Boekverslag : Onbekend/anoniem - Mariken Van Nieumeghen
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 724 woorden.


ingeleid door Gerard Kneuvelder.

6e druk, Malberg, 's-Hertogenbosch 1964.

Nederlandse Schoolbibliotheek.



Volledige titel:

Die waerachtige ende een seer wonderlijcke historie van Mariken van Nieumeghen die meer dan seven jaren metten duvel woende ende verkeerde.



- Verklaring van de titel:

Twee dingen vallen op, namelijk:

- een waerachtige historie (het verhaal was wel niet echt gebeurt, maar zou echt kunnen gebeuren) de waarheid word nog extra benadrukt.

- een wonderlijke historie in het verhaal komt een wonder voor.



De auteur:

De naam van de schrijver is niet bekend. Aan de stijl van het toneelstuk is af te leiden dat hij een rederijker moet zijn geweest.



Soort tekst:

Dramatische tekst met epische fragmenten.

Dramatiek in dichtvorm en dialoogvorm.

Epiek in prozavorm.



Genre:

Een Middeleeuws, geestelijk toneelstuk dat behoort tot de mirakelspelen uit de rederijkerstijd.



Tijd:

Het verhaal is geschreven aan het einde van de 15e eeuw (tussen 1480 en 1485).

De 1e druk was in 1515. Dit was een postincunabel. Het is in de rederijkerstijd geschreven.

De overgang van de Middeleeuwen naar de Renaissence is duidelijk merkbaar. Voorbeelden van de Middeleeuwen: refrein, rondeel, duivel, Maria verering;

Voorbeelden van de Renaissence: aandacht voor 1 persoon, ontwikkelig van een personage, drang naar kennis en wetenschap).

Scenes die vooruitgrijpen op de Renaissence:

- realistische herbergscene

- realistische scene met Moeye.



Speeltijd:

Vrij kort, namelijk 1143 versregels.



Gespeelde tijd:

ongeveer 31 jaar: -7 jaar met de duivel

-24 jaar in het klooster

-ongeveer 2 jaar na vergeving van haar zonde.



Het belangrijkste stuk is die 7 jaar met de duivel, de andere stukken zijn aan het einde kort samengevat.



-De tijd waarin het verhaal zich afspeelt:

In ongeveer dezelfde tijd als waarin het verhaal geschreven is.



Opmerkingen over het tijdsverloop:

Voor het grootste deel chronologisch, maar met enkele sprongen (tussen de bedrijven door) vooruit.

(voorbeeld van een tijdssprong: de reis tussen bepaalde steden).



Referentiekader:

Omgeving Nijmegen, de Maas en Antwerpen.(Dietse streken) Een enkele keer reist ze af naar Rome.(paus) Nijmegen wordt gezien als goed, braaf.

Antwerpen wordt gezien als kwaad, slecht.



Personen:

Protagonist: Mariken (later verandert haar naam in Emmeken omdat de "M" in Mariken de duivel te veel deed denken aan Maria. Mariken wilde haar naam wel behouden. Uiteindelijk werd er een compromis gesloten: Emmeken, de naam begon niet met een "M" maar klonk wel als een "M").



Antagonist: Duivel (Moenen)

Tritagonisten: -tante (Moeye), helpt de duivel

- oom (Ghijsbrecht), helpt Mariken.

- Wagenspel van Masscheroen, helpt Mariken bij zien van haar zonden tegenover Maria.

Hulpspeler: Paus (hoogste leider van de kerk komt overeen met de ergste zonde die je maar kan maken, namelijk omgaan met de Duivel).



opmerking: De personages (behalve de paus) zijn geen typen, maar mensen van vlees en bloed.



Struktuur:

Het toneelstuk bevat geen hoofdstukken, alleen maar dialogen die d.m.v. stukjes proza met elkaar zijn verbonden.

Het toneelstuk is opgebouwd uit 3 kenmerkende stukken nml.:

- Die Prologhe

- het eigenlijke spel verdeeld in de episoden: Nijmegen

Antwerpen

Nijmegen

Keulen

Rome*

Maastricht*



Epiloog.



(*= niet gespeeld, alleen verteld.)



Korte inhoud:

Mariken wordt door haar oom naar Nijmegen gestuurd om boodschappen te doen. Daar vraagt za bij haar tante onderdak, omdat het te donker was om nog terug te gaan. De tante en Mariken krijgen ruzie. Mariken krijgt geen onderdak, is wanhopig en vraag om hulp bij god of de duivel, het maakt haar niet uit als ze maar hulp krijgt. De duivel neemt haar mee naar Antwerpen om haar de 7 vrije kunsten te leren. Gedurende 7 jaar leeft ze samen met de duivel. (in die tijd: naamverandering , Mariken wordt Emmeken)

Emmeken krijgt heimwee en gaat terug naar Nijmegen waar zij het Waghenspel ziet en inziet wat ze fout heeft gedaan. Ze gaat weer bidden tot Maria en dit is voor Moenen een reden om haar te doden. Oom Gijsbrecht die zich in het publiek bevindt redt haar en drijft de duivel uit. Mariken gaat biechten (kerkelijke hierachie). Van de Paus krijgt ze 3 ringen die bij vergeving van haar zonde afvallen. Na vele jaren als non geleeft te hebben vallen de ringen af. Enkele jaren hierna sterft ze, en komt ze alsnog in de hemel.



Inhoud:

Hoofdthema:

Zelfs als een mens zich overgeeft aan het kwade dan nog is er vergeving mogelijk, als je maar in God gelooft.



Motieven:

Motief van het kwaad.

Persoonsmotief van de Duivel.

Motief van het verbond met de Duivel.

Dynamisch motief: Tante valt uit tegen Mariken.

Statisch motief: Duivel bron van alle kwaad.

Compositiemotief: Een aantal scenes afgewisseld met vertelfragmenten.

Psychisch personagemotief:-De schuld van oom en Mariken.

- boete Mariken.

- Angst

- Twijfel van oom (waar is Mariken?)

- Duivel (verlies van Mariken).



Thematische kracht:

Mariken wil terug naar God en krijgt ook vergeving. Moenen zit achter Mariken aan maar dit lukt niet: kwaad wint niet.

Oom is opzoek naar Mariken en vindt haar uiteindelijk ook.




Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen