![]() |
Boekverslag : Leon De Winter - La Place De La Bastille
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 938 woorden. |
Auteur Leon de Winter. Titel La Place de la Bastille. Verklaring La place de la bastille is de plaats waar de hoofdpersoon (Paul de Wit) een foto maakt van zijn minnares. Op die foto staat een schim van een man, van wie Paul denkt dat het zijn vermiste tweelingbroer Philip is. Ondertitel Vertelling. Motto ('s) L'histiore n'est qu'une fable convenue. Vertaling/Verklaring "De geschiedenis is niets anders dan een afgesproken verdichtsel", dit geeft de hoofdpersoon zijn opvatting over geschiedenis weer. Thema Een man wiens familie in de holocaust is omgekomen, denkt op een foto zijn tweelingbroer te zien. Als hij hem gaat zoeken, komt hij erachter dat hij eigenlijk naar zichzelf opzoek is. Motieven - Jood-zijn. - Geschiedenis (bestaat alleen uit (een opsomming van) losse feiten) - Het idee dat alles een betekenis in zich draagt (ook gewone, dagelijkse gebeurtenissen). - Dubbelganger (twijfel over eigen identiteit) - De Holocaust (en W.O. II) De idee Niets is waar. Er bestaan alleen maar veronderstellingen over de geschiedenis, die door wat voor een gebeurtenis/vondst dan ook weerlegd kunnen worden. Zie bijvoorbeeld de visie van Paul op geschiedenis. Ook zijn leven en zijn redenatie dat de man op de foto zijn broer is zijn maar veronderstellingen. Een andere mogelijkheid zou kunnen zijn: de sterke overeenkomst tussen heden en verleden. Het verhaal wordt alleen door andere personen beleefd. Paul de Wit en de revolutionairen op La Place de la Bastille: voor beiden was het een plaats van hoop. Personages (innerlijk, uiterlijk en sociale positie) - Paul de Wit: Hij is de hoofdpersoon van het verhaal, hij is een Joodse geschiedenisleraar / historicus, die getouwd is (met Mieke) en twee kinderen heeft (Hanna en Mirjam). Over zijn uiterlijk weet je alleen maar dat hij Joods is en dus zal hij er ook wel enigszins Joods uitzien. Innerlijk is hij heel verward, hij weet niet of zijn broer nog leeft, wie zijn ouders waren en wat voor zin zijn leven eigenlijk heeft. - Pauline: Zij is Paul's vriendin, die hij ontmoet heeft toen hij voor de 1e keer in Parijs was. Zij is een Joodse zioniste. Ik denk een vrij aantrekkelijke vrouw, met een uitgesproken mening, die (ondanks dat Paul zich het beste kan identificeren) toch erg met die van Paul blijkt te verschillen. Tijd Historische tijd: Het verhaal speelt in 1979/1980. Vertelde tijd: Het verhaal duurt +/- 1 jaar, maar er zitten ook flash-backs in van in de oorlog. Dit maakt de vertelde tijd een stuk langer, nl. +/- 35 jaar Ruimte Het verhaal speelt gedeeltelijk in Amsterdam (de woonplaats van Paul) en gedeeltelijk in Parijs. Verteller Het verhaal is geschreven in de ik-persoon. Samenvatting Paul de Wit is een 37 jarige geschiedenisleraar/ historicus, die getrouwd is met Mieke en twee kinderen heeft (Hanna en Mirjam). Zijn ouders zijn omgekomen in de Tweede Wereldoorlog. Zij waren, net als Paul, Joods. Het gaat niet erg lekker met hem, hij heeft een hekel aan zijn baan en hij en Mieke groeien steeds meer uit elkaar. Door video te kijken (hij neemt als hij op school zit alles op en als hij thuis is kijkt hij tot diep in de nacht t.v.) wil hij dit onderdrukken. Het wordt echter veel erger, het maakt van hem een vermoeide lesmachine. Hij komt in het laatste semester van het schooljaar dan ook op het randje van de afgrond te staan. Zijn vrouw raadt hem aan om weer naar Parijs te gaan, voor zijn boek over de vlucht van Lodewijk XVI naar Varennes. De eerste keer dat hij in Parijs was werd hij gek van de dreiging van de Geschiedenis. Hij ging er zich tegen verzetten door - tegen de Joodse traditie in - een stuk vlees te eten. Hij wordt er erg ziek van en ziet dit als een teken. Hij deelt zijn leven in periodes in, ook al is hij daar op het gebied van geschiedenis een fel tegenstander van (dit geeft zijn gespleten persoonlijkheid aan). Zijn visie op de geschiedenis is dat deze niet bestaat uit feitelijke zekerheden, maar uit toevallige factoren. Dit gebruikt hij ook in zijn boek, welke hij overigens nooit kan afmaken. Als Paul 23 jaar is komt hij - via de verloskundige die hem ter wereld heeft geholpen - te weten dat hij ook nog een tweelingbroer heeft gehad, Philip genaamd. Hij vraagt zich dan af waarom hij nog leeft en zijn broer niet (volgens hem heeft alles namelijk een betekenis). Dit is eigenlijk de belangrijkste reden van zijn onrust, die tot zijn tv-verslaafdheid leidde. Tijdens de kerstvakantie 1979, als hij weer voor studiemateriaal in Parijs is, ontmoet hij Pauline, een Joodse Zioniste (=geemancipeerde). Doordat zij de zelfde achtergrond als hij heeft voelt hij zich tot haar aangetrokken. Ze beginnen dan ook een relatie. Als hij dan ook thuis komt voelt hij zich een stuk prettiger, maar het duurt niet lang voordat het weer mis gaat, de onrust komt terug. Nieuwe hoop krijgt hij echter als hij de in de kerstvakantie genomen foto's bekijkt en er een vage schim van een man achter Pauline staat. Hij denkt dat het Philip is... In de zomer gaat hij weer naar Parijs, onder het voorwendsel dat hij studiemateriaal gaat zoeken. Eigenljk gaat hij naar Pauline, om zo in Parijs op zoek te gaan naar Philip. Hij moet wel, vindt hij, anders heeft zijn leven geen zin meer. Maar hij vindt hem niet. Opnieuw een half jaar later, in de kerstvakantie, gaat hij weer opzoek. Hij gaat in een taxi op weg naar ene Paul Mendez, die mogelijk Philip zou zijn. Als hij het aan de taxi-chauffeur vraagt zegt hij, dat hij wel op hem lijkt, maar dat ze nou niet direct tweelingen zouden zijn. Paul besluit om niet naar Mendez te gaan, hij realiseert zichzelf, dat hij eigenlijk naar zichzelf opzoek is.. |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |