Boekverslag : Abdelkader Benali - Bruiloft Aan Zee
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 4788 woorden.

Motivatie:

Dit boek hoort bij het pakket van ‘Boektoppers’, dat ik dit jaar besteld heb. Het leek me een goed idee om als eerste een boek van dit pakket te kiezen, omdat deze boeken hiervoor speciaal zijn uitgekozen. Omdat dit boek, toen ik van elk boek de achterflap had gelezen, me het meest aansprak, ben ik dit boek gaan lezen.



Korte inhoud:

Lamarat Minar, die al op hele jonge leeftijd is vertrokken uit zijn vaderland Marokko en in Nederland is opgegroeid, gaat na twintig jaar terug naar zijn geboortestreek in Marokko omdat zijn zus Rebekka daar met zijn oom Mosa zal trouwen.

Op de vooravond van de bruiloft merkt Lamarat dat de bruidegom verdwenen is. Als ongetrouwde man kan Mosa namelijk nog naar de hoeren, maar als hij eenmaal getrouwd is, is dat onmogelijk door de regels van de godsdienst.

Van zijn vader moet Lamarat de aanstaande echtgenoot van zijn zus gaan opzoeken en onmiddellijk mee naar huis nemen. Lamarat wordt hierbij geholpen door de taxichauffeur Chalid, die hem naar de Spaanse kroonkolonie Melilliaar brengt, waar hij Mosa stomdronken aantreft. Tijdens deze taxirit wordt de hele familiegeschiedenis van Lamarat verteld.

Uiteindelijk neemt Lamarat zijn oom mee naar huis en komt als eerste Rebekka tegen, die woedend is. Rebekka, Lamarat en Mosa (die door Lamarat meegesleept wordt) gaan naar het strand en daar neemt Rebekka wraak: Ze zorgt ervoor dat Mosa voortaan van andere vrouwen afblijft, want ze knipt een stukje van zijn geslachtsdeel af.

Al gauw komen ook de ouders en grootouders van Lamarat naar de zee, die Rebekka en Lamarat naar het strand hebben zien vertrekken. Als ze als het bloed zien, denken ze dat de huwelijksnacht al voltrokken is en ze steken een vuurpijl af: dat is het teken van de ontmaagding. Zo loopt de 'bruiloft' aan zee af en dan gaat iedereen naar huis. Uiteindelijk gaan Lamarat en Rebekka weer terug naar Nederland, Chalid wint de loterij en vertrekt naar Cuba, en Mosa verdwijnt stiekem en sterft krankzinnig. (Dit laatste wordt beschreven in de epiloog.)



Uitgewerkte persoonlijke reactie:



Onderwerp:

Volgens mij is het onderwerp van het boek de Marokkaanse cultuur, maar ook een beetje gecombineerd met de Nederlandse, omdat Lamarat daar is opgegroeid.

Ik vond het interessant om te lezen, omdat het bijzonder is dat de hoofdpersoon, die terugkeert naar de plek waar hij vandaan komt, toch een beetje een vreemde is geworden.

Ik vind dat Benali dit onderwerp goed heeft uitgewerkt, omdat je erg veel te weten komt over de geschiedenis en de achtergrond van de familie en het leven in de streek, de twee culturen die niet samengaan, maar ook over hoe de tradities in Marokko langzamerhand verdwijnen. Misschien is de visie van dit boek wel het verval van de tradities in Marokko

Het onderwerp is voor mij in zoverre herkenbaar, dat er in Nederland een heleboel mensen uit bijvoorbeeld Marokko wonen, die waarschijnlijk hetzelfde als de familie Minar uit het boek hebben meegemaakt: eerst gaat de vader naar Europa (als gastarbeider), later laat hij zijn gezin overkomen en die komen dan terecht in een hele andere cultuur. Misschien kan ik me, nu ik dit boek heb gelezen, beter indenken hoe het voor die mensen geweest moet zijn om hun bestaan te moeten achterlaten en hier, in een vreemd land, een nieuw leven op te bouwen.



Gebeurtenissen:

De belangrijkste twee gebeurtenissen in het boek zijn de bruiloft van Mosa en Rebekka en de zoektocht van Lamarat naar zijn oom. Daar draait het hele boek om. Maar de gebeurtenissen die misschien even belangrijk zijn, zijn de verhalen over het verleden. Als die er niet waren, zou je het verhaal niet snappen. De gebeurtenissen worden redelijk uitvoerig beschreven. Sommige waren daarom juist boeiend, maar af en toe waren er stukjes die niets bijdroegen aan het verhaal en daarom erg langdradig waren.

De gebeurtenis die het meest indruk op me maakte, was de ontknoping. Ik had niet gedacht dat

Rebekka op deze manier zou afrekenen met haar bruidegom en dat er helemaal geen bruiloft meer aan

te pas zou komen. Wat ook erg bijzonder is aan deze gebeurtenis, is dat Rebekka Mosa te lijf gaat met het roestige schaartje, wat de grootmoeder eigenlijk had moeten gebruiken om de navelstreng van Lamarat bij zijn geboorte door te knippen. Op het moment van de geboorte, kon de grootmoeder het schaartje niet vinden en heeft ze de navelstreng doorgebeten. Pas twintig jaar na de geboorte hoort Lamarat van zijn zus op het strand, terwijl zij dus met hetzelfde schaartje bezig is, hoe hij werkelijk geboren is.



Personages:

De hoofdpersoon, Lamarat, leer je redelijk goed kennen. Je komt alles over zijn verleden te weten en je volgt zijn handelingen in het boek. Zijn karaktereigenschappen worden niet echt duidelijk beschreven, maar langzamerhand krijg je wel een beeld van Lamarats karakter.

Ik vind Lamarat niet altijd goed handelen. Bijvoorbeeld als hij in Melilliaar Mosa eindelijk vindt en Mosa net van plan is om met een dame van de Lolita-bar het hotel in te gaan. Op dat moment had Lamarat eigenlijk moeten ingrijpen en zijn dronken oom moeten meenemen, maar in plaats daarvan bleef hij buiten wachten voor het hotel totdat Mosa weer naar buiten kwam. Vervolgens ging Mosa wéér de Lolita-bar in en kwam pas naar buiten toen hij eruit werd gezet. Pas toen heeft Lamarat hem gegrepen en meegesleurd naar de taxi: ' "Toen pas heb ik hem gegrepen en gezegd: 'Beste oom, vandaag ik het grote feest weetjewel… Ga je nu alsjeblieft mee?'" '

Van de andere personages vind ik Mosa niet sympathiek, omdat hij zijn aanstaande vrouw laat zitten. De moeder van Lamarat is een lui en asociaal mens, vind ik. In het begin van het boek wordt namelijk verteld, dat ze alleen maar zwanger wilde raken, zodat ze niets meer bij haar schoonouders in huis hoefde te doen.

Wel sympathiek vind ik Chalid, de taxichauffeur, omdat hij altijd leuke gesprekken voert met zijn passagiers en bereid is mensen te helpen. Ik kan me het meest verplaatsen in Rebekka, omdat ik me goed kan voorstellen hoe boos zij in het boek is, als Mosa er tussenuit geknepen is.



Opbouw:

Ik vind dat het verhaal ingewikkeld is opgebouwd. Door alle kleine verhaaltjes, persoonlijke herinneringen en flashbacks was ik af en toe behoorlijk de draad kwijt en was het verhaal moeilijk om te volgen, omdat je soms niet meer weet in welke tijd het verhaal speelt. De opbouw past wel bij het boek, omdat er dus ook veel dingen over het verleden worden verteld, waardoor de terugblikken wel belangrijk zijn (maar dus ook verwarrend).

Het boek is niet erg spannend, maar toch heb ik me steeds afgevraagd hoe het nou met die bruiloft zou aflopen en dat stimuleerde me we om verder te lezen. Toen ik het boek uiteindelijk uitgelezen had, bleef ik met weinig vragen zitten, omdat er in de epiloog ook verteld wordt hoe het afloopt met de personages.



Taalgebruik:

Ik vind de schrijfstijl van Benali soms best lastig, omdat de zinnen op veel plekken heel lang zijn. In die stukjes moest ik goed mijn aandacht erbij houden, om het te blijven volgen.

Zijn taalgebruik is niet heel moeilijk, omdat hij niet vaak moeilijke woorden gebruikt. Ik vind dat het boek leuk geschreven is: af en toe zitten er hele grappige stukjes in. Ik vind dat het boek over het algemeen best luchtig geschreven is.

Ik denk dat de beschrijvingen overheersen ten opzichte van de dialogen. Er wordt wel gesproken, maar er worden ook veel stukken gewoon verteld. Ik vond deze verdeling we goed bij de het boek passen.



1. Fabel en Sujet



De fabel van Bruiloft aan zee:

Ergens in het begin van de jaren zestig, worden Jamina (de moeder van Lamarat) en

Teroet Minar(de vader van Lamarat) uit Touarirt, een dorpje aan zee, verliefd op elkaar. Ze trouwen en

Jamina raakt in verwachting van Lamarat.

De vader vertrekt naar Nederland om geld te verdienen, zodat hij een huis kan laten bouwen en in

Marokko een café kan beginnen. Maar hij laat al gauw ook zijn vrouw, zoon (Lamarat) en nog ongeboren

dochter Rebekka overkomen om in Nederland te wonen. Zo groeiden Lamarat en zijn zusje op in

Rotterdam.

De vader beloofde zijn broer Mosa de hand van Rebekka, als dank voor het bouwen van een familiehuis. Daarom vertrekt de familie Minar na twintig jaar weer naar Marokko voor de bruiloft. Maar Mosa wil eigenlijk zijn eigen leventje niet opgeven: hij zoekt vaak de hoeren op in Melilliaar en vond het wel prima zo.

Zo komt het dat hij op de vooravond van de bruiloft verdwijnt en Lamarat hem van zijn vader moet gaan zoeken. In de taxi hoort hij van de taxichauffeur Chalid -Blik op de Weg- waar Mosa heen is, maar hij moet eerst naar zijn neef, omdat die waarschijnlijk weet waar Mosa precies te vinden is. Lamarat vindt zijn dronken oom bij een hoerenkast en krijgt hem uiteindelijk de taxi in, om terug naar Touarirt te gaan.

In Touarirt aangekomen, is Rebekka woedend op haar aanstaande echtgenoot. Ze gaat met Mosa en Lamarat naar het strand. Daar ontneemt zij hem van een stukje van zijn geslachtsdeel.

Al gauw komen ook de ouders en grootouders van Lamarat naar het strand. Zij denken dat de huwelijksnacht al voltrokken is.

Na de dramatische 'bruiloft', gaan Lamarat en Rebekka weer naar Nederland, Chalid wint de loterij en vertrekt naar Cuba en Mosa verdwijnt en blijkt later krankzinnig te zijn gestorven.



Het sujet van het boek:

Lamarat Minar stapt de taxi van Chalid. Dan wordt er in verschillende terugblikken verteld hoe zijn ouders elkaar hebben ontmoet, zijn getrouwd, zijn vader naar Nederland vertrok en ook over Mosa en zijn liefde voor vrouwen. Daarna wordt er even verteld over het leven van Lamarat in Rotterdam.

Vervolgens wordt er beschreven hoe Lamarat merkte dat zijn oom weg was en daarna komt er een stuk dat gaat over de tijd tussen de aankomst in Marokko en de bruiloft.

Dan wordt er geschreven over hoe Mosa uit Touarirt vertrok om naar Melilliaar te gaan, gevolgd door een stukje waarin Lamarat Mosa gevonden heeft, terwijl daarna pas verteld wordt over hoe hij zijn neef opzoekt om te vragen waar hij zijn oom kan vinden.

Vervolgens wordt er verteld over Lamarats geboorte en vrijwel daarna komt de ontknoping.

(Dit is het sujet in grove lijnen; in het verhaal zitten nog veel meer terugblikken, kleinere verhaaltjes, herinneringen enzovoort.)



Het verschil en de functie

Het verschil tussen de fabel en het sujet is heel groot: het begint al op de allereerste bladzijde. Daar wijkt het sujet meteen af van de fabel, omdat er vrijwel meteen staat: 'Lamarat, twintig jaar, de jongen die de taxi was ingestapt, was in Iwojen geboren.'

Hierna wordt het verhaal verteld van Lamarats ouders, wat het allereerst voorkomt in de fabel, maar toch weet je al dat het verhaal in een andere tijd speelt, namelijk in de tijd dat Lamarat in de taxi zit. Alleen het eind van de fabel en het sujet lopen gelijk, omdat er in de ontknoping geen flashbacks meer staan.

De functie van dit verschil tussen fabel en sujet is, is dat het verleden verteld wordt tijdens de handelingen in het heden.



2. Tijd



Volgorde en continuïteit

De volgorde van de gebeurtenissen is niet chronologisch: de gebeurtenissen worden in een andere volgorde beschreven dan waarin ze werkelijk hebben plaatsgevonden. De gebeurtenissen uit het verleden worden namelijk niet als eerst verteld, maar komen allemaal als flashbacks voor in het verhaal.

Het verhaal wordt ook niet continu verteld. Benali beperkt zich, door de flashbacks, tot de belangrijkste gebeurtenissen uit de geschiedenis van de familie Minar, Lamarat en de kuststreek in Marokko. Hij beschrijft niet alle tijd die er verstreken is en slaat dus ook dingen over.



Flashbacks, terugverwijzingen en vooruitwijzingen

Er zitten dus veel flashbacks in het verhaal, maar ik denk dat de een van de belangrijkste helemaal in het begin zit. In deze flashback, als Lamarat nog maar net de taxi van Chalid is ingestapt, wordt helemaal beschreven hoe de ouders van Lamarat elkaar ontmoetten in het kleine plaatsje Touarirt aan zee. Er wordt verteld hoe ze eerst leefden, dat ze verliefd werden, dat ze gingen trouwen, dat de moeder zwanger werd, enzovoort.

Een andere belangrijke flashback begint zo: ‘Terwijl de oom net door Lamarat is gevonden, wordt

het tijd om te verhalen van de tijd die lag tussen de aankomst van Lamarat Minar en zijn familie en de

bruiloft zelf.’ In deze flashback wordt dus beschreven, hoe de familie in Marokko aankwam en hoe ze door opa en oma werden ontvangen, enzovoort. Deze flashback wordt ook, behalve alleen door de verteller aan de lezer, door Lamarat aan de taxichauffeur verteld. De laatste zin van dit hoofdstuk is namelijk: ‘De taxichauffeur knikte.’

Het effect van de flashbacks, de persoonlijke herinneringen en kleinere verhaaltjes over vroeger is, dat je te weten komt hoe de mensen dachten, welke tradities en gewoonten ze hadden en hoe die familiegeschiedenis in elkaar zit.

Behalve de flashbacks heb ik geen terugverwijzingen gevonden. Wel is het citaat wat ik hierboven gebruikte als begin van een flashback, tegelijkertijd een vooruitwijzing. Uit deze zin blijkt dat Mosa al gevonden is, terwijl het verhaal na de flashback weer verder gaat met de zoektocht: Lamarat gaat namelijk in het volgende hoofdstuk bij zijn neef langs om te vragen waar hij zijn oom kan vinden.



Historische tijd

Het verhaal speelt denk ik in de jaren negentig. In de jaren zeventig kwamen er namelijk veel gastarbeiders van Turkse en Marokkaanse afkomst naar Nederland en als de vader van Lamarat naar Nederland gaat, is Lamarat net geboren (in de jaren zeventig dus). In het verhaal is Lamarat twintig, dus zal dan zal het verhaal in de jaren negentig spelen.



Verteltijd en vertelde tijd.

De verteltijd van het boek is 152 bladzijden. De vertelde tijd is minder, omdat de gebeurtenissen in het boek de beschrijving van ongeveer een dag zijn. De verteltijd is in dit boek dus groter dan de vertelde tijd.



3. Personages



Karakterisering van de belangrijkste personages

De hoofdpersoon in het boek is Lamarat Minar, twintig jaar. Over zijn uiterlijk wordt niets gezegd, behalve dat hij zwart haar heeft, een donkere huid en donkere ogen, maar dat heeft bijna iedereen daar. Uit het boek blijkt een beetje dat Lamrat niet altijd voor zijn emoties uitkomt. Er wordt over hem verteld dat hij een zwijgzame jongen is. Dat is wel apart, omdat hij in de taxi zijn hele familiegeschiedenis uit de doeken doet. Lamarat heeft Marokko een beetje geïdealiseerd: hij is voor zijn gevoel, een rijke en gezegende toekomst als mens-erger-je-nietspeler - mens-erger-je-niet werd gespeeld in de cafés van de landstreek Iwojen- misgelopen in zijn moederland.

Chalid (zijn bijnaam is Blik op de Weg), is de achtenvijftigjarige taxichauffeur. Hij rijdt mensen van de landstreek Iwojen naar het grensplaatsje F. en weer terug in zijn witte Mercedes Benz 208D. Hij weet alles van iedereen, door alle verhalen die hij altijd van zijn passagiers te horen krijgt. Het enige wat over zijn uiterlijk verteld wordt, is dat hij bruine tanden heeft.

Rebekka Minar is negentien jaar. Haar uiterlijk wordt alleen omschreven met de woorden 'ze is mooi als een Zeeuws meisje met donker haar.' In het verhaal noemt Lamarat haar 'de Babbelbox', omdat ze zoveel praat. Tot de ontknoping op het strand, is over haar karakter vrij weinig duidelijk. Maar als ze aan het eind van het boek zelfverzekerd optreedt tegen haar aanstaande bruidegom, blijkt ze heel doortastend en koelbloedig te zijn.

De vijfentwintigjarige Mosa heeft het uiterlijk van Iemand uit het noorden: blauwe ogen en een blanke huid. Mosa is al van jongs af aan gek op vrouwen. Hij staat er dan ook om bekend (behalve zijn familie weet iedereen dit) dat hij regelmatig de hoeren in de kroonkolonie Melilliaar opzoekt. Mosa komt een beetje onverschillig over en hij interesseert zich niet zo voor wat er om hem heen gebeurt. H



De relaties tussen de belangrijkste personages

Rebekka is de jongere zus van Lamarat. Zij kennen elkaar heel goed, omdat ze samen zijn opgegroeid in Nederland. Rebekka is uitgehuwelijkt aan de jongere broer van haar vader, Mosa. Ze kent Mosa eigenlijk amper, omdat ze pas na zo'n lange tijd weer terugkomt in Marokko. Chalid weet alles van iedereen en kent daardoor ook iedereen. Hij heeft Mosa naar Melilliaar gebracht en brengt Lamarat er later ook heen.



De rollen zijn als volgt.

Lamarat is de hoofdpersoon: hij is het belangrijkste personage. Mosa maakt deel uit van Lamarats doel: het is namelijk Lamarats doel om zijn oom te vinden. Chalid is een helper: hij weet waar Mosa naar toe is en kan Lamarat daar uiteindelijk ook naar toe brengen.

Rebekka is eigenlijk maar een bijfiguur, ook al speelt ze een belangrijke rol in de ontknoping. In de rest van het boek is ze geen tegenstander, helper, enzovoort.



Karakters en typen

Lamarat is het enige karakter in het boek. Je leert hem steeds beter kennen en dat komt doordat zijn ervaringen, gedachten en moties worden beschreven. Daardoor weet je hoe hij zich voelt, wat hij heeft meegemaakt en hoe hij tegen bepaalde zaken aankijkt.

Mosa is denk ik meer een type. In het boek staat hij vooral bekend om zijn liefde voor vrouwen. Dat zorgt ervoor dat zijn gedrag en gedachtes redelijk voorspelbaar zijn: hij is alleen daar maar mee bezig. Verder wordt er namelijk niet zoveel over zijn uiterlijk verteld.

Chalid is ook een type. Hij speelt wel een belangrijke rol omdat hij alles weet, maar over Chalid persoonlijk wordt ook niet veel verteld.

Hetzelfde geldt voor Rebekka.

Lamarat bereikt uiteindelijk zijn doel: hij vindt zijn oom Mosa en weet deze met de taxi weer naar huis te brengen.



4. Opbouw



Structuur

Bruiloft aan zee is opgebouwd uit 15 hoofdstukken en een epiloog. In de epiloog wordt er beschreven wat er met de belangrijkste personages na de bruiloft aan zee gebeurd. Ik heb niet echt een functie van deze geleding kunnen vinden. De samenhang in dit boek is niet erg groot. Ik heb geen tegenstellingen en contrasten kunnen vinden. Wel een soort van herhaling of overeenkomst:

Als er verteld wordt over het moment dat Lamarat aan zijn vader vertelt dat Mosa verdwenen is, wordt er een sprong terug in de tijd gemaakt, naar dertig jaar geleden. Het is het moment dat de vader van Lamarat in de taxi zit op weg naar het vliegveld, om naar Nederland te gaan. Aan het eind van de taxirit moet de vader van Lamarat betalen. Hij moet dan heel lang zoeken naar een bankbiljet van vijf dirham en krijgt dan de volgende tip van Chalid, de dan nog iets jongere taxichauffeur:

' "Volgende keer, daarstraks in Deutschland of god weet waar je komen zal, probeer dan altijd een biljetje bij de hand te hebben, de mensen zouden kunnen denken dat je zo'n arme sloeber uit de een of andere landstreek ben." De vader had geknikt, "verdomd wat een goede tip," en de deur dichtgeslagen. Dertig jaar na dato leefde de tip van de taxichauffeur weer als een op hol geslagen stuiterbal op; nog nooit had de vader zo'n behoefte aan geld gehad als op dat moment, geld dat er onmiddellijk was, het liefst in zijn broekzak.'

Als de vader dan zijn hand in zijn broekzak steekt, hoopt hij dus dat er voldoende geld in zijn zak zit, dat hij snel kan vinden. Hij haalt hij er meteen een biljet van maarliefst honderd dirham uit en geeft dat aan Lamarat met de opdracht zijn oom met de taxi te gaan zoeken. Lamarat verbaast hier zich nog over. Er staat namelijk: ' "Hier," (dat is bij de hand, dacht Lamarat) en vader drukte het biljetje van honderd dirham in zijn handen, "voor de taxi." ' Het zoeken naar geld voor de taxi is dan eigenlijk een herhaling, omdat het dus al eerder voorkomen is.



Verhaallijnen

Het boek heeft maar één verhaallijn, namelijk de verhaallijn van de taxirit, de zoektocht naar Mosa en de bruiloft aan zee. De flashbacks sluiten niet bepaald op elkaar aan (er zit veel tijd tussen de verschillende flashbacks, staan ook niet in een goede chronologische volgorde en gaan niet altijd over dezelfde persoon), dus dat kan je geen losse verhaallijn noemen.

Het verhaal heeft een duidelijk begin: in medias res. Er hebben al gebeurtenissen plaatsgevonden en die kom je in het boek te weten door de terugblikken, herinneringen en gedachten. Het verhaal heeft een gesloten eind: je weet hoe de bruiloft uiteindelijk afloopt en vervolgens wordt in de epiloog beschreven hoe het de belangrijkste personen verder vergaat. Het verhaal heeft geen cyclische opbouw.



Functie van de structuur

De functie van de structuur is denk ik hetzelfde als de functie tussen fabel en sujet: De gebeurtenissen uit

het verleden kunnen worden verteld tijdens de handelingen in het heden. Omdat de flashbacks geen

aparte verhaallijn zijn, is het dus ook niet noodzakelijk dat je alles over de geschiedenis te weten komt. Je

leest gewoon over wat belangrijk is.



5. Vertelsituatie



Vertelsituatie:

Naar mijn idee heeft het boek een alwetende vertelsituatie. Het verhaal wordt verteld door iemand die boven het verhaal staat. Hij vertelt over Lamarat in de taxi en verteld ook de flashbacks. Hij weet alles over de personages, gedachten, emoties, de geschiedenis en betrekt zichzelf soms ook in het verhaal. Zoals in het volgende stukje:

'Lamarat was namelijk geboren in een verhaal met een hoog goocheltrucgehalte, het verhaal - en nu komt het- van het verbond tussen de grootmoeder en Sidi Rabi.

Misschien is het zo, misschien is het niet zo, in ieder geval is het zozo, maar de mensen van de landstreek houden niet van vergeten, dus deze waargebeurde leugen, het luchtkasteel dat toch een klein beetje voor zichzelf kan spreken, moet toch op de een of andere manier, een ietsepietsje, een klein

beetje een kern van waarheid hebben. Wat kan mij het trouwens schelen! Ik vertel het gewoon en ik zie wel waar het uitkomt.'

In de laatste regels van dit citaat, wordt duidelijk dat er dus een verteller is die losstaat van het verhaal.

De vertelsituatie is wel betrouwbaar, want uit het boek blijkt dat de verteller alles weet. Je kan er dus vanuit gaan dat hij de waarheid spreekt. De verteller heeft geen echte rol in het verhaal, dus kan hij ook geen speciale reden hebben de dingen anders te vertellen dan dat ze in werkelijkheid gegaan zijn.

De functie van deze vertelsituatie is, dat de gedachten en emoties van verschillende mensen beschreven kunnen worden omdat de verteller ze allemaal kent. In dit boek worden, behalve die van Lamarat, ook op sommige plekken de gedachten en emoties van bijvoorbeeld zijn ouders, oom en zus beschreven.



6. Taalgebruik

Het taalgebruik van Benali is heel afwisselend. Soms vormt hij hele ingewikkelde, moeilijke zinnen en dan opeens weer hele platte spreektaal. Soms maakt hij hele korte zinnen, dan weer zinnen van een halve bladzijde. Af en toe maakt hij ook opmerkingen vanuit de verteller of geeft hij extra uitleg over een situatie, die dan tussen haakjes staat (zoals ook hier beneden).

Hij maakt soms grappige woordspelingen en verwerkt liedjes, rijmpjes en Nederlandse en Marokkaanse uitdrukkingen in het boek. (Bijvoorbeeld 'het land van piefpaf-poef-en-ze-komt'. Dat komt van het liedje 'Mijn tante uit Marokko.')

Hij noemt Rotterdam Maanzaad Stad genoemd, omdat hij vroeger het maanzaad van het Marokkaanse brood dat zijn vader verkocht snoepte. Nederland wordt in het boek door de Marokkanen Deutschland genoemd. Bij sommige producten zet hij de prijs of het land van herkomst bij, bijvoorbeeld bij de taxi van Chalid. Dat is de Mercedes Benz 208D (import uit België).

Aan het eind van het boek zijn er ook twee bladzijden zonder interpunctie, wat de indruk moet geven dat je een geratel van iemand over je heen krijgt.

Dit is bladzijde 63 uit het boek en wat er geel gekleurd is, is opvallend:

Moeder depte het ene balletje na het andere in de olie -hole-in-one, zag Lamarat- en knikte bevestigend, rolde de mouwen van haar jurk op en zei: 'Wie er wil komen uit Nadorp moet straks met de auto over de kronkelige asfaltweg waar zelfs een ezel zich op verstuikt, langs de hellingen, en door het bos. Wie gaat dat doen, niemand toch, alleen een onverlaat.'

'Zoals wij straks, zei de vader, 'straks zijn wij de enigen die daar in zijn huis lopen te scharrelen en de schijn ophouden dat er iets aan de hand is.'

'Precies, voor die jongen ga ik niet juichen hoor' zei de moeder.

Ze hield stil, draaide de stand van de afzuigkap naar drie, toen ze bemerkte dat de geur van olijfolie (El Ouzzania, f9.95 prijswijzigingen voorbehouden, made in Marocco) wel erg ging overheersen in de keuken en zei: 'Weet je wat ik denk?'

'Nou Mina,' zei de vader een beetje plagerig (hij noemde zijn vrouw altijd Mina als ze een beetje voor haar beurt begon te praten).

'Wat ik denk, is dat die broer van jou het in zijn botte kop heeft gehaald om ons een hak te zetten, begrijp je me of begrijp je me niet? Omdat hij weet dat als hij onze dochter trouwt hij voor de rest van zijn akelige rotleventje aan ons gebonden zal zijn, neemt hij een beetje wraak door ons over al die keien en rotsen naar beneden te laten kukelen. Hij wil je niet alleen financieel aftappen maar je ook nog eens lichamelijk een deuk bezorgen en nou moet je niet zeggen dat ik een akelig mens ben, hoor je me.'

De vader had hierop niets te zeggen. Hij had een vork uit de kast gehaald en daarmee in de pan met olie gestoten. Vervolgens trok hij de vork eruit die een bruin balletje gehakt tussen de tanden geklemd hield. De vader propte de bal in zijn mond en sprak met volle mond: 'Wbat bikma meknd is nbite belnariiek.'

Niet snel daarna, een uur of zes later, vertrokken ze uitgegeten en uitgeslapen naar het land van piefpaf-poef-en-ze-komt.



7. Secundaire literatuur



Samenvatting van de recensie (achterin bijgevoegd)

Hans Goedkoop, Een borrelende smeltkroes van stijlen, NRC Handelsblad, 25 oktober 1996

In deze recensie wijdt de schrijver, Hans Goedkoop, eerst aandacht aan het feit dat er onder de tweede generatie allochtonen veel jonge schrijvers opduiken.

Hij denkt dat de reden van het vroege debuteren van deze schrijvers de achtergrond is, omdat zij de taal gebruiken om de twee culturen, waarin ze zijn opgegroeid, tot één moeten zien te versmeten.

Goedkoop vindt dat Benali schrijft, zoals een mixer mixt: hij gooit van alles door elkaar en 'roert het tot een borrelende pot van stijlen.'

Daarna vat hij het boek kort samen. Volgens hem is het verval van traditie de zware ondertoon in de roman, die verder lichtgezet is.

Hij vindt ook dat je in de kern van het boek het verband soms kwijt raakt en je focus op den duur kwijt raakt. Volgens Goedkoop roept ook Benali's taal verwarring op. Hij vindt zijn taalgebruik wel leuk, maar

soms is het lastig om te weten of hij echt heeft bedoeld wat hij doet. De recensist mist in Bruiloft aan zee 'de dwingende vorm en concentratie.'

Ik vind dat de opvattingen van Hans Goedkoop over Bruiloft aan zee wel overtuigend zijn. Ik snap wel wat hij bedoelt, bijvoorbeeld over dat 'de zware ondertoon' het verval van de traditie in het boek is. In het laatste deel van de recensie wordt beschreven hoe dat in Marokko speelt en volgens mij is dat inderdaad de boodschap die een beetje in het boek zit. Ik denk dat Benali dit met zijn boek een beetje wil duidelijk maken.

Omdat er in deze recensie niet veel aandacht aan structuur en perspectief besteed wordt, heb ik een klein stukje uit een boekverslag van een vwo5-leerling (gevonden op internet) met betrekking tot het perspectief genomen, om het te vergelijken met mijn eigen ideeën daarover.

De leerling schrijft:

Het grootste gedeelte van het boek is Lamarat de verteller. Hij vertelt zijn verhalen aan de taxichauffeur tijdens de taxirit. In het begin van het verhaal is er een alwetende verteller. Soms is ook de taxichauffeur van Lamarat de verteller, en volg je zijn gedachten. Lamarat is de hoofdpersoon, dus wie er ook vertelt, het wordt altijd teruggebracht tot Lamarat. Je volgt het verhaal dus vanuit zijn perspectief.

Mijn opvattingen over het perspectief waren anders, omdat ik denk dat het verhaal wordt verteld door een alwetende verteller en deze persoon suggereert bijna dat het gaat om een ik-vertelsituatie, omdat hij zegt dat Lamarat in het grootste deel de verteller is. Dit is niet het geval. Het klopt ook niet dat Lamarat zijn familiegeschiedenis aan Chalid zou vertellen, want dan zouden de flashbacks tussen aanhalingstekens moeten staan omdat hij het vertelt, maar dat is ook niet het geval. Dat soms ook de gedachten van Chalid gevolgd worden, verklaard dus ook dat het om een alwetende vertelsituatie gaat.



Evaluatie

Ik denk niet dat Bruiloft aan zee het makkelijkste boek is dat je kan lezen. Af en toe is de zinsbouw moeilijk en vooral de structuur is heel verwarrend en moeilijk te volgen.

Ik ben best tevreden over het uitvoeren van de verdiepingsopdracht. Ik denk dat ik het boek redelijk goed heb begrepen, vooral nu ik er wat dieper op in ben gegaan.

De hoeveelheid tijd die in de verdiepingsopdracht gaat zitten valt behoorlijk tegen, dus dat vond ik wel een nadeel. Verder ben ik best tevreden.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen