Boekverslag : Menno Ter Braak - Hampton Court
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2789 woorden.

A.Het voorwerk



1. Primaire gegevens van het werk

Menno ter Braak, Hampton Court, 1931 (eerste druk), 1982 (derde druk), 155 blz., uitgelezen op 20 oktober,

2.Verantwoording van de keuze

Ik wist niet echt een boek dat ik leuk zou vinden, maar ik moest er toch één kiezen en deze leek me wel geschikt. Ik wist van een aantal boeken dat ze me niet zouden bevallen en deze sprak me misschien wat meer aan.

3. Verwachtingen vooraf

Het zal gaan over iemand die bij Hampton Court komt, ik weet niet wat het is, maar ik denk een kasteel. Daar maakt de hoofdpersoon iets mee wat hem tekent en hij zal er in het boek veel over nadenken aangezien het een expressionistisch werk is.

4. Eerste reactie achteraf

Ik vond het boek niet echt leuk om te lezen. Ik vond het redelijk moeilijk en zwaar. Ik heb mezelf moeten dwingen het uit te lezen. Ik heb me dus vergist in mijn verwachting.

5. De auteur en zijn wereldbeeld

Menno ter Braak heeft een aantal boeken geschreven, maar dit boek en Dr. Dumay verliest zijn het bekendst geworden. Zijn werken zijn in meer of mindere mate autobiografisch. Dr.Dumay verliest bezit veel meer autobiografische elementen dan dit boek. Hij schijnt heel kritisch te zijn en niet te houden van kerken e.d. Hij is zeer expressionistisch, wat blijkt uit alle gedachtes in zijn boek.



B.Korte samenvatting van de inhoud



1. Hoofdpersoon en bijpersonen

De hoofdpersoon is Andreas Laan. Zijn tegenspelers zijn (Otto) van Haaften, Eline, Maffie, en de minder belangrijke mensen Diederik, Kareltje en Andreas’ ouders.

2. Gebeurtenissen

Andreas komt terug van zijn vakantie in Engeland, want hij mist Nederland en bij Hampton Court besefte hij ineens dat alles zinloos is en dat er eigenlijk helemaal geen reden voor is dat hij is vertrokken uit Nederland.

Thuis besluit hij de verloving met Eline te verbreken, want hij denkt dat hij niet meer van haar houdt. Als hij verloren in de stad rondloopt besluit hij langs te gaan bij Diederik, een studievriend. Op dat moment zijn daar ook Kareltje, ook een studievriend, en Otto van Haaften. Van Haaften intrigeert Andreas met zijn cynische manier van denken en de manier waarop hij iedere discussie weet te winnen. Later op de avond, tijdens het feestvieren (Oranjefeesten), ontmoet Andreas Van Haaften’s ex Martha of Maffie. Na deze avond verliest hij haar uit het oog. Hij besluit bij Van Haaften langs te gaan om hem het adres te vragen van Maffie. Andreas blijft uren bij hem om naar hem te luisteren, want zelf zegt hij niet veel. Ze worden vrienden en Andreas begint steeds meer op Van Haaften, die zichzelf ronduit slecht noemt, te lijken.

Andreas krijgt een relatie met Maffie. Bij haar is hij het tegenovergestelde van wat hij bij Van Haaften is, namelijk een lieve, aardige jongen. Zijn relatie met haar duurt niet erg lang, want na een tijdje beseft hij dat hij niet van haar houdt, maar wel nog steeds van Eline.

Na drie maanden besluit hij Eline toch op te zoeken en haar te vertellen, wat hij voor haar voelt. Als hij in zijn eentje op Eline’s kamertje zit te wachten op haar, wordt hij bang, maar net als hij weg wil gaan hoort hij haar en een andere man thuis komen. Hij verstopt zich achter de portières en hoort hoe Eline en de man elkaar bekennen heel erg veel van elkaar te houden. In de stem van de man herkent Andreas de stem van Van Haaften. Andreas doet de deuren open en loopt de kamer uit, twee verschrikte mensen achterlatend.

Voldaan loopt hij naar een park, voldaan over het feit dat Van Haaften niet zo koel en kalm is als hij leek, maar ook als ieder ander verliefd kan zijn en dus ook zichzelf met dezelfde kritische blik zou moeten bekijken als hij andere mensen bekijkt.

3. Opvallende passages

Het gesprek met Van Haaften op 1 september is een opvallende passage. In dit gesprek komt Andreas erachter wat voor iemand Van Haaften is of wie hij zich voordoet. Ook laat Van Haaften hier ‘de generaal’ zien, een lelijk houten beeld dat een openbaring was voor Van Haaften. Ik ben er niet echt achter waarom het beeld zorgde voor een openbaring.

Nog een opvallende passage is de eerste bladzijden van het boek. Hierin kom je er absoluut niet achter waar het boek eigenlijk over gaat. Het is een hersenspinsel van Andreas die zichzelf inbeeldt dat de seinwachter vergeet het signaal op onveilig te zetten, waardoor twee treinen op elkaar kunnen botsen.

Hierna denkt Andreas dan ook dat hij gek geworden is.



C. De verdieping



1.Het perspectief

Er is een personale verteller en er wordt met de dingen mee verteld, al zijn er soms wel flashbacks.



2. Ruimte

Het verhaal speelt zich grotendeels af in Nederland. Andreas vertelt aan het begin van het boek wel over Engeland en dan met name Hampton Court, een museum waar hij is geweest. In Nederland speelt het zich af in het geboortedorp van Andreas, en de stad waar hij studeert, en dan vooral op de kamer van Van Haaften en het café waar zij allebei vaak komen.

Symbolisch aan de ruimte is Hampton Court en dan vooral de fontein bij Hampton Court. Het beeld van de ruisende fontein komt iedere keer weer terug in Andreas’ gedachten. Bij de fontein besefte hij dat hij geen reden had om daar te zijn en dat niks meer echt van belang was. Dit ruisen (‘zacht geprevel zonder betekenis’) hoort hij vaker op momenten dat zijn gedachten wegdwalen.

De kamer van Van Haaften is misschien ook symbolisch, want daar praten zij meestal en in de weekenden als Van Haaften weg is gaat Andreas daar met Maffie naar toe. In die kamer krijgt hij ook een droom over Eline en over Hampton Court. Op dat moment beseft hij dat hij nog van Eline houdt.

3. Tijd

Het speelt zich af begin jaren dertig. Dit is te merken aan de decadentie die ook in het boek voorkomt. Het speelt zich af ten tijde van het expressionisme. Andreas denkt vandaar zelf ook erg expressionistisch.

Het verhaal beslaat ongeveer een jaar.

Echt symbolisch is de tijd waarin het zich afspeelt niet, het is meer een gegeven, het is de tijd waarin de schrijver leeft.

Het jaar is wel symbolisch, want na dat jaar is hij eigenlijk weer terug bij af, terug bij waar hij was aan het begin van het jaar, maar hij heeft wel veel geleerd en kan nu rustig leven met al die gebeurtenissen en gedachten van het begin van het jaar.

De dag 1 september is ook erg symbolisch. Dat is de dag waarop hij met Van Haaften voor het eerst lange tijd heeft gepraat en dat en de generaal, een houten beeld, raakt hem zodanig dat Andreas het gevoel krijgt vanaf die dag een nieuw leven te beginnen. Misschien is het ook wel de eerste van september, omdat er een nieuwe maand is begonnen en het dus het begin is van iets nieuws.

Er zijn een aantal flashbacks, als Andreas terug kijkt op wat hem allemaal is overkomen, zoals bij Hampton Court. Er is een versnelling tussen hoofdstuk 8 en 9, want dan zijn er ineens drie maanden voorbij.

4. Personages

De hoofdpersoon, Andreas denkt erg veel na over allerlei zaken, vaak dwalen zijn gedachten af. Hierdoor denkt hij soms dat hij gek aan het worden is, omdat hij dingen denkt die helemaal niet logisch zijn. Hij zet bijvoorbeeld in zijn gedachten een hele schipbreuk in scène. Hij is duidelijk in conflict met zichzelf.

Hij weet niet wat hij van zichzelf of van anderen moet vinden. Aan de ene kant vind hij alle mensen die hem ‘gewoon’ schijnen, imbecielen, maar aan de andere kant twijfelt hij of hij zelf niet ook een imbeciel is. Hij vindt het soms moeilijk besluiten te nemen en kiest daarom niet altijd de beste beslissing. Zo verstopt hij zich achter de portières, als Eline en haar vrijer de kamer binnen komen terwijl Andreas beter had kunnen wachten tot ze allebei binnen waren en het gewoon uitleggen.

Van Haaften, Andreas’ beste vriend, denk ook erg veel na, maar is veel kritischer en cynischer. Hij vindt veel mensen imbecielen en is daarom vaak alleen, omdat mensen hem niet mogen. In het begin is hij ook erg cynisch over Andreas, maar als Andreas in de loop van tijd verandert, wordt dat ook minder. Hij is zelf eigenlijk ook een imbeciel, maar zal dat niet gauw toegeven. Andreas ziet hem een tijdlang als zijn voorbeeld.

Eline, Andreas’ verloofde, is een lieve maar onafhankelijke en sterke vrouw. Zij is intelligent en begrijpt dingen zonder dat ze tegen haar zijn gezegd. Zo ziet ze in Andreas’ ogen dat hij niet meer van haar houd als ze hem van de trein haalt.

Ook weet ze Van Haaften te doorgronden, zodat hij eerlijk tegen haar zegt dat hij alleen is en niet alles even gemakkelijk vindt als hij zegt.

Maffie, Andreas’ vriendin, is ook een lieve vrouw, zij is eigenlijk heel ‘gewoon’ en kan zich opwinden over dagelijkse en kleine dingetjes. De relatie die zij en Andreas hebben is niet echt heel serieus en Andreas denkt dat zij dat ook weet.

Ze acteert de scènes die ze hebben een beetje en doet dat ook op het moment dat Andreas het uitmaakt.

Diederik, Andreas’ studievriend, is een kunstliefhebber en vindt het ook wel leuk om te discussiëren, maar is er niet echt goed in. Hij is aardig en staat voor veel mensen klaar, maar hij wil zijn eigen reputatie een beetje hoog houden en waarschuwt Andreas daarom ook voor het teveel omgaan met Van Haaften.

Kareltje, ook een studievriend, is ook een aardige man. Hij kan niet tegen pijnlijke situaties of ruzies en wil daarom alles leuk en gezellig houden. Als Andreas en Van Haaften net een hevige discussie hebben die Van Haaften aan het winnen is en er een pijnlijke stilte valt, gaat Kareltje daarom ook snel een paar vrolijke liedjes op de piano spelen.

Andreas’ ouders, zijn gelovige aardige mensen die alleen maar goede bedoelingen hebben. Andreas vindt hen imbecielen, omdat ze zo gewoon zijn en niet kritisch zijn tegen of over anderen. Aan de andere kant houdt Andreas toch van ze en neemt hij het voor hen op tegenover Van Haaften.



De citatenmatrix hoort bij Andreas:

- …’was het hem plotseling geheel en al een raadsel geworden, waarom hij daar stond, op een binnenplaats van het slot Hampton Court, waarmee hij niets te maken had. Had hij eigenlijk wel met iets te maken van wat er om hem heen gebeurde?’ Blz. 16

- Andreas over zichzelf: ‘Ik ben eenentwintig jaar en een provinciaal en een kind.’ Blz. 30

- Andreas over zichzelf: ‘ik moet weten, wat er met mij gebeurt, of gebeurd is. Ik moet weten waarom ik alles door dik glas zie.’ Blz. 70

- Van Haaften over en tegen Andreas: ‘ik denk dat jouw manier van leven nog nauwelijks een manier van leven is.’ Blz. 93

- Maffie tegen Andreas:’je bent altijd gemeen, als je met Otto hebt gepraat.’ Blz. 99

- Van Haaften tegen Andreas:’Keert je sympathie naar de imbecielen terug?’ Blz. 115

- Andreas over zichzelf:’ Ik ben natuurlijk evengoed een imbeciel als zij.’ Blz. 131

- Andreas over zichzelf:’ Ik heb niets meer dan op die warme dag, toen de fontein ruiste, toen ik in een paniekstemming terugging, om weer gewoon te worden…. Maar er is iets verschoven. Ik heb geen verlangen meer om gewoon te worden. De mensen zullen niets meer aan mij merken, zo gewoon zal mijn ongewoonheid zijn.’ Blz. 154

Hieruit blijkt zijn innerlijk strijd om te ontdekken wie hij eigenlijk is en wat hij van zichzelf vindt of moet vinden. Ook blijkt hieruit hoe hij zich laat beïnvloeden door Van Haaften, maar uiteindelijk zelf beslist hoe hij wil zijn.

5. Motieven

Er zijn verschillende concrete motieven. Zo keert ieder keer het beeld van de ruisende fontein bij Hampton Court terug en de twee boterhammen op een ijzeren tafeltje bij een groen grasveldje als symbool van de zinloosheid. Ook de generaal, een houten beeld dat bij Van Haaften op de kamer staat, keert iedere keer terug. De generaal is erg lelijk en gemeen, hij grijnst op een slechte manier, maar dat intrigeert Andreas en waarschijnlijk ook Van Haaften. Hij staat symbool voor het zich afzetten tegen het gewone.

Abstracte motieven zijn bijvoorbeeld de onverschilligheid van Andreas en de afkeer van het ‘gewone’, dit blijkt uit het feit dat zowel Van Haaften als Andreas ‘gewone’ mensen imbecielen vinden.

6. Grondmotief

Het grondmotief is dat van de vervreemding, het zich los maken van de vanzelfsprekende gewoontes en tradities en het zoeken naar de echte waarden in het leven. Andreas maakt een ontwikkeling door die begint met het plotselinge besef van zinloosheid bij de fontein van Hampton Court. Hij gaat op zoek naar wie hij is of moet zijn. Net als van Haaften verzet hij zich tegen ‘de imbecielen’. Aan het eind neemt hij zelf een besluit over hoe hij verder zal zijn.

7. Titelverklaring

Hampton Court is de plaats waar Andreas plotseling besefte dat alles zinloos is en zonder reden. Vanaf hier begint hij eigenlijk een nieuw leven, al denkt hij dat dat pas begint vanaf 1 september. Bij Hampton Court verandert iets in hem, waardoor ook een heleboel andere dingen veranderen, zo breekt hij bijvoorbeeld met Eline.





D.Relatie tussen tekst en auteur

SchrijversNet over Menno ter Braak

Pseudoniem: A.P., Kurt Brennema, K.B., M.L., Murena, P.C.R., Thea Poortman, Priktol, Scissor, Baron zur Wüste

Geboren: 26 januari 1902

Overleden: 14 mei 1940

Debuut: Cinema militans (1929, essay)

Genres: Roman, essay

Bijzonderheid: Pleegde zelfmoord na de capitulatie van Nederland in de Tweede Wereldoorlog

Citaat: '[...] ik kan niet inzien, dat alleen detailcritiek tussen vrienden geoorloofd is. Vrienden moeten voortdurend bezig zijn , elkaar hun 'waarheden' afhandig te maken, wat is de heele zaak anders waard! Dit hoeft geen sport te zijn, integendeel het is een bijna onmerkbaar 'sine qua non' van de vriendschap. Liever 6x botsen, dan geen enkele maal.' (Brief aan E. du Perron van 31 januari 1933)

Greep uit het werk: Het carnaval der burgers (1930, essay), Afscheid van domineesland (1931, essay), Hampton Court (1931, roman), Démasqué der schoonheid (1932, essay), Politicus zonder partij (1934, essay), Forum. Maandschrift voor letteren en kunst (1932-1935, tijdschrift)



Er zitten wel autobiografische elementen in het verhaal al zijn het er niet erg veel. Menno ter Braak denkt zelf ook zeer cynisch en kritisch na over dingen, net zoals Van Haaften en Andreas. Ook houdt hij niet echt van kerken en religie (zie de titel van een ander werk: Afscheid van domineesland). De hoofdpersoon Andreas houdt hier ook niet zo van, Van Haaften nog minder.

Dat Andreas bij Hampton Court wordt overvallen door een plotseling gevoel dat alles zinloos is, is ook iets wat de schrijver misschien of zelfs waarschijnlijk ook gebeurd is. In het boek wordt veel over het leven nagedacht, wat ook van toepassing is op de schrijver. Ter Braak was een vitalistisch expressionist. Dit blijkt ook uit zijn boek, omdat Andreas niet weet wat de dood is en daar ook niet bij stilstaat. Zo blijkt uit zijn gesprek met een tuinman die zegt dat een boom in de tuin is doodgegaan. Ook blijkt dat Ter Braak vitalistisch is, omdat Andreas constant bezig is zijn angst onder ogen te komen en probeert die te overwinnen.



E.Relatie tussen tekst en contekst



LiteratuurWeb over het Expressionisme:

Het expressionisme is een stroming die aan het begin van onze eeuw met name in Frankrijk en Duitsland bloeide. De schrijvers uit het expressionisme zochten naar een nieuwe mens die uit de puinhopen van de negentiende eeuw had moeten opstaan. Na de Eerste Wereldoorlog werd die hoop definitief de grond ingeslagen toen Franse en Duitse soldaten tegen elkaar vochten.



Het expressionisme is een stroming waarin hartstochtelijk voor het intensieve en dynamische leven gekozen wordt. Expressionisten schilderen uitvoerig de nieuwe mens die bij de toekomstige maatschappij betrokken zal zijn. Deze mens kenmerkt zich niet meteen door intellectuele vermogens, maar door de kracht van zijn intuïtie en zijn wil (vgl. Nietzsche).



De plaats van handeling is vaak de stad, omdat hier het meest dynamisch geleefd wordt volgens de expressionisten. Tegelijk beschrijven ze de vervreemding die de moderne mens in de grote stad ervaart. Het doel van de expressionisten is deze vervreemding op te laten houden. Daarom doen ze een beroep op de lezer: iedereen moet zich krachtig inspannen voor de nieuwe maatschappij.



Hampton Court is duidelijk een expressionistisch boek, omdat er erg veel in wordt nagedacht over bijvoorbeeld de indrukken die in dit geval Andreas opdoet en hoe Andreas tegen het leven aankijkt. Andreas weet niets af van de dood en probeert zijn angsten te overwinnen wat duidt op het vitalisme, een onderdeel van het expressionisme. Het boek speelt zich ook in de tijd van het expressionisme af, waardoor het goed kan zijn dat Andreas daarom ook zo veel nadenkt over het leven, omdat veel meer mensen dat deden in die tijd. Er wordt redelijk kritisch gedacht over religie en ‘gewone’ mensen in het boek, en dat is niet perse iets van het expressionisme, want Ter Braak kreeg daar veel kritiek op.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen