Boekverslag : Tom Lanoye - Alles Moet Weg
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1429 woorden.

Auteur

Tom Lanoye is op 27 augustus 1958 geboren in Sint Niklaas, als jongste zoon uit een slagersgeslacht. Eind jaren zeventig vertrekt hij naar Gent, om daar Germaanse filologie en sociologie te studeren. Zijn eerste officiële publicatie is het gedicht ‘Aanhoudende vorst’ in Beste gedichten – Prijs voor poëzie in 1979. In 1982 is Lanoye uitgever en redacteur van het blad ’t Zwarte Gat, waar slechts vier nummers van verschenen. Ook trekt Lanoye de aandacht door samen met Kamagurka in Humo drie afleveringen van ‘De Reactivisd te publiceren. Na de reeks dichtbundels, kritieken cabaret en polemieken, wordt het hoog tijd voor een prozadebuut. Dat wordt de verhalenbundel ‘Een slagerszoon met een brilletje’. In 1987 verhuist Lanoye van Gent naar Antwerpen. Een jaar later verschijnt zijn romandebuut ‘Alles moet weg’. Het theater loopt als een rode draad door de loopbaan van Lanoye. Zo bouwt hij rond zijn tweede roman, Kartonnen dozen, een theatershow. In 1996 tekent Tom Lanoye met Renee Los het eerste samenlevingscontract voor een homo-koppel in Antwerpen. Later dat jaar gaat de verfilming van Alles moet weg in première, onder regie van Jan Verheyen. In 2000 staat hij bij de gemeenteraadsverkiezingen in Antwerpen op de lijst van AGALEV. Hoewel hij veel voorkeurstemmen krijgt heeft dit weinig invloed op het schrikbarende succes van het Vlaams Blok waar hij al jaren tegen strijd.



Samenvatting

Het boek gaat over Tony Hansen, een zoon van een rijke advocaat, die rechten leert in Gent waar hij een kot heeft. Hij is het studeren meer dan beu en stopt midden in de examens met zijn studies. Hij is er immers heilig van overtuigd dat hij het op een veel snellere en gemakkelijkere manier kan maken. Als talentrijke mooiprater denkt hij dat het geld en het succes voor het grijpen liggen. Hij verkoopt enkele waardevolle voorwerpen uit het huis van zijn ouders en met het geld dat hij in ruil voor de voorwerpen kreeg, koopt hij een Ford Transit. Hiermee probeert hij het Vlaamse land te doorkruisen als verkoper van alles en nog wat. Dan is er nog Soo. Dit is Tony's beste vriend die ook rechten studeert. Tony liegt altijd dat het hem allemaal goed lukt en hoe tevreden hij wel is dat hij een goede keuze heeft gemaakt. Aanvankelijk werkt Tony alleen met folders, monsters en stalen maar na korte tijd is hij genoodzaakt om toch echte goederen te verkopen. Maar wat Tony ook doet of wil doen, het loopt steeds hopeloos in het honderd. Zijn mooie praatjes helpen niet. Altijd wordt hij in het zak gezet door zijn klanten. Vaak moet hij ook gaan vluchten voor klanten die door hebben dat hij geen echte verkoper is. Meestal maakt hij zich gewoon belachelijk voor anderen. Zo gaat hij met twee boeren discussiëren om hen twee ton kalk te verkopen. Later blijkt dan dat deze mensen helemaal geen boeren zijn. Tony legt in geleerde woorden uit hoe goed zijn kalk wel is voor hun akkers. En dan, na een heel lang tijd, stappen de mensen al lachend op en blijft Tony met lege handen achter. Een ander voorbeeld is als hij bij een oud ziek vrouwtje als verzekeringsmakelaar langs gaat. De vrouw wil alleen een verzekering afsluiten als Tony haar een rondleiding geeft door haar geboortestad Doel. Tony doet het onmogelijke om haar tevreden te stellen. Als ze dan terug thuis zijn sluit de vrouw een verzekering af. Daarna blijkt dat de handtekening niets waard is omdat haar zoon de geldzaken regelt. Al die moeite weeral voor niets. Als hij op de autostrade rijdt naar een andere stad waar hij er zeker van is dat hij daar gouden zaken zal gaan doen, wordt hij plots tegen gehouden door een motorrijder. Dit is Andreeke waarmee hij later nog bevriend zal worden. Andreeke dwingt hem om hem mee te nemen in zijn transit want hij moet dringend een paar gestolen spullen ophalen in zijn huis en gaan dumpen in het kanaal vooraleer de politie deze spullen gaat ontdekken. Tony wordt verplicht om te gaan helpen. Als alles in het kanaal ligt, gaat ze in het stad nog iets gaan drinken en verteld hem dat hij van een goeie vriend een café over neemt en dat hij zeker eens moet komen kijken. De volgende dag neemt Tony afscheid van Andreeke. Wanneer Tony na veel moeite en tegenslagen het verkopen opgeeft, gaat hij naar het café van Andreeke in Antwerpen om daar zijn verloren geld terug te verdienen. Wanneer hij daar aankomt is café al failliet want het café had daarvoor al twee miljoen schulden. Uit woede en omdat hij de banken de schuld geeft dat hij failliet is, beraamt hij samen met Tony een plan om een bank te overvallen. Deze overval wordt Andreeke fataal, hij wordt geraakt in de schouder wanneer hij in de transit springt. Tony vlucht naar Nederland.



Structuur

Het boek bestaat uit 261 pagina’s verdeeld in vier hoofdstukken. Elk van deze hoofdstukken zijn dan nog eens verdeeld in verschillende delen.

Het boek is chronologisch verteld. Maar hij schrijft in het verhaal af en toe eens een brief naar Soo waarin hij schrijft wat hij van plan is of wat hij gedaan heeft. Soms, bij introductie van een persoon, wordt een korte flash-forward gebruikt. Hij vertelt ook steeds hoe persoon die hij tegenkomt hoe die een aantal jaar later sterft.

Het boek speelt zich af in heel Vlaanderen. De functie van de ruimte is niet zo belangrijk. Het gaat eerder over de personen.



Taal en stijl

Tony maakt zelf het verhaal mee. Het is geschreven zowel in de ik-vorm als in de hij-vorm.

In het boek zitten ook veel verwijten naar ander mensen. Zoals: Ge zijt te dom om dood te doen. Zijn hele familie is zo dom als het achtereind van een varken.

Het boek bestaat uit veel dialogen door het deur aan deur verkoop van Tony. Maar ook vele uitweidingen waardoor het in feite uit verschillende verhalen bestaat die eigenlijk zelfstandig zouden kunnen bestaan.



Hoofdthema

Het thema van het boek gaat over verkopen aan huis. En ook wel durven snelle beslissingen nemen en iets durven doen met je leven. Want Tony durft stoppen met zijn studies midden in de examens en wil met verkopen iets bereiken in zijn leven.

Hij is ook kritisch tegenover de banken dat het hun fout is dat er zoveel armen op de wereld zijn door hun hoge interesten en met hun onmenselijkheid wanneer iemand failliet gaat. Het is door hen dat de rijken rijker worden en dat de armen armer worden.



Personen

De hoofdpersoon is Tony hij komt uit een rijke familie en studeert rechten. Hij is een dromer en optimist. Soms zou je wel denken dat hij naïef is. Hij denkt steeds aan verkopen om op een zo snel mogelijke en gemakkelijke manier veel geld te verdienen. Hij kan het goed uitleggen maar de mensen zetten hem telkens in de zak.

Een nevenpersoon is Soo. Soo is een grote zware jongen met ros haar. Op zijn kot komt Tony zich wassen wanneer hij er niet is. Hij is een niet echt belangrijk persoon maar hij ontvangt telkens de brieven van Tony. Hij is touwens de enige die brieven krijgt.

De tegenpersoon van Tony is Andreeke met den Harley Davidsen. Hij is een klein, breed persoon die telkens in de gevangenis te recht komt. Wanneer hij dan zijn leven wil beteren begint hij een zaak maar gaat telkens failliet door de vorige eigenaars. Om voort te kunnen leven moet hij inbreken. Niet voor het geld maar voor de kick. Hij is verslaafd aan inbreken.



Stijlrichting

Het gaat hier om een realistisch verhaal dat geschreven is om mensen te doen plezieren niet echt om de mensen een levensles mee te geven.

Het boek bestaat uit een mengeling van verschillende tonen: tragisch, komisch, humoristisch, realistisch en ironisch. Het boek is op een bepaalde manier geschreven, dat het aangenaam lezen maakt: citaten uit het burgerlijk wetboek, moppen, verwijten en brieven. Er wordt gespeeld met de taal. De echte platvloerse gesprekken en de ‘erotische passages’ vond ik zeer amusant.

Toch is het een beetje pessimistisch, doordat alles fout afloopt, de vergankelijkheid en de dood.



Literaire soort

Alles moet weg is een humoristische schelmenroman. Het boek is heel leuk geschreven met veel afwisseling in.



Eigen mening

Ik vond het een leuk boek dat vlot las. Het boek verveelde me op geen enkel moment. Ook de ironie en het sarcasme was een pluspunt waar ik verzot op was. Het is niet voor niets verfilmd met rollen voor Peter Van den Begin en Stanny Crets. De regisseur was Jan Verheyen. Ik raad iedereen aan dit boek te lezen want het is grappig en leest snel. Alleen spijtig dat het zoveel pagina’s zijn.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen