Boekverslag : Abdelkader Benali - Bruiloft Aan Zee
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2385 woorden. |
Titel Bruiloft aan zee Info Abdelkader Benali; Bruiloft aan Zee, Vassallucci Amsterdam 1996, 160 blz. Circa tien tot twintig hoofdstukken. Titelverklaring Het verhaal speelt zich af rond een bruiloft die gehouden wordt in een Marokkaans kustplaatsje. De titel heeft geen verdere symbolische betekenis. Het hele boek wordt toegewerkt naar de bruiloft als ontknoping. Samenvatting Lamarat Minar is een taxi ingestapt en naar Melilliaar gereden, omdat hij van zijn vader de opdracht gekregen heeft diens broer (dus Lamarats oom) Mosa te gaan zoeken. Mosa is op zijn eigen drie dagen durende huwelijksfeest plotseling verdwenen. Hij zou gaan trouwen met Rebekka, zijn nichtje en Lamarats jongere zusje, welke aan hem was uitgehuwelijkt. De taxi wordt bestuurd door Chalid Blik Op De Weg, die iedereen in de omgeving kent en op die manier een mooie rooie draad kan vormen in het boek. Lamarat vertelt ons lezers over de geschiedenis die zich afspeelde op het land waar hij doorheen rijdt, hoe daar de liefde tussen zijn ouders opbloeide, zijn vader naar Deutschland (lees: Nederland) vertrok en een aantal jaren later ook zijn vrouw en eerste kind (Lamarat) over liet komen. Jamina en haar zussen waren de mooiste van het dorp Touarirt, zeiden ze tegen elkaar en de spiegel. Alle jongens begeerden hen, totdat ze de stad en tegelijk de meisjes in korte rokjes ontdekten, die er daarom veel mooier uitzagen. Alleen Teroet Minar met de flaporen bleef geïnteresseerd in het jongste zusje. Ze spraken steeds vaker met elkaar af, op het cactusveldje (annex sanitaire gelegenheid van heel het dorp) achter de huizen. Later trouwden ze. De zussen van Jamina waren niet op de bruiloft aanwezig, allemaal dood in een tijdsbestek van drie maanden. Jamina werd zwanger van onze hoofdpersoon, vanzelfsprekend werd hij daarna ook geboren. Deze bevalling was een bijzondere, maar dat krijgen we als lezers pas aan het eind van het verhaal over te horen. De vader van Lamarat besluit naar de West te gaan, naar Deutschland om precies te zijn, of nog specifieker: 'Ollanda. Hij wil voor zijn familie een huis laten bouwen in Touarirt en niet wegrotten in de omgeving als een luie mens-erger-je-nietspeler. Dat is namelijk het spel waar de mannelijke bevolking van het Marokkaanse platteland zich volgens het verhaal mee bezig houdt op terrasjes aan de rand van de weg. Aan het begin van zijn reis naar Nederland stapt 'de vader', zoals hij steevast genoemd wordt, in de auto van dezelfde taxichauffeur als zijn zoon twintig jaar later zal doen: de mercedes van Chalid. In die auto wordt Lamarats naam bedacht, hij wordt vernoemd naar de grootvader van de taxichauffeur. Tussen deze lange flashbacks door volgen we Lamarat die op zoek is naar zijn oom. Chalid weet waar hij heen moet rijden, hij heeft Mosa immers zelf naar die hoerenkast gebracht. Een uitgebreider verhaal is echter de jeugd van de jongen in Maanzaad-Stad (lees: Rotterdam). Maanzaad-Stad, omdat hij thuis vroeger het maanzaad snoepte van het Marokkaanse brood dat zijn vader verkocht voordat hij het in een plastic zak deed. Als kind was Lamarat voornamelijk bezig met rennen. Hij stal krijtjes op school waarmee hij voor zijn huis twee strepen trok en heen en terug over rende, met een stopwatch om z'n nek. Zijn kleine zusje Rebekka, dan hoogstens peuter ziet dit met schuddend hoofd aan. Ze is nog jong, maar heeft vanaf het moment dat Lamarat haar voor het eerst hoorde klotsen in zijn moeders buik de symbolische rol van oermoeder. Eerst reden Chalid en Lamarat naar Nadorp "het stadje dat 's zomers meer Mercedessen cabrio herbergt dan schapen". Daar bevinden zich wat mensen waar de jongen van Minar informatie over zijn oom kon krijgen, onder andere ene Ammoenier, de beste mens-erger-je-nietspeler die er is, hij speelt alleen nog tegen zichzelf. We worden intussen nog altijd bestookt met verscheidene anekdotes uit het verleden. De vader laat zich een partij tuinstoelen aansmeren door een jongeman met een Donald Duckstropdas die bij hen aan de deur komt, reuze handig voor de gasten op de bruiloft. Mosa is in Melilliaar gevonden, in de hoerenkast genaamd 'Lolita', in de armen van zijn favoriete dame Catischa. Het blijkt echter nog een heel werk om de goede man, die alles behalve nuchter is, de taxi in te krijgen. Wanneer dat echter gelukt is en de bruidegom ophoudt met lallen:"Iloveyoubeer.. Iloveyoubeer.." valt hij in een diepe slaap. De familie Minar is de zee over, de Marokkaanse grens gepasseerd in de ziedende hitte en komt aan in Touarirt, bij het huis wat de vader heeft laten bouwen voor zijn broer Mosa, de bruidegom. Een hartelijke ontvangst van de familie volgt. Een flashback in Nadorp. Lamarats ontmoet Ammoenier, welke hij gevonden heeft toen hij zijn neef zocht op de bazaar. Ammoenier verkoopt wasmiddelen, OMO om precies te zijn. Hij is mank, kon vroeger niets en is maar gaan mens-erger-je-nieten.. Zoals eerder verteld speelt hij nu alleen nog maar tegen zichzelf. De mank heeft veel te vertellen, maar weinig te melden. Hetzelfde geldt voor Lamarats neef. De twee hebben een gesprekje over het ritueel van de ontmaagding na de bruiloft. Alles draait om het bloed dat erbij vloeit, als bewijs van de daad. Bij het uitblijven hiervan voldoet een speldenprik in de duim ook als ontmaagdingsbewijs. Na afloop mag de bruidegom buiten een vuurpijl afsteken om het te vieren. Chalid Blik Op De Weg vertelde over zijn moeder, die waarzegster was. Zij had ooit een voorspelling gedaan over Lamarat. "Dat de vader het kind niet zou zien als het rollend in bloed, pies en stront op de wereld kwam." God zelf vertelde daarna zelf aan de oma van het kind dat 'de mond van een vrouw een mens kan maken en breken'. Het was een zware bevalling geweest, maar de kleine Minar kwam toch ter wereld, rollend in bloed, pies en stront. Toch deed er zich nog een probleem voor. De grootmoeder was haar traditionele roestige schaartje kwijt geraakt in het cactusveld, het schaartje waarmee de navelstrengen worden doorgeknipt. Maar ze herinnerde zich de woorden van God en plantte haar tanden stevig in de streng die zij doorbeet. Mosa en Lamarat werden door Chalid afgezet bij de Suikerberg, even buiten Touarirt. De rest van hun terugreis doen ze per benenwagen. De bruidegom steekt een dronkenmansmonoloog af over zijn lafheid waarmee hij naar Melilliaar is gevlucht, over vrouwen, over zijn bruid, Lamarats zus... ...Welke zich op het kerkhof had verstopt en vloekend tevoorschijn kwam zodra het tweetal voorbij liep. Vanzelfsprekend is zij nogal kwaad op haar bruidegom die het hazenpad koos. Ze ontsteekt een monoloog, één zin van twee bladzijden, alsof ze een paar minuten lang stopt met ademhalen en woorden spuwt. Ze zullen eens lekker een bruiloft aan zee gaan vieren. Met dronken Mosa in de branding, zuslief in haar trouwjurk er bovenop en Lamarat die er zenuwachtig bij staat. Rebekka neemt wraak en neemt Mosa's mannelijkheid onder handen met - hoe symbolisch - het schaartje waarmee Lamarat níet van zijn moeder is gescheiden. Daar komt de rest van de familie aangelopen, in het donker. Wanneer ze dicht genoeg genaderd zijn is het eerste wat ze zien een enorme hoeveelheid bloed. Waarop opa riep:"..steek als de wiedeweerga die vuurpijlen aan." Zoals duidelijk moge wezen heeft de familie Rebekka's bloedige wraak op Mosa beschouwd als ontmaagding. In het epiloog wordt ons tenslotte verteld dat Mosa krankzinnig gestorven is en Chalid Blik Op De Weg de loterij won en naar Cuba verhuisd is. Thema De breuk tussen vroeger en nu, en verschillende culturen. Personages Lamarat Minar De hoofdpersoon, degene die we 160 bladzijden lang volgen. We volgen hem van zo dichtbij dat het bijna lijkt alsof het verhaal in de Ik-vorm is geschreven. Lamarat is geen praatjesmaker. Het heeft ook een tijdje geduurd voor hij als kind begon te praten. De net volwassen jongen wordt door zijn vader op pad gestuurd, het land in waar hij oorspronkelijk vandaan komt, maar niet geheel thuis is. In het midden van alle plaatselijke praatjesmakers (men moet hierbij denken aan Chalid, Ammoenier en oomlief Mosa) is Lamarat maar een observerende zwijgzame jongen. Chalid Blik Op De Weg De taxichauffeur, rooie draad, De Alwetende, de man die even veel roddels vertelt als hoort. De man is er altijd bij. Ik citeer Abdelkader Benali over Chalid: "Is Chalid Blik op de Weg een correcte verteller? Nee, dames en heren, dat is hij niet. Tijdens de dagen dat hij zich met mij inliet, en ik met hem, loog hij er lustig op los. Ik weet nog steeds niet hoe het hem gelukt is." Mosa Minar De oom, het kleine broertje, de bruidegom die hem smeerde. De hoerenloper, dronkenlap. De man die Lamarat aantrof in hoerenkast 'Lolita'. De verliezer, de gecastreerde, de krankzinnige. Benali schrijft over hem:"Mosa, het alter-ego van Lamarat. Na Wittgenstein, Heidegger en Bataille een van de laatste grote fundamentele filosofen van dit tijdsgewricht. Toch mag ik 'm niet." Rebekka Minar Het zusje, de embryo, de wijsneus die zuchtend haar hoofd schudde. De jonge bruid die in de steek werd gelaten door Mosa. Wederom een citaat van Benali:"Rebekka, onze sybille, Oermoeder, Angstgegner en Maria in een. Niemand, zelfs Chalid Blik op de Weg niet, zelfs niet de schrijver dezes, had gedacht dat zij tijdens de finale tot zo'n krachtexplosie zou komen. Ze volgde de woorden van Camus op tot de letter en zette haar gedachten om in daden, tot groot verdriet van de omstanders, tot grote vreugde van de rechtschapenen. De vrouw waarvan wij dromen." En ze is, in tegenstelling tot haar grote broer, niet op haar mondje gevallen. Zie hiervoor bladzijden 146 t/m 149 en merk het gebrek aan leestekens op. Ammoenier De Manke, de verkoper van OMO wasmiddel. Hij is pas dertig jaar, maar gedraagt zich al als een oud verbitterd mannetje. Zal waarschijnlijk zijn verdere leven slijten aan zijn speelbord, in z'n eentje. Perspectief Het verhaal volgt de belevenissen en gedachten van Lamarat. Toch is het boek verteld door de Alwetende verteller. Tijd De chronologie is een - met beleid - door elkaar gegooid zootje. Het ene moment speelt het verhaal zich ergens in de zeventiger jaren af, vervolgens bevinden we ons weer in het heden, in de taxi van Chalid. Het grootste gedeelte van het verhaal bestaat uit flashbacks, waarin ons de geschiedenis van Lamarat wordt verteld terwijl hij op de achterbank van de Mercedes zit. Ruimte Het grootste gedeelte van het verhaal speelt zich af in Marokko. In Touarirt, het dorpje waar de familie woont. In Nadorp (Nador in het echte leven), waar Lamarat Ammoenier en zijn neef bezoekt. In Melilliaar (Melilla) een Spaanse kroonkolonie, waar Mosa uiteindelijk gevonden wordt. En in Maanzaad-Stad (Rotterdam voor ons) waar Lamarat opgegroeid is. Genre Bruiloft Aan Zee is een roman. Geen speciale roman. Niet al te psychologisch, daar is het te spottend voor. Een familieverhaal is het, maar daar ligt zeker niet de nadruk op. Opbouw Wat betreft de opbouw van het verhaal: We zitten vanaf de eerste bladzijde al in Chalids bloedhete taxi. Mosa is verdwenen en Lamarat moet hem zoeken van zijn vader, hij mag zelf weten hoe. Gaandeweg de honderdzestig pagina's wordt er op een ontspannen manier verteld, in het laatste staartje waarin Rebekka haar wraak neemt is er sprake van een eindexplosie waar de hele tijd naar toe gewerkt is. De boel wordt daarna weer rustig uitgeleid door een kort epliloog. Bedoeling Benali heeft het boek in eerste plaats geschreven omdat Vassallucci hem een contract aanbood. Een tijd lang heeft hij al zijn ideeën op papier gezet en in een verhaal met kop en staart verwerkt. Het alles wordt geïllustreerd door de landelijke omgeving met haar cultuur, tradities en gewoontes. Taal Het taalgebruik is minstens bijzonder te noemen. Abstract, soms ontspannen, daarna weer gejaagd, vol sarcasme. Om de haverklap krijgen we in schuingedrukte letters een liedje te lezen dat door een van de personen gezongen wordt. Er worden af en toe (ook schuingedrukt) Berberse termen en eigen bedachte woorden genoemd. Beoordeling Op het gevoel zou ik het boek kunnen omschrijven als stil. Het hardste geluid is waarschijnlijk de oude Mercedes van Chalid, terwijl Lamarat op de passagiersstoel of achterbank als een gek zit te flashbacken. Het op papier zetten van de Marokkaanse sfeer is Benali gelukt, door middel van de bijzondere personages, typische ruimteomschrijvingen en het beschrijven van dagelijkse gewoontes van de inheemse cultuur. De structuur, de volgorde van vertellen in de hoofdzaak, vind ik goed gekozen. Het regelmatige verplaatsen tussen het tijdstip van vertelling en de vele flashbacks geeft een aangename afwisseling, wat verveling en dichtslaan van het boek voorkomt. Ik ben geenszins bekend met de Marokkaanse cultuur, maar kan toch erg glimlachen (hardop lachen doe ik vrijwel nooit bij een boek) om de excentrieke mensen die in het verhaal voorkomen, met name Mosa, grootvader Minar en de vader van Lamarat. Mannetjes die het stereotiep van het mediterrane bevestigen; de ene keer gepassioneerd en vurig, een ander moment relaxed of nonchalant, afhangend van de hitte. Ten slotte de stijl van Benali: Genomineerd voor de Librisprijs word je niet zomaar, daar moeten je zinnetjes bijzonder voor zijn. Hij weet het schrijven van lange zinnen te combineren met het begrijpbare. Niet dat je als lezer aan het eind van de zin vergeten was wat de persoonsvorm was en bovenaan opnieuw moet beginnen te lezen. De schrijver heeft hiermee een mooie gulden middenweg weten te varen. Over de schrijver Abdelkader Benali werd in 1975 geboren in Ighazzazen, zo vertelt de achterflap van Bruiloft aan Zee. Op zijn vierde verhuisde hij naar Rotterdam en woont daar nog steeds. Voor het schrijven van deze debuutroman won hij al regelmatig eerste prijzen bij literaire wedstrijden, zoals de Kunstbende (waarmee hij in Trouw werd gepubliceerd), twee keer El Hizjra en de lustrumwedstrijd van de Leidse Universiteit (waar hij een jaar gratis door kon studeren). In 1996 werd Bruiloft aan Zee bekroond met de Geertjan Lubberhuizenprijs voor het beste debuut. Een klein jaar later verraste hij het gehele Nederlandse literaire wereldje door voor hetzelfde boek tussen gerenomeerde schrijvers als Hugo Claus, A.F.Th. van der Heijden en Margriet de Moor genomineerd te worden voor de Librisprijs. In 1998 voltooide de schrijver het toneelstuk De Ongelukkige, in opdracht van de Haarlemse Toneelschuur. Verder schreef hij nog columns en artikelen voor Groene Amsterdammer, Esquire, de Volkskrant en Rotterdam Festivals. Bruiloft aan Zee wordt intussen vertaald in het Duits, Frans, Engels, Deens, Spaans, Grieks en Italiaans. |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |