![]() |
Boekverslag : Jos Vandeloo - Het Gevaar
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1823 woorden. |
Titel Het gevaar Auteur Jos Vandeloo Eerste Druk 1960 Titel verklaring De titel slaat op het gevaar, dat twee uitgebroken radioactief-bestraalde mannen voor de samenleving zijn. Zij beseffen dat heel goed. Van de ene kant beperken zij het gevaar zo goed mogelijk, van de andere kant hebben zij lak aan de maatschappij, die hen tenslotte heeft uitgestoten. Samenvatting Proloog:
Tijd Historische tijd: tweede helft twintigste eeuw (jaren '60 - '80) Vertelde tijd: ca. 2 weken 123 pagina's, 3 'hoofdstukken', een proloog en een epiloog. * Het verhaal is chronologisch, behalve dat -wat de tijd betreft- de proloog tussen het verhaal zelf en de epiloog geplaatst moet worden. * Het bevat geen flash-backs, maar wel prospectieve elementen, nl de vooruitzichten op een afgrijselijke dood, die Dupont en Benting in de kliniek te wachten staat:
Plaats Het speelt zich af in een grote (universiteit-) stad, waarschijnlijk in Nederland of België, in een speciale afdeling van een academisch ziekenhuis en later in de stad zelf. In de kliniek heerst een vreemde stemming: twee mannen, die op hun dood liggen te wachten en een professor, die doet alsof er nog hoop is.
Perspectief Het perspectief ligt voornamelijk bij Dupont en Benting , maar in het begin ook bij Martin Molenaar. In de derde persoon krijg je successievelijk toegang tot beide gedachtewerelden, ook tot hun mening over elkaar (pag. 84 - 86). Af en toe gaat het perspectief naar professor Wens. Na de ontsnapping, wanneer de twee uit elkaar gaan, wisselt het perspectief tussen hen en ligt uiteindelijk bij Benting (epiloog). Personen + Relaties Hoofdpersoon 1: Alfred Benting Alfred Benting is een intellectuele man, waarschijnlijk een kernfysicus. Hij is iemand die veel nadenkt -volgens Dupont tè veel- en houdt -tè- veel rekening met bijkomstigheden. Hij heeft mensenkennis en heeft oog voor zijn medemens, maar wil soms liever alleen met rust gelaten worden. Ik kan me heel goed in hem verplaatsen, dat is niet alleen een compliment voor de schrijver, maar dat komt vooral omdat ik enigermate op hem lijk. De psychologische nederwaartse ontwikkeling die hij doormaakt is (echter) vrijwel onvoorstelbaar. De beslissing -van iemand die altijd goed nadenkt- om uit te breken en zich wijs te maken, dat hij buiten genezen kan, getuigt van pure wanhoop, maar ook van levenslust. Want hij weet nog dondersgoed, dat hij de maatschappij in gevaar kan brengen. Zo is hij eigenlijk niet, maar wachten kan hij ook niet. Dit alles gebeurt onder invloed van Dupont. Hoofdpersoon 2: Een man van de afdeling fysica. Hij is wat ouder dan het merendeel van het atoomcentrum. "Zijn dikke, muiskleurige haren, hier en daar met parelgrijs doorweven, liggen als een donker kluwen op het kussen." Zijn rol is eigenlijk iets minder belangrijk dan die van Benting, maar hij is wel een hoofdpersoon, want zijn relatie met Benting is de belangrijkste in het boek. In de kliniek gaan Dupont en Benting elkaar steeds beter kennen en er ontstaat een hechte vriendschap. Benting is Dupont veel anders gaan zien:
Het ongeval met de reactor en de zware gevolgen van de bestraling hebben de scherpe tegenstellingen in zijn gemoed nu naar een climax gedreven. Hij heeft de laatste dagen ontzettend veel tijd gehad om over alles na te denken. Hij is emotioneel en subjectief, hij neemt een standpunt in, hij verdedigt zijn overtuiging." Motieven Uit de relatie tussen Alfred Benting en Harry Dupont volgen deze motieven: 1. Dood Benting en Dupont weten van Molenaar dat zij in de kliniek een zekere, afschuwelijke dood tegemoet zullen zien. In die wanhoopssituatie, met de dood in het vooruitzicht geven zij zich over aan Shakespeare: "Hopeloze ziekten worden door hopeloze middelen genezen, of in het geheel niet genezen." Zij gaan hierin geloven. 2. Angst Hun angst voor de dood, uiteengezet in de proloog:
3. Eenzaamheid De twee zieken (drie) in de kliniek zijn afgesloten van de wereld. Ondanks hun groeiende vriendschap, zijn zij in wezen eenzaam: in lichamelijk en geestelijk isolement. Zij voelen zich verlaten door de wereld, ze zijn "radioactief afval", dus waarom zouden zij vanwege die wereld 'hun enige mogelijkheid op genezing' laten schieten. Dus ze beseffen 'het gevaar', maar ze willen leven... Thema Leven Levensdrang. De instinctieve lust te leven is voor de twee mannen sterker dan het verstand. Volgens W. Wagner is die "levenswil tot anarchie vervallen, tot drift". Ik had het niet beter kunnen zeggen, (maar dat is geen verrassing.)
Eigen Mening Ik vind het een heel indrukwekkend boek. Jos Vandeloo beschrijft de personen zo, dat ik me er erg goed in kon verplaatsen. En een thema als de verrukking van het leven verwerken in een boek over zulk een menselijk leed vind ik erg nuttig. Om er over na te denken bedoel ik. Daarom vind ik het gebruik van -voor mij- soms onbegrijpelijke beeldspraken best jammer. Ook de betekenis van de man met het oog begrijp ik niet: is dat een waanidee van een stervende of heeft het een "angst-vertolkende" betekenis. Of voelt hij zich bekeken omdat hij zich schuldig voelt over het gevaar dat hij is of iets anders... Het boek heeft geen motto, maar een regel van Shakespeare uit Hamlet zou goed zijn. Omdat dat het moraal van de twee doodzieken wordt. |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |