Boekverslag : Jeroen Brouwers - Bezonken Rood
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1389 woorden.

"Bezonken Rood" door Jeroen Brouwers
14e druk 1992(1e druk 1981), Amsterdam, De Arbeiderspers, 129 pag.

Motto:
Er aber, in seiner gewöhnlichen Art, hüllte sich in Geheimnisse, indem er
mich mit grossen Augen anblickte und mir die Worte wiederholte:
Die Mütter! Mütter! 's Klingt so wunderlich!
(Johann Peter Eckermann)

Zoek mij terwijl ik er ben. Leer mij kennen, omdat ik er ben. Ik ben er immers. En toch is zeker dat ik er niet ben.
(Dodenlied (Zuid Celebes))



Ik heb dit boek gekozen omdat er de vorige keer in de klas werd verteld dat het een mooi en aangrijpend boek was. Ik was wel benieuwd naar dat boek, dus heb ik hier mijn boekverslag over gemaakt.


Het boek bestaat uit 17 fragmenten/hoofdstukken, die elk weer op een nieuwe pagina beginnen. In het boek is er sprake van een ik-vertelsituatie met als hoofdpersoon Jeroen Brouwers (de schrijver). Het verhaal is in de verleden tijd en niet-chronologisch geschreven. De schrijver springt soms van de hak op de tak. Het was soms een beetje moeilijk te volgen. Er komen heel veel flashbacks in het verhaal voor, want het boek gaat over het verleden van de schrijver. Het boek speelt zich voornamelijk af in Rijswijk en in het Jappenkamp in Batavia.


Het verhaal:

De inleiding van het boek vond ik erg belangrijk, dus heb ik die er even bij gezet:
'De wind, die eigenlijk alleen zo nu en dan maar eens komt neergestreken, voortdurend komend van en onderweg naar elders, maar nooit constant op een plaats bezig, draagt vlaagsgewijs nu eens verkwikkende, dan weer onverkwikkende geuren aan, en soms een wolk vlinders of libellen, maar ook wel soms een zwerm zwarte vogels, - en is hij weer voorbij, dan blijft nog geruime tijd alles in de tuin, wat maar bewegen kan en door hem is aangeraakt, in beweging'.
'De wind' dat is: iemands leven.
Niets bestaat dat niets anders aanraakt'.

Eind januari 1981 verneemt Jeroen Brouwers (de schrijver) plotseling dat zijn moeder is overleden. Ze woonde in een bejaardentehuis en de schrijver heeft haar in jaren niet gezien. Ze leed aan de ziekte van Parkinson. Haar man is 17 jaar eerder gestorven. Jeroen gaat niet naar de crematie; op het moment dat ze verbrand wordt, zal hij voorlezen uit het boek Daantje gaat op reis, een kinderboek dat hij heeft gekregen toen hij in het Jappenkamp Tjideng vijf werd. Zijn moeder heeft hem uit dit boek leren lezen. Hij kan het echter niet meer vinden. Jeroen wordt beheerst door angst, drankzucht en gebrek aan gevoel. Hierdoor voelt hij zich niet altijd even plezierig. Hij is bezig een boek te schrijven over de zelfmoord in de Nederlandse literatuur. Soms is er echter een lichtpunt, zoals de ontmoeting met Liza, zes tot zeven jaar geleden. Liza is een onderwijzeres, die deelneemt aan een Maria-optocht. Jeroen blijft 3 dagen bij haar, en vertrekt daarna weer. Een maand voor de dood van zijn moeder ontmoet hij haar weer. De onverschilligheid tegenover zijn moeder is ontstaan in WO II. Hij zat toen met zijn zusje, moeder en grootmoeder in een Jappenkamp, het vrouwenkamp Tjideng in Batavia. De kampcommandant was de wrede kapitein Kenitji Sone, die de moeder van Jeroen persoonlijk heeft afgerammeld tot ze als dood bleef liggen. Jeroen vertelt dat hij vanaf dat moment ophield met van zijn moeder te houden. Als de oorlog afgelopen is, wordt het gezin herenigd. Grootmoeder is in het kamp gestorven, maar de vader, broertjes, het zusje en de moeder hebben de verschrikkingen van het kamp overleefd. Ze gaan terug naar Nederland en Jeroen komt voor de rest van zijn jeugd in door kloosterlingen geleide pensionaten. Hij is verwilderd en immoreel en moet worden opgevoed. Hij ervaart het alsof hij weer in een kamp komt, maar nu blijft zijn moeder niet bij hem.
De atoombommen op Hiroshima en Nagasaki zijn gevallen. De gevangenen moeten ervoor boeten: er wordt vreselijk huisgehouden in het kamp met als gevolg vele doden en gewonden. Het laatste hoofdstuk speelt zich weer af in het heden: De mist, de angst, het eelt dat zijn lichaam overwoekert, onnoemelijk veel gedachten, schrijven over Jacob Hiegentlich. Op het laatst wordt de mist die al dagen hangt verdreven door de wind.


Er zijn mij een aantal motieven op gevallen, zoals:
ü Gevoelloosheid: Joeroen Brouwers is op veel punten in het leven erg onverschillig, zoals wanneer zijn moeder overlijdt.
ü De mist: in dit verhaal stelt de mist uitzichtloosheid, verwarring van de geest en de dood voor.
ü De wind: dit staat voor het leven. Aan het eind van het boek verdwijnt de mist door de wind.
ü Kampherinneringen: Jeroen denkt vaak terug aan die vreemde tijd.
ü Onbewogenheid: Jeroen en vele anderen keken niet raar op van de gruweldaden van de Jappen.
ü dood: de dood van zijn moeder, groot-moeder en Nettie Stevens.
ü Zelfmoord: Af en toe laat de ik-persoon merken dat het leven geen zin meer heeft. Ook is hij met een boek over zelfmoord bezig.
ü haat/liefde-relatie: met zijn moeder en andere vrouwen.


Het thema van dit verhaal is:
Een persoon denkt na de dood van zijn moeder weer aan de tijd in de Jappenkampen. Al zijn ervaringen komen weer boven. Ook vertelt hij hoe hij langzaam maar zeker niet meer van zijn moeder ging houden. Dat ging zelfs zo ver, dat zijn eigen moeder een vreemdeling werd.


Ik vind dit een goed onderwerp voor een boek, vooral omdat ik vind dat men ook deze tijd moet weten hoe het was in de oorlog en in de concentratiekampen. Door zo'n boek krijg je toch een beetje inzicht ten tijde van oorlog. Van mij mogen er over dit onderwerp wel meer boeken worden geschreven, als ze maar een beetje spannend zijn.


Ik vind de stijl van dit boek af en toe erg verwarrend, maar over het algemeen is het goed te volgen. Het boek bestaat uit korte fragmenten die de ene keer gaan het heden en over de gedachten van Jeroen, en de andere keer over het verleden in de concentratiekampen. Dat is nogal eens verwarrend en af en toe vind ik dat storend.
Het taalgebruik van dit boek was gelukkig niet zo moeilijk. Er kwamen weinig moeilijke woorden in het verhaal voor en van degene die erin voorkwamen, was de betekenis makkelijk uit de kontekst op te maken.


Ja, het lijkt mij erg moeilijk om dit boek zelf te schrijven, want die straffen zijn zo gruwelijk dat ik die niet zomaar even op papier kan zetten. Ook de gedachten en gevoelens van de personen vind ik altijd moeilijk te beschrijven. Ik denk dus niet dat ik later schrijver zal worden, want de gedachten en gevoelens beschrijven is een van de belangrijkste punten voor een goed boek.


Ik heb nog nooit iets over het boek en de auteur gelezen.


Ik vond het wel een goed boek. Er kwamen veel dingen in voor die ik nooit had geweten, zoals de gruwelijke straffen die de Jappen hadden. Dat was erg grof. Ook stond ik versteld van de vele doden die er vielen in de kampen. Dat vind ik best wel aangrijpend. In het begin van het boek moest ik erg wennen aan de nutteloze regels tussendoor, zoals Kwaak! Kwaak! Wat soms onduidelijk was op te maken uit het verhaal was wanneer het over het heden ging en wanneer over het verleden. Ik vond het wel een rare gedachte dat iemand dit echt heeft meegemaakt. Het boek was zó geschreven dat je je erg goed kon inleven. Het onderwerp was wel goed, want messtal gaan oorlogsboeken over de Tweede Wereldoorlog tegen Duitsland. Ik vind het goed dat ook aan de vreselijke tijd in Japan wordt gedacht. Er kwam geen spanning in het boek voor, maar omdat het wel realistisch was geschreven blijft het een goed boek die iedereen kan lezen, omdat het taalgebruik niet zo moeilijk is. Een aanrader dus.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen