Boekverslag : Remco Campert - Tjeempie!
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 3962 woorden.

Leesdossier Nederlands Module 2 (Laagland module 11)



Tjeempie! of Liesje uit luiletterland




Remco Campert (“Remko Kampurt” in nieuwe eigen spelling)

13e druk, Amsterdam Single Pockets

(1e druk 1968, De Bezige Bij, Amsterdam)



Inhoud

Liesje van Zuylen heeft een paastaak gekregen van haar leraar, meneer Van Dale. Haar opdracht is moderne schrijvers te interviewen. Haar moeder verbiedt Liesje de opdracht uit te voeren, omdat ze alleen maar over seks schrijven. Liesje kent de betekenis van het woord seks niet en wordt erg nieuwsgierig, vooral als haar moeder het over ‘Het Roofdier’ heeft. Volgens haar moeder is hij de ergste van allemaal.



Het vriendje van Liesje, Patrick van Hearen, heeft ook een taak, namelijk het

interviewen van parlementsleden. Ook Patrick mag de opdracht niet uitvoeren van zijn

vader. Hij wil niet dat zijn zoon in aanraking komt met 'de korrupte bende op het

Binnenhof'. Patrick weet ook niet wat seks betekent. Toch hebben Liesje en hij wel seks met elkaar. Liesje gaat met de trein naar Amsterdam en ontmoet in de trein de schrijver Cees

Bakels. Als Cees naar de WC gaat om een 'stikkie' te draaien, gaat Liesje mee. Ze is compleet onder de indruk van zijn geslachtsdeel. Ze vraagt hem wat seks betekent, maar krijgt een vaag antwoord. In Amsterdam gaat Liesje naar het inlichtingsbureau om te vragen waar ze moderne schrijvers kan vinden. Het Roofdier blijkt een gouden helikopter te hebben, maar geen vast adres. Ze krijgt wel het adres van de Best Gekapte Schrijver van Nederland. Ondertussen wordt James, de huisknecht, er op uit gestuurd om Liesje te zoeken in Amsterdam. Als Liesje uit de tram stapt ziet ze de gouden helikopter. Ze troost zich met de gedachte dat ze hem later nog wel eens zal ontmoeten.



Bij de Best Gekapte Schrijver van Nederland moet Liesje in de wachtkamer zitten.Als Liesje aan de beurt is, moet ze zich meteen uitkleden. Op de vraag wat seks is, krijgt ze een filosofie over het Niet-zijn (vrouwelijk geslachtsorgaan) dat gevuld moet worden door het Zijn (mannelijk geslachtsorgaan).



In de stad is een demonstratie. De eerste partij heeft spandoeken met

'KLAAS KOMT', de tweede met 'REVOLUUTSIE KOMT' en de derde groep deelt pamfletten uit met 'LUF. PIM EN MIEN. KOM NAAR HET LUFSENTER'.

Liesje hoopt dat Pim een schrijver is en wordt door een man naar ‘het lufcenter’ gebracht. Onderweg legt hij uit wat seks is.



James wordt in Amsterdam gezien als Klaas en de bevolking sluit zich bij hem aan. Bij Pim en Mien gebruikt Liesje drugs. Het Roofdier is depressief en land in de tuin van mevrouw van Zuylen, wanneer zijn benzine op is. Liesjes moeder herkent hem en neemt hem mee naar huis.

Als Liesje bijkomt is ze in een weiland en ze loopt in de richting van een boerderij,

Huize Walgra. Er blijkt een schrijver te wonen en in de hoek van zijn huis zit Patrick,

naakt en vastgebonden. Hij dacht dat hier een parlementslid woonde. Liesje en Partick

mogen naar huis. De paasvakantie is voorbij en Het Roofdier woont nu bij Liesje. James is niet teruggekomen, hij is nu de profeet Klaas. Liesje moet weer naar school.



Verdiepingsopdracht



Relatie met politieke achtergronden


Na de Tweede Wereldoorlog bleef de vooroorlogse verzuiling in stand. In de jaren ’60 kwam de gevestigde orde onder druk te staan. Er was veel verzet tegen de maatschappij. Er was een jongerengeneratie met een sterke mening en provo’s en andere activisten protesteerden heftig.



In het boek komen deze aspecten heel duidelijk naar voren. Zo komt in het eerste hoofdstuk een stukje van de verzuiling naar boven, wanneer mevrouw van Zuylen haar mening geeft over de paastaak van Patrick. Ze hoopt dat Patrick parlementsleden van de C.H.U moet interviewen en niet die van de V.V.D. Over de V.V.D zegt ze: “Ik heb nooit begrepen hoe ze zich de volkspartij kunnen noemen.Zo verschrikkelijk vulgair….”. Aangezien ze moderne schrijvers ook vulgair noemt, ben ik ervan uit gegaan dat ze hiermee meer bedoelt dan alleen een politieke voorkeur. Bovendien komt mevrouw van Zuylen erg conservatief over, dus het zou me niks verbazen als zij hiermee wel degelijk duidt op de verzuiling. Zo heeft het misschien ook een reden dat ze mevrouw van Zuylen (van zuilen) heet. Bij de demonstratie komt de verzuiling ook wel een beetje naar boven, omdat er zo duidelijk drie partijen zijn.

De teksten op de spandoeken kunnen hierop duiden. ‘Klaas komt’ staat voor de confessionele partijen (God leert ons hoe te leven, in dit geval Klaas. Hier speelt het nationalistische gevoel ook een rol omdat Klaas een typische Oudhollandse naam is) ‘De Revolutie komt’ staat voor de communistische partijen (kapitalisme moet verdwijnen. Arbeiders aan de macht) . ‘Pim en Mien’ staat voor de pacifistische partijen (Make love, not war. Vrijheid, blijheid)



Deze demonstratie is natuurlijk ook gelijk een voorbeeld van het verzet tegen de maatschappij. De moderne schrijvers staan hier ook voor. Zij wilden niet meer schrijven volgens de oude en klassieke regels. Zij wilden vrij zijn om te schrijven hoe en waarover ze maar wilden. Hier kom ik later nog op terug.



Relatie met sociaal-economische achtergronden

Er heerste een duidelijke angst voor een nieuwe oorlog. In de jaren ’50 was er een verzet tegen de restauratie van de oude situatie van voor de oorlog. In de literatuur wilden men taboes (over bijvoorbeeld seks) en conventies doorbreken. Traditionele gezagsverhoudingen werden ter discussie gesteld. Men eiste inspraak en medezeggenschap. De communicatie maatschappij bloeit op met o.a de komt van de televisie. Van maatschappelijk belang is het opkomende feminisme. Sinds de jaren ’60 is er acceptatie van emancipatie en homoseksualiteit.



‘Make love, not war’, is een uitspraak van de hippies uit de jaren ’60. Dit is al een duidelijk voorbeeld van angst voor een oorlog. In dit verhaal zijn de leiders van de hippies Pim en Mien. Zij hebben een ‘lufcenter’, waar iedereen heen moet komen. Ze gebruiken drugs en ‘kommuniseren’ (hebben seks met elkaar) om ‘hun bewustzijn te verruimen’ en ‘elkaar lief te hebben’.



Het feit dat dit boek is geschreven, in 1968, getuigd al van het willen doorbreken van taboes en conventies. Het is eigenlijk een beetje een parodie op het hele gebeuren. Zo wordt mevrouw van Zuylen belachelijk gemaakt omdat ze Liesje verbiedt om moderne schrijvers te interviewen omdat die volgens haar alleen maar over seks schrijven, terwijl ze zelf helemaal hitsig wordt als ze het woord seks hoort of laat staan in de mond neemt. Bovendien zit ze zelf bij een soort clubje, genaamd “de dames van de Zedelijke Pantsering”, waarbij het de vraag is wat er bedoeld wordt met het bespreken van de beste manier van het klaarmaken van een komkommer. Aan het eind van het boek blijkt mevrouw van Zuylen het Roofdier heel goed te kennen en stelt ze zelfs voor dat hij Liesjes nieuwe vader wordt. Liesje hoort veel geluiden uit hun slaapkamer komen en als zij aan het Roofdier vraagt wat seks is, zegt hij met de wallen onder zijn ogen: “Vraag dat maar aan je moeder, die weet er alles van”.



Een aantal bekende schrijvers komen ook voor in dit boek. Zo stelt “De best gekapte schrijver van Nederland” Harry Mulisch voor, “het Roofdier” Jan Cremer, “Pim en Mien” Simon en Reineke Vinkenoog en “de schrijver in Huize Walgra” Gerard Reve. Al deze schrijvers worden als een soort idioten weergegeven. Dus, ondanks dat Campert zelf ook het taboe rond seks aansnijdt en diverse regels overtreedt (Het boek in ‘eigen nieuwe spelling” bv.), maakt hij eigenlijk de andere schrijvers een beetje belachelijk. De Vinkenoogjes zitten aan de drugs, Reve bindt naakte Patrick vast en Cremer heeft een gouden helikopter.



De gezagsverhoudingen worden ook ter discussie gesteld. Mevrouw van Zuylen vindt de paastaak niet kunnen en verbiedt deze opdracht van meneer van Dale. Wanneer “het Roofdier” wordt aangesproken door een politieagent omdat zijn gouden helikopter midden op de stoep staat waar een stopverbod geldt, zegt hij dat hij schijt heeft aan de burgermeester. Dan herkent de politieagent hem en verontschuldigd zich, omdat hij hem niet herkend had. “Het roofdier”vergeeft het hem deze kaar. “Het Roofdier” eist respect en dat krijgt hij ook. Hij doet erg hoog van de toren en komt erg arrogant over.



“De dames van de Zedelijke Pantsering” hebben het o.a. over de problemen in hun huwelijk (“Methodes om de driften van de echtgenoot te beteugelen”)en het feit dat er dit soort clubjes waren, duit al op de aanwezigheid van feministische gevoelens. Omdat Gerard Reve een homo is en eigenlijk bekend is geworden met zijn boeken over deze homoseksuele gevoelens geeft ook aan dat homoseksualiteit langzaam geaccepteerd werd. Hij is immers een gewaardeerde schrijver naast Mulisch en Cremer.



Relaties met culturele achtergronden

In de angstvolle situatie na de Tweede Wereldoorlog werd de filosofie van het existentialisme heel populair. Men vond dat mensen maar in een absurde wereld leefden. In die huidige literaire situatie was er veel sprake van veelvormigheid.



Ik denk dat Remco Campert juist met dit boek heeft willen aangeven hoe belachelijk de wereld is waarin mensen leefden. Hij maakt eigenlijk alle maatschappelijke kwesties belachelijk door het te verwerken in een verhaal over een heel naïef meisje. Je ziet het verhaal eigenlijk door haar ogen, daarom gaat het verhaal over een kinderwereld. Iedereen doet lekker waar hij of zij zin in heeft en ze hebben allemaal kritiek op elkaar. Ik denk dat hij de tegen de mensen wil zeggen hoe hypocriet ze wel niet zijn.



In het boek is er ook veel sprake van veelvormigheid. Je maakt namelijk kennis met verschillende groepen uit de samenleving. Denk aan de groepen die in de demonstratie naar voren komen. Je hebt ook veel verschillende personen in het boek. Mevrouw van Zuylen die conservatief lijkt. De moderne schrijvers, die zichzelf hebben vrijgevochten uit de vastigheid van de oude literatuur en een naïef meisje als Liesje zelf, die zich eigenlijk nergens echt op haar gemak voelt en nieuwsgierig is naar alles wat ze niet kent.



Relaties met literaire stromingen/ontwikkelingen

De beweging van de Vijftig ontstond. Dit was een groepje dichters dat vaak samen werkte met een groepje kunstenaars. Zij probeerden het naoorlogse gevoel uit te drukken. Zij verwierpen de vaste vormen als b.v. het sonnet en kozen voor het vrije vers. Hun werk is vaak maatschappij kritisch en geëngageerd. Ze richtten zich op taal en taalgebruik. Ze maakten geen onderscheid tussen alledaags en verheven taalgebruik. Beeldspraak was erg belangrijk en vaak ook complex. Deze poëzie stuitte op veel onbegrip en weerstand. De Vijftig probeerden taboedoorbrekend te zijn. Men ging ook autobiografisch schrijven.



Remco Campert hoorde bij de Beweging van Vijftig. Ik denk dat Campert de samenleving een spiegel voor wilde houden. Het naoorlogse gevoel, een gevoel van angst, veroorzaakte een soort paniek. Iedereen wilde maar een eigen mening hebben en sloot zich aan bij een of andere groep. Hij verwierp de vaste regels en schreef een boek zoals hij dat wilde. Zij werk is zeker maatschappijkritisch en geëngageerd. Door dit boek te schrijven uit hij zijn mening over de maatschappij en zijn kritiek erop. Door zijn eigen spelling toe te passen, laat hij merken dat hij ‘schijt heeft’ aan regeltjes en dat hij heel makkelijk op zijn eigen manier dingen kan overbrengen. De vijftigers maakten geen onderscheid tussen alledaags en verheven taalgebruik. Dit doet hij door alles fonetisch op te schrijven. Mede door beeldspraak maakt hij duidelijk welke schrijvers hij in zijn boek bedoeld. Hij omschrijft een bepaalde persoon en veel mensen zullen diegene dan ook herkennen. Hij probeert onder andere het taboe over seks te doorbreken en doordat hij ook over zichzelf schrijft kun je zeggen dat dit een autobiografisch element is.



Thematiek



Verhaallaag

Ik dat er inderdaad meerdere verhaallagen door elkaar lopen in dit verhaal. Ten eerste heb je natuurlijk het verhaal van Liesje van Zuylen, die een paastaak krijgt van haar docent op school. Ze moet moderne schrijvers interviewen en als haar moeder het woord seks noemt vraagt ze zich af wat dat betekent en ze besluit dat te gaan vragen aan de moderne schrijvers. Het verhaal van Liesje begint thuis bij haar moeder en haar vriendje Patrick. Daarna gaat ze naar Amsterdam. Onderweg leert ze al een bekende schrijver kennen en eenmaal in Amsterdam aangekomen, beleeft ze avontuur na avontuur op zoek naar moderne schrijvers en de betekenis van seks. Aan het eind komt ze weer thuis en gaat weer school.



Ten tweede heb je het verhaal van mevrouw van Zuylen. Ze doet in het begin erg kuis, maar je merkt al snel dat ze wel degelijk heel hartstochtelijk is als ze opgewonden wordt van het woord seks. In deze passage valt haar ochtendjas bijvoorbeeld spontaan open en is ze helemaal naakt. Ze waarschuwt Liesje uitdrukkelijk voor het Roofdier, maar als deze aan het eind van het verhaal per ongeluk in haar achtertuin komt, wordt ze eigenlijk spontaan verliefd en neemt hem in huis. Of was ze al langer verliefd? Mevrouw is alleen wel bang wat haar clubje, de dames van de zedelijke pantsering, ervan zal zeggen als zij ‘de ergste van allemaal’ in huis heeft gehaald.



Ten derde is er het verhaal van het Roofdier zelf. Deze schijn erg veel geld te hebben en erg beroemd te zijn. Hij heeft geen huis, maar wel een gouden helikopter. Hij wordt de ergste genoemd door mevrouw van Zuylen, wanneer ze aan Liesje verteld dat moderne schrijvers vulgair zijn en alleen maar over seks schrijven. In het begin doet het Roofdier erg arrogant, maar later wordt hij zelf een beetje depressief. Hij gaat vliegen met zijn helikopter, maar dan krijgt hij opeens pech wanneer zijn benzine op is. Hij is net boven de tuin van Van Zuylen in het ‘landelijke’ Wassenaar en zet daar zijn helikopter neer. Wanneer hij mevrouw van Zuylen in de deuropening ziet staan denkt hij: “moeder…” Later woont hij daar en blijven hij en Liesjes moeder de hele dag en de hele nacht op moeders kamer, volgens Liesje.



Ten Vierde is er het verhaal van Djeems, de huisknecht van Van Zuylen. Die wordt er opuit gestuurd om Liesje te zoeken in Amsterdam. Hij moet er dus eigenlijk voor opdraaien dat Liesje niet naar het verbod van haar moeder heeft geluisterd en gewoon in gegaan. Dit neemt hij mevrouw van Zuylen dan ook wel kwalijk als hij in de trein zit op weg naar de grote stad. Eenmaal aangekomen, wordt hij gezien als de profeet Klaas en verdwijnt hij in de menigte. Hij keert ook niet meer terug naar huis en niemand weet waar hij is of hoe het met hem gaat.



Het is misschien wel gek, omdat alle andere verhaallagen duiden op personen, maar het lijkt of Amsterdam ook een aparte rol speelt. Dit is de stad waar eigenlijk alle moderne schrijvers wonen en dit betekent voor mevrouw van Zuylen gelijk dat dit de poel des verderf is. Omdat Liesje toch een hele tijd in Amsterdam is en daar haar avonturen beleeft, kun je zeggen dat dit de meest belangrijke plek is in het verhaal. Ook de demonstratie vindt hier plaats, waarnaar zowel Liesje als Djeems verdwijnen. (Liesje gaat naar Pim en Mien en Djeems wordt profeet)



Wat ook belangrijk is, is de wereld van de schrijvers. Nou is dit niet echt een geheel. De schrijvers zitten letterlijk verspreid over de stad en hebben allemaal hun eigen wereldje. Toch moeten ze even genoemd worden, omdat het interviewen van hun de daadwerkelijke opdracht was. Bovendien trekken ze veel aandacht in het verhaal, al is het alleen maar door hun namen. (“het Roofdier” en “de Best Gekapte Schrijver van Nederland”)



Thematische laag

Het thema van het boek is de generatiekloof, die door seks gesymboliseerd wordt. We hebben te maken met twee partijen: de jeugd (Liesje en Patrick) en de ouderen (mevrouw Van Zuylen, meneer Van Dale). Beide worden door seks geobsedeerd. De obsessie (of in het geval van de jongeren fascinatie) komt bij Liesje en Patrick voort uit onschuldige nieuwsgierigheid, bij mevrouw Van Zuylen uit frustratie - zij gaat om met dames van de Zedelijke Pantsering.

Hoe jonger de figuren in de roman zijn, hoe minder ze van seks een probleem maken. Cees Bakels kijkt aanvankelijk vreemd op als Liesje zijn gulp openritst, maar al gauw laat hij haar tevreden haar gang gaan.



Pim en Mien van de lufsien zijn ouder dan Liesje en Patrick, maar zijn in hun taalgebruik zo kinderlijk en onschuldig dat ze haar zonder bedenking bij zich in bed nemen.

Het door mevrouw Van Zuylen zo verfoeide Roofdier is in zijn gedrag erg adolescent. Voor hem is seks een tijdverdrijf, daartoe gebruikt hij het onderlijf. De Best Gekapte Schrijver van Nederland is ouder en wijzer. Hij bekijkt de zaak filosofisch. Hij gaat met Liesje naar bed en wijst haar vervolgens de deur. De briefschrijver staat ver van de ongecompliceerde Liesje en Patrick af. Zijn seksuele techniek is de hunne dan ook niet. Hij bindt Patrick aan een paal vast en zet hem Indianenveren op het hoofd. Niemand kan, ondanks het lichamelijk verkeer dat voortdurend plaatsvindt, uitleggen wat seks precies is: de generatiekloof is zo groot dat zelfs praktijkvoorbeelden niets uitrichten. Als de schrijver van het boek het Liesje in de persoon van voorbijganger met fiets tracht duidelijk te maken, komt hij niet verder dan vage praat. Logisch: hij is verliefd op haar en kan daardoor niet schrijven.



Hoe kan de generatiekloof overbrugd worden? Door de twee kampen tot elkaar te brengen. Het Roofdier staat met zijn adolescente gedrag tussen beide in. Hij is weliswaar volwassen, maar hij handelt er niet naar. Ondanks zijn stoere gedrag drinkt hij niets sterkers dan cola. Als bron van ontucht vormt het Roofdier voor de seksueel gefrustreerde mevrouw Van Zuylen een buitenkans waar zij geen weerstand aan kan bieden. Wanneer het Roofdier bij haar is ingetrokken hebben de twee kampen zich verzoend en is de generatiekloof gedicht. Mevrouw Van Zuylen is veel vrolijker geworden, en met het Roofdier kan Liesje lachen. Ze weet nog steeds niet precies wat seks is, maar ze weet wel bij wie ze voor het antwoord terecht kan.

'Tjeempie!' heeft veel weg van een sprookje



Campert heeft zich met dit boek als satiricus kunnen uitleven. Tal van personen en gebeurtenissen uit de werkelijkheid smeedde hij om tot romanpersonages en -situaties. Veel van het geboden is makkelijk naar de bron te herleiden, een deel vergt enig spitwerk.

Voor het Roofdier heeft Jan Cremer model gestaan. Zijn roman 'Ik Jan Cremer (I)' werd 'Roofdier I'. Cees Bakels, de koele vogel in de trein, is een vermenging van de dichters Cornelis Bastiaan Vaandrager en Hans Verhagen, met de iets gewijzigde naam van de held van Theo Thijssens Kees de Jongen (Kees Bakels) . De Best Gekapte Schrijver van Nederland is Harry Mulisch; de twee vrienden die bij hem op het spreekuur komen, zijn de schaker Hein Donner (de dikke) en de componist Peter Schat. De mysterieuze man met de fiets is Campert zelf. Voor Pim en Mien van de lufsien hebben Simon Vinkenoog en zijn toenmalige echtgenote Reineke model gestaan. De schrijver in Huize Walgra is Gerard Reve. Tot zover het voor de hand liggende.



Campert heeft een aantal kwesties die in het midden van de jaren zestig speelden, in zijn boek verwerkt. Zo beschrijft hij het Provo-milieu en de terminologie uit die dagen. 'Imaazje' (van het Engelse 'image') was een van de nonsensicale uitdrukkingen die opgeld deden: geen wonder dat het Roofdier zich afvraagt of zijn gebrek aan succes met zijn 'immuts' te maken heeft. De kreet 'Klaas komt' stamt uit dezelfde bron. Klaas was een niet-bestaande mythische figuur wiens verwachte komst een soort 'Waiting for Godot' was. (W.F. Hermans noemde een essaybundel later 'Klaas kwam niet'.)



Het in de trein dronken voeren en interviewen van James wortelt ook in de werkelijkheid. Op 23 november 1967 zond de VPRO een aflevering van het geruchtmakende televisieprogramma 'Hoepla' uit. Hierin werd een aantal treinreizende dronken militairen aan het woord gelaten. De vertoning leidde tot Kamervragen. (Een van de medewerkers aan Hoepla was de dichter Hans Verhagen.)

Schrijver Gerard Reve woonde in de jaren zestig in Greonterp (Friesland), in een huis dat hij Huize Algra gedoopt had. Hendrik Algra was lid van de Eerste Kamer voor de Anti-Revolutionaire Partij. Hij had aanstoot genomen aan Reves 'reisbrieven'. De commotie die hieruit voortvloeide, kwam de verkoop van Reves werk zo ten goede, dat hij zijn huis naar zijn opponent vernoemde.Zoals blijkt uit een interview met Michiel Schmidt (Tirade, februari 1969) was Reve te spreken over Camperts persiflage: 'Ja, ik waardeer het wel. Nee, het is natuurlijk een karikatuur. Remco Campert is overigens de enige, bij mijn weten, die mijn sfeer soms enigszins weet te treffen.'



Motieven



* seks

* onschuld, naïviteit

* ongehoorzaamheid

* nieuwsgierigheid

* het onbewustzijn van mensen

* lichamelijk begrip



Titel

‘Tjeempie!’ is een uitspraak die de hoofdpersoon Liesje gebruikt wanneer ze verbaasd is over iets wat ze hoort. Omdat het nogal een onwetend meisje is, is ze snel verbaasd en daarom is het eigenlijk een soort stopwoordje voor haar. “Luiletterland” kan op verschillende manieren worden uitgelegd. Luilekkerland is een fantasiewereld waarin iedereen mag doen en laten wat ‘ie wil. Dit slaat waarschijnlijk op de tijd waarin het boek geschreven is; een tijd van hippies, kabouters, provo’s en moderne schrijvers. Liesje is een naïef meisje en leeft ook in een soort eigen wereldje. Ze ziet nergens kwaad in en begrijpt nog niks van de grote mensen wereld. Met ‘Letterland’ wordt hoogstwaarschijnlijk de wereld van de moderne schrijvers bedoeld. Het ‘Lui’ zou kunnen duiden op het luie gedrag van de moderne schrijvers in hun letterland. Zij hebben geen zin om zich aan de regels te houden en doen wat ze willen. Er kan ook het fonetische taalgebruik van Campert mee bedoeld worden. Hij schrijft alles zoals je het uitspreekt. Dit kan ook worden gezien als lui. Een aantal voorbeelden van deze stijl zijn Remko Kampurt, prusies,verrukkulluk en informaatsie.



Het motto van 'Tjeempie!' luidt: 'Sex is far too important a matter to be left merely to writers.' Campert heeft zich dit aangetrokken en zijn heldin Liesje van Zuylen ermee opgezadeld.



Evaluatie

Ik vind Tjeempie wel een leuk boek, maar ik kan me voorstellen dat het niet door iedereen serieus wordt genomen. Ik heb een aantal recensies gelezen en het is me opgevallen dat sommige recensenten het werkelijk een belabberd verhaal vinden. Ik vind het wel leuk dat er veel over de maatschappij in verwerkt is, maar dit is op een vrij kinderlijke manier gedaan. Als Campert de wereld dus ook kinderlijk vind heeft hij zijn mening op een leuke manier neergezet. Verder vind ik dat Liesje wel heel erg dom en naïef is. Dat heeft Campert behoorlijk overdreven en dat irriteerde me soms een beetje.



Ik ben eigenlijk niet zo heel erg tevreden met mijn verslag. Voor mijn gevoel heb ik erg veel van de thematiek niet vermeld en dat vind ik slordig van mezelf. Ik had alleen bijna geen inspiratie, dus ik heb ervan gemaakt wat ik kon. Bovendien heb ik wel veel secundaire literatuur gevonden, maar niet echt bruikbare informatie. Daar baal ik ook een beetje van. Wat ik ook jammer vond was dat ik alleen via secundaire literatuur erachter kon komen wie de schrijvers in het boek nou eigenlijk moesten voorstellen. Daarvoor heb ik te weinig kennis over de Nederlandse schrijvers.



Ik vond het boekje erg makkelijk, maar het maken van het verslag vond ik moeilijk. Ondanks dat het een relatief kort verhaal is, gebeurt er wel heel veel en daarom had ik al erg veel moeite met het maken van de samenvatting. Hij is nu nog te lang, maar voor mijn gevoel kon ik echt niet meer weglaten.



Secundaire literatuur



Collegenet.nl (hier heb ik een aantal verslagen van medescholieren gebruikt)



Scholieren.com (hier heb ik een aantal verslagen van medescholieren gebruikt)



Trouw, 23 juli 1982, Ad Zuiderent, “Remco Campert Rechterschoenen”



Biblio (biblioweb), Over schrijvers, biografie van Campert



Diepzee, “Ontluisteraars van de schepping”, Remco Campert, Tjeempie



Het Parool, Cees Buddingh’,11 mei 1968, “Tjeempie:amusant, bondig en onderhoudend”



Het Vaderland, Paul de Wispelaere, 10 mei 1968, “Persiflage en humor bij Campert en Ruyslinck”



Telegraaf, Ab Visser, 19 april 1968, “Literaire uitersten van humor en ernst”



Leeuwarder Courant,Anne Wadman, 20 april 1968, “Leven met en zonder schild: romans van Ed Hoornik en Remco Campert”



Schrijvers Portretten uit de Haagse Post, samengesteld door Martin Schouten, uitgave 1966, Elsevier- Amsterdam
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen