Boekverslag : Carry Slee - Spijt
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 4855 woorden.

Titel: Spijt!

Auteur: Carry Slee

Datum: 23-03-2002

1e druk: 1996

Uitgever: Van Holkema & Warendorf



Mijn verwachting van het boek was:

Dat het een aangrijpend en mooi boek was. Het leek me ook dat het heel realistisch zou zijn.



Wanneer speelt het zich af?

Het speelt zich af in deze tijd in deze tijd.



Waar speelt het verhaal zich af: Het speelt zich op verschillende plaatsen af, bijv. het meer, op school en in het huis van Tina.



Perspectief: Het hele boek is geschreven vanuit het perspectief van David.



Titelverklaring: Het boek heet Spijt!, omdat met name David, maar ook de rest van de klas er spijt van hebben dat ze Jochem niet geholpen hebben.

David vindt het stom van zichzelf dat hij Jochem niet had geholpen op de klassenavond, omdat hij met zijn eigen 'stomme' liefdesverdriet bezig was.



De bedoeling van de schrijver:

De bedoeling van de schrijver is om te laten zien wat de gevolgen kunnen zijn van pesten. En hoe erg die gevolgen kunnen zijn. Ik heb ergens gelezen dat het boek is geschreven naar aanleiding van een brief achter op de VPRO gids, waarin stond dat een jongen zijn buurmeisje zo gepest had dat ze voor de trein gesprongen is.



Thema: Het thema is om te laten zien waar pesten toe kan leiden.



Hoofdpersonen: De hoofdpersonen zijn David en Jochem.

-David Smit: David is een beetje verlegen jongen en zit bij de redactie van de schoolkrant 'De Brugmug', als hij iets tegen iemand wil zeggen is Niels hem meestal voor. Hij wil Jochem graag helpen, maar hij is bang dat zijn vrienden hem dan negeren. En hij is verliefd op Vera, maar durft haar geen verkering te vragen. Hij maakt geen echte ontwikkeling door in het verhaal, maar op het einde durft hij wel meer dan aan het begin van het verhaal

-Jochem Steenman: Jochem wordt gepest op school door Justin van de Lek, Sanne en Remco. Hij zegt er niets van, omdat hij vindt dat hij het verdient. Hij zegt tegen zijn moeder dat hij bij David huiswerk maakt na school, maar hij moet dan de krantenwijk van Justin doen.

Ook hij maakt geen echte ontwikkeling door, maar hij wordt naarmate het verhaal vordert steeds onzekerder.



Bijpersonen: De bijpersonen zijn Vera, Niels Youssef, Mannon, Nienke, Justin van de Lek, Sanne, Remco, en Tino.

Geen van de bijpersonen maakt een ontwikkeling door.

-Vera Teunisse: Vera is een meisje waar iedereen bevriend mee wil zijn, zij zit ook op de redactie van de schoolkrant. Ze is eigenlijk ook verliefd op David, maar wil het niet laten merken, dus vraagt ze verkering met Youssef.

-Niels: Niels is heel open, hij zegt wat hij denkt en zit bij de redactie van de schoolkrant.

Hij heeft altijd een opmerking klaar voor een leuk meisje.

-Youssef: De computerfreak van de redactie.

-Mannon: Mannon is een ruiger type, zij is ook lid van de redactie. Ze heeft een neuspiercing en heeft altijd een zwart leren jasje aan.

-Nienke de Graaf: Nienke is de vriendin van Jochem uit Zandvoort.

-Justin van de Lek, Sanne en Remco: De kinderen die Jochem pesten.

-Tino van Dijk: De gym- en klassenleraar van klas 2B. Hij heeft een hekel aan Jochem, omdat die zich niet genoeg inzet voor zijn les. Hij maakt de hele tijd opmerkingen over Jochem dat hij zwanger is. Maar op het einde van het verhaal heeft hij spijt van dat alles.



Over de schrijfster:

De auteur van dit boek is Carry Slee.

Ze is op 1 juli 1949 geboren in Amsterdam.

Na de middelbare school ging ze naar de academie voor expressie door woord en gebaar in Utrecht. In 1975 haalde ze haar diploma en ging als lerares drama in het middelbaar beroepsonderwijs werken.

Als kind was ze al bezig met schrijven, ze had een schrift waar ze bijna iedere dag een verhaaltje of gedichtje in schreef. Toen haar twee dochtertjes (Nadja en Masja) klein waren las ze altijd van ‘keetje havermelk’ voor. Omdat haar kinderen de verhaaltjes heel leuk vonden heeft ze nog meer verhaaltjes gemaakt en opgestuurd naar Bobo. (een kinderblad)

Ze werden gebruikt, en zo kwam het dat Carry slee haar 1e boek uit kwam: "Rikje en Roosje".

Carry Slee schreef vooral voorleesboekjes en boeken voor lezers voor boven de 9 jr.

Omdat ze haar werk op school niet meer zo leuk vond besloot ze haar baan op te zeggen en doorgaan met kinderboeken te gaan schrijven. Ze werd een paar keer bekroond door de Nederlandse kinderjury en één keer door de venz - kinderboekenprijs.

Naast de boeken die ze onder haar eigen naam schrijft gebruikt ze ook een schuilnaam: Sofie mileau.

De boeken van Carry slee zijn een paar keer bekroond door de Nederlandse kinderjury.

In 1995 werd " Ridder schijtebroek " bekroond in de categorie 6-9.

" Kilometers cola en knetterende ruzie " werd ook in 1995 bekroond in de categorie 10-12.

De prijzen en bekroningen.

1992 bekroond door de Nederlandse kinderjury in de categorie 10-12 voor "voor verdriet met mayonaise".

1994 bekroond door de venz - kinderboekenprijs voor "sneeuwman pak me dan".

1994 bekroond door de Nederlandse kinderjury in de categorie 10-12 voor "confetti conflict".

1995 de plijm van de maand augustus voor "Hans en kip".

Onder de (schuil)naam: Sofie Mileau.



Inhoud:

David zit in klas 2B op de middelbare school. Hij zit ook in de redactie van de schoolkrant die ‘De Brugmug’ heet. In de redactie zitten Niels, zijn beste vriend, Vera, het meisje waar David verliefd op is en nog twee kinderen, Manon en Youssef. Ook zit er één leraar in de redactie. Jochem is een jongen uit de klas van David, Vera, Niels, Manon en Youssef. Hij wordt in de klas heel erg gepest door Remco, Justin en Sanne. Ook de klassenleraar, die gymnastiek geeft, heeft een hekel aan Jochem. Het lijkt of Jochem zich niets van het gepest aantrekt, soms lacht hij zelfs mee. In de brugklas ging al dat getreiter langs David heen, maar nu begint hij zich er steeds meer van aan te trekken. Hij zou Jochem willen helpen. Het probleem is dat hij niet tegen Remco, Sanne of Justin in durft te gaan, omdat hij bang is dat ze hem ook gaan pesten. Soms lachen ze om de grapjes die Remco, Sanne en Justin maken.

Op een dag gaat David naar school. Hij is te laat bij de brug waar Niels meestal op hem wacht. Als hij niet snel door fietst komt hij ook nog te laat bij gym. Als hij de gymzaal binnen loopt, ziet hij dat Jochem er nog niet is. David hoopt dat hij ook niet meer zal komen. Hij heeft een beetje genoeg van dat gepest. Op het laatste moment komt Jochem binnen. Tino kan het niet laten om een opmerking over de dikke Jochem te maken. Als de gymnastiekles is afgelopen, rennen Remco en Justin de kleedkamer in. Ze pakken de kleren van Jochem en hangen ze in de boom. Ze maken een opmerking van: ‘die krijg je na de klassenfoto terug!’ Sanne wil namelijk niet dat Jochem op de foto komt, want anders zou hij hem verpesten. Zulke misselijk grappen maken ze over hem, dag in dag uit gaat het zo door. Het lijkt alsof hij zich er niets van aantrekt. Op een dag gaat David naar Jochem toe. Hij wil hem graag helpen, alleen hij weet niet hoe. Jochem wil niet geholpen worden. Het enige dat hij aan David vertelt, is dat hij maar één vriendin heeft, die Nienke de Graaf heet. David zegt tegen Jochem, dat als hij geholpen wil worden, hij het even tegen hem moet zeggen.

De dag van de klassenavond breekt aan. David is vastbesloten om twee dingen te doen, één ding is Vera verkering vragen en het tweede is, zorgen dat Jochem niet gepest wordt. Als de klassenavond begonnen is gaat David Vera zoeken. Hij kan haar eerst niet vinden, maar op het laatst vindt hij haar bij de deur. Ze zoent met Youssef. Zijn hele avond is verpest. Hij heeft zelfs niet eens zin om Jochem van dat geplaag af te helpen. Wat later in de avond roept Jochem of David hem kon helpen, maar David doet het niet. De volgende dag krijgen ze te horen van de rector te horen dat Jochem die avond niet thuis van de klassenavond. David voelt zich schuldig, omdat hij Jochem de vorige avond niet geholpen heeft. Ook zegt de rector dat de politie naar hem op zoek is.

David besluit Jochem te gaan zoeken, maar in z’n eentje heeft hij geen hoop. Daarom besluit hij Nienke te bellen. Nienke laat de geheime plekjes van Jochem aan David zien. Alleen hij is nergens te vinden. Dan blijft er voor Nienke en David maar één plaats over. Dat is bij het meer. ‘Daar zit hij vaak als hij eenzaam is’ verteld Nienke. Als ze bij het meer zijn aangekomen zijn zien ze Jochems tas op het water drijven. Nienke barst meteen in huilen uit. David probeert haar te troosten, maar dat lukt hem niet, want zelf is hij ook verdrietig. Als een tijdje later het lichaam van Jochem naar boven komt, kan niemand het geloven. HIJ IS DOOD!

Iedereen treurt, de één omdat hij Jochem niet geholpen heeft, de ander omdat hij niet is gestopt met pesten. David voelt dat hij de grootste schuld heeft, omdat hij zijn woord heeft gebroken. Niemand is het met hem eens, zij vinden dat ze allemaal schuldig zijn. De klas van David is helemaal aanwezig bij de begrafenis van Jochem. David moet een verhaal uit Jochems dagboek voorlezen. Na de begrafenis gaan ze in een lange stoet naar het meer waar Jochem is verdronken. Ze strooien daar witte bloemen in het water. De redactie van de schoolkrant is het er over eens dat ze wat moeten doen tegen het pesten op school. Zo bedenken ze de pestlijn. David, Vera, Manon, Niels en Youssef helpen daar aan mee. En zo lukt het hen veel pesterijen op te laten houden. Op het laatst moet David een keer naar een meisje met liefdesproblemen. Het blijkt Vera te zijn die verliefd is op David.



Citaten:



“Ik ben bang om naar school te gaan. Het gepest wordt steeds erger en dat komt omdat ze me haten. Maar ik weet nu waarom: ze denken dat ik een monster ben dat hen ziek maakt. Eerst dacht ik dat ze dat zomaar zeiden, om me te jennen. Maar nu ze het steeds vaker zeggen, word ik er bang van omdat ik denk dat ze misschien gelijk hebben.

‘We worden misselijk van die kop van jou,’ zei Justin. Iedereen hoorde het, maar niemand ging er tegenin, dus misschien is het wel waar. Toen ik vanmiddag thuiskwam, heb ik een tijd in de spiegel gekeken en ineens moest ik kotsen. Het kan van de zenuwen komen, maar ik heb nog nooit van de zenuwen gekotst, dan krijg ik meestal hoofdpijn.

Morgen ga ik maar een beetje achteraf zitten in de aula, dan zien ze mij tenminste niet. Ik hoop dat het helpt. Nou snap ik ook waarom Nienke zaterdag plotseling moest overgeven. Ze zei dat het van de patat kwam, maar het kwam door mij. Ze kan niet meer tegen mij, maar durft dat niet te zeggen omdat we vrienden zijn. Of misschien weet ze het wel niet, dat kan ook. Ik vind het heel erg dat iedereen ziek van mij wordt. Dat wil ik niet, als dat echt zo is ben ik liever dood. Ik wou dat er iemand was die me kon helpen, want ik weet het niet meer. Ik weet niet hoelang ik dit nog volhoud…’’



Ik heb dit citaat gekozen omdat je nu heel erg goed kan zien hoe Jochem dacht en hoe hij het allemaal opvatte.

Het sprak me ook erg aan omdat ik zelf ook heel lang ben gepest, lang niet zo erg als Jochem, maar toch sprak het me heel erg aan.



“Jochem!’ roept Nienke nog een keer en ze tuurt over het water. Dan pakt ze Davids hand. ‘Daar…!’ Haar stem klinkt hees en haar gezicht is spierwit. Ze wijst naar het water…’Daar drijft Jochems tas…’

David kan het gevoel niet toe laten. Hij wil dat Jochem uit de struiken komt. Dat ze alles goed kunnen maken wat ze hem hebben aangedaan.

Ze zijn er allemaal, de ouders van Jochem, Nienke, de klas, Tino van Dijkk en meneer Zwart. Alleen Sanne, Justin en Remco ontbreken. Die zijn voorlopig geschorst.

Met ingehouden adem zien ze hoe de duikers onder water gaan, steeds andere plekken. Steeds wanneer ze met lege handen bovenkomen, gaat er een zucht van opluchting over het meer. Driekwart gedeelte van het water is al afgezocht.

Bij elke volgende duik krijgen ze meer hoop. Zou Jochem dan toch nog leven? David knijpt in Nienkes hand. Het mag niet, het mag nu niet meer misgaan. Ze schatten de afstand. Misschien nog twee keer duiken. Van de spanning schuiven ze steeds dichter naar de waterkant. En dan komen de duikers boven met het verstijfde lichaam van Jochem.



De leerlingen van klas 2B doen een stap achteruit. Ze willen het niet geloven. Sommige houden hun handen voor hun ogen om de waarheid niet te hoeven zien. Anderen zoeken steun bij elkaar en bij hun klassenleraar. Maar Tino, die de gevolgen van zijn plagerijen niet heeft overzien, is net zo geschokt als zijn leerlingen. Hij heeft al zijn kracht nodig om

Zijn eigen emoties in bedwang te houden.”



Dit citaat heb ik gekozen omdat je merkt dat niemand Jochem gepest heeft om dit te laten gebeuren. Je merkt ook dat de klas er spijt van heeft dat ze er niks tegen hebben gedaan, of dat ze niet gestopt zijn met pesten.



Verklaring titel

Het boek heet Spijt!, omdat David spijt heeft dat hij Jochem niet heeft geholpen toen Jochem hem om hulp vroeg. Hij is zijn belofte niet nagekomen. David heeft Jochem niet geholpen, omdat hij zich toen zo rot voelde. Daarom voelt hij zich het meest schuldig. Maar eigenlijk heeft de hele klas er spijt van dat ze Jochem niet hebben geholpen.



Mening

Spijt vond ik een zielig en meeslepend boek. Het boek sprak me heel erg aan omdat ik zelf ook jaren lang gepest ben. Je kunt je goed verplaatsen in de gevoelens van de hoofdpersonen. In het boek kun je zien wat de gevolgen van pesten kunnen zijn. Jochem moet zich wel heel ongelukkig gevoeld hebben om zelfmoord te plegen. De daad van Jochem heeft de klassenleraar en zijn klasgenoten wel aan het denken gezet, waardoor ze in de toekomst hopelijk het pesten zullen laten.



Titel: Spijt!

Auteur: Carry Slee

Datum: 23-03-2002

1e druk: 1996

Uitgever: Van Holkema & Warendorf



Mijn verwachting van het boek was:

Dat het een aangrijpend en mooi boek was. Het leek me ook dat het heel realistisch zou zijn.



Wanneer speelt het zich af?

Het speelt zich af in deze tijd in deze tijd.



Waar speelt het verhaal zich af: Het speelt zich op verschillende plaatsen af, bijv. het meer, op school en in het huis van Tina.



Perspectief: Het hele boek is geschreven vanuit het perspectief van David.



Titelverklaring: Het boek heet Spijt!, omdat met name David, maar ook de rest van de klas er spijt van hebben dat ze Jochem niet geholpen hebben.

David vindt het stom van zichzelf dat hij Jochem niet had geholpen op de klassenavond, omdat hij met zijn eigen 'stomme' liefdesverdriet bezig was.



De bedoeling van de schrijver:

De bedoeling van de schrijver is om te laten zien wat de gevolgen kunnen zijn van pesten. En hoe erg die gevolgen kunnen zijn. Ik heb ergens gelezen dat het boek is geschreven naar aanleiding van een brief achter op de VPRO gids, waarin stond dat een jongen zijn buurmeisje zo gepest had dat ze voor de trein gesprongen is.



Thema: Het thema is om te laten zien waar pesten toe kan leiden.



Hoofdpersonen: De hoofdpersonen zijn David en Jochem.

-David Smit: David is een beetje verlegen jongen en zit bij de redactie van de schoolkrant 'De Brugmug', als hij iets tegen iemand wil zeggen is Niels hem meestal voor. Hij wil Jochem graag helpen, maar hij is bang dat zijn vrienden hem dan negeren. En hij is verliefd op Vera, maar durft haar geen verkering te vragen. Hij maakt geen echte ontwikkeling door in het verhaal, maar op het einde durft hij wel meer dan aan het begin van het verhaal

-Jochem Steenman: Jochem wordt gepest op school door Justin van de Lek, Sanne en Remco. Hij zegt er niets van, omdat hij vindt dat hij het verdient. Hij zegt tegen zijn moeder dat hij bij David huiswerk maakt na school, maar hij moet dan de krantenwijk van Justin doen.

Ook hij maakt geen echte ontwikkeling door, maar hij wordt naarmate het verhaal vordert steeds onzekerder.



Bijpersonen: De bijpersonen zijn Vera, Niels Youssef, Mannon, Nienke, Justin van de Lek, Sanne, Remco, en Tino.

Geen van de bijpersonen maakt een ontwikkeling door.

-Vera Teunisse: Vera is een meisje waar iedereen bevriend mee wil zijn, zij zit ook op de redactie van de schoolkrant. Ze is eigenlijk ook verliefd op David, maar wil het niet laten merken, dus vraagt ze verkering met Youssef.

-Niels: Niels is heel open, hij zegt wat hij denkt en zit bij de redactie van de schoolkrant.

Hij heeft altijd een opmerking klaar voor een leuk meisje.

-Youssef: De computerfreak van de redactie.

-Mannon: Mannon is een ruiger type, zij is ook lid van de redactie. Ze heeft een neuspiercing en heeft altijd een zwart leren jasje aan.

-Nienke de Graaf: Nienke is de vriendin van Jochem uit Zandvoort.

-Justin van de Lek, Sanne en Remco: De kinderen die Jochem pesten.

-Tino van Dijk: De gym- en klassenleraar van klas 2B. Hij heeft een hekel aan Jochem, omdat die zich niet genoeg inzet voor zijn les. Hij maakt de hele tijd opmerkingen over Jochem dat hij zwanger is. Maar op het einde van het verhaal heeft hij spijt van dat alles.



Over de schrijfster:

De auteur van dit boek is Carry Slee.

Ze is op 1 juli 1949 geboren in Amsterdam.

Na de middelbare school ging ze naar de academie voor expressie door woord en gebaar in Utrecht. In 1975 haalde ze haar diploma en ging als lerares drama in het middelbaar beroepsonderwijs werken.

Als kind was ze al bezig met schrijven, ze had een schrift waar ze bijna iedere dag een verhaaltje of gedichtje in schreef. Toen haar twee dochtertjes (Nadja en Masja) klein waren las ze altijd van ‘keetje havermelk’ voor. Omdat haar kinderen de verhaaltjes heel leuk vonden heeft ze nog meer verhaaltjes gemaakt en opgestuurd naar Bobo. (een kinderblad)

Ze werden gebruikt, en zo kwam het dat Carry slee haar 1e boek uit kwam: "Rikje en Roosje".

Carry Slee schreef vooral voorleesboekjes en boeken voor lezers voor boven de 9 jr.

Omdat ze haar werk op school niet meer zo leuk vond besloot ze haar baan op te zeggen en doorgaan met kinderboeken te gaan schrijven. Ze werd een paar keer bekroond door de Nederlandse kinderjury en één keer door de venz - kinderboekenprijs.

Naast de boeken die ze onder haar eigen naam schrijft gebruikt ze ook een schuilnaam: Sofie mileau.

De boeken van Carry slee zijn een paar keer bekroond door de Nederlandse kinderjury.

In 1995 werd " Ridder schijtebroek " bekroond in de categorie 6-9.

" Kilometers cola en knetterende ruzie " werd ook in 1995 bekroond in de categorie 10-12.

De prijzen en bekroningen.

1992 bekroond door de Nederlandse kinderjury in de categorie 10-12 voor "voor verdriet met mayonaise".

1994 bekroond door de venz - kinderboekenprijs voor "sneeuwman pak me dan".

1994 bekroond door de Nederlandse kinderjury in de categorie 10-12 voor "confetti conflict".

1995 de plijm van de maand augustus voor "Hans en kip".

Onder de (schuil)naam: Sofie Mileau.



Inhoud:

David zit in klas 2B op de middelbare school. Hij zit ook in de redactie van de schoolkrant die ‘De Brugmug’ heet. In de redactie zitten Niels, zijn beste vriend, Vera, het meisje waar David verliefd op is en nog twee kinderen, Manon en Youssef. Ook zit er één leraar in de redactie. Jochem is een jongen uit de klas van David, Vera, Niels, Manon en Youssef. Hij wordt in de klas heel erg gepest door Remco, Justin en Sanne. Ook de klassenleraar, die gymnastiek geeft, heeft een hekel aan Jochem. Het lijkt of Jochem zich niets van het gepest aantrekt, soms lacht hij zelfs mee. In de brugklas ging al dat getreiter langs David heen, maar nu begint hij zich er steeds meer van aan te trekken. Hij zou Jochem willen helpen. Het probleem is dat hij niet tegen Remco, Sanne of Justin in durft te gaan, omdat hij bang is dat ze hem ook gaan pesten. Soms lachen ze om de grapjes die Remco, Sanne en Justin maken.

Op een dag gaat David naar school. Hij is te laat bij de brug waar Niels meestal op hem wacht. Als hij niet snel door fietst komt hij ook nog te laat bij gym. Als hij de gymzaal binnen loopt, ziet hij dat Jochem er nog niet is. David hoopt dat hij ook niet meer zal komen. Hij heeft een beetje genoeg van dat gepest. Op het laatste moment komt Jochem binnen. Tino kan het niet laten om een opmerking over de dikke Jochem te maken. Als de gymnastiekles is afgelopen, rennen Remco en Justin de kleedkamer in. Ze pakken de kleren van Jochem en hangen ze in de boom. Ze maken een opmerking van: ‘die krijg je na de klassenfoto terug!’ Sanne wil namelijk niet dat Jochem op de foto komt, want anders zou hij hem verpesten. Zulke misselijk grappen maken ze over hem, dag in dag uit gaat het zo door. Het lijkt alsof hij zich er niets van aantrekt. Op een dag gaat David naar Jochem toe. Hij wil hem graag helpen, alleen hij weet niet hoe. Jochem wil niet geholpen worden. Het enige dat hij aan David vertelt, is dat hij maar één vriendin heeft, die Nienke de Graaf heet. David zegt tegen Jochem, dat als hij geholpen wil worden, hij het even tegen hem moet zeggen.

De dag van de klassenavond breekt aan. David is vastbesloten om twee dingen te doen, één ding is Vera verkering vragen en het tweede is, zorgen dat Jochem niet gepest wordt. Als de klassenavond begonnen is gaat David Vera zoeken. Hij kan haar eerst niet vinden, maar op het laatst vindt hij haar bij de deur. Ze zoent met Youssef. Zijn hele avond is verpest. Hij heeft zelfs niet eens zin om Jochem van dat geplaag af te helpen. Wat later in de avond roept Jochem of David hem kon helpen, maar David doet het niet. De volgende dag krijgen ze te horen van de rector te horen dat Jochem die avond niet thuis van de klassenavond. David voelt zich schuldig, omdat hij Jochem de vorige avond niet geholpen heeft. Ook zegt de rector dat de politie naar hem op zoek is.

David besluit Jochem te gaan zoeken, maar in z’n eentje heeft hij geen hoop. Daarom besluit hij Nienke te bellen. Nienke laat de geheime plekjes van Jochem aan David zien. Alleen hij is nergens te vinden. Dan blijft er voor Nienke en David maar één plaats over. Dat is bij het meer. ‘Daar zit hij vaak als hij eenzaam is’ verteld Nienke. Als ze bij het meer zijn aangekomen zijn zien ze Jochems tas op het water drijven. Nienke barst meteen in huilen uit. David probeert haar te troosten, maar dat lukt hem niet, want zelf is hij ook verdrietig. Als een tijdje later het lichaam van Jochem naar boven komt, kan niemand het geloven. HIJ IS DOOD!

Iedereen treurt, de één omdat hij Jochem niet geholpen heeft, de ander omdat hij niet is gestopt met pesten. David voelt dat hij de grootste schuld heeft, omdat hij zijn woord heeft gebroken. Niemand is het met hem eens, zij vinden dat ze allemaal schuldig zijn. De klas van David is helemaal aanwezig bij de begrafenis van Jochem. David moet een verhaal uit Jochems dagboek voorlezen. Na de begrafenis gaan ze in een lange stoet naar het meer waar Jochem is verdronken. Ze strooien daar witte bloemen in het water. De redactie van de schoolkrant is het er over eens dat ze wat moeten doen tegen het pesten op school. Zo bedenken ze de pestlijn. David, Vera, Manon, Niels en Youssef helpen daar aan mee. En zo lukt het hen veel pesterijen op te laten houden. Op het laatst moet David een keer naar een meisje met liefdesproblemen. Het blijkt Vera te zijn die verliefd is op David.



Citaten:



“Ik ben bang om naar school te gaan. Het gepest wordt steeds erger en dat komt omdat ze me haten. Maar ik weet nu waarom: ze denken dat ik een monster ben dat hen ziek maakt. Eerst dacht ik dat ze dat zomaar zeiden, om me te jennen. Maar nu ze het steeds vaker zeggen, word ik er bang van omdat ik denk dat ze misschien gelijk hebben.

‘We worden misselijk van die kop van jou,’ zei Justin. Iedereen hoorde het, maar niemand ging er tegenin, dus misschien is het wel waar. Toen ik vanmiddag thuiskwam, heb ik een tijd in de spiegel gekeken en ineens moest ik kotsen. Het kan van de zenuwen komen, maar ik heb nog nooit van de zenuwen gekotst, dan krijg ik meestal hoofdpijn.

Morgen ga ik maar een beetje achteraf zitten in de aula, dan zien ze mij tenminste niet. Ik hoop dat het helpt. Nou snap ik ook waarom Nienke zaterdag plotseling moest overgeven. Ze zei dat het van de patat kwam, maar het kwam door mij. Ze kan niet meer tegen mij, maar durft dat niet te zeggen omdat we vrienden zijn. Of misschien weet ze het wel niet, dat kan ook. Ik vind het heel erg dat iedereen ziek van mij wordt. Dat wil ik niet, als dat echt zo is ben ik liever dood. Ik wou dat er iemand was die me kon helpen, want ik weet het niet meer. Ik weet niet hoelang ik dit nog volhoud…’’



Ik heb dit citaat gekozen omdat je nu heel erg goed kan zien hoe Jochem dacht en hoe hij het allemaal opvatte.

Het sprak me ook erg aan omdat ik zelf ook heel lang ben gepest, lang niet zo erg als Jochem, maar toch sprak het me heel erg aan.



“Jochem!’ roept Nienke nog een keer en ze tuurt over het water. Dan pakt ze Davids hand. ‘Daar…!’ Haar stem klinkt hees en haar gezicht is spierwit. Ze wijst naar het water…’Daar drijft Jochems tas…’

David kan het gevoel niet toe laten. Hij wil dat Jochem uit de struiken komt. Dat ze alles goed kunnen maken wat ze hem hebben aangedaan.

Ze zijn er allemaal, de ouders van Jochem, Nienke, de klas, Tino van Dijkk en meneer Zwart. Alleen Sanne, Justin en Remco ontbreken. Die zijn voorlopig geschorst.

Met ingehouden adem zien ze hoe de duikers onder water gaan, steeds andere plekken. Steeds wanneer ze met lege handen bovenkomen, gaat er een zucht van opluchting over het meer. Driekwart gedeelte van het water is al afgezocht.

Bij elke volgende duik krijgen ze meer hoop. Zou Jochem dan toch nog leven? David knijpt in Nienkes hand. Het mag niet, het mag nu niet meer misgaan. Ze schatten de afstand. Misschien nog twee keer duiken. Van de spanning schuiven ze steeds dichter naar de waterkant. En dan komen de duikers boven met het verstijfde lichaam van Jochem.



De leerlingen van klas 2B doen een stap achteruit. Ze willen het niet geloven. Sommige houden hun handen voor hun ogen om de waarheid niet te hoeven zien. Anderen zoeken steun bij elkaar en bij hun klassenleraar. Maar Tino, die de gevolgen van zijn plagerijen niet heeft overzien, is net zo geschokt als zijn leerlingen. Hij heeft al zijn kracht nodig om

Zijn eigen emoties in bedwang te houden.”



Dit citaat heb ik gekozen omdat je merkt dat niemand Jochem gepest heeft om dit te laten gebeuren. Je merkt ook dat de klas er spijt van heeft dat ze er niks tegen hebben gedaan, of dat ze niet gestopt zijn met pesten.



Verklaring titel

Het boek heet Spijt!, omdat David spijt heeft dat hij Jochem niet heeft geholpen toen Jochem hem om hulp vroeg. Hij is zijn belofte niet nagekomen. David heeft Jochem niet geholpen, omdat hij zich toen zo rot voelde. Daarom voelt hij zich het meest schuldig. Maar eigenlijk heeft de hele klas er spijt van dat ze Jochem niet hebben geholpen.



Mening

Spijt vond ik een zielig en meeslepend boek. Het boek sprak me heel erg aan omdat ik zelf ook jaren lang gepest ben. Je kunt je goed verplaatsen in de gevoelens van de hoofdpersonen. In het boek kun je zien wat de gevolgen van pesten kunnen zijn. Jochem moet zich wel heel ongelukkig gevoeld hebben om zelfmoord te plegen. De daad van Jochem heeft de klassenleraar en zijn klasgenoten wel aan het denken gezet, waardoor ze in de toekomst hopelijk het pesten zullen laten.



Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen