Boekverslag : Onbekend/anoniem - Karel En Elegast
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2913 woorden.


Algemene gegevens:

Samensteller: Hubert Slings

Titel: Karel en Elegast

Uitgeverij: Amsterdam University Press

Plaats en jaar van uitgave: Amsterdam 1997

Druk: 1e druk



Beschrijving:

De motivatie van mijn boekkeuze: ik heb het boekje Karel en
Elegast
gekozen omdat die titel mij het meest bekend voorkwam. Het
verhaal is mij namelijk voorgelezen toen ik nog op de basisschool zat
en ik wist nog dat ik het leuk vond om te horen. Het leek mij ook makkelijker
om een verslag te schrijven van een boek dat ik al kende en dat ik leuk
vond. Ik heb niet voor die andere twee boekjes gekozen omdat de ene dieren
als hoofdrolspelers heeft (wat ik minder interessant vind) en in het andere
boekje staan twee verschillende verhalen en dan leek het me moeilijk om
er één verslag van te maken.



Korte samenvatting van de inhoud: als Karel de Grote ligt te slapen,
komt een engel hem wekken. De engel zegt dat Karel van God moet gaan stelen.
Na drie keer roepen gehoorzaamt Karel de engel en sluipt als een dief
zijn eigen kasteel uit. Alle wachters zijn in slaap gevallen, blijkbaar
helpt God een handje. Karel is bang en eigenlijk vindt hij het een schande
om te gaan stelen, hij is immers de grootste vorst. Langzaam krijgt hij
begrip voor de andere inbrekers en hij is vast van plan om ze voortaan
dan ook minder hard aan te pakken. In een woud komt hij een zwarte ridder
tegen. Ze raken in gevecht omdat Karel zijn ware identiteit niet bekend
wil maken. Karel overwint de ridder en laat hem zijn naam zeggen. De ridder
blijkt Elegast te zijn. Elegast is door Karel verbannen en al zijn bezittingen
waren hem ontnomen omdat hij Karel bestolen had. Hij houdt zich in leven
door de rijken te bestelen. Karel merkt dat Elegast de koning ondanks
alles zeer trouw is gebleven en hij neemt zich voor om de ridder in zijn
eer te herstellen na deze nacht.

Karel zegt niet wie hij werkelijk is, maar hij maakt Elegast wijs dat
hij een dief is, die zowel rijk als arm besteelt. Ze besluiten om samen
uit stelen te gaan bij de zwager van Karel, Eggerik van Eggermonde. Bij
de burcht aangekomen, maken ze een gat in de muur, waarbij de onervarenheid
van Karel niet onopgemerkt blijft. Elegast gaat alleen naar binnen, uit
angst dat de ander de boel zou verraden door zijn stommiteiten. Als Elegast
in de slaapkamer van Eggerik en zijn vrouw komt, wordt het echtpaar wakker,
zonder dat ze Elegast opmerken, en Elegast luistert het gesprek tussen
de man en zijn vrouw af. Eggerik vertelt zijn vrouw over zijn plannen
om koning Karel (haar broer!) de volgende dag te doden bij de hofdag.
De vrouw protesteert met als gevolg dat zij een klap van Eggerik ontvangt.
Elegast vangt het bloed op, spreekt een spreuk uit zodat het echtpaar
weer in slaap valt en keert terug naar Karel. Hij vertelt alles aan Karel,
die hem aanraadt om alles aan de koning te vertellen. Elegast weigert
omdat hij de koning vreest. Dan zegt Karel dat hij het aan de koning (aan
hemzelf dus) zal vertellen en dat hij Elegast dan in het woud zal laten
halen. Elegast stemt toe en Karel keert terug naar zijn paleis. De volgende
dag zorgt hij ervoor dat Eggerik en zijn gevolg meteen ontwapend worden
bij binnenkomst. De koning laat Elegast halen, die Eggerik vervolgens
van verraad van de koning beschuldigt en het hele verhaal vertelt en als
bewijs het bloed van de vrouw laat zien. Elegast daagt Eggerik uit voor
een tweegevecht. Elegast wint de strijd en de dode Eggerik wordt na afloop
opgehangen en Elegast wordt in ere hersteld.



Uitgewerkte persoonlijke reactie:

Het onderwerp: het verhaal heeft als onderwerp dat koning Karel die uit
stelen gaat, daardoor een samenzwering tegen hem ontdekt en begrip krijgt
voor dieven en verbannen mensen. Ook speelt de hoofsheid in het verhaal
een rol, denk ik. Er ligt vrij veel nadruk op de edelmoedigheid van Elegast,
hij gedraagt zich zelfs hoofs tegenover Eggerik bij de tweestrijd. Ik
had van te voren wel verwacht dat het over dit onderwerp zou gaan omdat
ik het verhaal al kende, die verwachting is dus uitgekomen. Ik vond het
leuk om een keer (zelf) te lezen en het onderwerp was best interessant,
maar omdat het heel ver van mijn eigen belevingswereld afstaat, vond ik
het moeilijk om me in te leven. De middeleeuwen zijn alweer een tijdje
geleden en er is sindsdien wel wat veranderd en het lijkt voor mij net
alsof die hele ridderperiode ooit verzonnen is en nooit echt bestaan heeft.
Niet dat ik het daardoor niet leuk vind om te lezen, ik vind het bijvoorbeeld
nog steeds leuk om de avonturen van King Arthur te lezen.



Gebeurtenissen: de gebeurtenis waar het verhaal mee begint, is belangrijk
omdat die de oorzaak is van de rest van de belevenissen. Karel wordt dan
door een engel bevolen om uit stelen te gaan, na drie keer weet hij zeker
dat God wil dat hij gaat stelen, want drie is een heilig getal. Ik vind
niet dat er veel onverwachte of onvoorspelbare dingen gebeurden, misschien
komt dat omdat ik het verhaal al ongeveer kende, maar het verhaal heeft
een logische gang van zaken en je weet van tevoren al dat het goed af
gaat lopen, zoals dat altijd het geval is bij ridderromans (die ik gelezen
heb). Het enige wat ik niet echt verwacht had, was dat Elegast ineens
bleek te kunnen toveren. Afgezien van een paar dingen die daardoor niet
kloppen (zoals een gat in de muur maken, wat dus eigenlijk overbodig blijkt
te zijn), vond ik het een beetje vreemd in het verhaal omdat de combinatie
engel-toveren voor mijn gevoel niet echt klopt.

De gebeurtenissen zijn logisch en chronologisch verteld en zijn makkelijk
te volgen (als je de vertaling leest). De gevoelens van mensen staan niet
centraal, af en toe wordt er bijvoorbeeld verteld dat Karel bang is, maar
dat is niet echt van belang voor het verloop van hert verhaal. Het is
misschien wel vreemd omdat een vorst niet bang behoort te zijn in de ogen
van de middeleeuwers, maar het wordt in ieder geval maar zijdelings beschreven.



Personages: Karel was de hoofdpersoon in het verhaal, maar Elegast was
minstens zo belangrijk. In mijn ogen was Karel geen held, niet omdat hij
bang was, maar omdat hij bijvoorbeeld niet met Elegast mee naar binnen
ging om te stelen. Een held behoort veel te kunnen, maar bleek Karel juist
onhandig te zijn bij het inbreken. Elegast vind ik meer in aanmerking
komen om held genoemd te worden. Hij kan veel, is behendig, zeer hoofs
en hij verslaat Eggerik in het tweegevecht.

Je leert Karel in het verhaal niet echt door en door kennen, maar het
is wel duidelijk dat hij zeer op zijn naam gesteld is en doodsbang is
voor schande en dat hij zijn eer verliest door uit stelen te gaan. Het
hoort wel bij zijn tijd, waarin eer belangrijker is dan geweten, maar
bij hem speelt het waarschijnlijk nog sterker omdat hij erg veel te verliezen
heeft. Verder is Karel een zeer godvrezend persoon, wat ook vrij belangrijk
is voor een middeleeuwer.

Over de gevoelens van Elegast kom je niet echt veel te weten, het is duidelijk
dat hij ‘een goede’ is omdat hij alleen de rijken besteelt,
zich zeer hoofs gedraagt en trouw en godvrezend is.

De rest van de personen worden totaal niet uitgediept en je komt helemaal
niks van ze te weten. Alleen van Eggerik weet je dat hij slecht is en
dat hij kwaad in de zin heeft, maar je krijgt niet te weten hoe hij zich
voelt of wat hij denkt. De overige personen, zoals de vrouw van Eggerik
en de paladijnen, zijn niet echt belangrijk voor het verhaal en over hen
wordt al helemaal niets duidelijk.



Opbouw: het verhaal heeft een erg makkelijke opbouw. Het is in logisch-chronologische
volgorde verteld en de fabel is in dit geval dus gelijk aan het sujet.
Ik denk dat de opbouw zo makkelijk is omdat het bedoeld is om voor te
lezen voor groot publiek en dan moet je het niet te ingewikkeld maken.
Ik heb trouwens het idee dat in de middeleeuwen een moeilijkere opbouw,
met bijvoorbeeld flashbacks en andere technieken, nog niet veel voorkwam.
De opbouw past goed bij het verhaal; een eenvoudige opbouw bij een eenvoudig
verhaal. Ik vind het verhaal eenvoudig, maar ik denk dat er vroeger heel
anders tegenaan gekeken werd. Voor mij is het een fantasieverhaal, maar
de middeleeuwers beschouwden het waarschijnlijk als echt gebeurd en dat
maakt het een stuk minder eenvoudig, serieuzer.

De gebeurtenissen worden objectief beschreven. Soms wordt er wel over
gevoelens als angst gesproken, maar dat heeft lang niet de overhand. Het
verhaal wordt in de hij-vorm verteld (met een alwetende verteller) en
dat is ook logisch omdat het een gesproken verhaal is. Als de minstreel
in die tijd steeds 'ik’ had gezegd, zou het ongeloofwaardig geweest
zijn omdat het onwaarschijnlijk is dat een minstreel zoveel avonturen
meemaakt. Zeker omdat hij geen vorst is.

Het verhaal heeft een gesloten einde, het probleem van de samenzwering
tegen Karel is opgelost en Elegast is in ere hersteld. Ik bleef slechts
met een klein vraagje zitten: begrijpt Elegast na afloop dat hij die nacht
met de koning zelf uit stelen is geweest of herkent hij de koning niet?
Het is geen belangrijke vraag, maar het is wel iets wat ik er als verteller
wel bijgezegd zou hebben, denk ik.



Taalgebruik: het Middelnederlands was voor mij nauwelijks te volgen. Ik
vond het heel erg moeilijk om die teksten te ontcijferen dus las ik al
vlug alleen de vertaling die ernaast stond. Het taalgebruik van die vertaling
vond ik heel goed te volgen en het was makkelijk om het verhaal te volgen.
Er stond een klein stukje bij dat we met woordverklaring moesten vertalen,
dat was wel te doen vooral omdat meer dan de helft verklaard werd.

Ik vond het wel leuk om me een keer in het Middelnederlands te verdiepen
en om daar dingen in te herkennen uit andere talen. Ik kan niet beoordelen
of de gesproken dialogen waarheidsgetrouw zijn en of ze bij de personages
passen. Nu klinkt het me onnatuurlijk in de oren, maar ik weet natuurlijk
niet hoe ze in de middeleeuwen spraken.



De verdieping:

De politieke, sociaal-economische en culturele achtergrond: het
verhaal speelt in de tijd dat Karel de Grote (de hoofdpersoon) het grote
Frankische rijk regeerde. Er bestaat een vermoeden dat het verhaal gebaseerd
is op een ware gebeurtenis. In 785 wilde een zekere Hardradus ( Hardericus
Eggerik) namelijk een aanslag plegen op Karel.

In het verhaal komen het feodale stelsel en de eercultuur naar voren.
Meerdere malen wordt er verteld dat Elegast eigenlijk hertog was en eens
leenman van Karel was geweest, maar later verbannen was. Ook de eercultuur
is belangrijk in het verhaal. In het begin al blijkt dat Karel het schandelijk
vindt om te gaan stelen en bang is om zijn eer te verliezen. Ook Elegast,
die juist zijn eer verloren heeft, vindt het belangrijk om eervol te strijden
en zich hoofs te gedragen. Ik merkte dat het wel een belangrijk onderdeel
moet zijn geweest in de middeleeuwen.

De tekst is zowel in druk als in handschrift overgeleverd, maar er is
geen compleet manuscript van Karel en de Elegast. Het oudste, volledige
exemplaar is gedrukt (een incunabel).

Ik heb in het verhaal een paar voorbeelden van symboliek gevonden. Meteen
in het begin wordt Karel drie keer geroepen door een engel. Dat het drie
keer is, is niet toevallig want door het getal drie weet Karel dat hij
moet gehoorzamen omdat het bevel van God zelf afkomt. Getallen waren in
de middeleeuwen namelijk heel belangrijk; na de eerste keer dacht Karel
gedroomd te hebben, na de tweede keer dacht hij door de duivel geroepen
te zijn en pas na de derde keer was hij overtuigd omdat drie een heilig
getal is (verwijst naar de Goddelijke drie-eenheid). Ook het bos waarin
Karel terechtkomt is een symbool. Hij raakt in gedachten verzonken en
dat klopt inderdaad want het bos staat symbool voor een oord van inkeer
en een plaats om over jezelf na te denken. In dit geval bedenkt hij zich
dat hij dieven te hard heeft aangepakt. Nog een ander voorbeeld van symboliek
is de zwarte ridder die Karel in dat bos tegenkomt. Karel wordt bang omdat
de ridder pikzwart is en het kan niet anders of hij heeft met de duivel
zelf te maken. Zwart en duisternis verwijzen namelijk direct naar de ‘zwartgeblakerde
hellebewoner’. Later blijkt het schijn te zijn omdat Elegast het
tegendeel van een duivel is. Een laatste voorbeeld dat ik denk te hebben
gevonden, maar waarvan ik niet zeker ben dat het werkelijk symboliek betreft,
is het tweegevecht tussen Elegast en Eggerik. Het stond in de middeleeuwen
namelijk bekend dat bij zo’n tweegevecht God zelf de rechter was
en besliste wie er veroordeeld moest worden en wie er dus moest verliezen.
Het tweegevecht verwijst dus als het ware naar een goddelijke rechtbank.



Literatuur aan het hof: in het verhaal komt de hoofsheid sterk
naar voren, vooral bij de gevechten is het belangrijk dat de ridders zich
volgens de regels gedragen. In het bos verslaat Karel Elegast, maar hij
doodt of verwondt hem niet want dat zou oneervol zijn omdat Elegast materiaalpech
had (zijn zwaard was gebroken). Hij hoefde zich ook niet te schamen voor
deze nederlaag want hij kon er immers niets aan doen. Het valt mij op
dat er veel zwart-wit wordt beschreven. Eggerik is de schurk, dus
is hij slecht, dus is hij niet hoofs. Dat valt vooral op bij het
gesprek met zijn vrouw (hij slaat haar) en bij het tweegevecht met Elegast
(zonder beleefdheden of gebeden ramt hij op Elegast in). Elegast daarentegen
gedraagt zich voorbeeldig: hij bidt tot God om bijstand en hij geeft Eggerik
tijdens het gevecht de gelegenheid om weer op zijn paard te klimmen om
de strijd op een eerlijke manier voort te zetten.

Het verhaal is een ridderroman en behoort overduidelijk tot de Karelepiek,
Karel zelf is immers de hoofdpersoon. Een ander kenmerk van de Karelepiek
is dat Karel een probleem heeft met een opstandige vazal en dat dat probleem
vervolgens opgelost wordt. In dit verhaal is dat precies zo, Eggerik is
hier de opstandige vazal en zijn kwade plannen om Karel te doden worden
op tijd bekend. De liefde speelt geen rol in het verhaal, hoogstens de
trouw van Elegast ten opzichte van Karel.

De belangrijkste functie van het verhaal was, volgens mij, dat de mensen
aan het hof vermaakt werden door een verhaal dat door een minstreel verteld
werd. Verder bevatte de tekst wel lessen voor ridders. Er werd heel duidelijk
gemaakt hoe je je moest gedragen: even hoofs en trouw als Elegast. Maar
het werd ook duidelijk hoe je je niet moest gedragen: zo ontrouw en onhoofs
als Elegast.



Geestelijke letterkunde: de religieuze aspecten in het verhaal
zijn duidelijk: de engel die Karel drie (!) keer roept, de gebeden en
kruistekens van zowel Karel als Elegast en ook het tweegevecht (goddelijke
rechtbank). Het is me duidelijk geworden dat het in de middeleeuwen heel
belangrijk was om trouw te zijn aan en blijven geloven in God. Steeds
is het God die Karel helpt, hij laat bijvoorbeeld de wachters in slaap
vallen en hij laat Karel het pad van Elegast kruisen. Ook moest Karel
van God uit stelen gaan anders zou hij sterven, ook dat blijkt te kloppen.
Als Karel niet uit stelen was gegaan, had hij niet van samenzwering geweten
en was hij waarschijnlijk gedood. Wel zijn de toverspreuken van Elegast
van oorsprong heidens en dat vind ik een beetje de rest van zijn gedrag
tegenspreken. Misschien was hier dan ook wel sprake van ‘verchristelijking
van recepten’ door er bijvoorbeeld een gebedje bij te zeggen.

Er komen in het verhaal dus wel geestelijke lessen in voor. De belangrijkste
les is natuurlijk dat je God trouw moet zijn en gehoorzamen. Het verhaal
roept op tot christelijk(er) leven en dient om het ware geloof uit te
dragen.



Literatuur in de stad: het verhaal van Karel en Elegast heeft,
denk ik, zeer weinig te maken met stadse zaken. Ik heb geen annexatie
of adaptatie in het stuk opgemerkt en volgens mij behoort het stuk niet
tot een bepaald (stads)genre. Het is geen abel spel en ook geen schelmenverhaal.

Ik denk dat Karel en Elegast bij de literatuur aan het hof hoort
en niet bij literatuur in de stad, ik heb in ieder geval geen stadse kenmerken
kunnen vinden.



Evaluatie:

Mijn eerste mening is niet veranderd na de verdiepingsopdracht. Wel had
ik het tijdens het lezen van het verhaal, helemaal niet door dat er zoveel
symboliek en geestelijke aspecten in voorkwamen. Ook ben ik gaan beseffen
dat hoofsheid en geloof heel erg belangrijk zijn en dat de verhalen ook
bedoeld zijn om een bepaalde les uit te dragen. Dat heb ik altijd al wel
geweten, maar nu heb ik me ook werkelijk met die lessen beziggehouden.

Ik ben wel tevreden over de uitvoering van de beschrijving en de verdieping,
het ging me vrij goed af en ik heb voor mezelf ook bepaalde dingen op
een rijtje kunnen krijgen die je op het eerste gezicht niet opvallen of
duidelijk zijn. Ik had het idee dat ik genoeg wist om de verdiepingsopdracht
naar behoren te maken. Het was wel fijn dat we pas een proefwerk over
de stof hadden gehad zodat ik niet alles in het informatieboek op hoefde
te zoeken.

Ik vond het absoluut geen lastige klus om dit boekje te lezen, vooral
niet omdat de vertaling van het Middelnederlands ernaast stond. Wat me
wel enigszins irriteerde was (vooral bij het eerste hoofdstuk) dat het
verhaal in een ander (fictief) verhaal werd geplaatst. De samenstellers
hebben een inleiding geschreven met een graaf aan het hof die met een
gezelschap naar een minstreel luistert. Ook tussen de stukjes tekst over
Karel en Elegast komt die graaf weer terug. Ik vond het niet fijn omdat
ik ten eerste uit het verhaal werd gehaald en ten tweede omdat het heel
gemaakt geschreven was. Hier een voorbeeldje: ‘De graaf herinnert
zich nog hoe een andere minstreel een paar maanden geleden een verhaal
vertelde waarin Karel ook in bed lag (...) De graaf gaat er dus nog eens
goed voor zitten en de minstreel vertelt verder(...) De graaf krabt eens
aan zijn baard; het verhaal loopt heel anders dan hij had verwacht.’


Ook worden sommige dingen door de samenstellers verduidelijkt terwijl
het helemaal niet nodig is en dan lijkt het alsof het voor kleine kindjes
geschreven. Maar er worden ook dingen erbij verteld die wel leuk zijn
om te weten en die wel verduidelijkend zijn. Ook de even hoofdstukken
met achtergrondinformatie over Karel de Grote waren interessant om te
lezen en hoewel ik veel al wel wist, heb ik er veel bijgeleerd zonder
dat het saai werd.

Ik weet niet wat ik de volgende keer anders ga doen want ik verliep best
vlot, ik bekijk het wel na de beoordeling van dit verslag, mocht het nodig
zijn.




Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen