W. Y. Bontekoe, Journeael Ofte Gedenckwaerdige...
Willem Ysbrandtz. Bontekoe: "Journael ofte gedenckwaerdigebeschryvinghe van de
Oost-Indische reyse" van Willem Ysbrandtz. Bontekoe van Hoorn: (1646)
schrijver
Willem Ysbrandtz. Bontekoe werd geboren in 1587 te Hoorn. Hij was zoon van een schipper,
zijn twee broers beoefenden dat beroep ook.
De achternaam "Bontekoe" is waarschijnlijk te danken aan het huis waarin hij
woonde, op de gevel stond een bonte (zwart/wit gevlekte) koe.
Als schipper heeft hij een paar reizen naar de Oost gemaakt. Hij was een goed schipper,
had veel capaciteiten en hij heeft goede schepen toevertrouwd gekregen.
boek
Vergeleken met andere reisverhalen uit de zestiende/zeventiende eeuw is Bontekoe geen
Renaissance-schrijver, waarschijnlijk heeft hij de korte journaals gedicteerd in
verhaalvorm aan een uitgever of klerk.
Het boek was en is erg populair. Tot 1800 is het meer dan 70 keer uitgegeven. Ook in de
19e eeuw is het enkele malen uitgegeven. Er zijn ook vertalingen van gemaakt: Franse,
Javaanse en Soendanese en later Engelse (1920).
titel
De titel slaat op een reis naar de Oost, die Bontekoe als schipper heeft meegemaakt.
genre
Reisverhaal.
thema
is er niet echt.
motieven
conflict tussen koopman en schipper
wijze van optreden tegen de Portugezen en Chinezen
samenvatting
Het verhaal begint met de gegevens van het begin van de reis naar de Oost. "In 't
jaer ons Heeren 1618, den 28. December, ben ick, Willem Ysbrandtzs. Bontekoe van Hoorn,
Tessel uytghevaren voor schipper, met het schip, ghenaemt: Nieu-Hoorn, ghemant met 206
eters, groot omtrent 550 lasten, met een Oosten-wint."
Voordat het schip de Canarische eilanden bereikte,had het al een flinke storm te verduren.
Dagenlang hield deze aan. Van de mast brak het bovengedeelte af en het kostte de grootste
moeite het nog staande deel te stutten. Na de storm had de bemanning handen vol werk om
alles wat vernield was weer te herstellen.
Onderweg ontmoeten ze twee andere Oostinjevaarders, en gezamenlijk zetten ze de tocht
voort. Bij Kaap de Goede Hoop konden ze niet landen, omdat er een harde wind vanuit het
Westen waaide. Ze laten daarom op bij eiland Maskarinas (Reunion) het anker vallen, en
gaan aan land. De koopman Heyn Rol is erop tegen: als de "Nieu-Hoorn" zou
afdrijven, waren ze mensen kwijt.
Maar Bontekoe zet door, en de zieken kunnen herstellen.
De mannen bivakkeerden er geruime tijd. Het schip werd met azijn besprenkeld, om her een
gezonde lucht in te krijgen, de voorraden proviand en het water werden aangevuld en daarna
moesten zij toch weer verder.
Toch bleek algauw dat de gezondheidstoestand van verscheidene schepelingen nog te wensen
overliet, en ze gaan op Sancte Maria aan wal en ruilen met de inboorlingen voedsel.
Hierna gaan ze de grote oversteek beginnen, naar de "Straet van Sunda". Op dit
traject vond de grote ramp plaats, er breekt brand uit bij de brandewijn, deze vat vlam en
stroomt naar het ruim waar de smidskolen lagen.
Bontekoe oordeelde, dat ze de lading van 360 vaten buskruit over boord moesten zetten,
maar Rol achtte dit niet verantwoord. Ze konden het vuur niet de baas worden. Een paar
matrozen en ook Heyn Rol gaan in de sloep zitten en roeien weg van het schip.
De overgeblevenen bleven blussen, maar het vuur sloeg in het kruit en het schip ontploft.
Bontekoe overleeft het en wordt opgepikt door Heyn Rol met de sloep.
Van hemden worden zeilen gemaakt. De broodvoorraad begint op te raken, en de mannen zijn
al van plan om de scheepsjongens op te eten, maar Bontekoe weet het plan drie dagen uit te
stellen.
De dertiende dag zien ze land, en nog diezelfde dag landen ze. Daar eten ze kokosnoten, en
drinken de melk eruit, maar ze vinden evenwel geen water, en ze gaan weer weg, de dag
daarna komen ze bij Sumatra, waar ze eerst niet door de sterke branding konden komen. Bij
de inwoners kopen ze voedsel met realen van achten. (zgn Spaanse matten).
De volgende ochtend stormen zo'n 200 inlanders het bos uit. Het werd rennen voor het leven
naar de boot met al die zwarten op de hielen. Met moeite kon men het ankertouw kappen,
waarna de boot van land afdreef. Ze tellen het volk en merken dat ze 16 man verloren
hadden. Ze wisten nog steeds niet waar ze waren, en Bontekoe bad tot God om uitkomst.
Juist dreven de wolken wat weg en Bontekoe zag twee blauwe bergtoppen. Maar dat moesten de
bergen zijn, waarover hij thuis Willem Cornelisz. Schouten had horen vertellen. De lagen
op de hoek van Java.
Met een gunstige wind koersten ze ernaar toe, en worden warm onthaald door de bemanningen
van Hollandse schepen die er lagen.
Later kreeg Bontekoe het bevel over de "Groeningen". Na twee jaar varen door de
Archipel moest hij samen met 7 andere schepen naar China om Macao te incorperen. Dat
mislukte; vervolgens zeilde men verder naar de Chinese kust om daar handelsbetrekkingen
aan te knopen. Dat was geen gemakkelijke taak en daarom werden er schepen naar de kust
gestuurd om te proberen of ze de Chinezen "door vrese van vyandtschap en gewelt tot
den handel mochten beweghen."
Maar onder valse voorwendselen wisten de Chinezen vele mannen aan wal te krijgen,
waaronder zelfs het "over-hooft" van de vloot. Zij werden gevangen genomen en
een groot aantal jachten werd door wel vijftig branders vernield.
Ondanks promotie en hogere gage wilde Bontekoe terug naar Batavia. Dit werd hem
toegestaan, waarna hij nog enkele reizen door Indie maakte.
Als schipper op de "Hollandia" aanvaardde hij de terugreis. Er waren nog twee
retourschepen, de "Gouda" en de "Middelburgh". In een zware orkaan
verging de "Gouda". De beide andere schepen werden deerlijk gehavend. De
"Middelburg" en de "Hollandia" scheidden en Bontekoe liet voor anker
gaan op Madagaskar, waar zij een nieuwe mast maakten uit bomen.
De reis werd voortgezet en op de 13e september bereikte het schip Ierland, waar de
bemanning ging passagieren alsof ze al thuis waren. De 16e november bereikt het schip
Zeeland. Bontekoe had op een maand na zeven jaar voor de reis nodig gehad.
Hier kon de schipper ophouden met schrijven, maar hij vertelt nog dat de
"Middelburgh" niet terecht is gekomen, en dat hij dankbaar is dat de
"Hollandia" alle perikelen heeft overleefd.
"Amen" |