Boekverslag : Boudewijn Buch - De Kleine Blonde Dood
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2994 woorden.

Persoonlijke reactie





Ik vind ‘De kleine blonde dood’ een zielig boek. Er overlijden 2 personen in het verhaal waaronder een klein jongetje. Dit vind ik zonde, dat jonge mensen overlijden die nog een heel leven voor zich hebben. Ik vind extra zielig omdat het kindje heel lief, vrolijk en druk is. Het is ook zonde voor Boudewijn, de hoofdpersoon. Hij krijgt het overlijden van zijn vader en ook van zijn zoon te verwerken.

Er zitten ook grappige stukken in het verhaal. Als Boudewijn met zijn zoon op stap gaat bijvoorbeeld.

Stukje uit het boek als Boudewijn en Micky in Artis zijn en Micky een tijger ziet:

“Wordt onze poes ook zo groot Boudewijn? “

“Als jij haar genoeg te eten geeft wel ja”

Nadat Boudewijn dit had gezegd gaf Micky de poes zolang geen eten dat zij bijna omkwam van honger.

Het was een aangrijpend verhaal. Vooral de stukken over de jeugd van Boudewijn. Dat je vader zoiets vreselijks met je kan doen kan ik niet vatten. Hij maakt zijn kinderen niet alleen lichamelijk kapot maar ik vind ook dat hij hun bang maakte voor hem door zijn aanvallen. Dit moet vast vreselijk zijn. Het verhaal is niet herkenbaar voor mij omdat ik me niet kan voorstellen dat zo’n naaste persoon van je je slaat. Of dat je min of meer bang van hem wordt. Het moet vast ook heel moeilijk zijn om in zo’n gezin fatsoenlijk te functioneren. Dit vind ik wel knap van Boudewijn. Ook als zijn zoon en vader overlijden blijft hij redelijk normaal. Ook al verklaren zijn ouders hem voor gek en stoppen ze hem in een inrichting.





Samenvatting







Het boek is een autobiografisch verhaal over het leven van Boudewijn Büch.

Er zijn twee verhaallijnen: De ene verhaallijn gaat over zijn jeugd en de band met zijn vader. En de andere verhaallijn gaat over de herinneringen aan zijn zoontje Micky. De verhaallijnen lopen door elkaar.

Het verhaal begint op het moment dat Boudewijn een schoolreisje heeft naar Nijmegen. Boudewijn wil een vlinder voor zijn vader vangen en komt zo in Duitsland terecht. Zijn vader is heel erg anti-Duits en als Boudewijn per ongeluk verteld dat hij in Duitsland is geweest wordt zijn vader woedend op hem en begint hem te slaan.

De vader van Boudewijn vertoont vooral thuis heel vreemd gedrag. Zo is hij soms een hele poos weg en staat dan opeens weer op de stoep. Of hij beslist dat er geen feest meer wordt gevierd.

Boudewijn moet naar een psychiatrische inrichting, omdat hij veel problemen heeft. Hij mag daar niet lezen en aangezien hij heel veel van lezen houdt vind hij dit vreselijk. Na ongeveer een jaar mag Boudewijn weg uit de inrichting en niet al te lange tijd daarna blijkt dat hij buikvliesontsteking heeft. Hij raakt in coma en zijn vader waakt de hele tijd over hem. Hieruit blijkt dat zijn vader toch heel veel van hem houdt ook al is hij heel streng en slaat hij Boudewijn.

Boudewijn zijn vader wordt vaak om de meest onbenullige dingen boos en daarvan is de oorlog de oorzaak. Hij heeft een broer, die heel erg gemarteld is en die daardoor gek is geworden. Als die komt logeren moet Boudewijn met hem gaan wandelen en als ze dan te laat thuiskomen, krijgt Boudewijn straf.

Boudewijn verliest op den duur het contact met zijn vader en krijgt 6 jaar na hun laatste ontmoeting een rouwkaart.Hun laatste gesprek liep niet echt goed. Hij vertelde zijn vader dat hij homoseksueel was een een kind had. Twee weken na de rouwkaart krijgt hij ook een brief van 20 vellen die zijn vader speciaal voor hem had geschreven. De brief verbrandt hij nadat hij de brief heeft overgetypt. Hij belt een dokter uit het verpleeghuis van zijn vader omdat hij wil weten hoe zijn vader is overleden. Hij krijgt te horen dat zijn vader zelfmoord heeft gepleegd op een gruwelijke manier.



De tweede verhaallijn is een stuk korter dan de eerste. De periode was ook een stuk korter.

Micky woont bij Boudewijn omdat zijn moeder Mieke alcoholiste is. De eerste hoofdstukken gaan vooral over zijn belevenissen met Micky. Ze gaan bijvoorbeeld naar de dierentuin en beleven daar een leuke tijd.

Op een dag gaat Boudewijn een weekendje weg met vrienden naar Parijs. Hij brengt Micky onder bij Mieke's beste vriendin Gerda en zegt har nadrukkelijk Micky niet aan Mieke mee te geven. Dit gebeurt toch. Micky krijgt valt van de trap en ligt in coma.

In het ziekenhuis blijkt dat Micky ook een hersentumor heeft waardoor hij nooit meer beter zal worden. Na een zware tijd besluit Boudewijn een eind aan Micky's leven te maken door te zeggen dat de doktoren de knoppen mogen omzetten en de slangen weg mogen halen. Zo verliest hij ook zijn zoontje. Hij besluit om Micky te laten cremeren omdat hij niet wildat er geen spoor meer van Micky op aarde blijft bestaan. Boudewijn wil in zijn eentje op de crematie zijn.

Enkele jaren na Micky's dood bezoekt Boudewijn het crematorium, om een artikel te schrijven. Hij beseft dat hij de dood van zijn zoontje nog steeds niet verwerkt heeft en hij besluit daarom een micrografie van Micky's leven te schrijven







Beschrijving van mijn leeservaring





Onderwerp:

Het onderwerp uit het boek is de relatie tussen vader en zoon. De relatie tussen Boudewijn en zijn vader, en de relatie tussen Bouwdewijn en Micky. Het onderwerp op zich spreekt mij niet erg aan, maar de manier waarop het in het boek is uitgewerkt wel. Het gaat in het boek een stuk dieper. Je ziet dat de relatie tussen ouder en kind niet altijd goed is net als ik gewend ben ik mijn omgeving. Dat ligt niet altijd aan het kind omdat dat zo moeilijk is maar in dit verhaal aan de vader die de oorlog niet uit zijn hoofd kan krijgen en zijn kinderen en vrouw lijden daar onder. Ik heb hiervan geleerd wat je je kinderen aan kan doen. Je kan je kinderen zelf een trauma bezorgen omdat je het zelf ook hebt en je er helemaal door bezeten bent. De oorlog is een deelonderwerp uit het boek. Het gaat niet zozeer om de oorlog als in een oorlogsverhaal maar wat de oorlog met de mensen doet. In dit geval met de vader van Boudewijn. Dit laatste onderwerp vond ik wel leuk om te meer over te lezen, want de meeste verhalen gaan over de oorlog zelf. De oorlog als verhaal, wat er allemaal tijdens de oorlog gebeurt en hoe de mensen daar lijden. Maar in dit boek zie je hoe mensen na de oorlog nog steeds trauma’s hebben. De oorlog is dus voor die mensen nog niet afgelopen zodra de troepen van de vijanden zijn vertrokken. De oorlog blijft hen hun hele leven achtervolgen. Het gaat in het boek ook over de dood. De dood van Boudewijn’s zoontje, Micky en de dood van zijn vader. De dood van beide personen is niet echt makkelijk en mooi. Dit heeft me wel aangegrepen. De dood van Micky omdat het zo’n kleine jongen is en de dood van Boudwijn’s vader omdat het zo’n tragische dood was. Hij had een te grote dosis bloedverdunning middel ingenomen en daarna is hij onder de hete douche gaan staan en is hier in ademnood gekomen en zo in de douchecel gevallen.



Gebeurtenissen:

De meest aangrijpende gebeurtenis in het verhaal vind ik wanneer Boudewijn te horen krijgt dat zijn vader overleden is en ook de manier waarop hij overleden is. Zijn vader heeft min of meer zijn hele jeugd verpest maar toch vindt Boudewijn het erg dat zijn vader is overleden. Zijn broers en moeder vinden dit niet zo erg. Hij raakt ontroerd en dit vind ik toch wel heel mooi. Hij heeft dus blijkbaar veel van zijn vader gehouden ook al heeft hij zijn jeugd verpest. Hij krijgt ook een brief van zijn vader. Deze had hij voor Boudewijn geschreven voordat hij zelfmoord pleegde. Als Boudewijn deze brief later krijgt en leest gaat hij huilen. Dat vind ik ook wel een mooi moment. Ze hebben dus toch veel van elkaar gehouden en hadden een bepaalde band met elkaar. De rest van zijn zonen heeft hij niet zo’n brief geschreven.



Personages:

De belangrijkste personen die voorkomen in het verhaal zijn: Boudewijn, Boudewijn’s vader, Boudewijn’s moeder en zijn zoontje Micky.



Boudewijn Büch:

Hij leeft in zijn jeugd in Wassenaar samen met zijn ouders en broers. Toen hij klein was hield hij veel van lezen en vlinders verzamelen. Hij heeft een jaar in het gekkenhuis gezeten omdat zijn ouders vonden dat hij gek was. Hij wordt vaak door zijn vader geslagen maar op een of andere manier gaan ze toch ook weer goed met elkaar om. Met hem doet zijn vader het meest. Aan zijn andere zonen schenkt hij niet echt aandacht.

Als hij volwassen wordt wordt hij homoseksueel. Hij heeft een kind: Micky. De moeder van dit kind heeft Mieke. Zij was vroeger zijn lerares Engels. Hij studeert in Amsterdam. Hij is heel erg lief voor zijn zoontje.

Ik vind het gedrag van de hoofdpersoon niet raar. Al denk ik dat als mijn ouders mij zouden slaan ik toch niet zoveel om ze zou geven als bij Boudewijn het geval is. Ik vind het ook raar dat hij homoseksueel is maar toch een kind heeft bij een vrouw. Dit komt in onze tijd natuurlijk wel vaak voor maar toch kijk ik hier een beetje raar tegenop. Ik heb er niets op tegen maar ben er ook niet echt een voorstander van.

Ik zou niet op de persoon willen lijken. Hij heeft een beetje een ontworteld bestaan. Hij heeft een kind zonder dat hij getrouwd is of een vaste relatie heeft. Dit zou ik later absoluut niet willen.



Rainer Büch:

Dit is de vader van Boudewijn. Hij heeft de oorlog meegemaakt en de oorlog leeft nog altijd verder in zijn hoofd. Hij slaat zijn kinderen en is vaak agressief. Later komt hij in een gekkenhuis terecht. Hij pleegt hier zelfmoord op een vreselijke wijze.

Op deze man zou ik al helemaal niet willen lijken. Het is een verschrikkelijke man die zijn kinderen slaat. Hij leeft nog altijd in de oorlog en daar zijn zijn kinderen en vrouw de dupe van. Ik vind dat je het verleden achter je moet laten. Wat gebeurd is is gebeurd en je kunt de tijd niet terugdraaien. Je moet in het nu leven en er nu het beste van proberen te maken. Wat je vroeger ook meegemaakt hebt.



moeder van Boudewijn:

De moeder van Boudewijn is een vriendelijke vrouw van Italiaanse afkomst. Ze heeft tijdens de oorlog ondergedoken. Ze probeert haar kinderen te beschermen tegenover hun vader. Ze scheidt van haar man omdat ze het allemaal niet meer aankan.

Op deze vrouw zou ik op zich wel willen lijken. Ze is een sterke persoonlijkheid en heeft veel voor haar kinderen over. Ze heeft ook veel meegemaakt tijdens de oorlog maar blijft er niet in leven net als haar man. Ik vind dat ze het nog lang heeft volgehouden met haar man. Ik zou denk ik al veel eerder een scheiding aangevraagd hebben omdat ik helemaal gek van hem zou worden.



Micky:

Micky is het zoontje van Boudewijn. Het is een jongetje van 5. Hij is heel erg lief. Hij krijgt in het verhaal een hersentumor hij valt van een trap en overlijdt hieraan. Hij houd heel veel van cola en van The Rolling Stones. Hij heeft ook een beer die hij overal mee naartoe neemt.

Ik zou niet echt graag op Micky willen lijken, omdat hij een hersentumor heeft. Verder is hij een gewoon jongetje van 5 jaar en net als de rest van alle kinderen.





Bouw:

Het verhaal is niet chronologisch verteld. Het heeft vooruitblikken en ook flashbacks.

Vooruitblik (stuk uit het boek): “later bleek hij ongelijk te hebben.”

Flashback (stuk uit het boek): “ ik kan me het gesprek nog precies herinneren” . Daarna gaat Boudewijn terug in het verhaal, naar een gesprek wat hij met zijn vader had toen hij nog klein was.

Het verhaal heeft 2 verhaallijnen die door elkaar heen lopen, namelijk: het verhaal van Boudewijn toen hij nog een kleine jongen was en Boudewijn als volwassen persoon met een zoontje. De eerst verhaallijn draait vooral om de vader van Boudewijn en de manier waarop ze met elkaar omgingen. Hoe het er bij Boudewijn thuis aan toe ging. De tweede verhaallijn gaat over Boudewijn als hij een zoontje heeft. De manier waarop Boudewijn omgaat met zijn zoontje.

Het verhaal is verteld in het ik- perspectief. De schrijver vertelt het verhaal alsof hij zelf de hoofdpersoon is.



Taalgebruik:

Soms is het verhaal lastig om te begrijpen. Je moet er goed bijblijven. Dit komt omdat er sprongen in de tijd worden gemaakt. Vaak is dit wel duidelijk wanneer dit gebeurt maar af en toe wordt het zo samengevoegd met het nu dat je wel goed moet opletten en niet teveel afgeleid moet worden omdat je het anders niet meer volgt. Het taalgebruik past naar mijn gevoel wel goed bij de personages. Boudewijn is snel geïrriteerd en vloek daarom ook snel en veel. Bij het onderwerp past het niet echt. Hij zit in het ziekenhuis en bespreekt met een dokter het lot van zijn zoontje. Dit gaat dus over de dood. Boudewijn begint hier ook te schelden. Ik vind dit nogal ongepast. Het is onbeleefd en het gaat over het leven van je zoontje. Ik denk dat je daar respect voor moet hebben.

De vader van Boudewijn heeft de oorlog meegemaakt en een tijd in Duitsland geleefd. Hierdoor praat hij vaak Duits in het boek. Niet hele zinnen maar vaak er zo eens een woord Duits ertussen. Het boek is verteld door de hoofdpersoon dus komen alleen zijn gedachten aan bod. Dit is wel jammer. Je weet helemaal niet hoe de vader van Boudewijn zich voelt of wat hij denkt. Aan de andere kant is het wel leuk. Je kunt je echt verdiepen in Boudewijn.







Verwerkingsopdrachten







verwerkingsopdracht 11

zoek twee gedichten die passen bij het verhaal en leg uit waarom dat zo is.



De Kleine Blonde Dood



Ouders zijn er om voor hun kinderen te zorgen

maar dit doen ze niet altijd.

Als hun kind er niet meer is op een morgen,

krijgen ze ineens heel veel spijt.



Wie hebben in het gezin een speciale band?

Moeder met zoon of dochter?

Vader en zoon lopen hand in hand

en dochter zegt: "Ik mocht er



heen van vader, dat zei hij zelf!"

Moeder wordt dat weer boos:

"Och kind, je bent pas elf."

Waarom zijn zij niet zo 'close'?







Zo gaat het hier ook: aan het begin wordt een kind geboren

en het wordt ook heel snel groot

Maar in het boek krijg je ineens te horen:

"Nu is de kleine blonde dood!"



Anne Weeterings



Dit gedicht heeft met het onderwerp te maken: de relatie tussen vader en zoon en het is ook de titel van het boek.









Gek,

Je wordt gek van alles om je heen.

De anderen,

De anderen worden gek van jou en

Jij bent er de dupe van.

Zelfs,

Zelfs als je ouder bent, blijft het

Je achtervolgen,

Je komt er niet vanaf.

Mensen,

Mensen om je heen die denken je te kennen,

Vinden,

Vinden je ineens erg maf.



Anne Weeterings,





Dit gedicht past goed bij het verhaal omdat het hier over gekte gaat. De vader van Boudewijn is ook gek en de ouders van Boudewijn verklaren hun eigen zoon voor gek en stoppen hem in een gesticht.













verwerkingsopdracht 17

schrijf een ander slot aan het verhaal



De vader van Boudewijn word ondanks zijn gekte toch ontslagen uit het gesticht. Hij probeert weer in contact te komen met zijn zonen. Dit mislukt echter. Alleen met Boudewijn houd hij contact. Zijn vader vertelt Boudewijn zijn gruwelijke verleden. Boudwijn wil sinds dien niets meer met hem te maken hebben. Hij gaat op reis naar Parijs en neem zijn zoontje mee. Als Micky opeens veel hoofdpijn heeft brengt zijn vader hem naar het ziekenhuis. Daar constateren ze de tumor. maar gelukkig is het niet te laar. Ze doen al het mogelijke om Micky te redden en dit lukt ze.







Schrijver







?





Boudewijn Maria Ignatius Büch werd op 14 december 1948 geboren in Den Haag en groeide samen met zijn vijf broers op in Wassenaar. Als kind leed Büch sterk onder het slechte huwelijk van zijn katholiek geworden joodse ouders, die hun onhandelbare zoon op zijn elfde naar een jeugdpsychiatrische inrichting in Brabant stuurden. Niet lang na zijn thuiskomst, bijna een jaar later, scheidden zijn ouders. Zijn door de oorlog getraumatiseerde vader, met wie Büch als kind een zeer hechte band had, zou na verschillende mislukte pogingen daartoe uiteindelijk zelfmoord plegen.

Na studies Nederlands, Duits en filosofie bracht Büch in 1976 zijn eerste poëziebundel uit: Nogal droevige liedjes voor de kleine Gijs. Al voor zijn debuut was Büch al een beetje bekend in de randstad door zijn bijdragen aan een grote hoeveelheid dagbladen en tijdschriften. In 1981 verscheen zijn eerste proza in boekvorm, De blauwe salon. In 1982 kwam een volgend poëziealbum Dood Kind. Zijn enige pseudoniem is Lothar Mantoua, een naam die af en toe in zijn autobiografische romans terug komt.

Van 1984 tot 1988 had hij bij de VARA een eigen tv-programma: Büchs Boeken. Vanaf 1988 presenteerde hij bij de VARA De wereld van Boudewijn Büch, waarin hij naar alle uithoeken van de wereld reist. Büch regisseert, presenteert en redigeert zijn eigen televisie- en reisprogramma's. Tevens maakt hij radioprogramma's en had hij de laatste jaren diverse theaterprogramma's.





Zijn werk: (o.a.):

Nogal droevige liedjes voor de kleine Gijs (1976)

De taal als blauw (1977)

De sonnetten (1978)

Eilanden (1981)

De blauwe salon (1981)

Het androgyn in ska (1982)

Dood kind (1982)

Literaire omreizen: een idioticon (1983)

Bibliotheken (1984)

Weerzien, een verhaal (1984)

Het land der letteren (1984; samengesteld met L. Zonneveld)

Het androgyn in ska en andere gedichten (1985)

De kleine blonde dood (1985; verfilmd in 1993)

Büch's boeket 1 (1985)

Büch's boeket 2 (1986)

April love (1986)

Links! Een rode burleske (1986)

Blauw: een reisverhaal (1987)

Brieven aan Mick Jagger (1988)

De rekening (1989)

Openbaar boekenbezit: over verre leeszalen, kille bibliotheken en vergeten pennevoerders (1991)

Het ijspaleis (1993)

Blauwzee (1994)

De hel (1994)

Geestgrond (1995)

Leeg en kaal (1995)

Verzamelde gedichten (1995)

De bocht van Berkhey (1996)
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen