Boekverslag : G.a. Bredero - Klucht Van De Molenaer
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1368 woorden.

G. A. Bredero

Bredero schreef zijn belangrijkste kluchten in de jaren 1612 en 1613. De klucht van de molenaer werd voor het eerst uigegeven in 1618, het jaar van Bredero's dood. Waarschijnlijk heeft Bredero nooit gewild dat zijn kluchten in boekvorm werden uitgegeven en alleen op het toneel tot hun recht zouden komen, omdat de levendigheid bij het lezen teveel verloren zou gaan.

Thema
Een molenaar wil met een stadsvrouw, die hem onderdak vraagt en op wie hij verliefd is geworden, naar bed, maar deze vrouw weet hem er zo in te luizen, dat hij onwetend met zijn eigen vrouw naar bed gaat in plaats van haar. Zowel man als vrouw worden nogmaals bedrogen als ook de knecht nog eens in het spel komt en met de vrouw van de molenaar slaapt.

Motieven
· vrouwelijke rolwisseling t.a.v. een ontrouwe echtgenoot
· voorstelling van een molenaar als ontrouw figuur op seksueel en andere gebieden.
Molenaars werden door veel volkeren afgeschilderd als ontrouwe en oneerlijke mensen. Ze waren de beschikkers over het graan en dacht men dus: de gelegenheid maakt de dief. Het malen van molenstenen was al van oudsher een seksueel symbool.
· overspel
· geloof
De kwaliteit van de klucht van de meulenaar hangt dus niet zoveel af van het motief of handeling maar meer door de typering van de figuren door Bredero en de levensechtheid van hun dialogen.
De klucht is geschreven in het Noord-Hollands plattelandsdialect.
Deze uitgave komt uit de in 1619 verschenen verzameluitgave van Bredero's kluchten. In deze uitgave zijn zeer kleine aanpassingen aangebracht ten behoeve van het leesgemak.
Verder gaat aan het eigenlijke verhaal nog een stuk van de drukker, dat gericht is tot de lezer, vooraf.

Personages :
· Slimme Piet een meulenaar
Dit is de molenaar die verliefd wordt op zijn gast en graag me haar naar bed wil.
Hij is heel losbandig, slaapt vaak met andere vrouwen en is vaak platzak
· Trijn Jans een Ste-vrouw
Bang om onderdak te zoeken bij een gewone herberg, belandt ze bij de molenaar.
Ze wil haar man niet bedriegen maar ook haar gastheer en -vrouw niet beledigen.
Daarom kan ze niet anders dan toestemmen aan Piets verzoek, maar zorgt toch dat zij niet met hem naar bed hoeft.
· Aeltje Melis vrouw vanden meulenaar
De vrouw van de meulenaar; ook al weet zij van al zijn slippertjes af, erg vindt ze het allemaal niet en houdt veel van haar man. Ze is goed in huishouden
· Joost knecht van den meulenaar
Is ook niet te beroerd, om overal zijn jengel achterna te lopen, net als de molenaar



Samenvatting
Trijn Jans loopt vermoeid ergens buiten de stad. Ze wil ergens onderdak zoeken, maar de herbergen buiten de stad zijn meestal broeinesten van gespuis en hoeren en dus durft ze daar niet aan te kloppen. Dan denkt ze erover om maar gewoon bij iemand aan te kloppen en daar onderdak te vragen.
Ondertussen zit Slimme Piet met zijn vrouw te praten over de harde wind van die dag.
Dan klopt Trijn aan. Ze houdt een toespraak die op het randje verkeert van een smeekbede om te mogen overnachten. De molenaar wil echter eerst toestemming vragen aan zijn vrouw. Eerst zegt ze dat ze het te druk heeft om te komen, maar komt, nadat haar man heeft gezegd, dat er iemand was, ook naar de deur en hoort hier het verhaal aan van Trijn. Eerst is Aeltje ertegen en zegt dat ze maar een bed hebben, maar Slimme Piet weet haar toch te overtuigen. Trijn komt binnen en complimenteert Aeltje dat ze een hele goede vrouw is. Ze raken in gesprek en Aeltje valt haar man voortdurend aan op zijn impotentie.
Intussen raakt Piet al in vuur en vlam van Trijntje en vraagt zich af hoe hij Trijn nou eens zal pakken. Trijn zegt dat hij het maar bij zijn eigen vrouw moet houden, waarop deze antwoordt dat Piet al veel andere vrouwen bezoekt. Trijn brengt ook ter sprake dat ze zwanger is. Aeltje en Piet zouden ook nog wel weer een kind willen.
Ze vertellen nog wat over hun buurman Symon, die veel in de kroeg zat en hem niet in zijn broek kon houden Hij ging zelfs met een meisje die het eigenlijk helemaal niet wilde maar toch aan hem toegaf. Haar vader was erg kwaad op haar en liet haar met een ander trouwen.
Trijntje is nog helemaal verbaasd, hoe Aeltje zomaar voor het hele huishouden zorgt en geen dienstmeisje heeft ingehuurd. Aeltje zegt dat ze het niet zo op dienstmeisjes heeft omdat ze altijd zo slodderen en onbetrouwbaar zijn, waar Trijntje het wel mee eens is en zegt dat zij nooit bang zal hoeven zijn dat er over haar geroddeld wordt of dat ze bestolen wordt.
Trijntje gaat weg omdat het water kookt en ze kinderen naar bed moet brengen.
Piet vraagt Trijn of haar man ook niet eens een slippertje maakt, wat Trijn stellig ontkent.
Dan volgt er een discussie waarin Piet zegt dat "veranderen van spijs eten doet" (dit heeft betrekking op het huwelijk, het betekent dat mensen altijd toe zijn aan iets nieuws of aan een ander). Trijntje vindt dat zo'n korte zonde lang blijft knagen. Hij vertelt dat Aeltje nooit boos is over zijn slippertjes.
Hij bekent zijn liefde voor Trijntje, waar deze verbaasd en terughoudend op reageert. Hij probeert allerlei argumenten en trucjes te verzinnen om Trijn alsnog het hof te maken.
Dan weet hij met Trijntje af te spreken 's nachts bij de molen. Als Trijn de kaars uitgeblazen heeft, zal hij naar Trijn toekomen, die dan al bij de molen zal zitten te wachten. Aeltje komt terug om te vertellen dat het eten klaar is en beide liegen tegen haar dat ze het over de vrijgezellentijd van Piet hadden. Ze zetten hun plan in werking. Piet probeert zijn vrouw al het bed in te krijgen zodat Trijn en hij aan de slag kunnen. Na het eten gaat Piet alvast naar de molen en Aeltje zegt dat ze wel verdriet heeft om jan, omdat hij vak dronken, vrouwengek en vaak platzak is. Ze vraagt zich af waarom mannen wel de vrijheid hebben om met andere vrouwen te slapen en vrouwen niet?
Dan vertelt Trijn wat er aan de hand is en zegt dat ze haar eigen man niet wil bedriegen, maar ze wil ook niet dat ze iemand anders onrecht aandoet. Dus kleedt ze Aeltje zoals zij zichzelf. Ze zegt dat ze toegestemd had omdat ze bang was dat Piet anders op een of andere manier beledigd zou zijn.
Aeltje treft de voorbereidingen die Trijntje haar had verteld te moeten nemen en spoedig komt Piet en "doet zijn werk".
Nadat Piet met Aeltje naar bed is geweest, zonder dat hij door heeft gehad dat het zijn vrouw was, loopt hij buiten. Hij komt bij Joost, de knecht, en hij vertelt hem over wat er allemaal gebeurd is. Joost vindt dat hij niet lekker gemaakt moet worden en Piet zegt dan dat hij wel in zijn plaats kan gaan naar Trijn (= Aeltje).
Dan klinkt er van binnen allemaal geschreeuw van Aeltje: hoe onaardig ze haar man wel niet vind.
Joost komt helemaal verward buiten en vertelt aan Piet dat het zijn vrouw was die er zat. Piet is niet boos, maar hij vindt wel dat Joost weg moet gaan, want anders krijgt zijn vrouw de smaak van hem te pakken (terwijl die eigenlijk niet wist dat het Joost was Dan ziet Piet een bordje waarop staat: "DAT GIJ NIET WILT DAT U GHESCHIET, EN DOET SULCKS AN EEN ANDER NIET". Als hij dat een avond eerder had gelezen dan had hij er niet voor gezorgd dat Joost nu zijn plaatsvervanger was. Dan gaat Trijn weg en zegt tegen het publiek dat zij daar mooi even list met list heeft betaald.

'T Kan verkeeren
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen