Boekverslag : Jeroen Brouwers - Bezonken Rood
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1697 woorden.

Ik wil jullie iets vertellen over het boek Bezonken rood van Jeroen Brouwers. Dit boek maakt deel uit van een trilogie, de andere boeken zijn: Zonsondergang bij zee en Het verzonkene. Bezonken rood is uitgegeven door Uitgeverij De Arbeiderspers in 1981. Het boek dat ik gelezen heb is de 17e druk.

Het verhaal begint als de hoofdpersoon Jeroen Brouwers (dit is de schrijver) te horen krijgt dat zijn moeder gestorven is. Deze gebeurtenis roept vele herinneringen bij hem op. Dit komt omdat hij vroeger, als vijfjarige kleuter, met zijn moeder, zijn zus en zijn grootmoeder in een Jappenkamp heeft gezeten. Een jappenkamp is een soort concentratiekamp alleen dan onder bewind van de Japanners. In dit kamp had hij een erg sterke band met zijn moeder. De oorzaak hiervan is dat hij het laatste en enigste bezit van zijn moeder is en zijn moeder van hem.
Door deze dood gaat Jeroen zijn leven overdenken. Hij denkt aan zijn kleuterjaren die hij heeft doorgebracht in het Tjideng-jappenkamp, aan een vriendin van hem genaamd Liza en aan de tijd waarin hij nu leeft.

De gebeurtenissen die in het boek door elkaar heen spelen vertel ik nu in chronologisch volgorde want anders kan ik de inhoud niet duidelijk navertellen.
Jeroen zit als vijfjarige kleuter in een Jappenkamp voor vrouwen en jongens onder de tien. Hij bewoont met zijn moeder, grootmoeder en zus het aanrecht in de keuken van een huis. Als hij vijf jaar wordt krijgt hij van zijn moeder een boekje dat heet "Daantje gaat op reis". Uit dit boekje leert hij lezen en hij doet alsof hij Daantje is.
In dit kamp spelen zich de gruwelijkste taferelen af. Hij ziet vrouwen aan een touw hangen met hun armen uit de kom, vrouwen die verkracht worden en nog veel meer. Hij beleeft al die dingen als kleuter en moet er soms zelfs om lachen, waarvan heeft hij later veel spijt.
Op een dag wordt er eten gestuurd door het rode kruis, de Jappen verbranden dit maar zijn moeder kan wat eten bemachtigen. De Jappen merken dit en zijn moeder wordt helemaal kapot geslagen. Vanaf dat moment krijgt Jeroen een verlangen naar een andere moeder want deze moeder is volgens hem kapot. Ook krijgt hij een afkeer van het leven en een verlangen om er niet te zijn. Dit komt omdat hij niet wil dat de liefde waarvan hij houdt wordt kapot gemaakt. Doordat hij zijn kleuterjaren in dit kamp heeft doorgebracht is hij gevoelloos en liefdeloos geworden.
Als hij weer in Nederland komt wordt hij door zijn moeder naar een kostschool gestuurd. Hij voelt zich verraden door zijn moeder en krijgt hierdoor een grote afkeer tegen haar.
Als hij 34 is krijgt hij een relatie met Liza. In haar probeert hij een nieuwe moeder te vinden waarbij hij zich kan troosten. Hij stelt haar voor als Maria want Maria is moeder van jezus. Doordat Jeroen zo liefde- en gevoelloos is wordt hun relatie niets en gaan zij uit elkaar. Maar Jeroen blijft nog altijd aan Liza denken, want dit geeft hem een gevoel van rust.
Als hij de gebeurtenissen overdenkt dan is hij thuis en bezig met het schrijven van een boek. Dan gaat hij met de auto rijden in de hoop Liza tegen te komen, maar dat gebeurt niet. Hij gaat weer terug naar huis en verder met het schrijven van zijn boek. Nadat hij zijn hele leven heeft overgedacht raakt hij aan de drank.

De titel "Bezonken rood" slaat op de diepere bedoelingen van het verhaal. Wat de schrijver hier precies mee bedoelt weet ik niet maar ik denk het volgende. Met het rood bedoelt de schrijver zijn tijd in het Jappenkamp. De vlag van Japan is wit met daarin een rode bol. In het verhaal noemt de hoofdpersoon deze bol de zon, want de zon is ook rood. In het jappenkamp werden alle martelingen ook verricht in de felle zon. Ook wordt er met het rood het bloed bedoeld wat er in de jappenkampen vloeide. Er is dus een verbande tussen de tijd in het jappenkamp en het rood.
Bezonken betekent overdenken, dus hij overdenkt de tijd die hij doorbracht in het Jappenkamp.

Er staan twee motto's in het boek:
Er aber, in seinem gewöhnlichen Art, hüllte sich in Geheimnisse, indem er mich mit grossen Augen anblickte und mir die Worte wiederholte: Die Mütter! Mütter! 's Klingt so wunderlich! Dit is van Johann Peter Eckermann, Gespräche mit Goethe.
De vertaling hiervan is: Hij echter, op zijn gewone manier, hulde zich in geheimzinnigheid, doordat hij mij met de grote ogen aankeek en mij de woorden herhaalde: Moeder! Moeder! Het klinkt zo wonderlijk!
Het tweede motto is:Zoek mij terwijl ik er ben. Leer mij kennen, omdat ik er ben. Ik ben er immers. En toch is zeker dat ik er niet ben.
Dit is uit het Dodenlied (Zuid-Celebes)

Het boek is een psychologische roman en is gebaseerd op de tweede wereld oorlog. Het gaat niet over wat zich allemaal in Europa afspeelde maar in Indonesië.

De hoofdpersoon is Jeroen Brouwers. Hij is in dit verhaal 5, 36 en 40 jaar oud.
Als vijfjarig kind is hij opgegroeid in een Jappenkamp waar hij gevormd of misvormd is. In dit kamp kreeg hij van zijn moeder het boekje "Daantje gaat op reis" waaruit hij leert lezen. In deze periode draagt hij een helm van zijn opa en een gele broek met daarop allemaal bollen. Hier is hij hier geheel gevoelloos en liefdeloos geworden. Ook is Jeroen hier nadat zijn moeder in elkaar geslagen is, totaal van haar vervreemd geraakt en wou hij een nieuwe moeder.
Later als hij 35 is krijgt hij een kortstondig relatie met Liza. Hij hoopt bij haar troost te vinden en in haar een soort nieuwe moeder te vinden, daarom noemt hij haar ook wel Maria. Omdat hij haar Maria noemt spreekt hij ook vaak met religieuze woorden. Deze relatie loopt kapot omdat Jeroen zo gevoelloos en liefdeloos is.
Wanneer Jeroen 40 jaar is hij getrouwd en heeft hij een dochter. Dan gaat hij zijn leven overdenken. Hij heeft hij veel last van angst en dit maakt hem soms half-krankzinnig. Dit is de reden waarom Jeroen aan de drank gaat.
Hij is niet optimistisch en ook niet vrolijk. In dat opzicht is hij precies het tegenovergestelde van zijn moeder die altijd vrolijk, optimistisch en moedig was.
De bijpersonen die in het verhaal een grote rol spelen zijn Liza en zijn moeder, want zij hebben met Jeroen en soort relatie gehad. Hierdoor denkt hij veel aan hen.

Het verhaal speelt zich af in drie tijden en op drie plaatsen. In 1945 zit Jeroen als vijfjarige kleuter in het Tjideng-jappenkamp. Als hij 36 is, is hij bij Liza in het plaatsje XXX waar zij woont. Vier jaar later in 1980 is hij in zijn eigen huis en overdenkt hij zijn leven. Er verstrijkt dus 40 jaar, maar er verstrijkt eigenlijk geen tijd. Dit komt omdat het hele verhaal betstaat uit herinneringen die Jeroen als hij veertig is weer allemaal voor zich ziet. Er komen dus heel veel flash-backs in voor. Dit maakt het soms moeilijk om het verhaal te volgen en hierdoor moet je steeds met de schrijver mee blijven denken.
Je kunt je goed inleven in de gedachten van de hoofdpersoon want er wordt in het ik-perspectief verteld. Ik zou geen enkele situatie veranderen want ik zou mij precies hetzelfde voelen als de hoofdpersoon. Misschien zou ik proberen van de drank af te blijven maar dat zou in die situatie erg moeilijk zijn.

De motieven zijn liefde of een relatie tussen mensen, een jappenkamp en het geloof.
De liefde speelt steeds een rol. Als hij nog een kleuter is dan heeft hij de liefde van moeder nodig en hij deze wil hij later van Liza krijgen. Met beide heeft hij een relatie ook al zijn ze anders van soort. In het verhaal speelt ook het geloof een rol, want Jeroen spreekt over Liza met veel religieuze woorden. Ook in het Jappenkamp, dat steeds terugkeert, bid hij vaak zonder dat hij weet wat bidden is.
Het thema dat hierdoor gevormd wordt is het verlangen naar liefde dat iemand je geeft.

Ik vind het een moeilijk boek, want het bestaat uit allerlei herinneringen waar de hoofdpersoon door elkaar aan denkt. Dit zorgt ervoor dat het moeilijk wordt om te volgen. De gebeurtenissen zijn wel duidelijk en zorgen er ook voor dat ik weet wat er in de hoofdpersoon omgaat, maar ik heb niet het gevoel gehad een verhaal te hebben gelezen. Ik vind het meer een aantal herinneringen die de schrijver vertelt met de bedoeling duidelijk te maken dat alles met elkaar verband houdt. Of zoals hij het in zijn eigen woorden zegt: "Niets bestaat dat niet iets anders aanraakt". De opbouw zorgt er ook voor dat dit duidelijk wordt, want alles wordt door elkaar heen verteld met de bedoeling een verband aan te brengen tussen de gebeurtenissen.
Ik ben dit boek gaan lezen omdat ik nog niets wist over de jappenkampen. De gebeurtenissen die hier plaatsvonden choqueerde mij best wel.
Omdat het boek toch grotendeels over gevoelens gaat spreekt hij mij niet zo aan. Dit komt omdat ik meer van spannende boeken houdt.
Ik kon me goed inleven in de hoofdpersoon omdat al zijn gevoelens werden verteld en omdat het werd verteld in het ik perspectief.
Het taalgebruik was niet moeilijk en zorgde er ook voor dat het snel las.

Jeroen Brouwers is geboren op 3 april 1940 en is nu 58. Over zijn leven heb ik al wat verteld ook al weet ik niet of hij echt met Liza een relatie gehad heeft en of hij aan de drank is. Twee andere boeken van hem zijn Het verzonkene en Zonsondergang bij zee.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen