Bertus Aafjes, Een lampion voor een blinde
1. Titelverkalring
De titel is te verklaren aan de hand van de methode waarmee rechter Ooka de moordenaar
ontmaskert. Ooka weet wie de moordenaar is, maar het te proberen heeft net zo weinig zin
als een lampion voor een blinde. Toch lukt het Ooka door voor te stellen dat de blinde
Kikoeko maar aan een oog blind is. De ondertitel is heel makkelijk te verklaren. Rechter
Ooka beschouwt dit natuurlijk als een rechtszaak en alles draait om de twee Hollandse
heelmeesters. Er is ook een opdracht. Die luidt: Opgedragen aan de cultureel attaché bij
de Nederlandse Ambassade de Tokio Charles van der Sloot en zijn Vrouw Terry. Deze twee
zullen waarschijnlijk geholpen hebben met de feiten omtrent de toestand in Decima rond die
tijd.
2. Thema
Hoe iemand uit machteloosheid tot krankzinnigheid gedreven wordt en de volmaakte
misdaad begaat.
3. Tijd
De tijd is niet-chronologisch, want er is een flash-back aanwezig van blz. 65 t/m 67,
waarin Ooka vertelt over de zaak van de blinde getuige. De flash-back heeft als functie de
ingeving te verklaren, die Badings tot de volmaakte misdaad brengt. Het verhaal speelt
er-gens in de 17e of 18e eeuw, ten tijde van de Hollandse factorij in Japan.
4. Ruimte
Enkele belangrijke ruimtelijke elementen in Een lampion voor een blinde zijn de haikoes
die tijdens het verhaal voorgedragen worden en de cultuurverschillen tus-sen Japan en
Nederland. De haikoes hebben als functie het leven in een notedop te geven en lopen daar
ook parallel mee. Er zijn veel contrasten tussen Japan en Nederland, bijvoorbeeld tussen
de Japanse sakJ, de rijstwijn en de Hollandse Jenever, en tussen de Goudse pijp, die Simon
Slingeland rookt, en de Japanse pijp die rechter Ooka rookt. Deze verschillen hebben als
doel de motieven van Badings voor de moord te verklaren en de motieven die Oranje zou
hebben. Zij zijn beide een beetje Japans ge-worden, hoewel Oranje het nog moet worden.
5. Verteller
Op het eerste gezicht lijkt dit een ik-verteller, want we zien alles door de ogen van
rechter Ooka en we kennen allen zijn gevoelens en zijn gedachten. Uit blz.75 t/m 84 blijkt
echter dat we te maken hebben met een objectief-(hij) perspectief met een alwetende
verteller, omdat Ooka bij deze gebeurtenis helemaal niet aanwezig is.
6. Motieven
*Moord
*Machteloosheid
*Liefde voor een land
*De volmaakte misdaad
*Blindheid
7. Personages
*Ooka
Een rechter die echt heeft bestaan. Alles wat over hem gezegd wordt is positief; hij is
sche-rpzin-nig, hoffelijk en wordt zelfs een levende legende ge-noemd. Het enige negatieve
zou kunnen zijn dat hij een moordenaar zijn gerechte straf laat ontlopen, maar
daar-tegenover staat dan natuurlijk zijn menslievendheid.
*Simon Slingeland
De kapitein, het opperhoofd van de Nederlandse factorij in Nagasaki. Het is een
ontzettend openhartig man, drinkt veel maar heet een vrolijke dronk. Ook heeft hij een
klein hart, hij wil het besluit wie er heelmeester moet worden maar niet maken. Aan het
eind van het verhaal sterft hij.
*Jan Oranje
Een van de twee heelmeesters. hij is van oorsprong een strateeg, daardoor brengt hij
Badings op het idee van de perfecte misdaad. Rechter Ooka brengt hem als eerste in verband
met kersebloesem. Ook wordt hij beschreven als een ietwat vrouwelijk en ook kinderlijk
persoon. Hij wordt uiteindelijk heelmeester op Japan.
*Everhard Badings
De andere heelmeester. Hij houdt van Japan als zijnde zijn vaderland. En nog meer van
de beide boeken die hij wil schrijven. Dit laatste wil hij zo graag afmaken dat hij er
zelfs een moord voor overheeft. Hij wordt later een Boeddhistische monnik, om alsnog zijn
boek te voltooien.
*Kikoeko
Kamenierster in de eerste pleisterplaats. Zij is blind aan beide ogen en heeft daardoor
een sleutelf-unctie in dit verhaal. Zij is dan namelijk de kroongetui-ge in de moord op
Simon Slingeland, zo uitgedokterd door heelmeester Badings. Over haar karakter is niets
bekend.
8. Opbouw
Het boek is opgebouwd uit 5 titelloze hoofdstukken. Bij het begin van elk hoofdstuk
staat het nummer ervan, versierd met drie, vermoedelijk Japanse, figuur-tjes. De
hoofdstukken zijn chronologisch opgebouwd.
9.Stijl
Bertus Aafjes schrijft in een duidelijke vlotte stijl met een afwisselende zinsbouw.
Toch kun je wel merken dat dit uit het oogpunt van een Japanner is geschreven,
bijvoorbeeld aan de beschrijving van de aardappels en het Delfts Blauw. De woordkeus is af
en toe vrij "kennisvragend" met woorden als heelmeesters, sjogoen en haikoe.
10. Genre
Het boek is een misdaadroman want het geheel draait om de volmaakte misdaad van
Badings.
11. Samenvatting
Rechter Ooka gaat naar Decima op bezoek bij de Factorij der Hollanders om hun te
begeleiden naar Edo. Hij ontmoet eerst Simon Slingeland, de kapitein, die hem vertelt over
een probleem. Er zijn namelijk twee heelmeesters, waarvan JJn op Japan moet worden
aangesteld en Simon weet niet wie dat zal moeten zijn. Daarna spreekt Ooka met de jonge
heelmeester Jan Oranje, die hem vertelt dat hij een document in zijn bezit had
betreffen-de zijn aanstelling in Japan, maar dat deze ontstolen is door de kok van het
schip De Liefde in opdracht van heel-meester Badings. Met deze heelmeester spreekt Ooka
ver-volgens. Badings vertelt hetzelfde verhaal aan Ooka maar toch precies het
tegenovergestelde. Aan het avondeten vertelt Ooka het verhaal van de blinde getuige.
Tijdens dat verhaal ontdekken Oranje en Badings beide de volmaa-kte misdaad. Rechter Ooka
ziet het ook en verwacht dat deze gepleegd zal worden in de eerste pleisterplaats, omdat
daar een blinde kamenierster werkt, kikoeko ge-noemd. Toch weet Ooka niet te voorkomen dat
Badings Slin-geland vermoord en m.b.v. Kikoeko de schuld op Oranje schuift. Ooka doorziet
Badings en weet hem alsnog te overbluffen. Badings ontloopt zijn straf en wordt een
Boeddhistische monnik. Oranje wordt heelmeester. |