Boekverslag : Louis Couperus - Psyche
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1696 woorden.

Kern



Als eerste zal ik een korte biografie van de schrijver geven. Louis Marie Anne Couperus werd geboren in 1863 in Den haag en hij groeide daar ook op. In 1872 ging hij met zijn familie naar Nederlands Indië en in 1892 begon hij zelf met reizen. Hij was o.a. in Italië, Nederlands Indië, Florence, Rome, Nice, Sicilië, Algiers, Verre Oosten en Japan geweest. Ik noem dit om duidelijk te maken dat hij heel veel gereisd had voor zijn tijd, en daardoor veel levenservaring had opgedaan. In 1898 heeft Louis Couperus Psyche geschreven. Er wordt van Louis Couperus gezegd dat hij homofiel was. Homo’s hebben vaak meer gevoel voor sferen. En hij had dat ook. ‘Eline Vere’ heeft hij ook geschreven en dat was een boek waar heel veel over gevoelens wordt gesproken. Hij was een beetje melancholiek. Dat is zwaarmoedig, droefgeestig. Ook hemelde hij het jong zijn op. Ik heb een aantal stukken over Louis Couperus gelezen, en eigenlijk lijkt het mij een verdrietig mannentje. Alleen dit al: het was familie traditie om een functie te krijgen bij het binnenlandse bestuur in Indië maar dat lag hem totaal niet. In 1923 stierf Louis Couperus.



Nu zal ik kort iets over de inhoud vertellen. Het Rijk van het Verleden bestaat uit een ontzettend groot kasteel met driehonderd torens bovenop een berg. Het rijk is ontzettend groot en wordt geregeerd door de honderdjarige vader van Psyche. Psyche is de jongste van drie prinsessen. De oudste is Emeralda, zij heeft ogen van Smaragd en een hart van Robijn. Ze is ontzettend mooi. De tweede is Astra, zij rekent en kijkt de hele dag door haar telescoop en is ontzettend slim. Bovendien heeft ze een levende ster boven haar hoofd. En Psyche, zij heeft het voorrecht altijd naakt te mogen zijn en ze heeft twee vleugeltjes (wieken) op haar rug, maar hiermee kan ze niet vliegen. Ze houdt ervan om weg te turen, tussen de kantelen (dat is getand muurwerk aan de bovenkant van muren) door, naar de lucht of de horizon. Ze droomt ervan weg te vliegen. Op een dag ziet Psyche een wolk in de vorm van een paard, ze roept hem naar beneden en hij, Chimera, neemt haar op de rug en ze vliegen een stukje. Dan krijgt het kasteel op een zekere dag bezoek van Eros. Hij stamt van de god Eros af en de koning en zijn dochters van de godin Psyche. Eros is koning van het Heden. Hij wil graag één van de drie prinsessen trouwen, maar Emeralda en Astra stellen allebei een onmogelijke voorwaarde. Emeralda verlangt het Juweel der Mysterie en Astra verlangt een telescoop die rijkt tot het einde van het heelal. Psyche die veel jonger is dan haar beide zussen weet in haar verlegenheid niks te zeggen. Na wat ‘oefenvluchten’ neemt Chimera Psyche een keer mee naar zijn rijk, hoewel ze haar vader beloofd had nooit de grenzen van zijn rijk te overschrijden. Als ze terugkomen is de oude koning dood. Emeralda wordt koningin. Als Psyche afscheidt neemt van het lijk ziet ze de heilige Spin die tegen haar zegt (ik citeer): ‘Alles is als het is, alles wordt, geschiedt als het geschiedt, alles vergaat tot stof ’. De volgende keer neemt de Chimera haar mee op een verre reis, hij laat haar achter in een woestijn. Eros vindt haar daar omdat hij een beek van tranen van haar heeft gevolgd. Niet kort daarna treden ze in het huwelijk. Het rijk van Eros is niet zo groot (lang niet zo groot als het rijk van het Verleden), het bestaat uit een grote tuin met daarin een soort tempel als paleis. Eros slaapt in het paleis en Psyche in de tuin. Maar ‘s nachts hoort ze muziek en gezang, ze gaat op onderzoek uit en het blijkt van de Sater te komen. De Sater is een verwilderd bosmens met een staart. Eros waarschuwt haar hier een paar keer voor, maar tevergeefs. Op een dag laat ze zich, ondanks tegenstrijdige gevoelens) verleiden en gaat mee het bos in. Prins Bacchus is hier de machthebber, zijn rijk bestaat uit dansen, wijn en nog meer feesten. Na één nacht heeft Psyche spijt van dit avontuur en keert terug. Maar het is al te laat: Toen Psyche het Heden verliet heeft zij dit én haar tegenstrijdige gevoelens verteld aan een wit viooltje. Eros vernam dit van het viooltje en stierf van verdriet, net als de rest van de tuin en zijn rijk. De spinnen van Emeralda maakten een web over het rijk en alles verging tot stof. Het hart van Psyche brandde. Als ze dit gezien heeft ontmoet ze opnieuw de Sater die haar zover krijgt dat hij haar vleugeltjes mag afknippen. Psyche blijft enkele jaren in het bos, maar dan krijgt zij berouw en gaat terug naar het kasteel met de driehonderd torens. Ze huilt edelstenen (geen tranen meer). Ze biedt Emeralda deze edelstenen aan en vraagt om de boete die zij moet doen voor haar vergeving. Emeralda is veranderd in één en al edelsteen, zij herkent Psyche eerst niet, maar neemt de edelstenen gretig aan. Zij wil Psyche vergeving schenken indien zij Emeralda het ‘Juweel der Mysterie, Steen der Wijzen’ brengt. Voordat Psyche weggaat brengt ze een bezoek aan haar zuster Astra. Zij is blind geworden, haar ster is bijna uitgedoofd, maar zij weet inmiddels dat het heelal oneindig is en de toekomst onberekenbaar. Dan gaat ze op weg, de Chimera wenst haar succes in de onderwereld. Ze vraagt aan diverse ongure figuren, en alle dingen om haar heen, waar ze het ‘Juweel voor Emeralda’ kan vinden, steeds krijgt zij hetzelfde antwoord: ‘ijdelheid’. Dan gaat Psyche naar de hoofdstad waar het feest is in verband met de naderende komst van de koningin. Emeralda nadert Psyche in haar koets voortgetrokken door tientallen paarden over een pad van lichamen en vraagt haar naar het Juweel. Psyche antwoordt haar dat het Juweel niet bestaat, het is enkel ijdelheid van haar. Dat stukje wil ik even voorlezen:



“Emeralda, voor u heb ik de hel doorkruist langs de zwarte zeeën, oceanen van pik, langs de gruwelbalgen van vlamorkanen, langs de kraters en krochten scharlaken en geel, langs de vuren azuur en door de blanke leliënglansen heen… Hoor mij goed: de Hel antwoordde: ijdelheid; als ik vroeg het Juweel; de vlammen brulden: ijdelheid; de schimmen galmden: ijdelheid; en heel de klaagviool trilde: IJDELHEID! Begrijpt ge mij, Emeralda? Ijdelheid was uw wensen, want het mystiek Juweel, Alschenker van goddelijke Almacht is: ijdelheid, en… bestaat niet.”



Daarop overrijdt Emeralda Psyche, en Psyche sterft. Psyche vliegt op Chimera weg. En ze heeft nieuwe vleugels, wieken waarmee ze kan vliegen. Ze vliegt naar het Rijk van de Toekomst, naar haar geliefde Eros.



Dit was het verhaal. De hoofdpersoon is Psyche. Zij is de jongste dochter van de koning van het Rijk van het Verleden. Zij weet niet goed om te gaan met haar tegenstrijdige gevoelens. Ze is verlegen. Ze is erg onzeker. Als Psyche gestorven is en op de rug van Chimera zit zegt ze dit tegen Chimera:



“Ik ben wel heel zondig geweest! Maar ik was, die ik zijn moest! Is het goed te zijn, die je zijn moest? Ik weet niet, Chimera, ik heb aan geen goed en geen slecht gedacht: ik was maar, die ik was.”



Het genre is een symbolisch kunst sprookje. Als mensen een sprookje lezen dan is de hoofdpersoon meestal de liefste, zachtste persoon. Vaak zouden vrouwen die persoon willen zijn. Denk maar aan Sneeuwwitje, Assepoester… In dit boek is Psyche het verlegen, lieve meisje. Maar dit is niet zomaar een sprookje, het gaat veel dieper. Ik vind het veel mooier en niet zo simpel als de bekende sprookjes. Eigenlijk moeten jullie het gewoon allemaal lezen om te begrijpen wat ik bedoel. Veel vrouwen zijn gecharmeerd van de boeken van Louis Couperus las ik ergens, en ik kan me goed voorstellen dat dit boek één van die boeken is.



Ik zal nu wat over het thema vertellen. Het thema is wat de heilige Spin tegen Psyche zegt als Psyche afscheidt neemt van het lijk van haar vader: “Alles is als het is, alles wordt, geschiedt als het geschiedt, alles vergaat tot stof”. We hebben voor tentamen 1a van Nederlands geleerd dat Louis Couperus een naturalist was. Dit thema past wel bij het naturalisme. De Noodlotsgedachte. Niets kun je zelf bepalen. Alles geschiedt als het geschiedt. De mens wordt bepaalt door erfelijkheid en milieu. Psyche zei het zelf: “Ik was die ik zijn moest”.



Slot



Ik heb een aantal redenen waarom ik zo meeleefde in het verhaal. Waarom ik de sfeer zo goed voelde. Allereerst door het ouderwets taalgebruik. Dat past perfect bij het verhaal. Ook de ruimte versterkt de sfeer. Bijvoorbeeld: de mooie tuin is in de woestijn, je kan er nauwelijks uitkomen, het kasteel is zo hoog dat het in de wolken ligt en de duistere wereld van de saters en de andere ongure beesten is in het bos (niet voor het blote oog zichtbaar). Ook alle onmogelijke dingen versterken de sfeer. Dingen en dieren kunnen spreken en je kunt vliegen op een wolk. Het ‘Juweel der Mystery’ was ook zo’n vaag iets, en dat vond ik ook precies passen in het verhaal. Vooral ook omdat later iets meer duidelijk wordt wat het is, al blijft het vaag. Kritiek op Psyche is dat Louis Couperus het té mooi wil zeggen, er is sprake van woordkunst. Ik ben het daar niet mee-eens. Want ik vond dat hij het allemaal goed heeft beschreven. Niet té mooi.



De omslag ontworpen door Jan Toorop. Dat is een kunstenaar die heel fabelachtig tekent. De omslag van dit boek is ook zo fabelachtig. Je ziet Psyche op de wolk Chimera, de wolk in de vorm van een paard. Psyche, bloot met…



“…aan haar schoudertjes teer, twee wiekjes als van een heel grote kapel, doorschijnend vlies, karmozijn bestuifd en zachtgeel, azuurtjes en rozig geaderd, waar ze vasthechtten aan haar rug, en op ieder wiekje gloeiden twee ogen, zoals op de staart van een pauw, maar fijner van kleur, en schitterend als gestampte juweel: gestampte saffier en smaragd op juweel, en het fluwelen oog viermalen gezet in het schitterstof van de wiekjes.”
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen