Boekverslag : Tom Lanoye - Het Goddelijke Monster
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1210 woorden.

Tom Lanoye werd geboren in 1958 te Sint- Niklaas. Na zijn middelbaar onderwijs studeert hij Germaanse filologie en sociologie aan de universiteit van Gent. In die periode begon hij ook zijn carrière als schrijver en performer. Samen met een studiegenoot trad hij op in verschillende Gentse cafés.

Zijn eerste echte doorbraak kwam er in 1985 met Een slagerszoon met een brilletje, een autobiografische verhalenbundel. Zijn eerste roman, Alles moet weg, kwam uit in 1988 en werd later ook verfilmd met Stany Crets en Peter van den Begin in de hoofdrol en in een regie van Jan Verheyen. Maar misschien kan Kartonnen dozen uit 1991 wel als zijn meest bekende boek bezien worden. Hij beschrijft er zijn liefde voor een jongen tijdens zijn jeugd en hoe die liefde evolueert door de jaren heen. In 1994 verschijnt er weer een verhalenbundel van zijn hand, nl. Spek en bonen. Maar misschien heeft zijn romantrilogie wel voor de meeste opschudding gezorgd. Het eerste deel Het goddelijke monster kwam uit in 1997, gevolgd door Zwarte tranen in 1999 en momenteel werkt hij aan Boze tongen, het derde en laatste deel van deze trilogie. Eigenlijk kan deze trilogie beschouwd worden als een weergave van het beeld dat Lanoye heeft over België en dat is niet echt positief.

Verder schrijft hij ook nog columns, poëzie en toneel, bv. Jules en Alice of herschrijft hij toneel, bv. Ten oorlog, een toneelstuk naar The war of the Roses van Shakespeare (1997).



‘Het goddelijke monster’ vertelt het verhaal van de beeldschone Katrien Deschryver die ongeluk lijkt aan te trekken: zo sterft een kind waar zij moest op passen en wordt door haar toedoen een oom geëlektrocuteerd. En alsof dat nog niet genoeg is, schiet ze haar man ook nog eens neer in Zuid- Frankrijk tijdens een zwijnenjacht, omdat hij net iets te goed een zwijn nadeed. Ze heeft een zoon, die niet uit haar huwelijk komt, maar wel van een buitenechtelijk avontuurtje, wat ook duidelijk is aangezien het jongetje ros is, en zij en haar man dus niet. Maar haar man had ook een affaire met Katrien haar zus, Gudrun. Vlak voor het tragische ongeluk in Zuid-Frankrijk komt haar vader te weten dat hij kanker heeft en niet meer lang zal leven, maar hij besluit dit aan niemand te vertellen.

Katrien was altijd de lieveling van de familie. Ze werd door iedereen in huis op handen gedragen en dit was niet altijd naar de zin van haar zus Gudrun en haar twee broers Bruno en Steven. Bruno is een beetje het ‘enfant terrible’ van de familie omdat hij homoseksueel is en niet echt luistert naar wat anderen te zeggen hebben. Hij is dan ook onterfd en hoort niet meer thuis in hun familie. En Steven die meer in New York verblijft dan elders, getrouwd is met iemand enkel om allebei er profijt uit te halen. Ze zien hun huwelijk dan ook als een ‘deal’. Hij is ook verslaafd aan drugs en snuift dus wanneer hij de kans ziet. Hij heeft een slecht contact met zijn broer en het is dan ook uiterst gênant als blijkt dat ze elkaar in een sauna voor homo’s hebben tegengekomen. Hun moeder, Elvire, is verslaafd aan pillen en vult haar dagen met het kijken naar soaps. Maar de ergste figuur van de familie is nonkel Leo. Hij is directeur van een heel grote tapis-plain handel en is niet vies van frauderen en andere vuile spelletjes en daarenboven is hij een ongemanierde boer, die daar totaal niet mee inzit. Katrien haar man werkte nog voor hem en hielp mee bij het frauderen, maar hij had wel notitieboekjes erover aangelegd, waar alles in een soort codetaal instond.

De onderzoeksrechter die de moord op Katriens man onderzoekt, Dedecker, kon deze boekjes bemachtigen en probeert alles uit Katrien te krijgen over hun bestaan. Maar Katrien zwijgt als een graf, waar Dedecker absoluut niet tegen kan. Zelfs als hij haar schouder uit de kom haalt, zwijgt ze nog steeds. Ondertussen zit haar vader overal in Luxemburg en Zwitserland rond te rijden om het zwart geld van de familie op te halen zodat hen geen schuld treft als de notitieboekjes gecodeerd zouden worden. Maar hij voelt er zich doodongelukkig bij. Hij wil gewoon bij zijn dochter zijn, die hem nodig heeft.

Als Dirk, haar man, gecremeerd wordt en de koffietafel plaatsvindt, kan Katrien zich niet meer houden, ze ontploft als het ware. Ze roept uit dat ze Dirk vermoord heeft en ze er nog plezier aan beleefde ook. Ze zou het zo weer doen als ze de kans had. Een van haar tantes probeert haar te kalmeren, maar Katrien vliegt zo tegen haar uit, dat ze een hartaanval krijgt en... sterft. Het eerste deel eindigt zo dat Dirk en die tante, allebei dood, elkaar vinden en een relatie beginnen.



Ieder beest bidt op zijn manier, is het motto van het boek. Ik denk dat Lanoye daarmee wil aantonen dat elke persoon zich een weg probeert te banen door het leven of dat nu goed of minder goed gaat. Maar dat het vooral in België minder goed gaat. Het hele boek voelt aan als een afkeer tegenover ons systeem en de mensen in dat systeem. Alles wat kan shockeren, komt er ook in voor: onechtelijke kinderen (blz.56), fraude (blz. 197 tot 199 gaan over de notitieboekjes), homosauna’s (vanaf blz. 139 tot 146 speelt de ontmoeting met zijn eigen broer in de sauna af), moord, zwart geld ( blz. 153 tot 161 over de rekeningen in Luxemburg en Zwitserland), verstandshuwelijken (blz. 226 tot 233 geven het huwelijk tussen Steven en Alessandra weer), affaires, ...

Misschien dat dat ook wel een grote troef is van het boek, omdat je zo meegesleept wordt door de problematiek van hen. Je denkt van: nee, het kan niet erger en dan komt er toch een nieuw feit bij dat de andere problemen overtreft. Lanoye steekt alles in het boek waardoor men ook maar een beetje geshockeerd kan zijn. En toch blijft het realistisch. Misschien komt dit door zijn schrijfstijl of gewoon door het verhaal zelf, maar ik vind het toch wel een prestatie als je je lezer kunt blijven boeien en met nieuwe maar toch nog interessante informatie kan afkomen. En zonder zijn eigen persoonlijke mening te geven, kan je goed opmaken hoe Lanoye denkt over dit alles. Hij bekritiseert alles wat hij schrijft en terecht.

Ook de stukken waarin de doden spreken (laatste blz. gesprek tussen Dirk en tante Marja) zijn goed geschreven en fijn gevonden. Heel origineel om dat te gebruiken, want het geeft toch een luchtige sfeer aan de zware brok die je te verwerken krijgt. Lanoye heeft een grote verbeelding die hij heel goed op papier kan neerpennen.

Hoewel het middenstuk minder vlot leest, en soms langdradig lijkt, leest het boek goed. Vooral het laatste stuk is fijn geschreven en leest als een trein. Voor je het weet, lees je EINDE DEEL 1 en zit je met een open einde dat heel mooi ‘afgesloten’ wordt door het grappige stukje van Dirk en tante Marja hun prille relatie.

Ook dat ieder personage zijn eigen stijl en taal heeft, vergemakkelijkt het lezen. Steven bv. praat altijd in een taal die doorspekt is van Engelse woorden en tante Marja praat altijd op een gemoedelijke manier.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen