Boekverslag : Bertus Aafjes - Een Lampion Voor Een Blinde
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1477 woorden.

Een lampion voor een blinde van Bertus Aafjes





Informatief gedeelte:





1. Auteur


Naam: Bertus Aafjes, officieel Lambertus Jacobus Johannes, was een man die veel reisde. Bijvoorbeeld de reizen naar Japan in 1958, 1964 en 1970 vonden in de jaren 1969 tot en met 1973 hun neerslag in een aantal verhalenbundels over de rechter Ooka. Deze rechter leefde in Edo (het huidige Tokio) in de eerste helft van de 18de eeuw als opperrechter, waar hij uitblonk door scherpzinnige oplossingen van schijnbaar onontwarbare juridische problemen. Dit boek handelt ook over deze persoon.


Geboren: 12 mei 1914 te Amsterdam en overleden in Venlo op 22 april 1993


Debuut: In 1936 met Het Italiaanse Maria-lied. Bij de poëzie moeten we wachten tot 1940 met ‘Het gevecht met de muze’, hij schreef ook veel andere stijlen zoals proza en gedichten bundels, maar ‘Het Italiaanse Maria-lied’ is zijn eerste gepubliceerd werk in het algemeen.


Genres: Het boek is een misdaadroman want het geheel draait om de volmaakte misdaad van Badings.








2. Titel


Een lampion voor een blinde is geschreven door Bertus Aafjes. De eerste druk was in 1973, er is geen motto maar wel een ondertitel, namelijk "De zaak van de Hollandse heelmeesters". De titel is te verklaren aan de hand van de methode waarmee rechter Ooka de moordenaar ontmaskert. Ooka weet wie de moordenaar is, maar het proberen heeft net zo weinig zin als een lampion aan een blinde geven. Toch lukt het Ooka door de illusie te creëren dat de blinde Kikoeko maar aan één oog blind is. De ondertitel is heel makkelijk te verklaren. Rechter Ooka beschouwt dit natuurlijk als een rechtszaak en alles draait om de twee Hollandse heelmeesters.








3. Kader


a)Tijd


De tijd is niet-chronologisch, want er is een flashback aanwezig van bladzijde 65 tot en met 67, waarin Ooka vertelt over de zaak van de blinde getuige. De flashback heeft als functie de ingeving te verklaren, die Badings tot de volmaakte misdaad brengt. Het verhaal speelt ergens in de 17e of 18e eeuw, ten tijde van de Hollandse factorij in Japan.


b)Ruimte


Enkele belangrijke ruimtelijke elementen in Een lampion voor een blinde zijn de haikoes die tijdens het verhaal voorgedragen worden en de cultuurverschillen tussen Japan en Nederland. De haikoes hebben als functie het leven in een notendop te geven en lopen daar ook parallel mee. Er zijn veel contrasten tussen Japan en Nederland, bijvoorbeeld tussen de Japanse saké, de rijstwijn en de Hollandse Jenever, en tussen de Goudse pijp, die Simon Slingeland rookt, en de Japanse pijp die rechter Ooka rookt. Deze verschillen hebben als doel de motieven van Badings voor de moord te verklaren en de motieven die Oranje zou hebben. Zij zijn beide een beetje Japans geworden, hoewel Oranje het nog moet worden.


c) Vertelperspectief:


Op het eerste gezicht lijkt dit een subjectief ik-perspectief, want we zien alles door de ogen van rechter Ooka en we kennen alleen zijn gevoelens en zijn gedachten. Uit bladzijde 75 tot en met 84 blijkt echter dat we te maken hebben met een objectief (hij)-perspectief met een alwetende verteller, omdat Ooka bij deze gebeurtenis helemaal niet aanwezig is.





4. Hoofdpersonage


*Ooka, een rechter die echt heeft bestaan. Alles wat over hem gezegd wordt is positief; hij is scherpzinnig, hoffelijk en wordt zelfs een levende legende genoemd. Het enige negatieve zou kunnen zijn dat hij een moordenaar zijn gerechte straf laat ontlopen, maar daartegenover staat dan natuurlijk zijn menslievendheid.


*Simon Slingeland, de kapitein, het opperhoofd van de Nederlandse factorij in Nagasaki. Het is een ontzettend openhartig man, drinkt veel maar heet een vrolijke dronk. Ook heeft hij een klein hart, hij wil het besluit wie er heelmeester moet worden maar niet maken. Aan het eind van het verhaal sterft hij.


*Jan Oranje, een van de twee heelmeesters. hij is van oorsprong een strateeg, daardoor brengt hij Badings op het idee van de perfecte misdaad. Rechter Ooka brengt hem als eerste in verband met kersenbloesem. Ook wordt hij beschreven als een ietwat vrouwelijk en ook kinderlijk persoon. Hij wordt uiteindelijk heelmeester op Japan.


*Everhard Badings, de andere heelmeester. Hij houdt van Japan als zijnde zijn vaderland. En nog meer van de beide boeken die hij wil schrijven. Dit laatste wil hij zo graag afmaken dat hij er zelfs een moord voor overheeft. Hij wordt later een Boeddhistische monnik, om alsnog zijn boek te voltooien.


*Kikoeko, kamenierster in de eerste pleisterplaats. Zij is blind aan beide ogen en heeft daardoor een sleutelfunctie in dit verhaal. Zij is dan namelijk de kroongetuige in de moord op Simon Slingeland, zo uitgedokterd door heelmeester Badings. Over haar karakter is niets bekend.





5. Synopsis


Rechter Ooka gaat naar Decima op bezoek bij de Factorij der Hollanders om hun te begeleiden naar Edo. Hij ontmoet eerst Simon, de kapitein, die hem vertelt over een probleem. Er zijn namelijk twee heelmeesters, waarvan één op Japan moet worden aangesteld en Simon weet niet wie hij ervoor moet aanduiden. Daarna spreekt Ooka met de jonge heelmeester Jan Oranje, die hem vertelt dat hij een document in zijn bezit had betreffende zijn aanstelling in Japan, maar dat deze ontstolen is in opdracht van heelmeester Badings. Met deze heelmeester spreekt Ooka vervolgens. Badings vertelt hetzelfde verhaal aan Ooka maar toch precies het tegenovergestelde. Aan het avondeten vertelt Ooka het verhaal van de blinde getuige. Tijdens dat verhaal ontdekken Oranje en Badings beide de volmaakte misdaad. Rechter Ooka ziet het ook en verwacht dat deze gepleegd zal worden in de eerste pleisterplaats, omdat daar een blinde kamenierster werkt, kikoeko genoemd. Toch weet Ooka niet te voorkomen dat Badings Simon vermoord en dankzij Kikoeko de schuld op Oranje schuift. Ooka doorziet Badings en weet hem alsnog te overbluffen. Badings ontloopt zijn straf en wordt een Boeddhistische monnik. Oranje wordt heelmeester

















Persoonlijke leeservaring





De stelling die me geraakt heeft is ook tevens het centrale thema van dit boek, namelijk: ‘Hoe iemand uit machteloosheid tot krankzinnigheid gedreven wordt en de volmaakte misdaad begaat.’





Ik ben het zeker eens met deze stelling, want ik denk dat het zeer onaangenaam is om echt compleet machteloos te zijn. En wanneer je echt niets te zeggen hebt kan ik er wel in komen dat je een wanhoopsdaad pleegt. Deze wanhoopsdaad kan zich dan uiten in zelfmoord, wat misschien de meest voor de hand liggende uitweg is, maar het kan ook zoals bijvoorbeeld in het boek eindigen in krankzinnigheid. En dat leidt dan weer tot een andere wanhoopsdaad, namelijk moord, wat in zulke gevallen wel meer gebeurd. Het wegruimen van de rivaal zodat je zelf toch iets te zeggen krijgt. Zoals al zo dikwijls is weergegeven is maffia films, wat een genre is dat ik zeker graag bekijk. Ook al de mysteries rond moorden en andere gepleegde feiten houden mij zeer zeker bezig. Vandaar ook dat ik voor dit boek heb gekozen.





Ik ben ook gefascineerd door het concept van een perfecte moord, want bestaat deze wel? In films en series worden er aanvankelijk veel moorden als onoplosbaar en dus perfect voorgesteld, maar later worden deze meestal toch opgelost. Men laat toch altijd wel sporen na, denk ik. Maar eigenlijk is het toch beangstigend dat het soms wel lukt, zonder dat er iemand ooit ontdekt dat jij het was die iemand om het hoekje bracht. Wat dan zouden er personen op de wereld rondlopen die zonder ervoor veroordeeld te worden, toch mij zouden kunnen vermoorden, er is dus ook niets dat hen zal tegen houden. Niet dat ik me daardoor onveilig voel op straat, maar als je erbij nadenkt, is het toch mogelijk. Neem nu bijvoorbeeld de moord op president John F. Kennedy, nog steeds weet niemand wie nu de echte moordenaar was, want de enige die misschien het antwoord wist hebben ze ook maar onder de zoden gestopt. Dus als je even verder denkt is dit toch beangstigend, vind ik.





Nu rest de vraag nog of ik het zelf zou doen wanneer ik zeker was dat ik een perfecte moord zou kunnen plegen. Wel, ik denk het niet, want ten eerste ben je nooit helemaal zeker dat je nooit veroordeeld zal worden. Het risico is te groot dat je toch een foutje maakt op een cruciaal moment of dat er toevallig iemand passeert wanneer je de misdaad aan het plegen bent. Ten tweede zou ik niet kunnen leven met het feit dat ik een moord op mijn geweten heb. Het is misschien wel verleidelijk op een langdurig conflict op die manier op te lossen, maar ik denk dat men het steeds kan oplossen op een menswaardige manier. Ook al kan ik hier niet echt uit ervaring spreken. Ik denk wel dat ik in bepaalde situaties meer geneigd zou zijn om het wel te doen, zoals grote concurrent (die net iets beter is) of iemand die je echt niet kan uitstaan. Maar ik denk toch dat ik steeds zal blijven proberen om het op een andere manier op te lossen.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen