Boekverslag : Willem Elsschot - Het Been
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1567 woorden.

Informatie over de auteur



Willem Elsschot (pseudoniem van Alfons Jozef de Ridder) werd op 7 mei 1882 te Antwerpen geboren en stierf op 31 mei 1960 wederom in Antwerpen. Hij woonde in Parijs, Rotterdam, Brussel en weer in Antwerpen, waar hij rond 1920 een reclamebureau oprichtte. Elsschot komt uit een gezin van de betere middenstand. Zijn vader was zakenman, zijn moeder een gevoelig persoon.

De figuur Laarmans, de hoofdrolspeler van Lijmen, komt in diverse boeken van Elsschot voor, al dan niet in combinatie met de zakenman/oplichter Boorman.

Willem Elsschot debuteerde in 1913 met de roman Villa des Roses. Daarna schreef hij de novelle Een Ontgoocheling en de roman De Verlossing. De roman Lijmen verscheen in boekvorm in 1924 en viel nauwelijks op bij de critici. In 1932 kwam Elsschot in contact met de mannen van het tijdschrift Forum. Toen volgde een periode van literair stilzwijgen. Zijn boeken verkochten slecht, hij dacht dat hij was uitgeschreven en hij had het te druk met reclame. Menno ter Braak en vooral Jan Greshoff spoorden Elsschot aan om, na een periode van zeven jaar literair stilzwijgen, weer aan de slag te gaan. Nu volgden

-Kaas (1933),

-Verzen Van Vroeger (1934),

-Tsjip (1934),

-Pensioen (1937),

-Het Been (1938),

-De Leeuwentemmer (1940),

-Het Tankschip (1942)

en tot slot Het Dwaallicht (1946), Elsschots laatste publicatie in boekvorm.

Volgens Elsschot heeft het Algemeen Wereldtijdschrift werkelijk bestaan. Het heette Revue Continentale Illustrée, een reclameblad dat rond 1912 en 1914 werd uitgegeven. Dit tijdschrift is werkelijk gevonden en er komen echte cliché-zinnen in voor die ook in Lijmen zijn terug te vinden.

Het succes van Het Been (1938) was duidelijk veel minder dan het vijftien jaar eerder verschenen boek Lijmen. Alleen Simon Vestdijk en Menno ter Braak waren positief in hun oordeel. Het Been is opgedragen aan Menno ter Braak, omdat hij Elsschot heeft aangespoord om weer te gaan schrijven.



Samenvatting van Het Been



Omdat de naamloze jeugdvriend van Laarmans tracht de directeur van The General Marine and Shipbuilding te spreken, klopt hij aan bij het loket. Tot zijn grote verbazing ziet hij het hoofd van Laarmans verschijnen. De voormalige directeur van het Wereldtijdschrift blijkt bij het scheepsbouwbedrijf te werken als correspondent. Laarmans heeft weer een metamorfose ondergaan; dit keer van nette zakenman tot een pijprokende man met sik. Laarmans nodigt zijn jeugdvriend uit om de volgende zondag bij hem langs te komen om hem de 'malle geschiedenis' te vertellen.

Tijdens Boormans' maandelijkse bezoek aan Laarmans in Brussel, lopen ze over de groentemarkt. Het overlijden van Boormans' vrouw, Martha, heeft hem sterk aangegrepen. Boorman glijdt uit over een tomaat, en sleept in zijn val een zwaarlijvige vrouw met een kruk mee. Als het mens overeind is geholpen, constateren ze tot hun schrik dat de vrouw een oude bekende van het tweetal is: mevrouw Lauwereyssen. Ook zien ze tot hun schrik dat haar been waar ze altijd over klaagde is afgezet. Als Boorman vraagt of hij haar van dienst kan zijn, geeft ze te kennen geen hulp te accepteren.



Veel eerder dan normaal komt Boorman weer naar Brussel. Het been blijkt een ware obsessie voor hem geworden. Boorman vraagt zich angstig af of mevrouw Lauwereyssen haar been niet heeft verloren omdat ze al haar geld aan het Wereldtijdschrift heeft moeten afstaan.



Boorman wilt zijn probleem aan iemand voorleggen en raad vragen. Dan herinnert Laarman zich zijn halve neef; de pastoor Jan. Laarmans schrijft zijn neef een brief, en per kerende post krijgen zij bericht dat ze de volgende zondag welkom zijn.



Boorman vertelt neef Jan alles over het gebeurde, zonder de naam Lauwereyssen te noemen. Neef Jan, die Boorman prijst omdat hij zo'n schuldgevoel heeft, geeft Boorman advies het hele bedrag terug te geven aan de gedupeerde.



Als Laarmans Boorman herinnert aan de koppigheid van mevrouw Lauwereyssen, denkt Boorman dat ieder mens bij het juiste aantal nullen bezwijkt. Omdat Boorman niet wilt dat ze het geld weigert, maakt Boorman een creditnota waarin staat dat er indertijd een vergissing is geweest met de prijsopgave.



Voordat ze naar mevrouw Lauwereyssen gaan, gaat het tweetal nog even bij dikke Jeanne, die een café vlakbij de smederij heeft, langs. Deze vertelt hen dat het erg slecht gaat met de smederij; de smid Piet Lauwereyssen is onlangs overleden en mevrouw Lauwereyssen is van plan de heleboel publiek te verkopen.



Mevrouw Lauwereyssen wilt het geld absoluut niet aannemen. Boorman is vol strijdlust en besluit een deurwaarder, meneer Van Kamp, in te schakelen. Ook hem lukt het niet mevrouw Lauwereyssen de biljetten te doen aannemen. Hij raadt Boorman aan mevrouw Lauwereyssen de dagvaardigen voor de Rechtbank van Koophandel.



Op een warme dag in juni vindt de zitting plaats onder leiding van meneer Teugels. Hij hoort met verbazing aan dat mevrouw Lauwereyssen het geld niet in ontvangst wilt nemen. De creditnota vindt hij niet genoeg bewijs. De zitting wordt uitgesteld en later zelfs afgesteld.



Na lang niets over het been te hebben gehoord, lezen ze in de krant dat de smederij en het inventaris, waaronder een grote stapel papier; de waardeloze wereld-tijdschriften die Boorman haar in de maag heeft gesplitst, publiek verkocht gaat worden. Op de veiling biedt Boorman op voor de stapel papier. Als het laatste bod driehonderdvijftig frank is, biedt Boorman achtduizendvijfhonderd frank. Hij wordt afgevoerd per ambulance naar het gasthuis.



Laarmans gaat naar neef Jan voor advies. Deze hoort tot zijn verbazing dat het de hele tijd om mevrouw Lauwereyssen ging. Hij haalt Boorman uit het gasthuis, en belooft met mevrouw Lauwereyssen te praten. Enkele weken later ontvangt Laarmans een uitnodiging voor een 'slotceremonie' met Boorman. Tot hun verbazing is mevrouw Lauwereyssen er ook. Eindelijk neemt ze het geld aan, en bedankt Boorman met een kus. ("Ik overdrijf, maar dat komt door de wijn".)



Als Laarmans' verhaal uit is, vraagt zijn jeugdvriend of hij Boorman nog wel eens heeft gezien. Laarmans ontkent, en zegt dat hij het contract terug heeft gestuurd en dat Boorman weer zelf het wereldtijdschrift maakt. Neef Jan heeft hem het baantje bij de scheepswerf bezorgd. Maar nog steeds is hij bang Boorman nog eens onder ogen te komen.



De Tijd



Tijd: Het verhaal is in 1938 geschreven, en dat valt ook wel af te leiden. Mevrouw Lauwereyssen haar been was opgezwollen en ontstoken, enkele jaren later is haar been geamputeerd. Waarschijnlijk omdat ze geen geld meer had. Ook spreekt Laarmans van 'kerende post'. Van dat begrip had ik nog nooit eerder gehoord. Het verhaal neemt naar mijn vermoeden enkele jaren in beslag.



De plaats



De ontmoeting tussen de ik figuur en Laarmans vindt plaats op een scheepswerf in de buurt van, vermoedelijk, Antwerpen. De gebeurtenissen die Laarmans verhaalt spelen zich af in Brussel.



Karakter



Boorman, de baas van het Algemeen Wereldtijdschrift, is een keiharde zakenman/oplichter. In Lijmen weet hij handig te profiteren van de zwakheden van zijn slachtoffers. Maar geheel zonder gevoelens is hij niet, hij zit er toch wel erg mee dat misschien wel door zijn schuld het been van mevrouw Lauwereyssen is geamputeerd. Misschien is hij milder geworden door de dood van zijn vrouw. Laarmans beschrijft hem als "een korte, stevig uitziende man van een jaar of vijftig, die op Beethoven leek, althans op het gipsen masker dat boven op de meeste piano's hangt. Hij had een ontzaglijk hoofd voor zo'n kleine man, met een beweeglijk voorhoofd waar geen eind aan kwam, vooral ook omdat het zo van op een afstand bijna versmolt met zijn kale schedel, die alleen iets blanker was." (Lijmen, blz. 11-12)



Laarmans, de verteller van het verhaal, is een man die veel nadenkt en

absoluut niet geschikt is als zakenman. Hij is terug getransformeerd van zakenman tot stoffige correspondent. Voordat hij Boorman kende, was hij een typist met een sik, een knuppel en een pijp. Hij baalde van het leven. Boorman beval hem voor zijn nieuwe baan de sik eraf te halen, en de knuppel en pijp weg te doen. (Lijmen) Toen Laarmans besloot weg te gaan bij Boorman, heeft hij zijn sik laten groeien en weer de pijp in de mond genomen, zo vertelt zijn jeugdvriend bij het wederzien, Laarmans verburgerlijkt. Qua karakter is hij bij mij heel gewoontjes over. Hij laat alles over zich heenkomen. Toch geeft hij ook tekens van schaamte, hij schaamt zich als Boorman wordt opgepakt. Dan doet hij namelijk net of hij hem niet kent.



Mevrouw Lauwereyssen is in Het Been een stijve, pittige vrouw. Ze neemt niet het geld aan wat haar wordt aangeboden, en betaalt Boorman met gelijke munt terug. Zij weet daardoor Boorman tot het uiterste te prikkelen. Mevrouw Lauwereyssen is een zwaarlijvige vrouw met een houten been en volgens Laarmans tussen de vijftig - zestig jaar.



Neef Jan is een goed levende dorpspastoor, en de half neef van Laarmans. Hij bezorgt Laarmans later ook het baantje als correspondent, omdat hij niet wilt dat Laarmans 'verval' vertoont.



Thema

De structuur van het verhaal



Het verhaal begint chronologisch, Laarmans ontmoet zijn oude vriend geheel ontoevallig en ze raken weer aan de praat. Ze maken een afspraak zodat Laarmans zijn geschiedenis weer kan vertellen aan zijn vriend. Dan komt er een flashback, en vertelt Laarmans zijn verhaal. Aan het eind komt zijn vriend weer aan het woord. Hij vraagt of Laarmans hem nog wel eens heeft gezien. Laarmans vertelt van niet, en hoopt hem niet tegen te komen. Er zitten wel tijdsprongen in, en maar een flash - back.



De titel, Het Been wijst op het been van mevrouw Lauwereyssen. In Lijmen ontstoken en opgezwollen, in ‘Het Been’ geamputeerd.




Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen