Boekverslag : Ann Pilling - Opgejaagd
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1017 woorden.

Dit boek gaat over een jongen die Stan heet. Stan is een jongen van 14 jaar en woont in Londen. Hij heeft 1 broer en die heet Sid , hij woont in Irland op een boerderij. Hij heeft ook een zusje die heet Els.

Hij woont samen met zijn zusje bij een pleegmoeder tante Marjorie. Hij heeft het er erg naar zijn zin totdat de man van tante Marjorie Victor in de drugshandel begon. Stan had vaak ruzie met Kingsley, dat was het zoontje vanVictor, dus hij werd veel geslagen door Victor. Het werd zo erg dat hij van plan was om weg te gaan lopen. Hij had alles wat hij nodig had in zijn rugzak gestopt en wilde zo snel mogelijk weg, maar voor dat hij weg ging werd Victor gearresteerd door de politie voor zijn drugshandel, maar zijn vriend die ook in de drugs zat kon ontsnappen, hij heette Julius. Toch ging Stan weg. Hij wilde naar zijn broer in Ierand. Hij liep naar een snelweg en ging liften, het duurde een tijdje voordat hij werd opgepikt. Tijdens de rit stopte ze bij een winkeltje. Toen de bestuurder even weg ging naar het winkeltje zag Stan politie aankomen, hij sprong uit de auto en rende weg want hij had gezien dat hij in de krant stond als vermist dus de politie zat achter hem aan, hij kon zich verstoppen achter de vrachtauto’s die daar stonden. De politie bleef even zoeken maar vond hem niet. Toen de politie weg was kwamm hij te voorschijn , hij liep in de richting van de snelweg. Hij ging in het gras langs de weg zitten en begon in zijn rugzak te voelen voor iets eetbaars , opeens voelde hij een klein zakje, hij trok het er uit en tot zijn grote verbazing zag hij dat het een zakje drugs was. Dat zakje had Victor in zijn tas gestopt het was de bedoeling dat Julius het er uit zou halen. Hij borg het weer op in zijn rugzak. Toen hij even zat schrok hij zich rot want hij zag Julius aankomen, hij sprong overeind en begon naar de snelweg toe te rennen, Julius zat vlak achter hem , Stan kwam bij de snelweg en hij had geen keus dus hij pakte de hendel beet van een vrachtauto en deed de deur van de rijdende auto open en ging zitten. De chauffeur schrok zich rot, en vroeg waarom hij dat deed, want hij had wel dood kunnen zijn, maar Stan zei alleen maar rij door want er zit iemand achter mij aan. Verder zei hij niks, en de vrachtwagen chauffeur ook niet. De vrachtwagen stopte in Liverpool. Stan stapte uit en ging verder lopen. Toen hij ongeveer een uur had gelopen zag hij Julius weer, hij begon weer te rennen en er werd geschoten naar hem, maar gelukkig mis! Hij rende weg, een straatje in en rende bij een oud vrouwtje het huis in.





Hij zei dat er iemand achter hem aan zat, de vrouw geloofde het en hij mocht blijven.

Julius was hem kwijt geraakt en stopte met zoeken. Stan vertelde de vrouw zijn verhaal, toen hij dat gedaan had was het al laat en mocht hij op de bank blijven slapen. Stan was van plan om ‘s ochtends vroeg weer weg te gaan en dan met de boot naar Ierland. Stan werd om 5 uur wakker, hij stond op, jatte wat geld mee en ging er via het raam van door.

Hij moest om acht uur bij de boot zijn. Het was een aardig eindje weg, dus het was bijna acht uur voordat hij aankwam bij de boot naar Ierland. Hij kocht een kaartje en ging de boot op. Toen de boot wegvaarde zag Stan Julius weer op de boot. Hij schrok zich rot en rende weg. Hij liep z’ n eigen vast en Julius kon zijn rugtas pakken, maar Stan was hem voor en gooide zijn rugtas met drugs in de zee. Julius werd witheet van woede en wilde hem een lesje leren, maar gelukkig voor Stan kwamen er een paar mannen aan en die pakte Julius beet. En toen ze aan de overkant waren werd Julius gearesteerd. De politie moest Stan ook hebben, maar die was gauw naar de ruimte in het schip gegaan waar de auto’s stonden en had zich in een laad ruimte van een vrachtwagen verstopt. Toen de boot aan wal kwam kon hij ongezien met de vrachtwagen mee, de die een stuk gereden had stopte de vrachtwagen en de chauffeur ging iets kopen. Nu kon Stan mooi de vrachtwagen uit en hij was in Ierland, hij was daar een tijdje en toen merkte hij dat hij helemaal aan de verkeerde kant van Ierland zat, hij werd er moedeloos van, maar hij ging toch door. Stan die zwierf een tijdje door de stad heen en het begon al donker te worden, hij ging een slaapplaats zoeken, toen hij dat zocht werd hij opgepakt door een bende die allemaal aanslagen pleegde tegen de IRA. Ze pakte Stan op omdat ze dachten dat Stan iets wist van hun organisatie. Toen gooide ze Stan in een vrachtwagen, op dat moment kwam het leger er aan om de bende leden op te pakken, iedereen srong in de vrachtwagen en de vrachtwagen begon zo hard mogelijk te rijden. Het leger kwam achter ze aan en schoot op hun, en toen ontploft de vrachtwagen en Stan werd uit de vrachtwagen geslingerd en hij was bewusteloos. Toen hij weer bijkwam lag hij in een klooster, zijn hele benen zaten in het verband, want die waren verbrandt. Er zaten twee monniken naast zijn bed en hij moest het hele verhaal vertellen. Hij vertelde ook dat hij op weg was naar zijn broer, de monniken zeiden dat hij hier moest blijven en al zou hij weer wat beter zijn zouden de monniken hem bij zijn broer brengen. Hij was weer beter en de monniken brachten hem naar zijn broer op de boerderij. Zijn broer vond het leuk dat hij kwam. En hij mocht blijven en hij hoefde niet terug naar Londen.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen