Boekverslag : Hugo Claus - De Geruchten
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1840 woorden.

Hugo Claus is de enige Vlaamse genomineerde voor de Gouden Uil in de categorie "volwassenenliteratuur" die op 15 maart uitgereikt wordt. Dat zegt meer over de jury dan over de Vlaamse letteren, want het wijst er alleen maar op dat deze "rechters van het geschreven woord" zich weer eens hebben laten manipuleren door publiciteit, (te snel gepubliceerde) recensies en de hitgevoeligheid van een naam als Hugo Claus. Want eigenlijk is "De geruchten" helemaal geen roman, maar een vervelende taalpuzzel. Je mag al blij zijn als je tot op de laatste bladzijde geraakt...
Ze hebben er weer eens een potje van gemaakt, de recensenten! In De Morgen van 14 oktober werd de vorm van "De geruchten" vergeleken met die van "De Metsiers", Claus' debuutroman waarin ieder hoofdstuk verteld wordt door telkens een ander personage. Een procédé dat ook al werd toegepast door William Faulkner in "The Sound and the Fury", aldus De Morgen, maar eigenlijk bedoelden ze "As I Lay Dying". Het was een vergelijking die maar half opging, want Claus gaat veel slordiger tewerk, of moeten we zeggen : ingewikkelder? Hij laat z'n personages eerst vertellen in de derde persoon, maar schakelt af en toe over naar de eerste, soms tussen aanhalingstekens, soms niet, en doet dan weer verder in de derde. Hij springt van de hak op de tak, keert soms jaren terug in de tijd en heeft het zelfs over de tijd die nog komen moet.
Sommigen zien in het verhaal van René Cattrijse een thriller. De jongen deserteert uit het Belgische Leger dat in Afrika bezig is "orde op zaken te stellen" en gaat zich thuis bij zijn ouders verbergen. Hij lijdt aan een ongeneeslijke ziekte. Vanaf die dag gebeurt er van alles in Alegem, het ene sterfgeval na het andere. Toeval? Of is René de oorzaak van dat alles? In de zoektocht naar de verklaring voor deze onverklaarbare overlijdens zien sommigen een thriller.
Een thriller? Ho,.... Maar dan wel een heel trage thriller. Claus lepelt er de nodige informatie met mondjesmaat in, maakt grote omwegen opdat de lezer niet zou (kunnen) doordenken, laat geregeld nieuwe personages in zijn verhaal opduiken en hanteert een soort boemeltrein-Vlaams dat hort en stoot en veel te vaak moeilijk leesbaar is. De roman staat vol taalfouten die wel enigszins functioneel zijn in de volkse dialogen, maar die in het proza zelf erg storend werken. Voeg daarbij de mengeling van oude en nieuwe spelling en je kan alleen maar concluderen dat "De geruchten" een slordig ineengeflanste roman is, goed voor puzzelaars en voor blinde fans van de Meester.
Zoals Jos Borré, bijvoorbeeld, recensent van De Morgen. "Het raadselen kan weer beginnen", zo begint hij zijn recensie in De Morgen van 18 oktober. "Elke roman van Claus is een speelse maar tegelijk serieuze uitdaging aan de eruditie van de lezer." Met andere woorden : wie deze Claus niet goed vindt is dom.
Maar wie is er dom? Degene die zich niet laat vangen door Claus' geforceerde knipoogjes naar elementen uit de oude cultuur? Of degene die zich er kritiekloos bij neerlegt omdat de schrijver toevallig Hugo Claus heet? Al die verwijzingen naar de Bijbel en de Griekse mythologie, die symboliserende namen, die flarden behang uit de wereldcultuur, zouden Claus' boeken een meerwaarde geven, maar eigenlijk worden die elementen zo doorzichtig-artificieel aangebracht dat ze ofwel de vlotheid van het lezen verhinderen ofwel lachwekkend-infantiel overkomen. Dan lees je in recensies dat het dorpje wel niet toevallig Alegem heet en dat de kroegen niet toevallig namen als "De Doofpot" of "Hoogentroost" meekregen... Een van de dominante personages in "De geruchten" wordt Hem genoemd, Hem, met een hoofdletter, verwijzend dus naar een soort godsfiguur. En diens zoon, René Catrijse, boort met een schroevendraaier gaten in zijn handpalmen. En toen hij klein was mocht René de god Apollo spelen in de dorpsschool...
Als literatuur de chaos moet ordenen, dan is dit zelfs geen literatuur. Er mag natuurlijk wel geëxperimenteerd worden met taal, maar wat we in "De geruchten" te lezen krijgen, heeft meer weg van een kladwerkje dan van een experiment. Waarom schrijven de recensenten dat dan niet? Mogelijks omdat ze mijn mening niet delen. Maar ik denk dat het dieper zit.
Hugo Claus heeft er namelijk een handje van weg om de recensenten van zijn boeken en toneelstukken te minachten, te bekladden en te ridiculiseren. Meestal gaat dat gepaard met een grenzeloze eigendunk, zoals die keer toen hij de kritiek van Edward van Heer (Knack) op "Onder de torens" vergeleek met een dwerg die tegen het Parthenon piste. Dat van die dwerg, daar kunnen we nog inkomen, maar met het Parthenon bedoelde hij Zichzelf.
Hoe dan ook, zijn arrogantie werpt vruchten af. Weinigen durven het nog aan Claus te bekritiseren, want de man zou wel eens een interview kunnen weigeren of de competentie van de recensent openlijk aan flarden rijgen. En daar hebben de critici schrik van, want Claus blijft een Monument. Zij het een hol monument, zoals ze dat in Watou goed gezien hebben.
Daarom ook zal dit artikel wellicht nooit gepubliceerd worden, en zeker niet in de zogenaamd serieuze bladen, want Claus bekritiseren is ofwel de eruditie verloochenen ofwel gewoon taboe. Waarom zou een schrijver die in interviews steeds blijk geeft van charlatanerie in zijn werk géén charlatan zijn? Ondergetekende geeft toe dat hij een dwerg is. Als Claus nu ook eens zou toegeven dat hij het Parthenon niet is...
Ik ga hier niet beweren dat Claus een Grote Nul is, maar ben er haast zeker van dat veel van zijn boeken nooit een recensie zouden halen als zijn naam niet op de cover stond, dat zijn toneelstukken nooit zouden gespeeld worden als ze niet van zijn hand waren.
Ik heb er zelfs niets op tegen dat men "De geruchten" een goed boek vindt, maar dat men dan tenminste dezelfde normen hanteert voor Claus als voor debutanten. Waarom verwijt Jos Borré van De Morgen het slordige taalgebruik van Marc Didden en niet dat van Claus? Didden schrijft zinnen als TGV's, Claus behelpt zich met boemeltreinen - maar waarom worden boemeltreinen meer au serieux genomen dan TGV's? Omwille van de folklore? Waarom mag Claus rijkelijk putten uit het Vlaamse volkstaaltje vol krompraat en wordt Didden op de vingers getikt als hij voor de grap Engels slang-met-haar-op gebruikt? Waarom mag Claus zo slordig omspringen met zowel de Nederlandse taal als met feiten uit het verleden en anderen niet?
"De geruchten" speelt zich af in de jaren zestig, zoveel is duidelijk. Maar wie er een jaar op wil plakken, kan dat niet. Ja, de Vespa's en de Solexen, de Koloniale Loterij, de mini-jurken van Mary Quant en de bioscopen die Nova heetten, dat zijn allemaal elementen die naar de jaren zestig verwijzen. Johnson en De Gaulle, Spaak op Buitenlandse Zaken, tot daar klopt het allemaal. Als de troepen in Kibombo "Satisfaction" van The Rolling Stones zingen, dan weten we dat het gedeelte Kongo na 1965 moet afspelen. Maar als Charlie "Margrietje" van Louis Neefs zingt, zijn we al een eind in de jaren zestig. Of Charlie is zélf de tekstschrijver (de muziek is een traditional).
Het verhaal speelt zich af in het dorpje Alegem, ergens in de buurt van Waregem. Maar zelfs dàt kan niet, want als ze naar de televisie kijken, kunnen ze "het best Brussel-Frans krijgen en dan Holland", waar men in het zuiden van West-Vlaanderen zeker geen Nederlandse zenders kon ontvangen in de jaren zestig, wel Rijsel. En het taaltje dat Claus hanteert, is zeker niet dat van de streek rond Waregem, veeleer het soort Vlaams dat men in soaps aantreft. Waar haalt hij het vandaan dat men in het zuiden van West-Vlaanderen nooit adjectieven verbuigt als ze bij het-substantieven staan?
Dat Claus die volkse taal sappig vindt, tot daar aan toe. Veel van zijn lezers zijn blijkbaar dezelfde mening toegedaan. Dat volkse lieden niet altijd even secuur omspringen met de Nederlandse grammatica, daar kunnen we inkomen. Maar waarom moet die kromtaal doorgedreven worden tot in de spelling? Blijkbaar weet Claus na al die jaren nog steeds niet dat je de ge-vorm niet op dezelfde manier vervoegt als de je-vorm. Hij schrijft : "Dat had ge niet in het leger, hè, verse peulen?" (blz 21), "Maar ge had die jongen beter in de gaten moeten houden." (blz. 104). Het moet zijn Dat hadt ge en ge hadt. Wie daaraan mocht twijfelen moet maar eens de Algemene Nederlandse Spraakkunst raadplegen, blz. 442. Allemaal goed en wel, de Vlaamse ge-vorm gebruiken, maar doe het dan goed! "Ge kwam nochtans goed overeen" lezen we op blz. 19. De ge-vorm van het werkwoord komen is kwaamt (ANS blz. 432). Nu kan de gebrekkige zinsbouw refereren naar dat volkse, maar schrijftaal is geen spreektaal. Enkele voorbeelden : "Terwijl hij daar nu, als vroeger, zit te dubben met die verbeten kop hoe hij mij het best, als vroeger, een kloot kan aftrekken" lezen we op blz 12. Deze zin kàn theoretisch natuurlijk wel, maar een leerling zou voor zo'n zin op de vingers getikt worden, een Groot Schrijver mag dit blijkbaar. "Dat is Meester Arsène weer die op zijn stokpaardje rijdt over de rechten van de mens in De Doofpot." (blz. 157) De rechten van de mens in De Doofpot? Met leestekens en hoofdletters wordt ook heel slordig omgegaan, wat tot zinnen leidt zoals deze : "Hoort ge niet goed?" riep de Kap naar een smalle bange neger in een sneeuwwitte djellaba die voorbijfietste en die naar de Kap wuifde om die opgewonden Bwana gunstig te stemmen." (blz. 59). "Men zag de adem van de priester die zijn mond verliet. (blz. 140) Wie deze zinnen leest krijgt de indruk dat het de djellaba was die voorbijfietste en dat de priester zijn mond verliet. Veel dezelfde fouten ook : op blz 73 heeft hij het over een overhitte toeschouwer en op blz. 118 over een overhitte hotelkamer. "Misschien was het geen man maar een ondoorzichtbare kracht." (blz. 140). Ondoorzichtbare?
O ja, ik weet wel, al die taalfouten, dat is natuurlijk humor : Claus die lacht om de volkstaal, door haast letterlijk over te nemen wat hij (in zijn gedachten) hoort. Ik beweer ook niet dat Claus niet foutloos kan schrijven, verre van, maar het is allemaal zo zinloos, behalve natuurlijk als je kunt blijven lachen om steeds dezelfde grap. De uitgeverij De Bezige Bij daarentegen gaat niet vrijuit. We kunnen begrijpen dat de oude Claus geen zin meer heeft om de nieuwe spelling aan te leren. Maar een soepje van oude en nieuwe spelling, zoals we in "De geruchten" meemaken, dat hadden ze kunnen vermijden.... En dat alles maakt van "De geruchten" een tamelijk onleesbare roman, waarin sommige heel geleerde mensen een thriller zien. Tja, als men veertien maten en vijftien gewichten werkt, is het natuurlijk normaal dat Claus genomineerd wordt voor de Gouden Uil. Als hij het nu nog zou winnen van A.F.Th. Van der Heyden dan kunnen we ons zeker afvragen: wat baten kaars en bril als de gouden uil niet zien wil?
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen