Boekverslag : Tim Krabbe - Het Gouden Ei
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 908 woorden.

Lectuurfiche:








Titel: Het Gouden Ei




Auteur: Tim Krabbé




Jaar van uitgave: 1984




Jaar van 7e druk: 1990




Plaats van uitgave: Amsterdam




Naam van uitgeverij: Bert Bakker








Korte inhoud:








Raymond Lemorne, een getrouwde leraar met twee dochters, komt op een dag op het lugubere idee een vrouw te vermoorden.




Stap voor stap begint hij alles te plannen: hoe hij de vrouw in zijn auto zal krijgen, hoe hij haar zal verdoven, enz. Hij begint zelfs zijn vakantiehuisje op te knappen, om zo zijn echtgenote niet achterdochtig te maken.




Als alles in orde is, gaat hij over tot actie: hij bezoekt tankstations om zo een vrouw te kunnen ontvoeren. Want, hij bedacht een - volgens hem - subliem plan, door met een verband rond zijn arm, een vrouw om hulp te vragen bij het aankoppelen van zijn aanhangwagen, die een eindje verder stond op de parking van het tankstation. Zo stelde hij dan telkens voor om in te stappen, zodat haar een wandeling bespaard bleef. Maar telkens kreeg de vrouw een achterdochtige blik en stapte ze niet in.




Nadien maakte hij notities, van wat er fout was gelopen en in welk tankstation hij was geweest, om zo niet nog eens in hetzelfde tankstation terecht te komen en liefst niet verdacht over te komen. Dit bleef een tijd duren, totdat hij in het voorlaatste tankstation de Nederlandse Saskia, die net een blikje voor haar en haar vriend Rex ging halen, kon strikken. Rex die met Saskia op vakantie wilde, wachtte vruchteloos op zijn vriendin. De eigenaar van het tankstation verwittigde de politie, maar Saskia bleef spoorloos.




Acht jaar na het incident, is Rex nog altijd vurig op zoek naar Saskia, die van de aardbodem verdwenen lijkt. Nog altijd geobsedeerd door Saskia schrijft hij artikels over haar verdwijning.




Op een dag komt een man naar hem toe, die hem de kans geeft, te weten wat er met Saskia gebeurt is. Het is Raymond Lemorne. Raymond laat Rex de keuze: Alles weten, maar dit kan alleen door het zelfde te ondergaan of Rex kan hem ook aangeven aan de politie, maar er valt toch niets tegen hem te bewijzen.




Rex weet dat hij zal sterven als hij voor het eerste kiest, maar is dat zijn keuze.




Rex rijdt met hem mee naar het tankstation, waar het zoveel jaar geleden gebeurde. Daar geeft Raymond, Rex een slaapmiddel en zo word hij wakker in een donkere, koele ruimte, waar hij helemaal ingesloten zit.




Hij is levend begraven.








3 gedachten:








 “..hij genoot van de zwijgende bewondering die hem bij iedere stap omringde, en hij dacht: ‘Maar zou ik nu ook in staat zijn een misdaad te plegen?’




Hij stelde zich de gruwelijkste daad voor die hij zo gauw kon verzinnen.




Drie jaar later ging er geen dag voorbij waarop hij niet minstens één maal terug dacht




aan zijn gedachte van het kanaal. Pas toen drong het verschil met zijn sprong tot hem




door. Hij kon onderweg stoppen! Was het dan niet zo dat het krijgen van de gedachte




hem op z’n minst verplichtte tot het doen van zijn eerste stap?” (p50)








Ik vind de gedachte van de aangeduide zin echt slecht. Ik weet dat dit personage een psychopaat is, maar toch heeft deze zin mij tot het denken gezet.




Ik denk niet dat we een gedachte altijd ook eens moeten proberen. Dus als we de denkwijze van Lemorne allemaal zouden hebben, zouden alle mensen die bijvoorbeeld ooit wel eens hebben gedacht aan het beëindigen van hun leven, dat dus ook effectief doen... Dit zou wel heel erg zijn.




Er zijn zoveel mensen die dingen denken die ze toch nooit zullen doen, maar dan zou je jezelf al bijna verplichten, ah ja, want je had er aan gedacht, dus moet je het wel proberen. Ik vind dit toch wel heel vergaand. Je zou dus ook al niet meer vrij kunnen denken, en dit is eigenlijk nog het enige ultieme vrije in ons leven...




Dus, bij mij zou het antwoord op de aangeduide vraag zeker NEEN zijn.








 “’Kalm blijven’, dacht hij. ‘Ik lig hier een kwartier. Ik heet Rex hofman.’ Toen hij bedacht hoe belachelijk het was om op deze plaats een naam te hebben begon hij te lachen.” (p94)








Ik kan mij eigenlijk heel moeilijk voorstellen dat je zo koel en kalm kunt blijven als je merkt dat je levend begraven bent.




O.K., hij wist dat er iets met hem ging gebeuren, hij heeft er tenslotte ook zelf voor gekozen. Maar om dan daar nu onder de grond in een kist te gaan lachen...




Dat zie ik nog niet echt gebeuren. Waarschijnlijk bedoelde de auteur groen lachen of zo, maar toch als ik zoiets lees heb ik direct zo’n beeld van een man die zich daar bijna kreupel lacht, omdat hij zijn naam even hardop zei.








 “Van geen van beiden werd ooit nog iets vernomen - ze leken van de aardbodem verdwenen.” (p98)








Ik vind dit eigenlijk een heel sarcastische opmerking. Waarschijnlijk heeft de auteur niet bedoeld er een sarcastische tint aan te geven, maar toch...




Hij herhaalt dit zelfs, want in het begin van het verhaal, als Saskia net verdwenen is, schrijft de auteur: ‘Ze leek van de aardbodem verdwenen.’




Het is eigenlijk wel een goed gekozen uitdrukking, ze lijken verdwenen van de aardbodem.. Maar eigenlijk zitten ze er in. Ik weet het, het klinkt luguber, maar dit was echt mijn eerste gedachte toen ik deze laatste zin las.



Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen