Boekverslag : Jan Terlouw - Oorlogswinter
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 892 woorden.

A. Zakelijke gegevens



1. Het boek heet Oorlogswinter.

2. De schrijver van het boek heet Jan Terlouw.



B. Inhoud



1. Het boek een oorlogsboek.

2. De hoofdpersoon is Michiel van Beusekom. Michiel is 15 jaar. Het is een jongen die erg stil is maar heel erg behulpzaam. Na de dood van zijn vader verandert hij in een volwassen man en neemt zelf beslissingen. Hij is bang om dingen tegen andere te vertellen die het dan misschien verraden.

3. Het probleem van Michiel is dat hij een Engelse piloot verzorgt. Hij is bang dat hij daarvoor wordt opgepakt.

4. Dirk Knopper: hij is de buurjongen van Michiel. Hij heeft een overval op ene contributiekantoor gepleegd en een Engelse piloot in het bos verstopt.

Jack: Hij is een Engelse piloot. Dirk heeft hem een schuilplaats gegeven en hem verzorgt. Michiel heeft Jack later verzorgd.

Oom Ben: hij komt vaak bij de familie Beusekom op bezoek. Michiel dacht hem te vertrouwen maar hij pakt oom Ben samen met Jack op het laatste moment. Oom Ben is een verader

Mevrouw van Beusekom: ze is de moeder van Michiel. Als haar man wordt doodgeschoten ziet ze het niet meer zitten. Ze geeft Michiel toestemming om zich te verzetten tegen de Duitsers.

Meneer van Beusekom: hij is de vader van Michiel. Hij is burgemeester van de Vlank. Later wordt hij doodgeschoten door de Duitsers.

Erica van Beusekom: zij is de zus van Michiel. Ze verzorgt de wonden van Jack en wordt verliefd op Jack.

Jochem van Beusekom: hij is het broertje van Michiel. Hij klimt een keer op het dak van een huis en wordt gered door een aardige Duitser

Schafter: Schafter wordt gezien als N.S.B.er. Dat komt door zijn gedrag. Later blijkt dat hij 2 joden heeft laten onderduiken in zijn huis.

Meester Postma: hij is de meester van Michiel. Michiel komt hem soms tegen in de oorlog. Meester Postma is de leider van de ondergrondse.

5. Het speelt zich af bij het plaatsje de Vlank en bij de rivier de IJssel.

Op blz. 57 staat: Om tien uur, die ochtend, raasde een overvalwagen door de Vlank.

Op blz. 89 staat: Om precies halftwee was Michiel bij de wagenschuur van het witte huis aan de IJssel.

6. Het verhaal speelt zich af in de winter van 1944/1945.

De titel van het boek is: Oorlogswinter.

Op blz. 104 staat: De kortste dag kwam, 21 december. Kerstmis 1944.

7. Ik heb veel geleerd van dit boek, want ik weet nu veel meer over de oorlog dan eerst.

8. Dirk heeft de Engelse piloot Jack in het bos verstopt, in een ondergrondse schuilplaats die Dirk zelf gemaakt had. Jack was neergestort met zijn vliegtuig en Dirk had hem gevonden.



Dirk wordt opgepakt nadat hij een contributiekantoor heeft overvallen. Michiel brengt eten naar Jack en Erica verzorgt de wonden van Jack en ze wordt verliefd op Jack.





Michiel zijn vader wordt doodgeschoten door de Duitsers. Dirk is ontsnapt en schuilt nu bij Jack in het hol.



Michiel denkt oom Ben te kunnen vertrouwen, maar dat is niet zo. Oom Ben probeert Jack aan de Duitsers over te leveren, maar Michiel komt er nog net op tijd achter dat zijn oom een verader is.



C. Mening



1. Ik vond het boek spannend, omdat er spannende dingen in voorkomen. Het boek zet mij ook aan het denken, omdat ik nu nog beter weet hoe erg oorlog kan zijn.

2. Alles was op de bon, zoals dat heette. ’Ik snap het,’ zei Michiel. ’Goed,’ zei Dirk. ’We overvallen het distributiekantoor, nemen alle bonnen mee, en verdelen die onder de mensen die onderduikers in huis hebben. ’Hoe kom je in de brandkast?’ ’Ik neem aan dat meneer Van Willigenburg die keurig voor me openmaakt.’ ’Wie is meneer Van Willigenburg?’ ’De directeur. Die man is van het goeie soort. Ik weet dat hij vanavond overwerkt. Wij gaan erheen en dwingen hem de brandkast te openen en ons de nieuwe bonkaarten te overhandigen. Ik reken erop dat hij niet erg zal tegenspartelen.’

’Wie zijn we?’ ’Dat gaat je niet aan.’ Michiel grijnsde. Dirk zou daar zijn en namen gaan noemen. ’Waarom vertel je me dit allemaal?’ ’Luister, Michiel. Ik heb hier een brief. Als er iets mis mocht gaan, moet jij die brief aan Bertus van Gelder geven. Wil je dat doen?’ ’Aan Bertus Hardhorend? Zit die ook in het verzet?’ ’Je moet niet zoveel vragen. Jij geeft die brief aan Bertus. Dat is alles. Oké?’ ’Natuurlijk. Je denkt toch niet dat er iets misgaat?’ ’Nee, dat denk ik niet. Maar je kunt nooit weten. Heb je een plek om de brief te verbergen?’ ’Jawel. Geef maar hier.’ Dirk haalde een envelop van onder zijn trui te voorschijn. ’Waar verstop je hem?’ ’Dat gaat jou niet aan.’ Dirk grijnsde op zijn beurt. ’Morgen kom ik hem terughalen,’zei hij. ’Oké. Laat je niet pakken, Dirk.’ ’Nee, hoor. Zorg goed voor de brief. Ajuus.’



D. Over de schrijver



1. Jan Terlouw is geboren in Kamperveen, op 15 november 1931. Doordat zijn vader dominee was verhuisde ze veel. Hij woonde in Garderen, Wezep en Otterlo. In Wezep maakte hij de laatste oorlogsjaren mee. Sommige ervaringen zijn in zijn boek ‘Oorlogswinter’ terug te vinden. Zijn boeken zijn in meer dan 12 andere landen vertaald.

2. Een aantal andere boeken van Jan Terlouw zijn: Briefgeheim, De Kloof, De Kunstrijder, Eigen rechter.











Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen