Boekverslag : Tonn Vos-dahmen Von Buchholz - Het Eind Van De Regenboog
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1219 woorden.

Uitgeverij: Wolters-noordhof

Samenvatting van de inhoud:

Aengus Mac Owen is een man uit een dorp op een van de Arainn-eilanden. Hij werkt daar als leerlooier en repareert boten, totdat Cathal de fili na een jaar weggeweest te zijn weer terugkomt in dun Aengus. Hij zoekt een nieuwe reisgezel.

Dat is het begin van dit avontuur. Aengus Mac Owen besluit met Cathal mee te gaan naar de koning in zijn paleis op Erinn. Onderweg naar Tara, de hoofdstad, komt Aengus in veel dorpen en ontmoet vele gevaren. Hij ging een keer mee jagen met een oudere man uit een dorp. De man werd aangevallen door een wild zwijn en Aengus, terwijl hij niet wist hoe je een speer moest gebruiken, doodde het zwijn en redde een belangrijke man uit het dorp. Hierna werd hij met bewondering aangekeken in dat dorp, totdat ze weer verder trokken.

Op Errinn is een groot feest dat Cathal voor geen goud zou willen missen, en ze komen net op tijd. Aengus wordt in Tara vrienden met het dochtertje van de koning en wordt zo aan de koning voorgesteld. Tijdens een vergadering van de koning met al zijn raadsheren, waaronder Cathal, wordt Aengus uitgekozen om als spion naar de muur van Hadrianus te gaan en daar proberen erachter te komen of en wanneer de Romeinen naar Errinn over zullen komen.

Hij werd door de Dalriaden overgevaren tot een eindje boven de wal van Antonius. In Pictenland viel hij van zijn paard en werd gevonden door Nachtane, een aardige oude vrouw die gedachten kon lezen.

Bij deze vrouw bleef hij de hele winter in een hol onder de grond. Daarna bracht een man hem naar een haventje aan de andere kant van Pictenland. Hij werd met een boot langs de wal van Antonius gevaren en was zo tussen de muur van Hadrianus en de wal van Antonius gevangen. Hij ging naar het midden van de muur van Hadrianus en vond daar een fort. Hier bleef hij als fili in een herberg. Toen hij een keertje het badhuis inging om er gemasseerd te worden werd hij opgemerkt door een slavin die ook uit Errinn kwam.

Maeve, de slavin vroeg hem om ‘s avonds achter de schuur te komen. Zo kwam hij elke avond achter de schuur en leerde weer wat nieuws van wat Maeve had opgevangen van de soldaten die zij had gemasseerd. Zij dacht dat Aengus haar gewoon achter zou laten en zelf naar de koning zou gaan. Dan kende ze Aengus nog niet!!

Aengus wist een man op doorreis over te halen om Maeve onder zijn bagage te verstoppen en haar zo het fort uit te smokkelen. Dit lukte wel, maar het was niet echt gemakkelijk voor Maeve. Toen ze een eind uit zicht van het fort waren mocht ze eruit komen.

Daarna gingen ze weer naar de haven en maakte de overtocht weer goed. Maeve, die nog nooit had gevaren kwam ziek aan in Pictenland maar Nachtane, die in de toekomst kon kijken wist dat zij eraan kwamen en stond op hun te wachten. Ze verzorgde Maeve goed en weldra was ze weer de oude, alleen dan vrij, geen slaaf.

Na een tijdje vertrokken ze weer met een boot naar Errinn, waar ze veilig aankwamen om de koning het hele verhaal te vertellen. Aengus werd een fili van de koning en beloofde Maeve om haar naar zijn thuiseiland te nemen.

Uitleg titel:

Aengus Mac Owens vroegste herinnering was een regenboog. Dat kwam doordat hij in een kleurloze wereld was opgegroeid. Telkens als hij een regenboog zag vroeg hij zich af waar die voor diende en waar die vandaan kwam. Als hij het aan iemand vroeg, wisten ze het antwoord niet.
Tijdens de reis door Pretannië ging hij o.a. op zoek naar het eind van de regenboog. In Pictenland kwam hij erachter dat het eind van de regenboog op zijn kleurloze thuisland lag. Daarom heet dit boek "het eind van de regenboog".

Personages:

Aengus Mac Owen is in dit verhaal de hoofdpersoon. Hij woont in een fort op een van de Arainn-eilanden. Aengus is heel nieuwsgierig en, ook al weet hij het soms niet, heel avontuurlijk. Hij is bijvoorbeeld de hele tijd op zoek naar antwoorden over de regenboog, en hij stelde zelf voor om met de fili mee te gaan.
In het begin van het verhaal is Aengus heel "onwetend", zoals Cathal hem noemde. Hij viel bijvoorbeeld op het vasteland op weg naar een dorpje bijna in een vosse-kuil omdat hij naar de bergen zat te kijken. Onderweg werd hij steeds meer oplettend en hij werd later dan ook zelf een hele goede fili en een vertrouweling van de koning.

Er zijn drie bijfiguren in dit verhaal: Cathal de fili, Nachtane en Maeve. Deze drie personen wisselen elkaar steeds af.

Cathal is een van de koning zijn vertrouwde fili’s en hij reist het hele land door om boodschappen en nieuws rond te brengen. Hij kent van alle volken alle gebruiken en wordt overal hartelijk ontvangen. Hij was een geduldige leraar voor Aengus.

Nachtane is een oude vrouw die in de winter voor Aengus gezorgd heeft. Zij woont in Pictenland. Zij kan gedachten lezen. Toen Aengus voor het eerst een antwoord kreeg op een onuitgesproken vraag, schrok hij toch wel een beetje, maar later raakte het vertrouwd.

Maeve is een roodharige slaaf die dichtbij de muur van Hadrianus werkt. Zij is een goede masseuse en werkt daarom in het badhuis. Zij is heel moedig maar wel mank aan een been. Ze heeft in het badhuis veel militairen gemasseerd, en kwam zo aan veel waardevolle informatie die ze doorgaf aan de koning en Aengus.

Tijden:

Het verhaal speelt zich af in de tijd dat de Romeinen optrokken tegen de Picten van Engeland. Dat feit komt overal in het boek tevoorschijn, bijvoorbeeld doordat er van de muur van Hadrianus word gepraat, en Maeve masseerde ook bijna altijd Romeinse soldaten.
Het verhaal begint met het zien van een regenboog als Aengus nog jong is, en eindigt als Aengus een volwassen man is. Er verloopt dus zo ongeveer 20 jaar, alleen duurt het avontuur maar 3 of 4 jaar.

Er zijn geen flash-backs in dit verhaal, maar wel sprongen in de tijd. Bij Nachtane blijft hij een half jaar, maar daar word niets over verteld.

Overige punten:

Het verhaal word door de schrijver verteld en niet door iemand in het verhaal zelf.

Het verhaal speelt zich het meeste af in de open natuur, maar ook in het huis van Nechtane en binnenin het fort van de Romein waar Maeve voor werkte.

Het verhaal begint met een inleiding over de regenboog die Aengus in zijn jonge jaren ziet, en daarna gaat de schrijver verder over het leven van Aengus als hij wat ouder is.

Ik vond het boek makkelijk om te lezen, maar ik keek wel vaak terug op de kaarten van Errinn en die van de muur van Hadrianus.

Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen