Boekverslag : Remco Campert - Het Leven Is Vurrukkulluk
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2420 woorden.

Boekverslag 4

Het leven is vurrukkulluk


1. Bibliografische gegevens
• Auteur: Remco Campert
• Titel: Het leven is vurrukkulluk
• Gelezen druk: -
• Plaats / naam uitgever: Groningen, Wolters Noordhoff
• Aantal punten: 1

2. Titelbeschrijving
Het leven is vurrukkulluk wordt meerdere keren in het boek herhaald. Ook in de eerste zin van het boek staat het. De personages van het boek vinden het leven niet zo verrukkelijk als je zou denken. Zij willen graag dat het leven verrukkelijk zou zijn, en proberen er door middel van feesten en gezelligheid er het beste van te maken. Dit valt echter vaak goed tegen.

3. Motivatie boekkeuze
Ik heb voor dit boek gekozen, omdat de titel mij erg aansprak. Het is een dun boek wat het een stuk makkelijker lezen maakt. Het boek is 1 punt waard, alles wat ik nog nodig had. De flaptekst gaf aan dat het over jongeren gaan, die van feesten en drinken houden. Het klinkt erg interessant en niet erg saai.

4. Persoonlijke reactie
Het is een erg leuk boek, omdat er vele dingen in zitten die je niet zomaar verwacht. Dat ze bijvoorbeeld de oude man zomaar neer slaan en dan ineens zijn geld stelen. Ik vond het wel een heel moeilijk boek omdat je nooit weet of het over het ‘nu’ gaat of over het verleden. Het is ook telkens een klein beetje gissen over welke persoon ze het nou ineens hebben.
Sommige stukken vind ik ook erg saai, omdat het dan heel lang over één bepaald onderwerp hebben.

5. Korte samenvatting
Het verhaal begint op een zondagmorgen in het park. Mees en Boelie hebben daar een vijftienjarig meisje (Panda) ontmoet. Ze lopen een beetje rond, kijken naar de eendjes en ze kopen een ijsje. Dan gaan ze ergens naartoe om een drankje te halen. Panda gaat dan naar de dame (Rosa Overbeek) die daar toezicht houdt. Terwijl Mees en Boelie een drankje nuttigen komt er een oude grijsaard bij hen zitten. De grijsaard volgt hen uiteindelijk naar Boelie’s en Mees’ huis en zij raken geïrriteerd en slaan hem neer. Vervolgens stelen ze 200 gulden van hem.
Eenmaal in het huis, probeert Mees Panda te versieren en het bed mee in te krijgen. Boelie moet dan immers wel weg, maar het is toevallig dat hij een afspraak heeft met Ernst-Jan Zoon om te praten over het leven van een dichter (Boelie is dichter). Mees krijgt Panda uiteindelijk zo ver om in bed te krijgen. Na de seks vertelt Mees uitgebreid over zijn jeugd en zijn leven als jazzpianist in slechte kroegen. Na het interview van Boelie, kennen hij en de interviewer elkaar al redelijk. Ernst-Jan vertelt Boelie zijn vrouw (Etta) te verdenken van overspel. Ernst-Jan vraagt Boelie het te onderzoeken. Thuis bij Ernst-Jan probeert Boelie Etta echter te versieren. Etta verzoekt om naar het huis van de buren te gaan. Daar hebben ze bijna seks totdat de buren thuis komen. De oude man is weer bij bewustzijn en merkt dat zijn geld weg is. Tjeerd Overbeek, die al een tijdje stond toe te kijken, stelt de grijsaard voor om ervoor te zorgen dat hij zijn geld terug krijgt. Samen gaan ze naar Tjeerd’s tante Rosa voor advies. Zij blijkt echter een oud-klasgenoot van Kees (de oude man). Tjeerd blijkt overbodig. Mees en Panda besluiten van de 200 gulden een feest te geven. Ze gaan naar Jens voor drank. ’s Avonds op het feest, komt Tjeerd aan de deur. Hij wordt meegesleurd door een dronken feestganger naar binnen. Binnen is Etta die ruzie heeft met Ernst-Jan die daaropvolgend met Boelie een bed op zoekt. Panda, die bij Jens in de auto zit, heeft geen zin meer en vraagt Jens haar thuis af te zetten. Op het feest ziet Mees een jongen met een paraplu uit het zolderraam springen en veilig landen. Op dat moment voelt Mees zich voor het eerst in zijn leven echt gelukkig.

6. Ruimte
Het verhaal begint dus op een zondagmorgen in het park. Na het park speelt het verhaal zich nog af in het huis van Mees en Boelie, cafe Asiatique, de drankwinkel van Jens, het toilet, het huis van Etta en Ernst-Jan en tenslotte ook nog het huis van de buren van Etta en Ernst-Jan aan. Het verhaal speelt zich echter wel de grootste tijd in het park af.
Het beschrijft de sfeer en de omgeving van een lange dag.

7. Open plekken
De titel is een open plek, je weet niet waarom de titel zo genaamd is. Je vraagt je dus al meteen af waar het boek over zal gaan. De titel wordt door het hele boek als open plek wel vervuld. Het einde is ook een open plek, er wordt verteld dat er een jongen uit het raam springt aan zijn paraplu. Mees wordt hier erg gelukkig van, maar waarom hij er gelukkig van wordt weet je niet. Deze open plek wordt dus ook niet vervuld. In het begin van het boek loopt de grijsaard steeds achter Mees en Boelie aan, je weet niet waarom hij dit doet. Hier kom je ook niet achter, het wordt nergens in het boek vermeld. Op de zondagmorgen geeft Panda aan dat kinderen hinderen zijn, maar waarom kinderen dat zijn, vertelt zij er niet bij. Hierdoor blijft het onduidelijk waarom ze dat denkt.

8. Spanning
De eerste 6 hoofdstukken gaan over het goede leven van de hoofdrolspelers, waar dus ook de titel op slaat. In hoofdstuk 7 en 8 verandert dat echter. In deze hoofdstukken vertelt Mees Panda over zijn jeugd en dat hij altijd in asociale kroegen werkte. Hoofdstuk 9, 10en 11 zijn naar mijn mening een beetje neutraal, omdat er niet echt iets vrolijks of iets verdrietigs gebeurt. Vanaf hoofdstuk 12 wordt het verhaal weer vrolijk; drank en feesten en zelfs Boelie die Etta (succesvol) versiert. Aan het einde van het verhaal is iedereen eigenlijk weer tevreden met zijn eigen leven. Het boek zelf was natuurlijk niet spannend; de gebeurtenissen zijn namelijk alleen maar vrolijk bedoeld.

9. Fictie-gehalte
Het boek is erg realistisch verteld. Het had zo de werkelijkheid kunnen zijn. Je komt veel van dit soort dingen tegen in het dagelijkse leven. De personages in het boek hebben niet echt bestaan, tot zover ik weet. Het staat nergens vermeld. Ze hadden wel echt kunnen bestaan.

10. Structuur
De fabel en het sujet lopen niet helemaal gelijk. Er zijn een aantal flashbacks in het boek te bespeuren. Dat Mees over zijn rottige jeugd verteld. Hierdoor wordt het meteen duidelijk dat het leven niet zo verrukkelijk is als men het wil doen lijken. Het valt zelfs aardig tegen. Dit wordt door de flashback duidelijk gemaakt.

11. Samenhang
Er is veel samenhang in het verhaal. In het boek wordt: ‘Het leven is vurrukkulluk’ vaker herhaald om de sfeer aan te geven. De ontwikkeling van het verhaal is geleidelijk, er is dus een samenhang tussen alle gebeurtenissen die plaats vinden op die zonnige zondag.


12. Verhaallijnen
Het verhaal heeft meerdere verhaallijnen. Je hebt de verhaallijn over wat er allemaal gebeurt thuis bij Boelie en Mees. Het interview van Boelie met Ernst-Jan. De oude grijsaard die geholpen wordt door Tjeerd Overbeek. Zo zijn er nog meer verhaallijnen, die aan het einde van het boek net voor het feest en op het feest bij elkaar komen. De mensen kenden elkaar al via via.

13. Hoofdpersoon
Er zijn meerdere hoofdpersonen. Mees en Boelie zijn samen de hoofdpersonages. Het zijn 2 jonge kerels.
Boelie is een dichter en woont samen met de andere hoofdpersoon Mees. Hij is een verlegen jongen en Mees speelt dan ook een beetje de baas over hem. Hij spreekt vaak erg binnensmonds waardoor hij vaak niet verstaan en begrepen wordt. Hij is onzeker en onhandig op het vlak van meisjes versieren. Mees is een jazz pianist. Hij is 25 jaar en woont dus samen met Boelie. Mees heeft nooit veel succes bij de meisjes gehad en schaamt zich daar wel voor, maar stiekem heeft hij toch zijn eigen fantasieën. Mees speelt piano en samen met Boelie schrijft hij aan een musical. Mees houdt er van om de baas te spelen en het is iemand die nadenkt over het leven. Beiden willen zij van het leven maken wat er van te maken valt. Ze willen gelukkig zijn en veel feesten. Niet te druk maken om het leven.


14. Belangrijkste bijpersonen
De belangrijkste bijpersonen zijn Panda, Kees, Tjeerd Overbeek, Rosa Overbeek, Etta en Ernst-Jan.
Panda is een meisje die veel van praten houdt. Ze is 15 jaar en wordt door Mees en Boelie opgepikt in het park. Mees en Boelie vinden beiden het meisje leuk, maar Mees gaat uiteindelijk met haar naar bed. Panda blijkt een rijke fantasie te hebben. Ook heeft ze een (te) goede band met haar broer. Op het einde heeft Panda geen zin meer in Mees en vraagt aan Jens om naar huis gebracht te worden. Panda is een helper van de hoofdpersonen met hun doel om het leven leuker te maken. Zij helpt met het geven van een feest.
Kees, ook wel de grijsaard genoemd, is een irritante man, die een hekel heeft aan de jeugd van tegenwoordig. Hij noemt het allemaal rokkenrollers. Doordat hij Mees, Boelie en Panda op een gegeven moment gaat achtervolgen vinden ze hem irritant worden. Ze slaan hem neer en stelen zijn geld uit schoen. Tjeerd, die besluit hem te helpen, brengt Kees naar Tjeerd’s tante, Rosa, waaruit blijkt dat Kees haar nog kent van de basisschool. Kees is een tegenstander van de hoofdpersonen doordat hij de hoofdpersonen constant op de hielen zit.
Tjeerd Overbeek is het neefje van Rosa Overbeek. Hij helpt Kees op het moment dat hij neergeslagen is door Panda, Mees en Boelie. Hij houdt totaal niet van al dat gefeest van zijn leeftijdsgenoten en lijkt eerder een man van 40 dan van 20. Tjeerd Overbeek is ook een tegenstander van de hoofdpersonen, door de oude man Kees te helpen met het terug krijgen van zijn geld.
Rosa Overbeek is de tante van Tjeerd. Ze blijkt een oude klasgenoot te zijn van Kees en samen gaan ze herinneringen ophalen. Rosa is een tegenstander van de hoofdpersonages. Zij komt in aanraking met Panda, en vindt het meisje niks. Ze stuurt haar weg.
Etta is de dochter van een rijke bankier. Ze is getrouwd met Ernst-Jan (ondanks afraden van haar vader) en op deze zondag blijkt dat ze daar veel spijt van heeft. Ze gaat dan ook aan de haal met Boelie. Haar vader ging altijd naar feestjes waar belangrijke mensen kwamen. Zij moest dan mee, want haar moeder was altijd dronken. Etta is een helper van de hoofdpersonen door met Boelie naar bed te gaan.
Ernst-Jan, is een journalist. Hij is gek op voetbalwedstrijden en heeft geen bezwaar tegen alcohol, hoe meer hoe beter, maar een alcoholist is hij niet. Hij is getrouwd met Etta, maar geeft haar nauwelijks aandacht. Hij vermoed dat zij vreemd gaat. Hij is een helper van de hoofdpersonen door Boelie te interviewen en Boelie onbewust in contact te brengen met Etta.

15. Perspectief
In het boek kom je de 3 verschillende perspectieven alle drie tegen. Het is voornamelijk de alwetende verteller, maar ook het hij- zijperspectief en het ik-perspectief komen in het boek voor. In de eerste zes hoofdstukken is het de alwetende verteller. Dit verandert in hoofdstuk 7 en dit blijft ook zo in hoofdstuk 8. Dit is in de ik-vorm geschreven, vanuit Mees, die vertelt over zijn verleden. Hier kun je dus ook de gevoelens van Mees leren kennen. Dit is ook zo in hoofdstuk 11, maar dan vanuit Etta. Het perspectief wisselt dus de hele tijd en die wisseling wordt benadrukt door het verschillende taalgebruik van de personages.

16. Thematiek
Verhaallaag; Mees, Panda en Boelie willen graag gelukkig zijn en veel uit het leven halen. Ze willen graag veel feesten en trekken zich daarom weinig van anderen aan. Met andere woorden: Het leven is vurrukkulluk. Maar eigenlijk is het allemaal niet zo fijn als het allemaal lijkt. De jongeren weten echter dat het leven tegenvalt en willen er daarom maar van maken wat er te maken van valt. Ze willen de negatieve kanten niet zien en maken er toch iets positiefs van.
Motieven en Leidmotieven; De liefde is een belangrijk motief in het boek. Mees en Panda ervaren liefde, Etta en Boelie en Etta en Ernst-Jan zouden juist ook de liefde moeten beleven. Wat echter niet het geval is.
Overspel is in het boek ook een motief. Het is de reden dat Etta en Boelie bij elkaar komen. Ernst-Jan verdenkt zijn vrouw van overspel, terwijl ze dat niet deed. Een ander motief is seks. De seks tussen Mees en Panda en tussen Boelie en Etta zijn daar voorbeelden van. De drank is een leidmotief die de gedachtegang van een aantal personages symboliseert. Het leven is eigenlijk erg negatief, maar door drank te drinken, vergeet je de realiteit en maak je er vaak een leuke tijd van.
Titel; Het boek heeft de titel ‘Het leven is vurrukkulluk’. Het boek gaat over het genieten van leven. Eigenlijk zijn ze stuk voor stuk helemaal niet zo gelukkig met hun leven. Vooral Tjeerd verveelt zich erg in zijn leven. Kees kan pas zeggen dat hij gelukkig is als hij Rosa ontmoet, Mees zegt dit pas op zijn feest.
Motto; Zij zingen, nijgen naar elkaar en kussen,
Geenszins om liefde, maar om de sublieme
Momenten en het sentiment daartussen.
Het heeft hier met liefde te maken. Maar dat het niet gaat om de liefde die je uiteindelijk hebt, maar het ‘voorspel’ ervan. De passie in de liefde.
Thematische laag; In het boek draait het allemaal over het geluk en de liefde. De personages in het boek zoeken naar de zin van het leven. Op het laatst komt Mees er ook achter dat hij pas echt gelukkig is.

17. Literatuur
Het boek is bijna volledig chronologisch verteld, maar toch heb je niet te maken met een en toen en toen boek. De verhaallaag is ook erg goed, omdat het niet er duidelijk op gelegd is, maar toch kan je merken dat het verhaal eigenlijk tegengesteld is dan van de verhaallaag.

18. Beargumenteerd eindoordeel
Ik vind het boek uiteindelijk toch best tegenvallen. Ik had het boek makkelijker verwacht. Omdat het eigenlijk een gemakkelijk boek moet voorstellen kon ik er moeilijk doorheen komen. Wel vond ik het verhaal op zich leuk, ook dat het zich allemaal in 1 dag afspeelde. Ik vond het ook erg leuk dat het over jongeren gaat. Door het hele boek wordt er ook gebruik gemaakt van spreektaal (teerst; Het eerste), wat het boek een stuk speelser maakt.
19. Veranderd eindoordeel
Mijn eindoordeel is niet veranderd door het maken van dit boekverslag. Ik vond het boek na het lezen een leuk verhaal hebben, maar vond het iets te moeilijk. Na het maken van het verslag vind ik dit nog steeds.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen