagere school en het Stedelijk Gymnasium is Utrecht, waar haar leraren Nederlands de latere hoogleraren J.C. Brandt Cortius en A.L. Sötemann waren, ging zij in 1962 Nederlands M.O. studeren aan de Universiteit van Amsterdam. Zij behaalde in 1967 het diploma M.O.-B, werd student-assistent op de afdeling documentatie, maar hield een jaar later, toen zij haar kandidaatsexamen had gehaald, de universitaire afronding van haar studie voor gezien. Ze ging lesgeven aan een analistenschool in Amsterdam, aan de sociale academie De Horst in Driebergen en bij het Leger des Heils. Intussen schilderde zij al jaren, en van 1972 tot 1977 volgde zij de avondopleiding van de Rietveldacademie in Amsterdam, waar zij vervolgens van 1980 tot 1990 heeft gedoceerd. Zij verwierf al spoedig bekendheid met haar schilderkunst, die op een hoogtepunt kwam met een solo- tentoonstelling in 1985/86 in het Arnhems Gemeentemuseum en met haar ontwerp van de kinderpostzegels in 1987. Inmiddels verlegde zij haar activiteiten langzaam van de schilderkunst naar de literatuur. Zij had al enkele boeken van bevriende auteurs geïllustreerd ( J.M.A. Biesheuvel, Adriaan van Dis), en haar eerste boek met zowel beeldend als literair werk, Het circus van de geest, was als eerder, in 1983, verschenen. Na 1985 is bij haar het schrijven op de eerste plaats gekomen. Charlotte heeft meegewerkt aan Hollands maandblad, NRC Handelsblad, De Tweede Ronde, Raster en Tirade. Ze publiceert voornamelijk onder haar eigen naam, maar vertrouwd een enkele keer haar gedachten toe aan een interviewend alter ego, Blanche de Grayencour. Zoals ik al zei ontving ze in 1992 voor Kersenbloed de J.Greshoffprijs van de Haagse Jan Camperstichting. Andere boeken en werken die ze heeft gepubliceerd zijn: Hazepeper (essays), Charlotte Mutsaerts Schilderijen (catalogus), Mijnheer Donselaer zoekt een vrouw (beeldverhaal), De markiezin (roman), Hanegeschrij (beeldverhaal), Rachels rokje (roman) en Paardejam (essays). Na een kortstondig huwelijk in halverwege de jaren 60 is Mutsaerts in 1973 getrouwd met neerlandicus Jan Fontijn. Vanaf 1977 deelt zij haar leven ook met gladharige fox- terriërs, respectievelijk Dar, Plume en Koert. Misschien is deze biografie aan de lange kant, maar graag wilde ik haar bijdrage in de schilderkunst ook noemen omdat illustraties en tekeningen nog steeds een zeer belangrijke, misschien wel essentiële plaats innemen in haar boeken, en omdat dit uitzonderlijk is bij schrijvers van 'volwassen' boeken. Wat opvalt aan de titels in Charlotte' s oeuvre zijn de dierennamen. Net als haar hondjes Dar, Plume en Koert. 'Charlotte is door een hondje opgevoed, en zou de gave van het woord zo ruilen voor een buik met hondehaar. Haar streven is een dier niet te beschrijven, maar te schrijven. Zelf dier te worden, eigenlijk', verteld ons de Groene Amsterdammer, ook vergelijkt ze zichzelf graag met dieren : 'Ze zou graag schrijven als een zwaluw, rondcircelend, rakelings. Zij zou willen kijken naar de wereld met een hondenblik en ze zou graag kunnen rennen als een haas, want waar een mens saai vooruit koerst, slaat een haas 'haken', maakt prachtige haarscherpe hoeken en schiet als een bliksemschicht door het veld. Ze is met dieren opgegroeid, heeft al haar hele leven een onverklaarbaar speciale band met ze en weet niet beter dan ze te zien als haar gelijken, zo zegt zij over haar overleden hondje Plume: 'Iedereen was onder de indruk van haar blik. Ik zei altijd: het is een klein heksje. In lieve zin, iemand die je betovert.', alsof ze over een mens praatte. Verder zegt ze nog in de Groene Amsterdammer:' De hele wereld is door de mensen ingepikt, de dieren worden er gewoon uitgepest. Dat vind ik een grof schandaal. Alleen maar omdat wij was meer verstand hebben, of althans: een ander verstand. Dieren hebben daar zoveel tegenover staan; wat die allemaal met hun neus en gehoor kunnen! Wij zijn in geen enkel opzicht meer of beter omdat we toevallig een pen kunnen vasthouden.' Charlotte Mutsaerts dierenliefde loopt als een rode draad door het boek heen, logisch ook, want zoals uit bovenstaand stukje blijkt, gaat er in haar leven geen dag voorbij zonder op z' n minst de gedachte aan dieren. Dieren hebben haar gebracht tot wat ze is. In het boek komt dit naar voren dat ze heel vaak een redenering, een hoofdstukje waarin ze een stelling wil bewijzen, begint naar aanleiding van een gebeurtenis met een dier, en ook vaak dieren bij een voorbeeld betrekt om uit te leggen hoe ze tot een bepaald standpunt gekomen is. Ik wil nu graag een stuk voorlezen waaruit blijkt hoe vol met dieren, in dit geval vogels, zat. Je ziet hier ook hoe ze als ze over het ene onderwerp bezig is, wordt overvallen door een ander beeld dat met dit onderwerp samenhangt, en dit ook opschrijft. Zo krijg je een heel compleet beeld. Je krijgt even het gevoel dat Charlotte voor dieren heeft. (p.61 3e alinea t/m p. 62 r.13) Nu terug naar de twee werkelijke motieven van dit boek: de zee en pijnbomen. Zeepijn is opgedeeld in wel 37 kleine hoofdstukjes met verlokkende, nieuwsgierig makende namen als: Zee en den als brug, Beaucoup fish in Utrecht, Eten met mes en vork uit de hondenbak, Weemoed onverklaarbaar en Niet elke staart zit vol venijn. De hoofdstukjes zijn stuk voor stuk perfecte weergaven van Charlotte's zoektocht. Ze laten jou beleven, ontdekken wat zij zelf in haar leven heeft ontdekt toen zij bewust (na het vinden van de vis met de dennentak) zocht naar waarheden inzake zee en pijnbomen of onbewust (in haar jeugd) zocht naar waarheden waar zij nu zee en pijnbomen aan weet ze verbinden. In haar boek ' reist' ze heen en weer tussen verschillende steden en plaatsen die voor haar een zee- en of dennenrust voortbrachten. Bijvoorbeeld Oostende, waar ze al van kinds af aan komt en nu met haar man een huisje heeft bij de groentemarkt, en dan vooral met kerstmis, of het landgoed van haar opa, Plantijn, dat omringd was door dennen, en waar ze heel wat ingrijpende gelukkige en ongelukkige gebeurtenissen heeft meegemaakt in haar jeugd. De gebeurtenissen lopen overigens niet chronologisch, jeugdige ontdekkingen en hedendaagse filosofische en wetenschappelijke benaderingen van intellectuelen kunnen zelfs door elkaar heen voorkomen in één hoofdstuk als beiden dezelfde stelling bewijzen. Heel vaak neemt Charlotte voorbeelden uit uitspraken of teksten van beroemde schrijvers, filosofen en geleerden, en gebruikt die om haar eigen ontdekking nog eens te bewijzen, of juist om weer te geven hoe zij tot een bepaalde ontdekking of inzicht kwam, of wat voor gevoel zij bij iets had en op basis daarvan zus en zo gehandeld heeft. Op een gegeven moment doet ze een ode aan de Franse filosoof Lequier, en voegt ze een verhaal, ontdekking van hem toe die mij zo heeft aangegrepen, mij zo herkenbaar in de oren klonk, dat ik het boek na het lezen van dit stukje even moest wegleggen. Het heet het Heggenblad (of 'La feuille de Charmille'). (p.67 3e alinea t/m p.68 r.8) In dit boek staan nog veel meer interessante theorieën en inzichten die ik helaas nu niet allemaal kan voorlezen. Charlotte heeft mij de werking van de zee en pijnbomen en hun brug zó beschreven, dat het voor mij heel logisch lijkt. In het volgende stukje beschrijft ze niet alleen de samenhang tussen die twee, maar hier laat ze ook zien dat geen enkele dennennaald of sprankje zeelucht aan haar zintuigen zal ontsnappen. (p.14 tot plaatje) Verderop in het boek maakt ze met haar man en Plume een reis naar La Suchère, een pittoresk Frans dorpje op zoek naar een dennenbos waar Ponge zijn ' Carnet du bois de pin' schreef, naar Mutsaerts' woorden het uitzonderlijkste wat ze ooit gelezen heeft. Wederom een ode aan het dennenbos en zijn link met de zee. Ze vinden uiteindelijk het dennenbos, en Charlotte geeft een hele mooie beschrijving: (p.36 bovenaan t/m p.37 1e alinea) Als het boek vordert, worden zee en pijnboom steeds minder letterlijk naar voren gebracht, steeds meer komt de achterliggende gedachte, het gevoel. Tegelijk dring je steeds dieper door tot het karakter, de jeugd, de wording van de schrijfster zelf en je ontdenkt dat pijnbomen en de zee slechts synoniemen zijn, hulpmiddelen in een levensspeurtocht op zoek naar innerlijke rust, en zoals langzamerhand blijkt een verzoening met de dood. Een paar keer in haar leven is Charlotte geconfronteerd met de dood maar steeds kon noch zee, noch pijnboom haar troosten. Als ze op het einde van het boek na vele jaren het graf van haar ouders bezoekt die heel frappant, of heel logisch liggen begraven op den en rust, onder het wakend oog van honderden dennenbomen. Het werkelijke moment van verzoening komt als ze zichzelf ziet in de ene dennenappel die ligt op het graf van haar ouders, ze kan met een gerust hart vertrekken omdat ze nu weet dat zij over haar ouders waakt, en er altijd iemand over haar zal waken, haar grote angst voor de dood, het eindige, is weggenomen. Dit boek heeft vreselijk veel met mij gedaan. Door het grote aanbod van de veelsoortige informatie die op je afkomt is het (voor mij althans) onmogelijk dit boek in een keer uit te lezen, het zet je aan tot nadenken en daar moet je je ook de tijd voor nemen. Heel veel heb ik van dit boek geleerd, vooral dat er nog zoveel in de wereld is wat nog niet door mensen is aangeraakt, gecombineerd of gelezen, het geeft mij hoop. Het heeft me ook geleerd hoe ik mijn leven interessant kan maken door een zoektocht, dat die zoektocht zelfs noodzakelijk is, iedere dag moet een zoektocht zijn als je helemaal op de punten van je tenen wil leven, dit boek maakt ook dat je dat wil, de kennis van Charlotte is aanstekelijk net als het paradoxale in dingen. Wat ook nieuw licht op dingen geworpen heeft: de verbanden die Charlotte tussen alles legt, de vele zienswijzen en manieren waarop je die verbanden kunt leggen. Ik ben nog lang niet over dit boek uitgepraat, en zou er wel iedere dag in willen lezen en leren. Ik wilde het helemaal zeggen maar kon het toch niet zeggen, ik kan alleen een gevoel geven, voor de werkelijke beleving, het zelf ontdekken moet je het boek zelf lezen. Ik wil eindigen met een gedicht vooraan in het boek dat de gedachte voor en in een zoektocht precies weergeeft, mijn gedachte nu, en die van het boek. |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |