Boekverslag : Boudewijn Buch - Geestgrond
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2631 woorden.

Bibliografie
De Arbeidspers, Amsterdam/ Antwerpen, 1995, eerste druk

Genre: Geestgrond is zowel een psychologische- als een incestueuze roman. Ik heb hiervoor gekozen, omdat het boek gaat over de problemen die de hoofdpersoon, Winkler, nu heeft en vroeger heeft opgelopen door de ongewone relatie met zijn vader (incest).


Samenvatting
Winkler Bronckhaus is een jongetje van een jaar of 5 die opgroeit in Wassenaar. Hij heeft daar niet zo'n fijne jeugd. Hij woont bij zijn vader en moeder. Zijn vader is een nogal mysterische man die aan een oorlogstrauma lijd. Mede hierdoor heeft hij een hele rare relatie met Winkler, zijn zoon. Als hij boos is, mishandeld hij zijn zoon, en zegt hem te gaan vermoorden. Als hij dan weer rustig is, is hij erg gesteld op hem, en dan beleven ze ook hele, vaak te, tedere en hartverscheurende momenten.

Naarmate Winkler ouder wordt verlaat zijn vader de familie voorgoed. Zijn moeder is hier maar wat blij mee, dit is tot tegenstelling van Winkler die toch op een bijzondere manier van zijn vader houdt. Hij moet hierdoor dan ook naar de psychiater die hem zegt, zijn vader te vergeten. Hoewel zijn vader slechts een keer een kaart stuurt (uit Mexico) en na verloop van tijd zelfmoord pleegt, doet de zoon vele pogingen om meer over zijn vader te weten te komen. Dit doet hij door naar vele landen te reizen. Zo bezoekt hij bijvoorbeeld: Mexico, Bad Tölz, de Bering Zee en Nieuw-Zeeland.

Alhoewel Winkler homo is krijgt hij toch een relatie met een veel oudere lerares, Mieke. Deze verhouding duurt een paar jaar, en leidt tot een zoontje. Winkler is helemaal gek op het kind en wil het kind zo vrij mogelijk opvoeden, dit lukt hem dan ook. Maar het kind overlijdt al zeer vroeg, op zes-jarige leeftijd.

Behalve zijn vader pleegt ook Mieke zelfmoord. Op haar sterfbed zegt ze een relatie te hebben gehad met Winklers vader.Zij is de relatie begonnen op aandringen van zijn vader. Die zo hoopte, dat Winkler eindelijk eens van dat jongensgedoe af zal zijn.

Door de bekentenis van Mieke, krijgt Winkler twijfels over de afkomst van zijn zoon. Deze worden nog eens versterkt als hij bij het huis van zijn nicht,(die onderhand ook al zelfmoord heeft gepleegd) een schilderij vindt, die zijn vader heeft geschilderd. Hierop staan Mieke, zijn vader, en `zijn` zoontje.

In het laatste gesprek, die wordt beschreven in het boek, verliest de psychiater zijn beroepsmatige houding, wordt emotioneel en zegt: bevrijd je van die omknelling van het verleden. Zet je vader aan de kant. Godverdomme, hou er mee op. Je moet eruit stappen, maak voor mijn part een nieuw kind. Ga godverdomme Neuken (pagina 153)

Door deze zinnen, komt de hoofdfiguur bijna tot een bekentenis, en zegt tegen de psychiater: 'er is iets wat is u niet durf te vertellen'. Hij neemt zich voor grondig naar zijn vader te gaan zoeken. `De dood kan niet langer uit onsamenhangende fragmenten blijven bestaan'. Maar dan is het boek uit.


Motto
1. Bering, Vitus Jonassen, 1681- 1741, Søfarer. F. Sommeren 1681 i Horsens, d. 19. Dec. 1741 paa Bering Øen [...] Dansk biografisk leksikon, 11, p. 484 København 1933.

2. Christchurch [New Zealand]. The city was not named after the Hampshire town- though curiosly like Christ- church NZ is too is situated on an Avon river- but after Crist Church at Oxford College GB [...] South Island places, Paraparaumu, NZ, 1995.

3. Ein Vater, der sechs Söhne hat, ist verloren, er mag sich stellen, wie er will. Goethe in Johann Peter Eckermann Gespräche mit Goethe [..., 16 december 1829]

motto 1: Ik kan hier eigenlijk weinig uithalen. Het enigste wat me bekend voorkomt is het woordje Bering. Dit is de plaats waar de vader van Winkler vandaan zegt te komen, en waar Winkler op latere leeftijd dan ook naar toe reist

motto 2: Verklaring voor de plaatsnaam Christchurch. Hier woont zijn overleden nichtje. Via haar hoopte Winkler wat meer van zijn vader te weten te komen. Daarom is hij naar Christchurch in Nieuw- zeeland gereisd.

motto 3: Dit is een uitspraak van Goethe over de positie van een vader met zes zonen: hij is verloren. Het lijkt te verwijzennaar de moeilijke vader- zoonrelatie


Tijd & Ruimte
TIJD

Periode waarin het verhaal zich afspeelt:
De jaren vijftig, zestig en negentig.

Vertelde tijd;
De verhaaltijd is rond de veertig jaar.

Verteltijd:
Omdat het boek in het begin nogal verwarrend was, heb ik de eerste zeventig bladzijden twee keer gelezen. Hierdoor was mijn verteltijd vijf en een half uur.

De verhouding tussen de verteltijd en de verhaaltijd:
Boudewijn Büch beschrijft sommige dingen heel erg precies. Dan is de verteltijd dus langer dan de verhaaltijd. Maar op een gegeven moment slaat hij ook dertig jaar over. Dan is verteltijd dus korter dan de verhaaltijd

Tijdsvolgorde:
Het boek is absoluut chronologisch. Vaak hele hoofdstukken zijn flash-backs.

Tijdsperspectief:
Het verhaal is vision par derrière. Dit komt omdat grote stukken van het verhaal flash-backs zijn.



RUIMTE

Als Winkler jong is, is die vooral thuis in Wassenaar. Maar naarmate hij ouder wordt, gaat hij reizen maken naar onder andere Mexico, Nieuw-Zeeland en de Bering Zee. Toch kan hij hier niet gelukkig worden. Alleen op die ene vierkante meter Geestgrond in Wassenaar, is hij gelukkig.


Vertel situatie
Deel 1 begint met de alleswetende ik-vorm. Aan het einde van deel 1 staat: Sinds mijn tiende jaar heb ik niet alleen iemand anders willen zijn, maar ben ik ook iemand anders. Eigenlijk heet ik Winkler Brockhaus. Mijn verhaal is dat van een jongen, die zichzelf achterna loopt. Winkler is volkomen zichzelf, een jongen die het talent heeft om naar zijn eigen verwarring, zijn eigen gestoordheid en ook zijn eigen teloorgang te kunnen kijken.En daarover ook nog aardig -analytisch bijna- te kunnen kijken. Misschien is het beter dat ik mijn eigen verhaal verlaat en over de gedachten en handelingen van Winkler schrijf.

In deel twee en drie, gaat hij over op de verhulde ik- vorm. Zo kan hij beter over de gedachten en handelingen van Winkler schrijven.

Deel vier begint met de regel: de dag dat het verhaal de derde persoon niet langer verdroeg. Vanaf hier komt alles weer in de ik-vorm. En net als de hoofdpersoon tot een bekentenis over zichzelf wil komen, eindigt het verhaal.


Personages
de hoofdpersoon:
De hoofdpersoon is Winkler Brockhaus, het alter ego van Boudewijn Büch. Hij is helemaal geobsedeerd door zijn vader, en hierdoor reist hij de hele wereld over. Dit is in de hoop om meer over zijn vader te weten te komen, en dus ook over zichzelf. Hij lijkt een tamelijke rustige jongen, die niet met zijn gevoelens om kan gaan, en hierdoor ook geregeld naar de psychiater moet. De relatie met hem en zijn vader, is nogal wisselend. Maar na zijn dood, ziet hij alleen de positieve dingen van hem. En al waren het er weinig, toch zijn deze belangrijker, dan alle keren dat hij in elkaar werd geslagen door hem. De relatie met hem en zijn moeder, is minder positief. Hij haat zijn moeder doordat zij ook met zijn vader slaapt, en hij wil hem helemaal voor hem alleen.

Er is weinig sprake van geestelijke ontwikkelingen. Winkler is en blijft een jongen die heel erg met zichzelf in de knoop zit. Wel is hij, aan het einde van het boek, uit over zijn sexuele geaardheid.

de bijpersonen:
De vader, Rainer, is een mysterieuse man. Na zijn echtscheiding verdwijnt hij spoorloos. Hij stuurt aleen nog een keer een kaartje. Rainer is een man, die elk moment in woede uit kan barsten. Hij heeft een relatie met de moeder van het kind van zijn zoon. Met zijn zoon heeft hij een haat- liefderelatie. Die zelfs, na zijn dood, nog steeds druk uitoefend op Winkler.


Thematiek
Er zijn meerdere thema`s. Zo vind ik eenzaamheid, ongelukkigheid, liefde tussen zoon en vader, haat tussen vader en moeder (en soms zoontje), en de dood, allemaal passen bij het boek.

Idee:
Het idee is denk ik dat alle mensen raadsels voor elkaar zijn, en dat elk mens totaal anders is. Wat Büch denk ik ook heel erg belangrijk vindt, is, dat je het verleden moet loslaten, en je niet moet concentreren op een heel klein ding uit het verleden, zoals Winkler doet in het boek.

Motieven:
Er zijn veel motieven. Zoals:
· incestueuze liefde tussen zoon en vader
· zware depressie bij de hoofdpersoon
· homoseksualiteit
· de verhouding tussen leerling en lerares
· de dood/ zelfmoord

Thematiek:
Het thema is de zoektocht naar de vader van de hoofdpersoon. Hij wil weten wat voor een man hij precies was en waarom hij maar niet kan loskomen van zijn vader.


Boekbeschrijving & Titel
Geestgrond is een vervolg op "de kleine blonde dood".

Geestgrond heeft 153 pagina`s. Het boek is verdeeld in 4 delen. De eerste en de vierde zijn in de ik-vorm geschreven en tweede en derde in de hij- vorm. Het boek telt 93 zeer korte hoofdstukken. Bijna elk hoofdstuk wordt in een andere tijd verteld. Op pagina 154 staan de tien eerder geschreven boeken van Búch.

Het boek is opgedragen aan Pauline met het citaat: `ik haal je van de muur en sluit je in mij, waterdicht.' Verder zijn er drie motto`s aanwezig.

Op de omslag staan opgestapelde overblijfselen van herten, deze verwijzen naar het woord de dood, en zo dus ook naar het woord geest.


Winkler vertelt op bladzijde 58 aan zijn psychiater: `Er zijn nog steeds maanden, maanden aan een stuk, dat ik niet los kom van die minuten. Die ongelofelijke tedere en hartverscheurende momenten op die ene vierkante meter Geestgrond. Geestgrond, die oude in cultuur gebrachte grond, vlak achter de duinen. Alles wat teder aan mij is, ligt in dat landschap besloten. Het is niet veel, maar alles wat daarna gebeurde, had in elk geval niets met tederheid te maken.'


Opbouw
Volgorde van het verhaal:
Het verhaal speelt zich af in de jaren negentig en het bevat heel veel flashbacks naar de jaren vijftig en zestig

Samenhang:
De belangrijkste twee dingen zijn:
1) reizen
2) de band die Winkler met zijn vader heeft.
Deze dingen staan direct mat elkaar in verband, omdat Winkler reist om zo zijn vader te leren kennen. En zoals op pagina 112- 113 staat, toen Winkler weer eens op reis was: ` Winklers leven was tot stilstand gekomen aan de rand van de wereld. Hij was op zoek naar zijn vader, maar vond zichzelf.'

Verhaallijn
Een deel van het verhaak gaat over de verhouding tussen de hoofdpersoon en zijn vader. Een ander gedeelte gaat over de hoofdpersoon en zijn kind.

Spanning:
Het boek is niet echt spannend, toch wil je doorlezen. Ik denk dat dit komt doordat je graag wilt weten waarom Winkler zich zo tot zijn vader voelt aangetrokken.

Begin en einde van het boek:
Het boek begint als Winkler ongeveer vijf is, en het eindigt als die zo rond de vijf en veertig is. Toch is het verloop in het boek niet helemaal normaal. Zo is Winkler in hoofdstuk 4, vijfendertig, en in hoofdstuk zes is die weer vijf. Zo gaat het het hele boek door.


Stijl
Doordat het boek in verschilende perspectieven is geschreven, en het verhaal zich op vele verschillende plaatsen afspeelt, is er veel afwisseling tussen spreken, vertellen en beschrijven. Het verhaal bevat veel korte zinnen. Dit helpt je het verhaal makkelijker te kunen lezen. Ook de eenvoudige zinsbouw helpt hierbij.

Doordat Winkler veel gesprekken heeft met zijn psychiater, zijn er best veel dialogen. Maar er zijn ook hele hoofdstukken, waar bijna geen dialoog in voorkomt.

Verder is de taalgebruik erg spreektaalvaardig en modern. Er worden weinig oude of moeilijke woorden gebruikt.


Literatuur geschiedenis
Achtergrond van de schrijver:

Boudewijn Büch is in 1948 in Den Haag geboren. Hij brengt zijn jeugd door in Wassenaar. Zijn lagere school wordt enkele malen onderbroken door langdurende ziektes en een verblijf van een jaar in een psychiatrische inrichting. Hij zit op het gymnasium en doet in 1975 zijn doctoraal Duits en in 1975 Nederlands. Hij publiceert in 1976 als dichter en in 1981 als prozaschrijver. Verder schrijft hij essay`s, reisverhalen en gedichtenbundels.

Boudewijn Büch is dan ook niet alleen een schrijver, maar hij is ook dichter, journalist, criticus en tv-presentator. Hij is bovendien, sinds zijn jeugd, een grote fan van Mick Jagger.

Zijn jeugd is altijd heel erg moeilijk geweest. Zijn werk is autobiografisch, maar hij verandert wel dingen. Belangrijke onderwerpen in zijn boeken zijn: relatie tussen vader en zoon, homoseksualiteit en het dode kind.

Het taalgebruik, is altijd vrij makkelijk. Hij gebruikt geen moeilijke woorden of hele lange, onbegrijpelijke zinnen. De boeken van Boudewijn Büch gaan eigenlijk allemaal over hetzelfde : Hoe zijn ervaringen in zijn jeugd invloed hebben op zijn denken en zijn gedrag als hij volwassen is. Je zou dus kunnen zeggen dat Büch's hoofdthema is : Het verleden werkt door in het heden. Hij werkt dit thema uit aan de hand van verschillende jeugdervaringen en beschrijft dan vervolgens zijn gedrag als hij volwassen is.

Schrijven is voor hem een soort therapie, omdat hij verstrikt zit, in een warboel van emoties. Zo kan hij alles op een rij zetten.

Achtergronden van het boek:

Zoals ik ook al eerer heb vermeld, gaan bijna alle boeken over hetzelfde, en dingen die hem vroeger bezig hielden. Enkele voorbeelden hiervan zijn : De omgang met zijn vader (in "De kleine blonde dood"), zijn zoontje Mickey (ook in "De kleine blonde dood"), het gekkenhuis waar hij in heeft gezeten (in "Het dolhuis") en zijn liefde voor Mick Jagger (in "Brieven aan Mick Jagger").

De boeken van Boudewijn Büch worden heel verschillend ontvangen. De meeste critici vinden zijn boeken maar niks. Als reden hiervoor ben ik het meeste tegengekomen dat hij eigenlijk niet veel vertelt in zijn boeken, maar dat hij zich meer herinnert. Bovendien zou hij zich helemaal niet inleven in de personages in het boek, hij zou te oppervlakkig blijven. De meeste recensies waren negatief over zijn boeken. Maar, blijkbaar vindt het publiek zelf hem wel goed. Hij heeft immers veel boeken geschreven, die ook goed verkopen. Van een boek is zelfs een film gemaakt.


Eigen mening
Het onderwerp:
Het onderwerp vind ik erg goed. Het gaat over de psychische problemen die een jongetje in zijn jeugd krijgt. Echt origineel is het onderwerp niet, er zijn al veel boeken over geschreven. Boudewijn Büch heeft ook al meer boeken over geschreven.

De gebeurtenissen:
Het verhaal bevat best veel gebeurtenissen. Zo reist Winkler naar allerlei delen van de wereld. Behalve dat veel hoofdstukken gaan over het reizen, en zijn vader, gaan er ook veel over over het bezoeken van een psychiater. Alle gebeurtenissen hebben toch wel een gevoel van medelijden bij me losgemaakt. Ik heb dan ook medelijden met Winkler, en zijn vader. Doordat ze allebei niet met hun gevoelens kunnen omgaan. En met Winkler heb ik extra medelijden, omdat hij zich niet kan losmaken van zijn, vaak, agressieve vader.

De bouw:
De opbouw is erg moeilijk. Dit komt doordat allerlei gebeurtenissen in een ander jaar, en op een andere plaats, plaatsvinden. Hierdoor, heb ik het eerste gedeelte van het boek, twee keer moeten lezen, om het te begrijpen. En ik denk dat als ik het verhaal nogmaals lees, ik achter weer wat nieuws kom. Want Frans Willem de Zoete schreef in een recensie ook wat over een dagboek. Maar ik kan me niet herinneren ook maar iets over een dagboek te hebben gelezen.

Personages:
Er zijn eigenlijk twee hele belangrijke personages. Winkler, en zijn vader. De vader van Winkler is nogal geheimzinnig. Je weet wel wat hij doet, maar niet zijn gevoelens. Winkler ging iets meer leven. Maar omdat hij nogal met zichzelf in de knoop zit, is het ook moeilijk om hem helemaal te kunnen begrijpen. Ik kan me moeilijk inleven, dit komt omdat ik nog nooit met een van deze gebeurtenissen ben geconfronteerd.

Taalgebruik:
Het taalgebruik, vind ik heel erg aangenaam. Door de speciale manier van schrijven van Boudewijn Büch, lees ik graag zijn boeken. Hij schrijft op wat hij denkt, en als hij zich ergens aan ergert, laat hij dit ook duidelijk merken. Er komen niet echt opmerkelijk veel of weinig dialogen in Geestgrond voor. De taal was gemakkelijk te begrijpen, het was niet te hoogdravend, kortom het taalgebruik, vind ik meer dan positief.


Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen