Boekverslag : Thea Beckman - Kruistocht In Spijkerbroek
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2364 woorden.



Titel: kruistocht in spijkerbroek

Schrijfster: Thea Beckman

Uitgever: Lemniscaat

Jaar uitgave: 1973


Dit verhaal gaat over Dolf.


Dolf komt bij 2 proffesoren die een tijdmachine hebben, daar hebben ze alleen nog maar dieren mee naar een ander tijdperk vervoerd.

Dolf wil dolgraag in de tijdmachine naar het jaar 1212 = de riddertijd.

Hij wil naar Frankrijk maar komt in Duitsland terecht.

Hij belandt precies op een steen – hij heeft 4 uur de tijd om rond te kijken.

Hij redt een student die machteloos vecht tegen struikrovers- hij vermoord er een en een ander vlucht weg.

De student en Dolf worden goede vrienden , ze praten en eten wat,Dolf legt iets uit over rekenen.

Na 4 uur gaat hij terug naar de steen en ziet daar duizenden kinderen die een kruistocht lopen naar een Heilig land.

Hij baant zich met veel moeite en geschop een weg doorheen, loopt naar de steen en ziet dat daar een jongen op staat die wordt weggeflitst naar een ander tijdperk, er valt een meisje voor hem neer, hij ziet dat ze dood is, dan komt de student terug en samen leggen ze haar in een bosje.

Ze lopen met de kinderen mee naar de stad, ze kunnen de stad niet in en overnachten bij de rivier, hij redt 5 kinderen uit het water.

Dan gaan alle kinderen slapen, ze worden wakker omdat er slecht weer uitbreekt.


De bliksem slaat in de kerk, de brandende stukken vallen op de strooien daken van de huizen, de mensen gaan in lange rijen staan om de emmers met water door te geven.

Opeens treft de bliksem 2 vrouwen maar daar trekken de mensen zich niks van aan, op een gegeven moment beginnen de wolken te breken en beginnen de mensen met nablussen.

De pastoor spreekt een preek uit dat ze de heilige kinderen in de stad moeten laten gaan,zij hebben geholpen met de gebeden.

De kinderen krijgen eten en drinken.

Daarna trekken de kinderen verder en Dolf en Leonardo (dat is de student) die gaan achteraan in de stoet meelopen, pakken de zwakke en zieke kinderen op en zetten ze op het ezeltje en nemen een kind op hun rug of tillen ze mee.


Na een dag lopen stoppen ze op een drassig stuk naast de rivier, Dolf vindt dat het zo niet langer kan omdat zo veel kinderen zo ziek zijn en sterven.

Dolf gaat naar Nicolaas de leider en legt het aan hem uit, hij begrijpt wat hij bedoelt, en hij verteld zijn plan.

Als volgt splitst hij de kinderen in teams , degene die goed kunnen zwemmen gaan bij de visploeg en die visploeg moet ook opletten als de kinderen gaan baden zodat ze niet kunnen verdrinken.

De visploeg is onder leiding van Frank.

Carlos leidt de jagers op en Fredo zorgt voor de ordebewakers, hij heeft er als een paar.

Hilde doet de ziekenploeg en de huifkar wordt gebruikt voor de zieken die niet goed kunnen lopen.

Ook komt er een team die brandhout zoekt en kampvuur maakt zodat ze daar eten kunnen koken, zich kunnen warmen en kleding kunnen drogen.

Nicolaas en 2 monniken vonden het eerst geen goed plan maar na enig overleg gingen ze ermee accoord.

Na enkele dagen zag Dolf verbetering bij de kinderen, ze begonnen steviger te worden en er waren minder zieken.


Na een dag slaan ze hun kampen op vlakbij een dorp en er breekt een nieuwe ziekte uit genaamd Scharlaken dood,

Daar gaan alleen kleine kinderen aan dood.

De eerste 4 kinderen die het hebben worden opgenomen in het hospitaal van het dorp.

Dolf ruilt 2 rijksdaalders, 3 guldens en nog wat kwartjes en dubbeltjes uit zijn portemonaie en geeft ze aan de wisselaar, hij krijgt er 20 denari”en voor terug.

Hij gaat naar de bakker en vraagt of de bakker 200 broden wil bakken maar de bakker heeft hout nodig , een hele huifkar vol, maar de huifkar is besmet met de ziekte dus die kunnen ze niet gebruiken, Dolf rent naar het kamp om dragers te halen.

Zodra de kinderen horen dat ze brood krijgen gaan ze allemaal op zoek naar hout.

Even later gaan ze met het hout naar de bakker , daar is de bakker al klaar met het maken van het deeg.

Ze werken de hele avond door en s morgens gaat Dolf weer naar beneden om weer dragers te halen voor het brood.

Nadat bekent wordt in het dorp wat voor ziekte de kinderen hebben moeten ze weg.

Na een dag lopen komen ze bij een meer aan daar slaan ze hun kamp op.

Het aantal zieken neemt sterk toe en 100 meter verderop wordt een ziekenplaats ingericht.

Alle gezonde kinderen moeten zich elke dag wassen om te voorkomen dat ze ook ziek worden.

Na een verloop van tijd begint de ziekte af te nemen er komen geen nieuwe gevallen meer binnen.

De 2 monniken krijgen maagkramp, ze zijn bang dat het besmettelijk is.

Dolf komt er later achter dat Leonardo kruiden in hun eten had gedaan waardoor de monniken buikkramp kregen.

Alle zieken zijn weer beter en ze trekken verder.

Even later komen ze bij een ander meer vlak voor de bergen en Dolf maakt ruzie met Nicolaas omdat de huifkar in brand moet worden gestoken om zo de besmetting tegen het lijf te gaan,

Nicolaas en 2 monniken vinden het geen goed idee en de huifkar wordt streng bewaakt.

De volgende ochtend staan er alleen nog 2 ossen te grazen en een hoopje as ligt op de grond.

Het is een raadsel wie hem in de brand heeft gestoken.

De monniken beschuldigen Dolf van ketterij en een dienaar van de duivel.

S avonds zou Nicolaas bewijzen dat Dolf een ketter is.

De vrienden van Dolf komen terug van de jachtpartij, het vissen enz.

’s avonds probeert Anselmus te bewijzen dat Dolf een ketter is, hij probeert het met allemaal dingen die er helemaal niets mee te maken hebben, na een tijdje bekvechten beginnen de kinderen tegen elkaar te vechten.

Thaddeus beschermt Dolf en laat een litteken zien (wat eigenlijk een beet van een hond is) en zegt dat dit teken door God gemaakt is.

Toen kon Anselmus niets meer zeggen, tenslotte had Thaddeus gelijk, Nicolaas zei dat hij onschuldig was en liep[ naar Dolf toe en knielde voor hem neer.

Dolf zei sta op, laten we gewoon vrienden zijn.

Nicolaas omhelsde hem en de kinderen juichten en dansten tot diep in de nacht van plezier.

’s Morgens wilde Fredo en ongeveer 300 andere kinderen een andere richting opgaan en in de buurt van vruchtbare grond een dorpje bouwen,daarom moest Leonardo de knokploeg overnemen (de rustbewaarders).

Daarna gingen ze lopen door een kloof tussen de bergen over een ezelspaadje en een van de twee ossen brak zijn poot en werd gedood en het vlees en de vacht werden bewaard, de resten werden begraven, daarna liepen ze door, op sommige delen van het ezelspaadje lagen grote brokstukken.

De knokploeg kwam van pas, ze moesten de brokstukken weghalen.

Ongeveer een uur later vielen er een hoop stenen op het eind van de groep kinderen, 4 kinderen werden levend onder de stenen gehaald en 1 dood.

Daarna liepen ze hard door ze moesten de kloof uit zij n voordat het donken werd.

Op een gegeven moment vonden ze een grote plek in het dal waar ze konden overnachten.

De volgende ochtend kwamen ruiters van Graaf Romhild von Scharnitz binnen galopperen, het hele kamp was in rep en roer.

De ruiters wilde 50 sterke jongens en meisjes, ze reden eerst naar de tent war ze tegen Nicolaas zeiden dat hij tol moest betalen.

Dolf zei dat ze best 1 os en 3 schapen wilde weggeven maar geen 50 kinderen..

De ruiters zeiden dat ze het zelf wel uitkozen, alle grote jongens en meisjes vluchtten snel maar toch werden er 52 gepakt.

Dolf konden ze niet vinden want die was in de tent onder de huiden verstopt door de monnik.

Carlos raakte 1 ruiter in zijn oog, die viel van zij n paard en werd gedood door de kinderen.

Even later kwamen ze erachter wie er weg waren.

Dolf mist veel van zijn vrienden en bedenkt samen met Carlos een plan, daarvoor hebben ze 15 jongens, houtskool,vogelpoep, rokken, schmink, hoorns en een pak lucifers van Dolf nodig.

Dolf , Carlos en de 15 jongens gaan op pas naar de Burcht van de graaf Romhild von Scharnitz`.

‘sMorgens heeft Dolf een bom gemaakt en steekt hem af ,Dolf,Carlos en de jongens zien eruit als duivels, zodra de bom afgaat springen de jongens door de rook heen en renne n de burcht binnen.

De hele burcht is in rep en roer, iedereen is heel erg bang, 2 schutters schieten per ongeluk een pijl af en die komt in de schouder van een vrouw.

Dolf rent naar een bewaker en steekt hem neer, hij wil Heilig Bloed hebben en daarvoor wil hij de Heilige kinderen hebben.

De graaf geeft toestemming om ze weg te geven want anders zouden ze de burcht vervloeken.De kinderen zijn bang want ze weten niet wie het zijn, zodra ze de burcht uit zijn vertelt Dolf zie ze zijn en de vrienden zien het meteen.

’s Avonds vertrekken ze van de burcht en halen de stoet in.

De volgende dag vertrekken ze en komen ze bij een hol waar ze de zieke kinderen in willen leggen.

Willem gaat naar binnen en wordt aangevallen door een beer, Leonardo slaat met zijn knuppel op het hoofd van de beer , de beer rent hard weg en Leonardo rent hem achterna.

Willem overlijdt aan zijn wonden.

Ze trekken verder door de bergen steeds hoger en hoger, op een gegeven moment begint het mistig te worden, veel kinderen lopen per ongeluk naast de weg en vallen naar beneden, ook de os viel naar beneden maar ze konden hem niet redden en lieten een golf van pijlen naar beneden dalen om hem te doden, na lange tijd lopen komen ze in een bergpas waar een stad ligt , daar worden ze geholpen en krijgen te eten, ze rusten uit en de zieken worden geholpen, na een tijdje gaan ze weer verder en komen ze in de Poolvlakte, daar slaan ze hun kamp op en Dolf hoort geluid en klimt in een boom, hij ziet een leger van boeren aankomen en waarschuwt het

Kamp, het kamp is snel klaar met de kleine kinderen en de zieken in het midden. Het legertje is kansloos tegen het Heilige kinderleger, ze pakken de hooivorken van de boeren af en steken ze neer.

De boeren vluchtten en steken het bos in brand, het bos is erg droog daardoor vat het goed vlam, alle kinderen rennen naar de overkant van de rivier, de kleintjes klimmen op de ruggen van de groten.

Leonardo stelt extra veel wachten op maar de boeren wagen het niet meer om terug te komen.

Dolf vindt 25 volwassen- en 22 kinderlijken en ze begraven ze.

Ze trekken verder, op een gegeven moment wordt er heel hard geschreewd , iedereen kijkt om, Dolf rent naar achteren samen met Leonardo en ziet Carlos op de grond kreunen.

Na een tijdje weet Dolf wat hij heeft, hij heeft een blinde darmontsteking , hij wordt in een tent gelegd.

Hilde, Dolf en Dom Thaddeus zitten huilend bij Carlos.

Dolf zegt dat hij de ochtend niet zal halen.

Carlos zegt dat Dolf de koning is in plaats van hemzelf.

De volgende morgen ataat het hele kamp om het graf van Carlos.

Dolf wil in het begin geen koning worden maar later zegt hij dat hij het wel wil worden maar wil dat pas als ze in Jerusalem zijn.

Eindelijk komen ze bij de zee aan en Nicolaas wordt opgesloten in zijn tent, hij moet dag en nacht bidden en preken.

Heel laat in de avond ziet Dolf dat Johannus en Ansmus ruzie maken .

Ansmus vertrekt naat de stad en Dolf begrijpt het niet, Dolf gaat naar Johannus die zit te huilen in de bosjes.

Johannus verteld dat deze kruistocht een grote leugen is, ze zouden niet gaan om de stad Jerusalem te bevrijden maar ze zouden alle kinderen in boten stoppen en naar Tunesie vervoeren en daar op de slavenmarkt verkopen.

Dolf schrikt en zegt waarom hij dat nooit eerder had gezegd.

Johannus vertrouwde hem eerst niet maar later wel zeker toen Carlos dood ging.

Daarvoor begreep Dolf dat Ansmus zo snel mogelijk hiernaartoe wilde.

Johannus en Dolf hielden een spoedvergadering met de knokploeg , in het begin geloofde ze het niet maar later toen Dolf zei dat als ze hier rechtdoor de zee gingen ze naar Noord Afrika zouden gaan.

De volgende morgen maakte de knokploeg zich snel klaar , zodra de kerkklok slaat komt Nicolaas uit zijn tent, hij gaat voor de zee staan en bid en preekt maar er gebeurd niets.

De kinderen stormen op Nicolaas af maar worden tegengehouden door de knokploeg.

Dolf en Leonardo vertellen het verhaal kort en Ansmus wordt nog witter dan het laken van Nicolaas.

De kinderen stormden op Ansmus af en vermoorden hem, de 3 kapiteins die hun zouden vervoeren werden ook achterna gezeten, 1 werd vermoord door zijn eigen zwaard, de anderen werden opgepakt door de Graaf.

Genua wilde dat het kinderleger van hun land vertrok, ze trokken verder, veel kinderen sloegen af en begonnen hutten te bouwen.

Uiteindelijk bleven er nog maar 1500 kinderen over van de 7000, ze worden in de val gelokt door de Graaf Ludovico.

Ze hadden 3 gijzelaars zoals Nicolaas en 2 anderen van edel bloed.

Als ze weg zouden trekken zouden Nicolaas en de 2 anderen vermoord worden.

Dolf ging om met een leger om een ander leger wat ze eigenlijk aan moesten vallen.

Ludovico die zag het en schoot pijlen af, de ophaalbrug werd naar beneden gehaald en er kwamen 12 ruiters en nog een paar soldaten, ze konden niet op tegen het andere leger,Ludovico vermoordde Nicolaas, de edelen en de boeren die daar gevangen zaten.

Hij vluchtte met een roeiboot , maar de roeiboot werd omgegooid door de vissers.

Ludovico verdronk met zijn zware harnas,

Ze trokken later weer verder en kwamen bij Brindisia waar Dolf aluminium doosjes vond met een brief van de professoren .

De bisschop maakt een plan dat ze met de boot naar Venetie zouden gaan.

Dolf legt het doosje terug op de plek waar het lag , het wordt weggeflitst en Dolf gaat de volgende dag daar ook staan.

Leonardo brengt Marieke naar zijn ouders in Prisa waar ze opgevoed wordt en later zou Leonardo met haar trouwen.

Dolf is erg jaloers maar Leonardo zegt :jij vindt je ware ook nog wel.

Dolf wordt weggeflitst en komt thuis aan.


The end!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!


Ik vond het boek in het begin spannend, in het midden te langdradig en aan het eind weer spannend maar de laatste 4 – 5 bladzijden waren weer saai.


;\n <\/div>
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen