Boekverslag : Ferdinand Bordewijk - Nijgh & Van Ditmar
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1276 woorden.

Nijgh & van Ditmar, ’s-Gravenhage (1934)





Titelverklaring:



Het verhaal draait om de directeur van de school, genaamd Bint. De ondertitel slaat op het karakter van deze man. Hij geeft op autoritaire wijze zijn ideeën over onderwijs en opvoeding weer: "Ik eis van ieder tucht!". Daarmee is hij een zender.







De auteur:



Ferdinand Bordewijk (voluit: Ferdinand Johan Wilhelm Christiaan Karel Emiel Bordewijk) wordt geboren op 10 oktober 1884 in Amsterdam. Aan het Hoge Westeinde, een school met een ouderwetse tucht, wordt hij leerling op het gymnasium. Hij studeert rechten in Leiden en promoveert in 1912 tot doctor. Een jaar later wordt hij beëdigd als advocaat en gaat hij werken bij een advocatenkantoor in Rotterdam. In 1914 trouwt Bordewijk met Johanna S.H. Roepman. Uit dit huwelijk worden een dochter en een zoon geboren. Zijn echtgenote krijgt bekendheid als componiste van orkest- en koorwerken, beiaardmuziek en de opera Rotonde. Onder het pseudoniem Ton Ven maakt hij in 1916 zijn debuut als schrijver met de gedichtenbundel Paddestoelen. Van 1918 tot 1920 doceert Bordewijk handelsrecht aan de Handelsschool in Rotterdam. Bij een bombardement in maart 1945 worden al zijn bezittingen vernield en verhuist de familie tijdelijk naar Leiden. Uiteindelijk wordt een woning gevonden in Scheveningen. Van 1946 tot 1955 schrijft Bordewijk literaire kritieken in het Utrechts Nieuwsblad. In 1947 wordt hij voorzitter van de Ereraad voor Letterkunde, die oordeelt over het gedrag van schrijvers in WO II. Collaborateurs worden veroordeeld tot een publicatieverbod. Vanaf 1949 werkt Bordewijk voor de gemeente als juridisch adviseur mee aan diverse saneringsprojecten. In 1953 ontvangt hij de PC. Hooftprijs en een jaar later wordt hij benoemd tot Officier in de Orde van Oranje Nassau. In 1957 ontvangt Bordewijk de Constantijn Huygensprijs voor zijn totale oeuvre. In 1965 overlijdt hij op tachtigjarige leeftijd in Den Haag.







Zijn werk varieert van poëzie en romans tot novelles en korte verhalen. Zijn bekendste werken zijn Blokken (1931), Knorrende beesten (1933), Bint (1934) en Karakter (1938). De roman Karakter wordt verfilmd door regisseur Mike van Diem en ontvangt in 1998 een Oscar voor de beste buitenlandse film.







Literaire stroming:



Bint is op een nuchtere en afstandelijke manier geschreven. De beschrijving heeft een documentair karakter. Hiermee kan het werk worden toegekend aan de stroming van de nieuwe zakelijkheid.







Genre:



Bint is een tuchtroman (Vestdijk: "Bint is een tuchtroman.").







Samenvatting:



Als nieuwe leraar wordt De Bree aangenomen op een middelbare school. Aan het hoofd staat directeur Bint. Volgens Bint sluit het onderwijssysteem slecht aan op de eisen van de maatschappij. Voor een betere aansluiting is hij van mening dat het onderwijssysteem moet veranderen. Op deze school heerst dan ook een stalen tucht, die vijf jaar tevoren is ingevoerd. Een ‘product’ van deze tucht is klas 4D (‘de hel’). Bint: "Die klas is uniek. Zo één heb ik er nog nooit kunnen vormen, vóór deze." De Bree denkt dat hij mentaal en fysiek sterker is dan de klas en verklaart hen de oorlog "zonder ophouden, het hele schooljaar door ….". De voorgaande leraar van ‘de hel’ is er weggepest. De Bree past zich, net als alle andere leraren, al snel aan het systeem van Bint aan. Hij laat leerlingen op zaterdag terugkomen en kleineert hen.







Na ontvangst van een slecht kerstrapport pleegt de leerling Van Beek zelfmoord. Bint wist dit van tevoren, maar hij nam geen maatregelen. Er ontstaat een oproer onder de leerlingen, maar ‘de hel’ slaat deze neer, geïnstrueerd door Bint. Op een stoïcijnse manier zegt hij: "De school komt er beter uit te voorschijn. Aardbeving is meestal bergvorming, en ons ontzag gaat naar de bergen.". Tijdens een schoolreis worden twee leerlingen door een medeleerlinge zwaar afgestraft, omdat ze, tegen de instructies in, hun eigen gang gaan.







Aan het einde van het schooljaar besluit De Bree toch les te blijven geven. Na de vakantie hoort hij dat Bint ontslag heeft genomen. Hij heeft zich het incident met Van Beek toch meer aangetrokken. Hierdoor blijkt dat Bint niet opgewassen was tegen zijn eigen systeem. Alle leraren zijn verslagen en Donkers neemt zijn plaats in. De Bree wil Bint thuis nog opzoeken, maar treft hem niet thuis. Klas 4D is overgegaan naar de examenklas, maar De Bree wil nog steeds geen vrede met hen sluiten. Het blijft oorlog.







Tijd en tijdvolgorde:



Het verhaal is chronologisch opgebouwd en beslaat één schooljaar; vanaf de aanstelling van De Bree tot het ontslag van Bint aan het begin van het nieuwe schooljaar.







Plaats/ruimte:



De gebeurtenissen vinden grotendeels plaats op de middelbare school. Daarnaast is er een bezoek aan het museum en gaat een schoolreisje via Zeeuws-Vlaanderen en België naar Frankrijk.







Karakterbeschrijving- en ontwikkeling:





Bint:

Bint is directeur van de middelbare school. Hij wil met zijn stalen tuchtsysteem de leerlingen vormen tot ‘maatschappelijke reuzen’. Bint stelt daarbij hoge eisen aan zowel zijn leerlingen, als zichzelf. Volgens hem is "de tijd voorbij van gemoedelijkheid en verbroedering.". Aan het einde van het schooljaar blijkt Bint zelf niet opgewassen te zijn tegen zijn eigen systeem. Het incident met de zelfmoordenaar heeft hem meer aangegrepen dan hij toe durft te geven. Door deze uitgebreide karakterbeschrijving wordt Bint een rond karakter.





De Bree:

De Bree accepteert een baan als leraar om zijn eigen krachten te meten aan de werkelijkheid. Eigenlijk is hij een fantasierijk persoon en zelfs romantisch. Hij gaat meer en meer geloven in het onderwijssysteem van Bint. Zelfs als ‘de hel’ vrede wil sluiten met De Bree, buigt hij niet voor hun verzoek. Het blijft oorlog. De Bree is evenals Bint een rond karakter.





De klassen worden in het boek beschreven als ‘de hel’, ‘de bloemen’, ‘de grauwen’ en ‘de bruinen’. De karaktertrekken van de klassen zijn tot een karikatuur gemaakt en daarmee verworden ze tot typen;





De hel:

Klas 4D is het voorbeeldproduct van Bint’s tuchtsysteem. Zij staan volledig achter het systeem en ontwikkelen zich tot een soort eliteklas.





De bloemen:

Deze klas is erg vredig en dus een tegenpool van ‘de hel’.





De grauwen:

De leerlingen uit deze klas zijn goedaardig. Ze werken hard, maar zijn kleurloos en slecht.





De bruinen:

Deze klas is alle andere klassen voor.





Onderlinge relaties:



De Bree is, als leraar van ‘de hel’, een aanhanger van Bint’s ideeën over onderwijs en tucht. Deze klas is door Bint persoonlijk gevormd volgens deze stalen tucht. Bint is bijzonder trots op dit perfecte voorbeeld van ‘maatschappelijke reuzen’.







Thematiek:





Tucht:

Het hoofdthema in Bint is de bestrijding van de chaos door stalen tucht. De stalen tucht wordt tegenover de dreigende verwildering gesteld. Bordewijk schreef deze roman in een angstaanjagende en chaotische tijd. Er heerst een economische crisis, er dreigt een politieke chaos. Het gaat in de roman om de bestrijding van de chaos, van het monster in de mens door een harde tucht.





School-maatschappij:

Daarnaast speelt de tegenstelling school-maatschappij een grote rol. Bint wil ‘maatschappelijke reuzen’ vormen, om de aansluiting naar de maatschappij beter mogelijk te maken.





Taalgebruik:



Bordewijk maakt gebruik van korte zinnen met weinig verbindingswoorden. Het afstandelijke en documentaire karakter van de beschrijvingen laat duidelijk de invloed van de nieuwe zakelijkheid zien. De zinnen zijn soms ouderwets. Dat blijkt uit het volgende voorbeeld: "Jullie kunt me niet kwaad maken. Jullie zult nooit iets van boosheid zien.". Ook maakt Bordewijk gebruik van namen uit de dierenwereld om bepaalde persoonskarakters aan te duiden, zoals: "Een roofvogel, ergens vanuit het midden, vroeg plots krijsend, zonder opsteken: Meneer, mag die deur dicht!".







Vertelsituatie:



Er is sprake van een personale verteller, waarbij De Bree het personale medium is.







Perspectief:



Het verhaal is geschreven in hij-perspectief.







Verhaalopbouw:



Er zijn in totaal 28 hoofdstukken, waarbij elk hoofdstuk een titel heeft. Het boek is in vijf delen op te splitsen:



1. De aanstelling van De Bree aan het begin van het nieuwe schooljaar.



2. De rapportvergaderingen en de kwestie Van Beek in december.



3. De schoolreis naar Frankrijk met Pasen.



4. De laatste maanden tot aan het einde van het schooljaar.



5. Het begin van het nieuwe schooljaar en het ontslag van Bint.



Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen