![]() |
Boekverslag : Bordewijk - Bint
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2196 woorden. |
Externe gegevens Biografische gegevens Ferdinand Johan Wilhelm Christiaan Karel Emiel Bordewijk werd op 10 oktober 1884 in Amsterdam geboren. Zijn vader was referendaris bij het departement van Waterstaat. In 1894 verhuisde hij met zijn ouders naar Den Haag, waar hij voor de rest van zijn leven zou blijven wonen. Hij zat daar eerst op het gymnasium, waarna hij in Leiden ging studeren en in 1912 promoveerde hij daar. In 1915 werd Bordewijk beëdigd als advocaat. Hij heeft toen eerst korte tijd op een archief van een Haagse levensverzekeringsmaatschappij gewerkt. Daarna werd hij aangenomen bij een advocatenkantoor in Rotterdam (dit kantoor speelt een belangrijke rol in Karakter), waar hij tot 1919 bleef werken. Hij werd zelfstandig advocaat in Schiedam en dit bleef hij tot zijn dood. In 1914 trouwde Bordewijk met de componiste Johanna Roepman en later kregen zij een zoon en een dochter. Van 1918 tot 1920 was Bordewijk ook nog docent Handelsrecht op de Handelsschool in Rotterdam, de locatie waar Bint zich afspeelt. Tijdens de tweede wereldoorlog wilde hij niet lid worden van de Kultuurkamer, waardoor hij niet meer kon publiceren. Hij maakte met zijn vrouw veel reizen naar het buitenland, zoals naar Noord-Afrika. Eind 1945 werd hij benoemd tot voorzitter van de Ereraad voor Letterkunde, een zuiveringscollege dat auteurs die tijdens de bezetting hadden gecollaboreerd, een publicatieverbod mocht opleggen. Van 1947 tot 1952 was Bordewijk voorzitter van de Haagse Jan Campert-stichting. In 1954 won hij de P.C. Hooft-prijs. Op 28 april 1965 overleed Bordewijk. In datzelfde jaar kreeg hij de Zilveren Penning van de gemeente ’s-Gravenhage. Andere belangrijke werken In 1916 debuteerde Bordewijk met de dichtenbundel Paddestoelen, onder het pseudoniem Ton Ven. In 1919, 1923 en 1924 publiceerde Bordewijk, dit keer onder zijn eigen naam drie bundels; Fantastische vertellingen. Daarna schreef hij twee korte romans, Blokken, in 1931 en Knorrende beesten in 1933. Blokken wordt vaak zijn debuut genoemd, omdat hij hierin voor het eerst in zijn korte, afgebeten stijl schrijft: ‘nieuw zakelijkheid’. In 1938 schreef Bordewijk Karakter, wat samen met Bint zijn bekendste roman is. Enkele andere romans van Bordewijk zijn Apollyon, Bij gaslicht, Rood Paleis en De Gemeenschap. Algemene thematiek Bordewijk is een erg on-Hollandse schrijver. In Blokken, Knorrende beesten en Bint is dat goed te merken, omdat deze romans ver van het oer-Hollandse realisme afstaan; ze zijn erg surrealistisch. De personages in Bordewijks romans zijn vaak karikaturen of personificaties van een idee. Dit is bijvoorbeeld goed te zien in Karakter, waarin de deurwaarder Dreverhaven een krachtig figuur is die aan zijn kracht ten onder gaat. In Bint is het schoolhoofd Bint de krachtige figuur, die ook ten onder gaat. In Blokken, Knorrende beesten en Bint draait het dan ook vooral om ondergang. Dit wordt vanuit drie verschillende perspectieven gedaan; de Staat, de auto en de opvoeding. In Blokken en Bint speelt tucht ook een grote rol. Algemeen oordeel kritiek In het begin van Bordewijks schrijverscarrière, vanaf 1916, schreef hij Paddenstoelen en Fantastische vertellingen. Hiervoor was niet veel belangstelling van het publiek. De meeste critici waren niet erg onder de indruk, vanwege de nogal vlakke en wijdlopige taal die hij in zijn boeken gebruikte. Vanaf 1931, toen Bordewijk Blokken schreef, begon hij ervaring te krijgen. De meeste recensenten vonden het een redelijk boek. Men kreeg vooral oog voor zijn bijzondere inhoudelijke en stilistische kwaliteiten. In 1934, als hij Bint uitbrengt, zijn tucht en macht belangrijke begrippen. Velen vonden dat hij in Bint te ver ging, maar er werd ook waarderend over het boek gesproken. De boeken die daarop volgden werden wisselend beoordeeld. Zijn beste roman was Karakter, terwijl hij zelf Noorderlicht zijn beste roman vond, maar lang niet iedereen was het met hem eens. Vanaf 1955 is hij over zijn literaire hoogtepunt heen. Tot zijn dood schreef hij nog veel persoonlijke en ontoegankelijke boeken. Interne gegevens Inhoudsweergave De Bree gaat voor een jaar lesgeven aan vier vierde klassen op een middelbare school, die over twee jaar zal sluiten. De Bree is op dat moment al bezig met het schrijven van een manuscript over de zeventiende-eeuwse Anna Maria van Schuurman, een geleerde vrouw. De Bree ziet het lesgeven dan ook als een bijzaak. De voorganger van De Bree, Van Fleer, is weggepest door klas 4D. De directeur van de school, de heer Bint, vertelt hem dat er op zijn school stalen tucht heerst. De Bree zorgt er meteen voor dat hij veel gezag heeft in klas 4D; hij verklaart ze de oorlog. En na de eerste les laat hij al leerlingen nakomen. In de lerarenkamer ontmoet hij andere leraren, die hem meer over Bint vertellen. Bint vindt dat onderwijs en maatschappij slecht op elkaar aansluiten. Daarom moet, volgens hem, het onderwijssysteem veranderd worden door een tuchtsysteem. Dit heeft hij vijf jaar geleden ingevoerd. De Bree past zich snel aan aan het systeem van Bint. De vier klassen die hij lesgeeft zijn erg verschillend; de ‘bloemenklas’ is erg vredig, de ‘grauwen’ zijn onopvallend, de ‘bruinen’ zijn ijverig en klas 4D ziet hij als ‘de hel’. Na twee maanden wil 4D vrede met De Bree sluiten, maar hij weigert dit. Voor de kerstvakantie houden de leraren een rapportvergadering. Aan het einde hiervan meldt Bint dat er na de vakantie moeilijkheden zullen komen. Dit gebeurt inderdaad; in de vakantie pleegt een leerling, Van Beek zelfmoord vanwege zijn slechte rapport. Na de vakantie, vlak voordat de school begint, staan er veel oproerige leerlingen voor de school. Zij zijn tegen het tuchtsysteem van Bint en willen kameraadschap met de onderwijzers. Plotseling rennen alle leerlingen van ‘de hel’ de school binnen en op het sein van Bint overvalt ‘de hel’ de andere leerlingen. Dit alles duurt maar tien minuten. Bint is erg tevreden over 4D. De hele school krijgt straf, behalve 4D. De oproerigste leerlingen worden van school verwijderd, evenals de conciërge, die had meegewerkt aan de opstand. In de paasvakantie gaan een aantal leraren met een halve klas een fietstocht maken. Omdat een leraar verhinderd is, mag De Bree in zijn plaats met de helft van 4D naar België. Tijdens de tocht gaan twee leerlingen ervandoor. Als het tweetal later terugkeert, laten De Bree en de klas duidelijk merken dat ze woedend zijn. Een tijdje na die vakantie komen de overgang en examens in zicht. Daarna is het schooljaar afgelopen. Bint vraagt De Bree of hij toch niet nog een jaar wil doceren, maar De Bree weigert. Later bedenkt hij zich en schrijft aan Bint dat hij toch wil blijven. Na de vakantie blijkt dat Bint ontslag heeft genomen, iedereen is verbaasd. De zelfmoord van Van Beek had hem blijkbaar toch erg getroffen. De Bree wil Bint opzoeken, maar hij is nooit thuis. De Bree blijft lesgeven, ook aan 5C, de voormalige klas 4D en hij blijft oorlog met ze houden. Thematiek In Bint gaat het over tucht en wat daarmee bereikt en aangericht kan worden. De chaos en verwildering van de maatschappij wordt bestreden door stalen tucht. In de tijd dat Bint deze roman schreef heerste er een economische crisis en dreigde er een politieke chaos. Daarnaast speelt de school/maatschappij een belangrijke rol. Bint wil ´maatschappelijke reuzen´ vormen, om de aansluiting naar de maatschappij beter mogelijk te maken. Titelverklaring De titel, Bint, slaat natuurlijk op de schooldirecteur Bint, die het tuchtsysteem op zijn school invoerde. De ondertitel is roman van een zender. Waarschijnlijk wordt Bint met ‘de zender’ bedoeld, die zijn ideeën over stalen tucht overdraagt aan de leraren. Het is ook mogelijk dat De Bree met ‘de zender’ bedoeld wordt, omdat we via hem het verhaal over Bint te horen krijgen. Motto Deze roman heeft geen motto. Belangrijkste motieven Ondergang Vanaf het begin van het verhaal is al bekend dat de school van Bint ten onder zal gaan. Ten eerste zal De Bree na één schooljaar al weggaan en ten tweede is Bint door zijn strenge regime in conflict gekomen met ouders en de wethouder, waardoor er al drie jaar geen leerlingen worden toegelaten. Hierdoor zal de school van Bint nog maar twee jaar voortbestaan. Tucht Een ander motief is tucht. Op de school heerst zo´n strenge tucht dat de leerlingen hunpersoonlijkheid moeten opgeven. Bint doet dit om het karakter van de leerlingen sterk te maken. Ook de leraren worden onder een stalen tucht gehouden. De leraren geven precies zo les als Bint het ze opdraagt. Monster Bint is zo onverbiddelijk en hard dat hij op een buitenaards monster lijkt. Na verloop van tijd krijgt De Bree ook iets van een monster; hij wordt gevoelloos en krijgt een keihard karakter. Karakterbeschrijvingen Je beleeft de gebeurtenissen door de ogen van De Bree, hij is dan ook een erg belangrijk persoon in dit verhaal. De Bree is een niet erg knappe, best kleine man met bruine tanden van het pijproken. Hijzelf vindt iedereen die hij tegenkomt lelijk en geeft ze dan ook lelijke bijnamen. Hij behandelt de klassen die hij doceert als wezens; hij geeft ook elke klas een bijnaam. Hij past zich snel aan aan het tuchtsysteem van Bint. De Bree is erg streng en heeft het hele jaar oorlog met ‘de hel’. In het begin had hij moeite met het streng zijn, maar later groeit hij helemaal in zijn rol. De Bree is trots op zichzelf, omdat hij de orde goed weet te handhaven. De Bree ziet het lesgeven als een uitdaging met de werkelijkheid. De Bree is een round character, omdat je veel over zijn gedachtes te weten komt en zijn karakter verandert in de loop van het verhaal. Een ander, erg belangrijk persoon in het verhaal is Bint. Bint wil het tuchtsysteem invoeren op zijn school. Hij stelt hoge eisen aan de leerlingen en zichzelf. Bint is erg oppervlakkig, hij lijkt totaal geen gevoel te hebben. Als een scholier zelfmoord heeft gepleegd, lijkt het hem niets te doen. Later blijkt dat dat hem toch wel getroffen heeft, want hij neemt ontslag. Hij doet zich sterker voor dan hij is. Bint is dus ook een round character. Verder worden de vier klassen in aparte hokjes gestopt met ieder zijn aparte eigenschappen. De Bree ziet klas 4D als ‘de hel’, deze klas is het voorbeeld van Bints tuchtsysteem. Ze staan volledig achter het systeem en ontwikkelen zich tot een soort eliteklas. De klas die de bijnaam ‘de bloemen’ krijgt is een erg vredige klas, het tegenovergestelde van ‘de hel’. De leerlingen uit de klas van ‘de grauwen’ zijn goedaardig, ze werken hard maar zijn kleurloos en slecht. ‘De bruinen’ zijn de beste leerlingen, ze zijn alle andere klassen voor. De klassen zijn flat characters, je komt niet veel van ze te weten en hun karakters veranderen niet in de loop van het verhaal. Opbouw 1. Vertelvorm Het verhaal staat geschreven in het personaal perspectief, de hij-vorm. Je ziet alles door de ogen van De Bree, dus de verteller is niet alwetend. Je weet en ziet alles wat De Bree ziet en weet. En je leest wat De Bree hoort, ziet en denkt. 2. Tijdsverloop Deze roman is chronologisch opgebouwd. Het verhaal begint op de dag dat De Bree voor het eerst lesgeeft op de school en het verhaal eindigt bijna een jaar later, aan het begin van het tweede jaar dat De Bree lesgeeft. Fabel en sujet lopen dus gelijk aan elkaar. Er zitten geen echte flashbacks in het verhaal, wel wordt er af en toe teruggewezen naar wat er in het verleden gebeurd is. Bijvoorbeeld als een leraar aan De Bree vertelt over het verloop van het tuchtsysteem van Bint. Er zitten wel veel versnellingen en vertragingen in het verhaal, omdat van het hele jaar maar een paar dagen of momenten redelijk nauwkeurig beschreven worden, waarna er over een hele periode niks verteld wordt. 3. Open plekken/spanning Er zitten maar een paar korte, open plekken in de roman. Eén daarvan is tijdens de opstand van de leerlingen. Opeens stormt ‘de hel’ naar binnen en op een seintje van Bint vallen ze de andere scholieren aan. Eerst is het niet duidelijk waarom Bint en ‘de hel’ zo goed samen kunnen werken, later blijkt dat Bint dit van tevoren met de klas heeft afgesproken. Een andere open plek is, wanneer Bint ontslag heeft genomen. Dit kwam erg onverwacht en niemand heeft er een duidelijke verklaring voor. Later blijkt dat de zelfmoord van Van Beek de oorzaak van zijn ontslag is. Door deze open plekken wordt de spanning niet heel erg opgebouwd, de open plekken worden al snel verklaard en ze zijn vaak niet erg nieuwsgierig makend. Stijl De stijl in Bint is kort en zakelijk; het komt erg koel over. Situaties worden uitvoerig beschreven, maar er wordt ook een verhaal verteld. Er worden nauwelijks gevoelens beschreven. Er worden veel fantasievolle en vreemde metaforen en vergelijkingen gebruikt. De klassen en leerlingen worden vaak ‘wezens’genoemd en over de conciërge:’Hij had de stem van een weekdier’. De sfeer is een beetje duister en onheilspellend; het verhaal speelt zich af in de tijd van opkomend nationaal-socialisme, economische crisis en politieke chaos. Einde Aan het eind van de roman heeft Bint ontslag genomen, hij is niet meer de directeur van de school waar zijn tuchtsysteem heerst. Toch zijn aan het eind van het verhaal een aantal vragen onbeantwoord gebleven; hoe vergaat het De Bree in het nieuwe schooljaar en hoe loopt het af met de leerlingen uit ‘de hel’, wat zijn de gevolgen van Bints tuchtsysteem? Wat Bint betreft is het verhaal misschien afgelopen, maar wat de gevolgen van zijn systeem zijn blijft onduidelijk. Daarom is het een open einde. |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |