Boekverslag : C. Joh Kieviet - Dik Trom
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 916 woorden.

Titel: De avonturen van Dik Trom



Auteur: C. Joh Kieviet





A Over het boek

A1 Kern (wie, wat, wanneer, waar, en waarom) :

Dik Trom woont in een dorp en hij is een echte dierenvriend. In de zomer redt hij een dier. Hij houdt ook veel van lol maken. Dat doet hij dan ook vaak bijvoorbeeld bij meneer Wip.



A2 Hoofd- en bijfiguren:

De hoofdfiguur is Dik Trom en er zijn heel veel bijfiguren zoals: Flipsen de politieagent, Piet van Dril en Jan Vos, twee van Dik´s beste vrienden, Kromme Mietje, een klein stumperig meisje, ongeveer van Dik´s leeftijd die vaak wordt gepest en Dik helpt haar altijd. Bruin Boon is de grootste pestkop van het dorp en Dik haat hem daarom, meneer Costes een rijk man die van Dik een hond had gekocht en Japik, de butler van meneer Costes.



A3 Waar: In een klein dorp ver weg van steden.



A4 Wanneer: In de zomer rond 1900.



A5 Titelverklaring: De titel spreekt voor zich. Dik Trom beleeft inderdaad allemaal

verschillende avonturen.



A6 Samenvatting:

Dik wil iedereen en alles helpen dus belandt hij in veel avonturen. Zo gaat hij op jacht en vindt een half dooie ooievaar. Die wil hij verzorgen maar hij ontdekt al gauw dat één leven van een ooievaar vele levens van kikkers kost. Gelukkig helpen zijn vrienden met het vangen van kikkers. Hij heeft ook nog geluk dat de veearts hem gratis wil helpen de hagelkorrels uit de vleugel te halen en het been van de ooievaar te spalken. Zo heeft hij nog een paar dingen. Hij past bijvoorbeeld op een winkel van meneer Wip en daar verdient hij dan 2 gratis sigaretten mee. Als hij gaat oppassen doet hij meneer Wip na. Meneer Wip heeft een tijd in Parijs gezeten en schept graag op dat hij Frans kan praten. Dik ging hem na doen toen hij moest oppassen en hij bood iedereen gratis sigaretten aan.

Als hij iemand gaat scheren dan stopt hij hem eerst vol met scheerschuim zodat hij niet meer kon praten en dus ook niet klagen.

Op een dag gaat hij meneer Denappel helpen om voor zijn kippen broedeieren te kopen. Nadat hij ze had gekocht ging meneer Denappel de ooievaar bekijken. Maar toen hij hem bekeek ging hij zitten. Meneer Denappel had zijn eieren in zijn broekzakken gedaan en zijn broekzaken waren nu smerig door gebroken eieren. Zo heeft Dik nog veel meer dingen meegemaakt. Dik is dus een echte kwajongen uit een klein dorp uit 1900. Zijn avonturen vertellen daarover.







B Over de auteur:

B1 Enkele gegevens over de auteur:





C. Joh. Kieviet



De schrijver Cornelis Johannes Kieviet leefde van 3 maart 1858 tot 12 augustus 1931. Zijn vader was een timmerman/aannemer die zich kort na de drooglegging van de Haarlemmermeer in Hoofddorp vestigde en de eerste boerderijen en huizen in de nieuwe polder bouwde.

Johan was de tiende van elf kinderen. Zestien jaar oud ging hij als kwekeling naar Delft. In 1877 keerde hij terug naar Hoofddorp en werd hulponderwijzer aan de openbare lagere school no. 3 in Vijfhuizen. In 1879, op zijn eenentwintigste, kreeg hij een aanstelling als onderwijzer in Lisse. Hier ontmoette hij Gezina Veldhuyzen van Zanten, zijn toekomstige vrouw. Ze verhuisden naar Den Haag, waar hij een nieuwe betrekking als onderwijzer aanvaardde. Na de hoofdakte te hebben behaald, werd hij in 1883 benoemd tot hoofd van de openbare lagere school in Etersheim, een klein dorp aan het IJsselmeer in de buurt van Hoorn. Hier zou hij ruim twintig jaar blijven. Geholpen door één schooljuffrouw onderwees hij de verschillende klassen.

Omdat er volgens Kieviet in zijn tijd uitsluitend brave kinderboeken bestonden, volgepropt met grote-mensengedachten, besloot hij zelf andere kinderboeken te gaan schrijven. Elke avond schreef hij tien velletjes in een schoolschrift. Deze las hij voor aan zijn vrouw. Vervolgens liet hij ze, vaak al de volgende dag, door de oudere leerlingen voorlezen aan de jongere. Hij lette goed op hoe deze op de verhalen reageerden. Zo bleek vanzelf of het nodig was nog iets aan de tekst te veranderen.



In 1891 verscheen 'Uit het leven van Dik Trom' bij Kluitman in Alkmaar. Na de periode in Etersheim was Kieviet veertien jaar lang hoofd van de openbare lagere school in Zaandam. Hier schreef hij een vervolgdeel, ditmaal over Diks zoon Jan. 'De zoon van Dik Trom' verscheen in 1907. In deze plaats schreef hij ook 'Toen Dik Trom een jongen was'. Tien jaar later ging Kieviet vanwege zijn gezondheid vervroegd met pensioen. Hij verhuisde naar Wassenaar, waar de laatste drie delen van de Dik Tromserie ontstonden.

C. Joh. Kieviet stierf op 12 augustus 1931. Er zijn ongeveer vijftig jeugdboeken van zijn hand verschenen. Daarnaast schreef hij regelmatig verhalen en artikelen voor tijdschriften. Ook schreef hij een aantal toneelstukken die gebaseerd waren op zijn eigen boeken.









B2 Andere boeken van de auteur:

Uit de serie van Dik Trom:

 Uit het leven van Dik Trom

 Toen Dik Trom een jongen was

 Dik Trom en zijn dorpsgenoten

 Het tweede boek van Dik Trom en zijn dorpsgenoten

 De zoon van Dik Trom

Andere boeken:

In 'Den Otter'





C1 Eigen mening:

C1 Hoe ziet het boek eruit?

Het boek ziet er vrolijk uit en is gedrukt in duidelijke letters en korte alinea's.



C2 spannend: sommige stukjes vind ik spannend

grappig: om sommige stukjes lig ik in een deuk

origineel: want dit bedenk je niet zomaar

levensecht: je kunt het zelf echt meemaken

makkelijk: je leest er makkelijk doorheen



C3 Geef een cijfer voor

Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen