Boekverslag :  - Karel En Elegast
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1653 woorden.

Auteur: Onbekend (Is mogelijk een Vlaming of een Brabander)

Titel: Karel en Elegast

Plaats van uitgave: Leeuwarden

Jaar van uitgave en druk: 1997, 7e druk (1982)

Aantal bladzijden: 63



Motto:

Dit boek heeft geen motto



Korte Inhoud:

Het verhaal gaat over de koning Karel de Grote die tijdens de nacht voor een hofdag ligt te slapen in zijn kasteel. Plotseling wordt hij wakker gemaakt door een engel die hem vertelt dat hij uit stelen moet gaan, omdat het anders slecht met hem zal aflopen. Karel vindt dit natuurlijk erg vervelend omdat het een grote schande zou zijn als hij betrapt werd door zijn onderdanen. Hij besluit toch te gaan stelen omdat het van God moet en tot zijn grote verbazing is iedereen in zijn kasteel in slaap gebracht. Dit had God voor hem geregeld.

Als Karel een bos ingaat herinnert hij zich Elegast, die verbannen hij verbannen had, waardoor deze ook gedwongen was om te stelen. Terwijl hij erover nadenkt krijgt hij er spijt van dat hij zo hard tegen hem en ander dieven is opgetreden. Dan komt hij opeens een zwart geklede ridder tegen. De twee ridders willen elkaar niet begroeten en ook niet elkaars naam geven, want met het noemen van je naam geef je aan dat je ondergeschikt bent. Nadat ze hebben gevochten moet de verliezer, dat is de zwarte ridder zijn naam geven, Karel komt er daardoor achter dat de ridder Elegast is. Karel wil niet dat iemand weet dat hij de koning is dus stelt zich voor als Adelbrecht. Ze besluiten samen uit stelen te gaan. Karel wil eerst bij de koning, zichzelf dus, gaan stelen, maar Elegast weigert dit omdat hij dit als ontrouw aan zijn landheer ziet. Als alternatief noemt Elegast Eggeric van Eggermonde, omdat dat een slecht mens is. Als Eggeric iets uit de slaapkamer van Eggeric en zijn vrouw wil stelen komt hij erachter dat Eggeric de koning wil vermoorden, hij vertelt dit aan Karel en die zegt dat Elegast dit tegen de koning moet vertellen. Elegast wil dit niet omdat de koning kwaad op hem is. Karel vertelt dat hij het wel aan de koning zal vertellen zodat Elegast’s eer gezuiverd wordt.

Karel gaat vervolgens terug naar zijn kasteel. Hij vertelt aan zijn vertrouwelingen dat hij in gevaar is en er wordt een list opgezet om Eggeric te vangen. Die ochtend komen Eggeric en zijn mannen in het koninklijke kasteel waar ze gevangen genomen worden, Eggeric wil niet bekennen behalve en zegt dat hij degene die hem beschuldigd wil dwingen om de onschuld van hem te bewijzen. Karel vaardigt hiertoe een duel uit tussen Elegast en Eggeric. Dit wordt natuurlijk door Elegast gewonnen. Dankzij zijn overwinning wordt Elegast in ere hersteld en mag hij trouwen met Eggeric’s ex-vrouw, die de zus van Karel de Grote is.



Structuur:

Het vertaalde boek heeft 63 bladzijden en 6 hoofdstukken:

1. Bevel en gehoorzaamheid

2. De ontmoeting

3. De diefstal

4. Het verraad

5. De beschuldiging

6. De tweekamp als godsgericht

Het originele verhaal/gedicht bestaat uit 1414 dichtregels.



Verhaalfiguren:

- Koning Karel de Grote

Hij is machtig, rijk, kan goed vechten, is dapper, ridderlijk, streng gelovig en onhandig. Dat hij onhandig is, was wel te lezen bij de inbraak. Hij is ook vergevingsgezind, want hij had spijt van zijn straffen tegenover Elegast. Hij is heeft een open karakter.

- Elegast

Hij is een voormalig leenman van koning Karel de Grote maar is verbannen uit zijn rijk vanwege diefstal. Elegast is een roofridder, dat kan je zien aan zijn zwarte wapenuitrusting. Hij is een meesterdief en trouw aan zijn koning. Ook hij is streng gelovig en dapper. Hij steelt van de rijken en laat de armen voor wat ze zijn.

Hij heeft een gesloten karakter.

- Eggeric van Eggermonde

Eggeric is de zwager van koning Karel de Grote en hij is tegen de koning. Dat blijkt uit het feit dat hij een samenzwering beraamt om de koning te vermoorden. Eggeric is uit op macht, onbetrouwbaar en onrespectvol tegen zijn vrouw. Hij heeft een gesloten karakter.



Tijd:

Het verhaal speelt zich af tijdens het leven van Karel de Grote (742-814)\

Het verhaal begint in de nacht en eindigt de avond daarna, dus de verstreken

tijd bevat ongeveer één nacht en één dag. Het verhaal is chronologisch

geschreven.



Ruimte:

Het verhaal speelt zich af in het kasteel van Karel de Grote, in het

bos en in het kasteel van Eggeric. Er wordt een duidelijk contrast gemaakt

in ruimte namenlijk: het hof en het bos. Het hof wordt gezien als vertrouwt

en een rustige, veilige plek. Het bos wordt gezien als een onveilige plek

waar het recht van de sterkste geld. Het hele verhaal speelt zich af in de

regio bij Ingelheim aan de Rijn. Ruimte en handelingen stemmen overeen.



Perspectief:

Het is auctoriaal geschreven. De schrijver vertelt het verhaal zonder gebruik te maken van het ik-perspectief, dit, omdat de schrijver zelf niet deelneemt in het verhaal. Hij wisselt ook niet van hij/zij naar ik, daarom is het ook niet mogelijk dat het uit het alwetende perspectief is geschreven. Het is subjectief en het perspectief wisselt niet.



Titeluitleg:

De titel verwijst naar de twee hoofdpersonen in het verhaal: koning Karel de Grote en Elegast.



Motto-uitleg:

Er is geen motto in het verhaal



Motieven:

5 Algemene motieven

- Tovenarij: Het toverkruid om dieren te kunnen horen, en iedereen die in slaap gebracht wordt.

- Het getal 3: Dat staat voor heilig, volmaakt en zekerheid

- Godsgericht: Bij moeilijkheden wordt vaak tot God gebeden om hulp.

- Bovenaardse wezens: De engel (maar ook de duivel)

- Duels: Veel onenigheden worden uitgevochten in duels.

3 verhaalmotieven

1. Geloof in God

Karel doet wat de Engel hem zegt, ook al vindt hij dat een schande om te doen. Karel bid tot God in het bos om begeleiding en Elegast komt gelijk. Karel bid voor zijn leven tijdens zijn gevecht met Elegast en op dat moment breekt het zwaard van Elegast. Karel bid tot God tijdens het gevecht tussen Elegast en Eggeric en op dat moment wint Elegast.

2. Ridderlijkheid

Als het zwaard van de zwarte ridder in stukken is gebroken, dood Karel hem niet, want dat is niet eervol. Elegast steelt alleen van de rijken en niet van de armen (een beetje een Robin Hood type). Op het moment dat Eggeric van zijn paard valt, maakt Elegast hem niet af en laat hem netjes terug op zijn paard klimmen om het gevecht af te maken. Eggeric werd nadat hij gedood was ook nog eens opgehangen omdat dat een eerloze straf is voor een ridder.

3. Bijgeloof

Karel denkt dat de zwarte ridder een duivel is, omdat zijn paard en kleding zwart waren (de kleur van de dood). Elegast kan door een ‘gebed’ mensen in slaap laten vallen en deuren openen en sluiten. Met zijn tovenarij kan Elegast dieren horen en met ze praten. God maakt uit wie er schuldig is tijdens het gevecht tussen Eggeric en Elegast.



Thema:

Het centrale thema gaat over trouw. Elegast blijft koning Karel de Grote trouw ondanks dat hij hem onterecht heeft verbannen uit zijn rijk. Elegast wordt daar dan ook goed voor beloond. De leenman blijft trouw aan zijn leenheer. Eggeric van Eggermonde bleef de koning niet trouw en werd daarvoor gestraft. Trouw aan God is in dit boek ook heel belangrijk. (Koning Karel doet wat God van hem verwacht, ook al vindt hij het een schande om te doen)



Auteur:

Over de auteur valt eigenlijk niks te vertellen, want hij is onbekend. Het verhaal ‘Karel en Elegast’ is niet door de schrijver zelf verzonnen, maar het is door jarenlang van mond op mond doorvertellen tot stand gekomen. De schrijver zal het waarschijnlijk niet belangrijk hebben gevonden dat de mensen wisten wie hij was.



Het originele en het vertaalde verhaal:

Karel en Elegast is de enige overgeleverde voorhoofse ridderroman die we hebben.

Het is een voorhoofse ridderroman omdat bruut geweld, krijgshaftigheid en trouw aan de leenheer in dit verhaal het belangrijkst zijn.

Verhalen rond Karel de Grote zijn eeuwenlang van mond op mond doorverteld. Pas later werden deze verhalen op schrift gezet.

De dichter van het oorspronkelijke Karel ende Elegast is waarschijnlijk een Vlaming. Over de datering van het geschreven verhaal zijn verschillende meningen. De een denkt dat door het gebruikt van het oude drie-heffingenvers ( 3 accenten per versregel) het verhaal dateert uit eind 12e eeuw. De ander denkt weer dat door de nadrukkelijk aanwezige christelijke sfeer het verhaal dateert uit de tweede helft van de 13e eeuw.

Het verhaal is geschreven in het Middelnederlands. D.m.v een aantal aantekeningen is het lezen van het Middelnederlands verhaal vergemakkelijkt.

In het Middelnederlands wordt meestal de e gebruikt om een klinker te verlengen. Dus men schreef waer i.p.v waar en woerden i.p.v woorden.



Bij de vertaling van het verhaal heeft men geprobeerd duidelijk te zijn, maar toch het verhaal kloppend te laten. Men heeft elke keer moeten afwegen of ze iets letterlijk wilden vertalen, of dat ze het ‘duidelijk’ wilden vertalen. Men wilde gewoon dat het oude verhaal niet teveel ‘verkracht’ werd door de vertaling en dat de sfeer van het origineel alsnog overkwam bij de lezer van nu.

Bij de vertaling van het boek is ook het origineel verwerkt. Aan de linkerkant van de bladzijde staat het origineel (met woordverklaringen) en aan de rechterkant staat het vertaalde gedeelte. Dat is gedaan zodat het lezen van het Middelnederlands verhaal voor de lezer ook aantrekkelijker wordt.

Enkele voorbeelden van woordverklaringen:

1. (Regel 388) Si versaemden in een perc -> versaemden : naar elkaar toe rijden

perc: open ruimte (in het bos)

2. (Regel 418) Mini helpe god, ic blive doot. -> Mini – Mi en niet: Als mij niet



In de 2e druk van het boek werden toelichtende opmerkingen en aanvullende woordverklaringen aan de oude tekst toegevoegd. De 2e, 3e en 4e druk zijn identiek aan elkaar. Bij de 5e druk daarentegen zijn er nog enkele wijzigingen in de vertaling aangebracht.

















Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen