Boekverslag : Maren Stoffels - Dreadlocks & Lippenstift
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2156 woorden.

Inhoud:



1. Waar speelt het zich af -3

2. Jaar+uitgever+plaats -3

3. Spelers -3, 4

4. Over Maren Stoffels -4, 5

5. Samenvatting -5

6. Stuk uit het boek -7, 8, 9, 10

7. Mening van Maren Stoffels over het boek -10

8. Inhoud+Mening -10, 11







Waar het verhaal zich afspeelt:



Het verhaal speelt zich af in Nederland* en een paar blz in Frankrijk als Sofie daar op vakantie is. De tijd is niet duidelijk.





*Op de site www.marenstoffels.nl kan je dingen aan Maren vragen. Ik heb gevraagd waar Sofie woont maar ze weet het zelf ook niet.





Jaar+Uitgever+Plaats:



Het Boek is vanaf 2005 in de winkels te zien.

De uitgever is Leopold (www.leopold.nl).

In de plaats Amsterdam



Spelers:



Sofie Berger (hoofdpersoon): Sofie (mensen om haar heen noemen haar vaak Soof) is een skater (de dreadlocks). Ze heeft het vaak moeilijk op school maar ook thuis heeft ze altijd ruzie met haar broer en haar ouder hebben ook vaak ruzie. Op school wordt ze vaak gepest door Edwin. Ze heeft ook een geheime vriend Tygo. Haar hulp is haar dagboek: Eline.



Floor van de Heide: Een lief en slim meisje. Ziet er uit als een model (de lippenstift) en heeft anorexia. Ze wordt de beste vriendin van Sofie. En mailen elkaar als het kan elke dag als het niet goed gaat en om hulp vragen.



Roosmarijn: Een heel verlegen meid. Ze heeft wat problemen thuis door het overlijden van haar moeder. Ze zit bij Sofie in de klas en worden vriendinnen.

Tygo: De geheime vriend van Sofie. Hij heeft lange krullen en is een stuk van een jongen. Hij is erg lief voor Sofie maar ook smoor verliefd op haar.



Menno: Hij heeft allemaal sproetjes en is het broertje van Floor.

Sofie en Menno hebben elkaar ontmoet en zijn verliefd op elkaar geworden. Menno heeft ook een vriendin Isabella.



Edwin: De etter uit de klas. Hij pest Sofie altijd. Maar het ergste is ook dat hij Tygo en Sofie uitelkaar heeft proberen te halen.



Stefan: De broer van Sofie. Hij zing in de auto mee met zijn mp3 en Sofie en Stefan hebben altijd ruzie.



Bella, Malou en Ellen: Zijn de vriendinnen van Sofie’s vorige klas





Over Maren Stoffels*: * Bron: www.marenstoffels.nl, u moet dan op Maren klikken en dan biografie



Naam: Maren Inne Stoffels. Jarig: 13-02-1988

Geboorteplaats: Amsterdam

Kleur haar: Donker blond

Kleur ogen: Blauw

Broer: Wadse, is 4 jaar ouder

Hobby’s: Schrijven, tekenen, lezen, msn-en, met vrienden leuke dingen doen, winkelen en gitaar spelen

Lievelingsvak op school: Dat was toch wel Nederlands...”ik vond de creatieve opdrachten GEWELDIG!’’

Stomste vak: Maatschappijleer “de docent was geweldig, maar het vak interesseerde me TOTAAL niet”

Lievelingsmuziek: Hanson!

Lievelingseten: Pizza salami!

Lievelingsboek: 'Je moet dansen op mijn graf'.

Lievelingsschrijver: Mijn collega's bij Leopold zijn geweldig.

Quote: 'Inspiratie is als naar de wc moeten, als je moet dan moet je, dan kun je niet tegenhouden.’





Samenvatting*:

Sofie Berger gaat tegen haar wil in met haar ouders naar Frankrijk. Daardoor kan ze haar geheime vriend Tygo 3 weken niet zien. Sofie wil naar huis want ze voelt zich alleen tussen de mooie meiden die daar rondlopen. Totdat ze Floor ontmoet, type fotomodel, waar ze van denkt dat ze net als de stomme meiden Kelly en Robin is van school, maar nee. Ze blijkt toch hersens te hebben en worden de beste vriendinnen.

Omdat Sofie en Floor zover van elkaar vandaan wonen mailen ze elkaar. Ze hebben het over van alles over pesten in de nieuwe klas van Sofie en de problemen met Tygo. Floor weet altijd raad vindt Sofie maar Floor ook van haar. Floor heeft een eetprobleem (anorexia) en Sofie probeert haar te helpen maar dat gaat moeilijk als je verweg woont.

*Bron: www.marenstoffels.nl , klik dan op boeken, en dan ziet u Dreadlocks&Lippenstift staan daar moet u op klikken.

Stuk uit het boek:



Ruzies



Roosmarijn is nog steeds niet op school. Ik zit al een week allees tijdens de lessen en ik baal van haar. Vandaag hebben we wiskunde, maar ik kan het niet zonder Roosmarijn. De leraar ergert zich aan mijn vele vragen en Edwin maakt het er ook niet beter op. Ik kan nu niks zeggen en dat maakt het nog erger. ‘Berger? Waar is Bosvrouwtje?’

Edwin bedoelt natuurlijk Roosmarijn. Ik kan hem wel wurgen. Iemand pakken op zijn uiterlijk is het laagste wat je kunt doen.

‘Ik vroeg je wat’ sist hij nog een keer.

‘IK weet het niet!’

‘Ze laat je in de steek hè? Nu ben je echt helemaal alleen!’

‘Hou je kop!’

‘Wat zei je daar?’Edwin word boos. Dat had ik niet moeten zeggen. Ik had me moeten inhouden. Desnoods word ik helemaal gek, maar ik moet me inhouden!

‘Ik zei niks.’

‘Mooi zo, nu ben je braaf!’

Ik ben van plan om vandaag lang Roosmarijns huis te gaan. Ik ga bij Carolien het adres vragen. Ik moet weten waarom zij niet mee op kamp is gegaan.



Hoewel ik nog nooit in deze buurt ben geweest heb ik het huis snel gevonden. Roosmarijn woont in een saaie flat, Maar van binnen zijn de gangen helemaal versierd. Het is net als bij Roosmarijn: de buitenkant is anders dan de binnenkant.

Voor de deur, die ook beschilderd is. Blijf ik staan. Kan ik wel aanbellen? Wat ga ik eigenlijk zeggen?

Niet over nadenken, aanbellen! Binnen een paar tellen wordt de deur open gedaan door Roosmarijn. Ze ziet er slecht uit. Haar haren zijn vettig en ze heeft grote wallen onder haar ogen. Ze is verbaast om mij te zien. Een beetje bang zelfs. Zou haar moeder zo streng zijn? Ik kan me nauwelijks voorstellen dat iemand als Roosmarijn een strenge moeder heeft. Ik stelde me altijd een mollig vrouwtje van 1.60 meter voor met een gigantische boezem en een gezellige stem.

Ik weet mijzelf geen houding te geven en leun een beetje tegen de deurpost.

‘Hoi,’ mompelt Roosmarijn en zij kijkt naar beneden.

Nou zeg wat een enthousiasme mag ook wel! Ik ben hier helemaal naartoe komen fietsen en zij laat mij niet eens binnen.

‘Jij hebt mij wel lekker laten zitten op kamp!’ Begin ik verontwaardigd.

Roosmarijn haalt haar schouders op. ‘Oh.’

Wat is er tog met dat stomme kind? Zij staat erbij alsof het haar allemaal niks kan schelen. Ze luistert niet een naar wat ik zeg!

‘Wat is er met jou?’ brul ik kwaad. ‘Eerst mag ik niet bij jou thuis komen en dan laat je mij zitten met kamp! Ik heb drie dagen lang pesterijen van Edwin moeten pikken. Ik heb het voor je opgenomen toen je er niet was. Ik raak mijn vriendje kwijt door jou!’

Dat laatste klopt niet, maar dat hoeft Roosmarijn niet te weten. Ik ben echt boos op haar. Hoe meer ik haar kan kwetsen, hoe beter.

Roosmarijn zegt nog steeds niets. Ik kan niet zien of ze boos of verdrietig is. Ze staat daar maar. Dat maakt mij nog razender.

‘Weet je wat? Je zoekt het maar lekker uit! Carolien wil niet zeggen wat er is en jij kennelijk ook niet! Ik ben het zat om het telkens voor jou op te nemen. Ik ben het zat om jou gezeur aan te horen. Je hoeft ook niet meer te helpen met wiskunde, want dat kan ik zelf wel. Jou geheime gedoe zit me toet hier! Je zit engelen in je agenda te tekenen en te zeuren dat je moeder zo streng is! Waarom verterouw je mij niet, Roosmarijn?’

Ik gil het uit. Aan het eind slaat mijn stem zelfs over.

Dat heb ik nog nooit gedaan.

Roosmarijn komt eindelijk tot leven. Ze pakt trillend de deur beet en kijkt mij strak aan.

‘Moet ik jou vertouwen?’ zegt ze met een ijskoude stem. ‘Mij best. Mijn moeder is dood, oké? Ik wilde niet dat je het wist, omdat je me anders als een zielig vogeltje zou gaan behandelen, en daar had ik geen zin in. Carolien zei dat ik het zélf moest vertellen tegen mijn vrienden. Maar toen ging mama ineens achteruit en durfde ik het niet meer te vertellen. Ik heb geen vrienden en deze klas is vreselijk! Daarom kon ik niet mee op kamp. Daarom tekende ik engelen in mijn schrift en daarom zat ik te zeuren, nou goed?’ Roosmarijn slaat de deur met een klap dicht.

Ik blijf verbijsterd staan. Dan laat ik mij op de grond zakken en ik schud mijn hoofd. Alles begint op zijn plaats te vallen. Roosmarijns moeder was helemaal niet streng, zij lag op sterven. Daarom mocht ik niet bij haar thuis komen. Daarom wilde Caronlien ook niets loslaten. Roosmarijn niet dat iemand het wist.

Wat erg, ik heb tegen haar lopen schelden! Ik heb haar gezegd dat ik haar zat ben. Ik had moeten weten dat er iets mis was. Carolien heeft mij zelfs nog gezegd dat ik een beetje lief voor haar moest zijn. Roosmarijn had mij nodig, en nu heb ik het voorgoed verpest! Zal ik nog een keer aanbellen om te praten? Nee, Roosmarijn kennende zal zij de deur niet open doen.

Waarom heeft Roosmarijn nooit iets gezegd? Zij kon mij toch vertrouwen? Of niet? Of heb ik haar het gevoel gegeven dat zij niet welkom was? Had ik haar alleen maar nodig om mijn wiskundesommen te maken? Dat moet zij ongetwijfeld hebben gedacht. En Misschien is dat ook wel zo. Heb ik Roosmarijn gebruikt? Net zoals ik Menno heb gebruikt om wraak te nemen?

Ik moet weg hier. Ik heb frisse lucht nodig. Ik moet Floor bellen.



Floor neemt gelukkig zelf op. Ik heb geen behoefte om Menno’s stem te horen op dit moment. Floor reageert bezorgd als zij mijn huilerige stem hoort. Ik vertel haar hoe Roosmarijn heb uitgescholden en waarom zij niet mee ging op kamp. Ik kan mijn tranen nu echt niet meer ophouden.

‘Niet huilen!’ roept Floor snel. ‘Dat is nergens voor nodig. Jij wist toch niet dat Roosmarijns moeder op sterven lg?’

‘ Nee, Maar ik had het moeten weten dat er iets ergs was! Carolien heeft mij nog gewaarschuwd!’

‘Ja. Dat is waar, maar je hebt niets verkeerds gedaan. Natuurlijk was je boos. Omdat zij er niet was op kamp. Je hebt daar een vreselijke tijd gehad.’

Dat is waar. Floors stem maakt mij iets rustiger. Ze klinkt vol vertrouwen en begrip. Als ik haar niet had, zou ik echt niet weten wat ik zou moeten doen.

‘Het spijt me zo,’ zeg ik

‘Dat moet je tegen háár zeggen,’ roept Floor. ‘Ik weet zeker dat Roosmarijn zich nu ook rot voelt.’

Durf ik dat wel? Durf ik naar haar toe te gaan en t zeggen dat het me spijt?

‘Hoe is het eigenlijk met jou?’ vraag ik om de aandacht af te leiden.

‘Niet zo goed. Ik voelde me wel wat beter na jou e-mailtje. Waar haal je toch al die goede woorden vandaan?’vraagt Floor.

Ik moet lachen: ‘Goede woorden?’

‘Ja over mij eetprobleem en zo.’

‘Ik vind juist altijd dat jij zo slim bent.’ Ik ben weer vergeten die boeken over anorexia te halen. Volgens Floor heb ik die niet eens nodig.

‘Ik ben niet slim. Ik doe havo.’

Zo gaat het telefoon gesprek nog een tijdje door. Ik vertel ook over Menno en mijn beslissing.

‘Menno is gewoon een beetje in de war,’ legt Floor uit.

‘Hij trekt heus wel bij.’

‘Denk je?’

‘Ja, natuurlijk. Hij is gewoon hartstikke verliefd op je, Sofie, maar dat gaat voorbij.’

Ik hoop het maar. Ik wil hem geen pijn doen. Daar is hij veel te lief voor.

Na een half uur met Floor aan de telefoon voel ik mij beter. Als ik de hoorn op de haak leg, loop ik haast te fluiten. Morgen ga ik het goed maken met Roosmarijn.



Maren Stoffel over het boek:



Twee jaar geleden kwam ik een meisje tegen op vakantie dat mijn tegenpool leek. Ik zat vol vooroordelen en ik dacht er niet over haar aan te spreken. Nu, twee jaar later, zijn we tientallen e-mails, vele telefoongesprekken en een hoop geheimen verder. Zo gaat het ook met Sofie en Floor. Ze kennen elkaar niet, maar Sofie heeft een mond vol over Floor, die ze veel te knap vind. Vriendinnen worden, dat ziet Sofie niet snel gebeuren! Maar het onmogelijke lijkt uit te komen als ze een diepgaand gesprek hebben op het strand van Frankrijk. Vanaf dan delen ze alles met elkaar en Sofie kom erachter dat Floor helemaal niet zoveel verschilt van haar. Soms ergerde ik me als schrijfster dood aan de vijandigheid van Sofie en ik hoopte het hele verhaal lang liever zou worden. Want personages komen tot leven en doen soms dingen die je niet verwacht had. Maar tijdens de begrafenis van Roosmarijns moeder kan ik terecht zeggen dat ik toch trots ben op Sofie, die ook maar een mens is. Met alle onzekerheden die erbij horen



Maren



Inleiding+Mening:



Ik heb geen idee waarom ik dit boek heb gekozen. Ik ging gewoon naar de boekhandel en zocht een leuk boek uit, of dacht dat het een leuk boek was. Ik heb de achterkant van dit boek gelezen en het leek me een echt meiden verhaal over allemaal problemen die je zelf ook vaak kunnen voorkomen. Dus zo heb ik dit boek gekocht. Omat ik dit boek zo leuk vond heb ik de 2 andere delen (piersings&parens, cocktails&ketchup) ook. Wat ik er van vond? Nou echt SUPER! Als je er aan begint wil je gewoon niet meer stoppen zoveel emoties, liefde en problemen. Die jezelf ook kunt krijgen (wat ik hiervoor al heb gezegd). Echt een aanrader voor heel de klas!
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen