![]() |
Boekverslag : Ferdinand Bordewijk - Karakter
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1792 woorden. |
Uitgeverij: Penta Pockets nr. 9831, 1998-1999, BulkBoek Amsterdam 1e druk: 1938, uitgeverij Nijgh & Van Ditmar ISSN / ISBN: 09227- 7625 Aantal pagina’s: 302 A. Samenvatting van de inhoud Moeder Joba liet de deurwaarder Dreverhaven in de steek. Het was een moeilijke bevalling. Ze noemde de jongen Jacob Willem Katadreuffe. Ze wilde toen al dat de jongen geen vader had. Dreverhaven doet Joba nog verscheidene huwelijksaanzoeken, maar die hebben geen succes. Ze ontmoet Harm Knol Hein. Hij is kraanmachinist en ook hij vraagt haar enige malen ten huwelijk. Joba wil echter zelfstandig blijven. De jeugd van Jacob Katadreuffe is moeilijk en hij woont in de armste buurt. Ze verhuizen en Joba gaat handwerken. Jacob heeft allerlei bijbaantjes en het gaat een tijd lang goed. Hij investeert in een sigarenwinkel in Den Haag, maar gaat failliet en krijgt schulden. De deurwaarder Dreverhaven komt. Katadreuffe weet niet dat het zijn vader is. Jacob gaat bij een advocatenkantoor werken op het laagste niveau als stenograaf (= iemand die in tekens en verkortingen snelschriften maakt). Hij krijgt een vriend Jan Maan. Ze maken veel uitstapjes naar het strand. Hij leert snel en is al snel beter dan de andere stenografen. Eindelijk kan hij omhoog klimmen. Zijn vader Dreverhaven werkt twee ochtenden in het kantongerecht. Hij is het die Jacobs oude faillissement weer boven water brengt, want de leningsbank van vroeger behoorde aan hem toe (toen konden ze hem niets maken, omdat hij toen geen geld had, maar nu wel). Zij vader probeert hem failliet te laten gaan. De baas van het advocatenkantoor, meneer Stroomkoning laat hem ondanks dit toch voor hem werken. Meneer De Gankelaar, eveneens een advocaat, komt ook voor Katadreuffe op en is een soort leermeester voor hem. Katadeuffe is helemaal overweldigd door de persoon van Stroomkoning en wil later net als hij worden, maar toch anders. Hij wordt verliefd op Lorna te Gorge, maar de relatie schiet niet op. Ze blijkt later ook al een vriend te hebben. Hij wil kost wat het kost studeren en sluit weer een lening af bij zijn vader. Een medewerker, Rentenstein, heeft geld verduisterd. Katadreuffe krijgt zijn baantje ? meer invloed. Katadreuffe heeft nog een schuld, namelijk van geld dat hij van meneer De Gankelaar had geleend, dus moet hij weer voor de rechtbank komen. De zaak wordt afgewezen. Hij voltooit zijn studie en slaagt voor het staatsexamen. Mevrouw Te Gorge neemt plotseling ontslag en Katadreuffe ziet haar bijna nooit meer. Hij slaagt ook voor zijn kandidaatsexamen en het leren gaat hem gemakkelijk af. Dreverhaven begint met de grootste ontruimingsactie van zijn carrière. Hij ontruimt namelijk zijn eigen verhuurde pand (9 verdiepingen). Hij maakt misbruik van zijn positie en wil hiermee macht krijgen. Als Jacob een jaar later mevrouw Te Gorge weer eens tegenkomt, zegt ze dat hij een karakter heeft gekregen. Hij slaagt voor zijn studie en wordt opgeroepen door de advocatengilde. Er wordt door een één of andere meneer Schuwagt bezwaar gemaakt voor zijn advocaatschap omdat: * Buitenechtelijk * Nu nog procureursklerk * Communistische beginselen * Twee keer failliet en een derde keer op het randje van het faillissement. Hij redt zich er goed uit en wordt beëdigd. Hij vindt dat hij er nog steeds niet is en hij wil allround advocaat worden. Hij brengt zijn vader een laatste bezoek en betaalt zijn schuld af. Hij zal hem nooit als vader erkennen. Het wordt een echte titanenstrijd en Dreverhaven ziet in dat hij verloren heeft. Katadreuffe’s leven is een grote droefheid en maar vier personen spelen een rol: Jan Maan (zijn vriend), Lorna te Gorge (zijn onbereikbare vriendin), “zij” (Joba) en de vierde persoon wordt gesymboliseerd als boom, die geveld is (Dreverhaven). B. Verhaalanalyse 1a. Titel De titel ‘Karakter slaat op de twee tegenovergestelde karakters van Dreverhaven en Katadreuffe. Ook ontwikkelt Katadreuffe in de loop van het verhaal een eigen karakter. 1b. Ondertitel Roman van vader en zoon. Op de voorkant van het boek staat het zakmes dat Jacob de laatste keer in de tafel van zijn vader steekt. 2. Motto Het boek is opgedragen aan de kinderen van de schrijver, Nina en Robert. Het motto in het boek is: A sadder and a wiser man -- S. T. Coleridge (1798) He rose the morrow morn Het betekent: Een nogal bedroefde en een wijzere man, Hij kwam op de volgende dag naar moeder. De ene man is Dreverhaven en de ander Katadreuffe en de moeder is Joba. 3. Soort boek Roman vader en zoon, maar ook een ontwikkelingsroman en liefdesroman (uit schaamte voor vrouwen laat hij Lorna Te Gorge schieten). Het is een echte Rotterdamse roman. citaat < 4. Personages De hoofdpersoon in het boek is Jacob Katadreuffe. Hij heeft een financieel moeilijke jeugd, maar zijn moeder wil niet dat hem iets tekort komt. Ze verhuizen van het armste gedeelte van de stad naar de arbeidersbuurt (=vooruitgang). Hij is erg ambitieus en wil graag advocaat worden om zijn vader voorbij te streven. Emotioneel is hij star en stug. De afschrikwekkende deurwaarder Arend Barend Dreverhaven is een keiharde man en probeert zijn zoon Jacob Katadreuffe zo veel mogelijk tegen te werken. Hij weet hem zelfs bijna te gronde te richten, maar toch komt Jacob erdoorheen en wordt advocaat. De vraag is of het wraak is omdat de huishoudster, moeder Joba, niet met hem wilde touwen. Zijn moeder is een vrouw van weinig woorden en werkt hard om rond te komen. Ze heeft veel huwelijksaanzoeken gehad, maar wil toch ongehuwd en zelfstandig blijven met een onechtelijk kind. Ze is bikkelhard voor haarzelf en voor haar zoon. Alle bijpersonen hebben iets persoonlijks en minder hard beschreven in zo’n hard verhaal, bijvoorbeeld de rechtschapen arbeider Jan Maan met communistische ideeën, boezemvriend van Jacob en kamerhuurder bij Joba. Ook de schipper Harm Knol Hein. De ruwe vent, die tevergeefs naar Joba’s hand dingt en natuurlijk de grote advocaat Stroomkoning die wel wat ziet in Katadreuffe hoewel hij net notulist geworden is. De grote die om de kleine denkt. 5. Tijd Het chronologisch vertelde verhaal wikkelt zich af in Rotterdam in 1903 (geboorte) tot 1931. Het eerste hoofdstuk is echter de ‘voorgeschiedenis’. 6.Vertelsituatie Het hele verhaal wordt verteld door een auctoriale of alwetende verteller. Je ziet het als het ware van bovenaf. Maar weet niet wat er later gaat gebeuren. 7. Ruimte Het gehele boek speelt zich af in Rotterdam, afgezien van enkele uitstapjes naar Den Haag. Hij woonde in Den Haag, maar deze stad komt er niet goed vanaf (faillissement). Het boek is zeer precies beschreven. Heel goed uitgewerkt en gedetailleerd. De schrijver heeft merkbaar veel verstand van recht en de advocatuur. Vooral het huis van Joba, de Voorschotsbank, waar Dreverhaven zijn kantoor heeft en natuurlijk het advocaten kantoor van Stroomkoning. 8. Opbouw Het chronologische verhaal bestaat uit 28 hoofdstukken met een eigen (soms terugkerende) titel bijv. een begin, de eerste maanden, Katadreuffe en Dreverhaven etc. Deze titel geeft de kern van het hoofdstuk weer. 9. Thema en motieven De rivaliteit tussen vader en zoon raakte in de naoorlogse periode erg in zwang. Dit boek werkt dit zeer extreem uit. Het is een echte titanenstrijd tussen twee oerkrachten. Trots onbuigzaam en tot geen enkele overeenkomst bereid staan ze tegenover elkaar. Ondanks dat probeert de zoon de ouderlijke invloeden te ontworstelen. Misschien wilde Dreverhaven Joba treffen, omdat ze zijn zeven huwelijksaanzoeken weigerde. Het volgende verschijnsel treedt op: Nooit zal er vrede worden gesloten in de strijd tussen de seksen, waarbij het kind de dupe wordt. Enkele motieven in het boek zijn: vaderzoon verhouding moederzoon verhouding, ambitie, geld, trots / koppigheid, recht en karakter. 11. Taal De taal was gemakkelijk, omdat ik een moderne uitgave gelezen heb. Ook waren er veel dialogen, waardoor het boek gemakkelijk doorlas. 12. Verfilming Het boek is verfilmd door Mike van Dien, die met de film in 1998 een oscar, voor de beste niet Engelstalige film, won. Hij hield zich niet helemaal aan het verhaal. Het einde is anders. In het boek: Jacob hoort niets meer van zijn vader. In de film: Dreverhaven pleegt zelfmoord. C. Mening Het boek vind ik nog uiterst leesbaar ondanks dat het in 1938 is geschreven, vooral door de gedetailleerde beschrijvingen van mensen, plaatsen en gebeurtenissen. Hierdoor kon je je heel goed inleven in de hoofdpersoon. Het verhaal wordt heel leuk gebracht, ondanks dat het een heel serieus onderwerp is. Ik vind het heel knap van Katadreuffe dat hij ondanks alle tegenwerkingen van zijn vader toch een goed advocaat wordt. Misschien speelde het vooruitzicht om zijn vader te overtreffen een grote rol om met zo’n grote discipline een studie te doen. De taal was gemakkelijk en de 302 bladzijden lazen lekker door omdat je ook te weten wilde komen of Katadreuffe het nu redde of niet. De schrijver beschrijft heel goed de beide karakters van zowel Jacob als Dreverhaven, hoe ze tegenover elkaar staan, maar toch overeenkomsten (bijvoorbeeld koppigheid en trots). Ik vind dit boek een echte aanrader van een boek waarin je ziet hoe je door moet blijven gaan ondanks dat het wel een tegenzit. Ik geef dit boek een 8,5. D. Informatie over de schrijver Ferdinand Bordewijk heeft rechten gestudeerd in Leiden en promoveerde naar een advocatenkantoor in Rotterdam, het decor van Karakter. In 1919 begint hij zijn eigen advocatenkantoor in Schiedam. Bordewijk schreef uit ‘liefhebberij’ en verdiende zijn brood als advocaat. Andere boeken van zijn hand zijn Paddestoelen (debuutbundel), Fantastische vertellingen, Blokken, Bint, Noorderlicht en Tijding van ver. Hij ontving in 1951 de Constantijn Huygensprijs voor zin hele oeuvre. |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |