Boekverslag : Ferdinand Bordewijk - Bint
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2053 woorden.

0. Verwachting:

Ik verwacht dat het boek niet zo moeilijk zal zijn het is een dun boek (76 pagina’s). Het boek schijnt in oud Nederlands geschreven te zijn. En ik heb nog nooit een boek in oud Nederlands gelezen, dus dat maakte me nieuwsgierig om het boek te gaan lezen. Wel lijkt het me een saai boek, de achterkant van het boek boeide me niet meteen om het boek te gaan lezen.

1. Titelbeschrijving:

Ferdinand Bordewijk – Bint-Roman van een zender – 1934.

2. Plaats en tijd:

De gebeurtenissen spelen zich grotendeels af op de middelbare school. Daarnaast is er een bezoek aan een museum en gaat een schoolreisje via Zeeuws-Vlaanderen en Belgie naar Frankrijk.

3. Samenvatting:

Als nieuwe leraar wordt De Bree aangenomen op een middelbare school. Aan het hoofd staat directeur Bint. Volgens Bint sluit het onderwijssysteem slecht aan op de eisen van de maatschappij. Voor een betere aansluiting is hij van mening dat het onderwijssysteem moet veranderen. Op deze school heerst dan ook een stalen tucht, die vijf jaar tevoren is ingevoerd. Een ‘product’ van deze tucht is klas 4D (‘de hel’). Bint:” Die klas is uniek. Zo een heb ik er nog nooit kunnen vormen, voor deze.” De Bree denkt dat hij mentaal en fysiek sterker is dan de klas en verklaart hen de oorlog “zonder ophouden, het hele schooljaar door…”. De voorgaande leraar van de ‘de hel’ is er weggepest. De Bree past zich, net als alle andere leraren, al snel aan het systeem van Bint aan. Hij laat leerlingen op zaterdag terugkomen en kleineert hen.

Na ontvangst van een slecht kerstrapport pleegt de leerling Van Beek zelfmoord. Bint wist dit van tevoren, maar nam geen maatregelen. Er ontstaat oproer onder de leerlingen, maar ‘de hel’ slaat deze neer, geinstueerd door Bint. Op een stoicijnse manier zegt hij: “De school komt er beter uit te voorschijn. Aardbeving is meestal bergvorming, en ons ontzag gaat naar de bergen.” Tijdens een schoolreis worden twee leerlingen door een medeleerlingen zwaar afgestraft, omdat ze, tegen de instructies in, hun eigen gang gaan.

Aan het einde van het schooljaar besluit De Bree toch les te blijven geven. Na de vakantie hoort hij dat Bint ontslag heeft genomen. Hij heeft zich het incident met Van Beek toch meer aangetrokken. Hierdoor blijkt dat Bint niet opgewassen was tegen zijn eigen systeem. Alle leraren zijn en Donkers neemt zijn plaats in. De Bree wil Bint thuis nog opzoeken, maar treft hem niet thuis. Klas 4D is overgegaan naar de examenklas, maar De Bree wil nog steeds geen vrede met het sluiten. Het blijft oorlog.



4. Figuren:

Bint: is de directeur van de middelbare school. Hij wil met zijn stalen tuchtsysteem de leerlingen vormen tot ‘maatschapppelijke reuzen’. Bint stelt daarbij hoge eisen aan zowel zijn leerlingen, als aan zichzelf. Volgens hem is “de tijd voorbij van gemoedlijkheid en verbroedering”. Aan het einde van het schooljaar blijkt Bint zelf niet opgewassen te zijn tegen zijn eigen systeem. Het incident met de leerling die zelfmoord pleegt heeft hem meer aangegrepen dan hij durft toe te geven.

De Bree: accepteert een baan als leraar om zijn eigen krachten te meten aan de werkelijkheid. Eigenlijk is hij fantasierijk persoon en zelfs romantisch. Hij gaat meer en meer geloven in het onderwijssysteem van Bint. Zelfs als ‘de hel’ vrede wil sluiten met De Bree, buigt hij niet voor hun verzoek. Het blijft oorlog. De Bree is evenals Bint een rond karakter.

De klassen worden in het boek beschreven als ‘de hel’, ‘de bloemen’, ‘de grauwen’ en ‘de bruinen’. De karaktertrekken van de klassen zijn tot een karikatuur gemaakt en daarmee verworden ze tot typen.

5. Thema:

Dictatuur – omdat er op deze school een systeem van stalen tucht is ingebracht door de directeur Bitn en deze vindt dat de leerlingen moeten gehoorzamen en naar de leraar moeten luisteren. Hij geeft weinig aandacht aan de leerlingen en het interesseert hem allemaal heel erg weinig. De leerlingen hebben absoluut geen inbreng en de leraren zijn de baas.
Tucht – door middel hiervan probeert en wil Bint echte mannen van de leerlingen maken, ookal is dit niet altijd de manier.

6. Opbouw:

Het boek heeft 76 bladzijden en die zijn weer verdeeld in 28 hoofdstukken.

7. Titelverklaring:

Het verhaal draait om de directeur van de school, genaamd Bint. De ondertitel slaat op het karakter van deze man. Hij geeft op autoritaire wijze zijn ideeen over onderwijs en opvoeding weer: “Ik eis van ieder tucht!”. Daarmee is hij een zender.

8. Motto:

Er is geen motto aanwezig in het boek. Wel is er een opdracht, deze luidt:’Aan mijn rector en zijn staf’. Ferdinand Bordewijk is zelf leraar geweest.

9. Vertelsituatie:

Er is sprake van een personale verteller, waarbij De Bree het personale medium is. Het verhaal is geschreven in hij-perspectief.


10. Chronologie:

Het verhaal is chronologisch opgebouwd en beslaat een schooljaar; vanaf de aanstelling van De Bree tot het ontslag van Bint aan het begin van het nieuwe schooljaar.

11. Tijdsbehandeling:

Het speelt zich af binnen een schooljaar. Er is een tijdsverdichting: de lessen(zijn niet boeiend en duren te lang). De leestijd is langer dan dat de les duurt. Er is ook sprake van tijdsuitbreiding de gedachte van De Bree ( je weet nu wat er in hem omgaat).


12. Werkelijkheid:

Het boek is heel werkelijk. Het is in 1934 geschreven, de tijd dat Hitler op komst was. Hij hanteerde een zekere stalen tucht, namelijk het fascisme. Hitler was de leider, net zoals Bint de schooldirecteur. De soldaten volgden Hitlers stalen tucht net zoals de leraren Bint volgen. Het volk werd door Hitler onder de duim gehouden d.m.v. een stalen tucht, net zoals de leerlingen van Bint. De stalen tucht op school was er net als in het het derde rijk maar aanzienlijk in mindere mate.

13. Genre:

Het verhaal is een psychologische roman.
Psychologischà Je kunt lezen hoe Bint op dingen reageert en wat en waarom hij de dingen doet die hij doet.
Romanà Er vindt een karakterontwikkeling plaats bij Bint, bij De Bree en bij de klas ‘de hel’. Naast de hoofdlijn vinden er ook nog andere ontwikkelingen plaats.

14. Waardeoordeel:

De hoofdpersoon van het boek was knap beschreven je kreeg een goed beeld van de persoon en daardoor kon ik goed met hem mee voelen. Het was alleen jammer dat dit een van de weinige sterke punten van de schrijver was. Er waren geen moeilijke woorden en de zinnen waren kort en overzichtelijk hierdoor was het makkelijk te volgen. Jammer genoeg klopte mijn eerste indruk het boek was saai en er zat geen spanning of variatie in.

Verwerkingsopdracht: 5- Personages 1.


Ik heb als twee eenzijdige personages uit het boek de twee klassen gebruikt. De leerlingen van ‘de hel’ en de leerlingen van de ‘bruine klas’. Ik heb deze twee ‘personages’ gekozen, omdat je maar weinig van de klassen te weten komt, je weet alleen wat over de klassen, wanneer Bint en De Bree over de klassen praten of over de klassen nadenken.


De leerlingen van ‘de hel’.

Deze klas valt op doordat er door de leraren al heel negatief over deze klas wordt gepraat. De leerlingen in de klas dragen allemaal vreemde namen, of dit de echte namen zijn, denk ik niet. Allen hebben een raar uiterlijk. Voorbeeld:blz:6: ‘Die klas is uniek.’ Blz. 17: ‘God, wat een klas dacht De Bree. En zo waren er meer dan twintig. Er was goud mee te verdienen op kermissen.’

Whimpysinger à Hij is groot en bleek, hij heeft hardgroen tandschimmel en rossige ogen.

De Moraatz à Hij is klein en bleker dan Whimpysinger. De Moraatz zijn tanden waren groot en bruin. Zijn krieloogjes zonder wit pasten als een git in een ring. Zij keken met de woedende wanhoop van een rat die wordt gewurgd.
Whimpysinger en De Moraatz zijn een onafscheidelijk duo.

Kiekertak à Vb. blz.26: Een diepzeemonster enkel gebid, twee gebitten.

Voorzanger à Hij is de menselijke van allemaal. Hij was ook heel bleek, hij heeft een bril. Het is een bril met hooggeleerde glazen. Als zijn oog niet brutaal stak, glinsterden brutaal zijn glazen wel. Hij was afwezig en stil, een jong geleerde, zo noemde De Bree hem.

Ten Hompel à Hij hapte tijdens het werken naar een insect. Hij had een zwarte doggentronie. HIj was voor een dog te levendig. Deze keek onder het werk vlug op naar De Bree, honderd maal. Zijn oogjes waren meer wolf dan herder. Deze was vrij stevig, en enkel kaak. Vb. blz. 17.

Schattenkeinder à Een sloddervos, boeken en pennen zijn verscheurd en zijn afgevreten, ze zit altijd onder de inkt. De Bree kon in haar geen meisje zien, ze leek er niets op.







De leerlingen van de ‘bruine klas’.

In de bruine klas had De Bree het naar zijn zin, hij had plezier in deze klas. Er waren daar twee bruine jongeren die hij al eens eerder had gezien. Er lag een waas van bruin. Er was doodstille aandacht. Vijftig ogen weken niet van zijn mond, hij sprak elk
woord tegen klankborden van oren. Vingers gingen omhoog, aldoor aan de strak gespannen armen, zo hoog mogelijk. Het was niet van de lucht, het ging bij vier, vijf tegelijk. Wanneer er werd geschreven vielen ze als roofdieren over hun schriften. Vb. blz.23.



Twee complexe personages uit het boek heb ik gekozen voor Bint en De Bree.
Zij weerspiegelen emoties in het boek, over hen kom je het meeste te weten. Ik vond het erg fascinerend om te lezen hoe deze twee mensen door tucht en discipline hun leerlingen aan het werk krijgen, ik denk dat dat tegenwoordig niet zal werken, omdat wij dat heel anders gewend zijn. Doordat je steeds hun gedachten kunt lezen, zonder deze gedachten weet je niet waarom ze deze tucht over deze leerlingen loslaten, je komt anders niets te weten over de leerlingen uit ‘de hel’ of uit de ‘bruine klas’.


De Bree:

De Bree accepteert een baan als leraar om zijn eigen krachten te meten aan de werkelijkheid. Hij raakt bezeten door het schoolsysteem van Bint. Eigenlijk is hij een fantasierijk persoon en zelfs romantisch, toch is hij hoofdzakelijk autoritair en trots. Voorbeelden hiervan zijn: blz. 7 ‘Hij deed zijn intrede op autoritaire wijze.’ En; blz. 15. ‘Hij was te trots om te vragen.’


Bint:

Directeur van een school die hij op uiterst autoritaire wijze leidt. Hij wil niet onderrichten, maar opvoeden tot maatschappelijke reuzen die het land zullen redden. Hij stelt daarbij hoge eisen aan zowel zijn leerlingen als aan zichzelf. Volgens hem is “de tijd voorbij van gemoedelijkheid en verbroedering.”. Het incident met de zelfmoordenaar heeft hem meer aangegrepen dan hij toe durft te geven. Door zijn uitgebreide karakter is hij een rond karakter. Hij gebruikt weinig woorden en heeft grote denkkracht.
Cfr. Bordewijk: Bordewijk is zelf voorstander van macht en tucht omdat hij vreest dat de moderne technieken van de mens een robotachtig wezen zullen maken.

Voorbeelden van de Autoriteit en tucht:
Blz. 6: ‘De directeur tutoyeerde ongevraagd, niet uit familiariteit, maar uit gezag.’
Blz 6: ‘Ik eis van ieder: tucht…’
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen