Boekverslag : Anne Winkels - Vriend Of Dealer
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2306 woorden.


Auteur / Titel:



Titel: Vriend of dealer?

Auteur: Anne Winkels



Waarom denk je dat ze voor ‘Vriend of dealer?’ als titel hebben gekozen?



Saskia is één van de hoofdpersonen uit het boek. Saskia heeft een vrienden, Christel, die na een danceparty in het ziekenhuis terechtkomt. Saskia wil weten wat er gebeurd is. Of ze pillen heeft geslikt? Of ze die pillen van Thomas heeft gekregen? Saskia komt er achter dat Thomas wat met de pillenhandel te maken heeft maar ze vindt het ondanks alles een hele leuke, lieve jongen. Saskia stelt zichzelf een vraag: is Thomas een vriend of een dealer?



Er is geen ondertitel.





Verwachtingsvragen:



Toen ik de titel van het boek las, dacht ik dat het verhaal zou gaan over iemand die in drugs handelt en tegelijkertijd zijn grote liefde tegenkomt. En dat diegene dan denkt: moet ik stoppen met dealen in drugs voor mijn grote liefde?



Ik heb het boek gekozen omdat de flaptekst mij erg aansprak. Het boek stelde vragen en je wou graag weten hoe het af zou lopen. Ook de titel vond ik heel interessant. Het boek kan echt gebeuren en dat vind ik altijd heel leuk aan boeken.



Korte inhoud:



Het begin:

Saskia, de dochter van de rector, bezoekt een danceparty. Ze wil weten hoe haar vriendin Christel in het ziekenhuis is belandt. Thomas gaat dansen met Saskia en meteen is duidelijk dat Saskia hem heel erg leuk vindt. Als ze wat gaan drinken biedt Thomas Saskia een pil aan. Saskia twijfelt of ze hem in moet nemen. Als ze het niet doet zal iedereen haar ‘papaskindje’ blijven noemen. Maar ze durft het niet, ze voelt zich ook schuldig tegenover Christel dat ze hier zo van aan het genieten is. Opeens dringt het Saskia door dat Christel wel door zo’n pil in het ziekenhuis is belandt. Ze weigert de pil en Thomas gaat weg van haar.



De belangrijkste gebeurtenissen:

 Christel, de beste vriendin van Saskia komt door die rotpillen in het ziekenhuis te liggen. Saskia gaat bij haar op bezoek en ze krijgen ruzie. Een ruzie die niet in één keer weer goed komt. Saskia voelt zich het hele boek daardoor heel erg alleen en ze denkt dat ze niemand meer heeft. (blz. 15)

 Saskia vertrouwt de hele boel niet met die pillen. Ze gaat naar haar scheikundeleraar Boris van Amstenrade en vraagt hem of hij een paar van die pillen wil onderzoeken. Alhoewel Boris er niet graag in betrokken wil worden, gebeurt dat wel. (blz. 22)

 Thomas vraagt aan Saskia of ze meegaat om hem aan te geven. Zij kan alles bevestigen. Saskia vertrouwt hem en gaat met hem mee. Als ze een poosje op de fiets zitten dan worden ze ingesloten en meegenomen. Ze worden opgesloten in het CAD-gebouw. Vanaf dat moment vertelt Thomas haar alles. (blz. 100)



Het centrale probleem:

Saskia zit in een moeilijke positie. Ze weet dat er op school een drugshandel is. Omdat ze de dochter van de rector is wordt ze al heel vaak uitgescholden voor papaskindje. Ze merkt ook dat ze een jongen, Thomas, heel erg leuk vindt maar hij zit ook bij de drugshandel. De jongens van de drugshandel bedreigen haar en ze weet niet of ze het aan haar vader moet vertellen. Dan heeft ze ook nog eens ruzie met haar beste vriendin Christel, terwijl ze eerst altijd alles met haar kon delen.



De afloop:

Thomas wil zich aangeven bij de politie en vraagt of Saskia met hem mee wil gaan. Als ze dat doet worden ze samen meegenomen en opgesloten in een kelder. Thomas vertelt aan Saskia het hele verhaal over de drugshandel en dat hij het eigenlijk helemaal niet wou. Hij vertelt ook dat hij verliefd is op haar. Dan opeens merkt hij zijn mobiel in zijn zak. (Die mobiel kreeg je als je begon met drugs handelen.) Hij belt de politie en vertelt waar ze opgesloten zitten. De politie komt er net op tijd aan. De mensen die hun hadden opgesloten worden gepakt.



Personen:



Wie zijn de hoofdpersonen?

Saskia: de dochter van de rector en de beste vrienden van Christel. Ze zit in een moeilijke positie en weet niet of ze de drugshandel moet verklikken aan haar vader.

Thomas: begint met de drugshandel door zijn ‘beste’ vriend Ronald. Hij wil het eigenlijk niet en heeft al vanaf het begin een oogje op Saskia.

Christel: komt na een danceparty in het ziekenhuis terecht en is de beste vrienden van Saskia.

Boris: scheikundeleraar en helpt Saskia met het onderzoeken van de drugshandel.



Schets een geschreven portret van de hoofdpersonen.

Saskia is normaal een vrolijk meid met haar vriendin Christel. Doordat ze achter de drugshandel komt raakt ze onzeker. Ze weet niet wat ze moet doen en wil haar medescholieren niet verklikken. Ze houdt niet van ruzie, maar wil wel spanning. Ze is erg eigenwijs. (45 woorden)

Thomas is een jongen wil wel graag overal bijhoren en is erg slim. Als hij verliefd is wil hij alles voordat meisje doen. (Hij stapt niet uit de drugshandel om Saskia gevaar te brengen.) Het is een sociale, aardige jongen. (40 woorden)

Boris is een aardige, populaire leraar die zich graag aan de regels houdt.



Vertel iets over de relatie(s) tussen de hoofdpersonen? (verduidelijk met een citaat)

Saskia en Thomas zitten bij elkaar in de klas. Ze vinden elkaar allebei leuk alleen zeggen ze het allebei niet. (‘Alleen Thomas is dichtbij. Af en toe hij naar haar. Ze kan het niet geloven. En alsof hij haar ongeloof wil wegpoetsen, drukt hij een zoen op haar mond. Ze heeft het gevoel dat ze meteen stilvalt, niet meer weet hoe ze dansen moet.’ Blz. 10)

Christel en Saskia zitten ook bij elkaar in de klas en zijn beste vriendinnen. Ze krijgen ruzie maar dat komt aan het einde weer goed. (‘Gelukkig, Christel is weer mijn vriendin. Ik kan voortaan weer alles met haar delen.’ Blz. 91)

Boris is de populaire scheikundeleraar. Iedereen vindt hem heel leuk. (`Als hij maar niet denkt dat zij een van die meiden is die regelmatig rond zijn lokaal zweven om een glimp van zijn knappe, kortgeknipte blonde kop op te vangen.` Blz. 22.)



Met wie van de hoofdpersonen zou je bevriend willen zijn?

Ik zou wel bevriend willen zijn met Saskia, want ze lijkt me erg spontaan en aardig. Ze wil het liefst geen ruzie met haar beste vriendin en ik houd ook niet van ruzie.



Welke van de beschreven personen vind je juist onsympathiek?

Nick en Bas uit 5-gym. Ze zitten ook bij de drugshandel en schelden Saskia uit voor ‘papaskindje’.

Ronald. Dat is de beste vriend van Thomas. Hij haalt Thomas over om mee te doen aan de drugshandel door te dreigen.

De jongens op de scooters en de ijscoman. Zij schelden Saskia ook uit voor papaskindje en verkopen drugs. Ze bedreigen veel mensen door de drugshandel. (Bijvoorbeeld Saskia omdat ze niks mag vertellen aan haar vader.)



Taalgebruik:



Ik vond het taalgebruik niet opvallend, er zaten ook geen moeilijke woorden in. Het is volgens mij vanuit de schrijverskant geschreven. Wel leuk was dat er af en toe een hoofdstuk was van één bladzijde en dat was dan een telefoongesprek tussen Thomas en Ronald.



Waardering:



Geef door middel van één of meer beoordelingswoorden aan wat je van het boek vond en licht het toe.

Ik vond het boek heel erg leuk en spannend. Het eerste hoofdstuk vertelde al veel over het boek en sleepte je er meteen al in mee. Het liep heel verassend af, toen opeens dat pistool erbij kwam. Ik vond het allemaal goed gedacht en gelukkig liep het goed af.



Wat vond je het beste van het verhaal?

Het eerste hoofdstuk. Er gebeurt heel veel en het is al meteen interessant. Voor de rest eigenlijk niet iets bijzonders. Het hele verhaal is erg spannend geschreven, daardoor wil je ook verder lezen.



Wat vond je het minst goede aan het verhaal?

Er was niet echt wat niet goed was. Alles wat geschreven was hoorde ook zo in het verhaal. Er had misschien nog wel iets slechter af kunnen lopen want het gaat het hele boek slecht door alle drugs en toch heb je zo’n perfect einde, maar ik vind dat wel leuk.



Wat is je eindoordeel over het verhaal?

Ik vond het een heel goed verhaal, omdat het goed was geschreven en tot aan het einde bleef de spanning erin wat er zou gaan gebeuren. Het taalgebruik was niet moeilijk en je wilt hem zo in één keer uitlezen.





Bijzonderheden:



Anne Winkels is het pseudoniem van Annie van Gansewinkel. Ze is in 1954 in Weert in Limburg geboren. Annie is de oudste van vier kinderen. Als kind is ze al dol op lezen. Ze heeft een vriendinnetje dat gelukkig net zoveel van lezen houdt als zij. Samen houden ze wedstrijden wie het meeste boeken leest in de maand.

Als Annie twaalf is, weet ze al wat ze wil worden: schrijfster. En dat verandert sindsdien niet meer. Ze gaat naar de M.M.S, de Middelbare Meisjes School. Na haar middelbare schooltijd volgt Annie na elkaar de opleiding M.O.A. Frans en M.O.A. Nederlands in Tilburg. In 1974 wordt ze daar lerares Nederlands en Frans op een mavo. Annie blijft schrijfkriebels houden en besluit een opleiding tot journalist te volgen. Ze stopt in 1981 met lesgeven en rond haar opleiding in 1984 af. Ze specialiseert zich in jongerenjournalistiek. Annie gaat als journalist aan de slag. Ze is onder andere medewerkster van de jongerenpagina Ninix van het Nieuwsblad. Ze werkt op de regioredactie en de eindredactie en ze heeft een column over rechtbankzaken.

Om het schrijven van fictie niet in het gedrang te laten komen, gaat Annie in 1985 parttime werken. In 1992 verschijnt haar eerste boek voor jongeren: Reisgenoten gezocht. In 1993 volgt een boek voor jongere kinderen: Kopje onder. Ik kom naar je toe (1994) en Blanco Strafblad (1996) zijn weer voor jongeren. Annie gaat ook boeken voor jongeren schrijven, die leestechnisch niet al te moeilijk zijn: De oppas (1997) en Het liefje van de leraar (1998).

In 1997 stopt Annie definitief met haar journalistieke werk om zich voortaan helemaal aan het schrijven te wijden. Daarnaast geeft ze schrijfcursussen aan volwassenen.

Annie heeft duidelijk belangstelling voor criminaliteit en voor jongeren die zich op het slechte pad begeven. Door haar column over rechtszaken is die interesse nog eens extra gevoed. In de onderwerpen van haar boeken zien we die belangstelling terug. In Blanco strafblad is Elsa de hoofdpersoon. Op school gaat er bij maatschappijleer een aantal lessen over strafrecht. De klas bezoekt de rechtbank. Gaandeweg het boek ontdekt Elsa dat haar oudere broer Niels en zijn vriend Paul dingen doen die niet in de haak zijn. En dan wordt haar oudere zus Kathy gearresteerd.

In 1999 schrijft Annie een thriller voor jongeren: Vriend of dealer?. Omdat ze het boek anders vindt dan haar voorgaande werk gebruikt ze een pseudoniem. Toch is het niet zo afwijkend, als je Annie’s belangstelling kent. In dit boek komt Saskia een gevaarlijke bende op het spoor. Haar klasgenoot Thomas handelt in vergiftigde danspillen. Al weer een jongere die zich op het slechte pad begeeft dus.

Het is dan ook niet verwonderlijk, dat het schrijven van thrillers Annie goed bevalt. Nachtspel (2000) is de volgende thriller. Waarschijnlijk heeft Annie hiermee het genre gevonden dat het best bij haar past.



Bijzonderheden 2:



Vragen aan Annie van Gansewinkel:



Bedenk je alles zelf?

Ja, ik bedenk bijna alles zelf. Natuurlijk zitten er dingen in mijn boeken, die ik gezien, gehoord of meegemaakt heb. In Kopje-onder bijvoorbeeld gaat het over Hanneke, die bang is om naar zwemles te gaan. Zelf was ik vroeger ook bang voor de zwemles. In Ik kom naar je toe heeft Astrid last van slaapwandelen. In haar slaap doet ze rare dingen, net zoals mijn man die soms ook slaapwandelt.



Werk je met een computer?

Eerst schrijf ik, heel ouderwets, met de hand, dat wil zeggen: met een vulpen. Daarna typ ik de tekst in de computer.



Wat voor boeken schrijf je het liefst?

Ik vind het juist het leukst om telkens heel verschillende boeken te schrijven. Het ene boek gaat over sport en het andere is een eng verhaal. En weer een ander boek gaat over een probleem: over hoe het is, als je zus verkeerde dingen doet en door de politie wordt opgepakt (Blanco strafblad).



Wat vind je zelf je mooiste boek?

Dat vind ik een van de allermoeilijkste vragen. Mijn laatste boek vind ik altijd mijn mooiste boek, omdat ik daar in gedachten nog het meest mee bezig ben. Maar mijn eerste boek blijft mijn mooiste boek, omdat het fantastisch is als je allereerste boek in de winkel ligt. En de andere boeken..., ach die hebben ook allemaal een speciale betekenis voor mij. In elk boek zit wel een stukje van mezelf.



Maak je zelf de tekeningen?

Nee, want ik kan absoluut niet tekenen. De uitgeverij kent gelukkig een heleboel goede tekenaars. Joyce van Oorschot bijvoorbeeld heeft voor veel van mijn boeken de kaften en de tekeningen gemaakt.



Ben je rijk geworden van het schrijven?

In Nederland worden maar weinig schrijvers rijk, alleen als je heel erg beroemd bent en heel veel prijzen wint, kun je rijk worden.



Welke schrijvers vind je zelf goed?

Mijn favoriete jeugdboekenschrijvers zijn: Annie M.G. Schmidt, Sjoerd Kuyper, Joke van Leeuwen en Ted van Lieshout.



Hoeveel boeken ga je nog schrijven?

Dat weet ik nog niet. Ik blijf schrijven zolang ik nog goede verhalen kan bedenken en tevreden ben over wat ik schrijf. Bovendien wil ik nog van alles uitproberen. Zo wil ik graag meer gedichten gaan schrijven.



Kom je wel eens op scholen?

Ja, en ik vind het heel erg leuk om in schoolklassen te vertellen over mijn boeken en om daaruit voor te lezen. Ik word dan uitgenodigd door de school, die dat regelt via de Stichting Schrijvers School Samenleving in Amsterdam.





Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen