Boekverslag : Godfried Bomans - Erik Of Het Klein Insectenboek
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1844 woorden.

Beschrijving van de leeservaring

Auteur: Godfried Bomans
Titel: Erik
Ondertitel: of het klein insectenboek
Verschenen in: 1939
Aantal blz.: 171 (exclusief alle voorwoorden: 153)
Leestijd: 4 uur
Uitgelezen op: 18 april

Waarom heb ik dit boek gekozen?
Ik heb thuis in de boekenkast gekeken welke boeken er stonden die ik zou kunnen lezen. Mijn vader dacht dat ik dit boek zeker leuk zou vinden, en dat het ook vast wel literatuur zou zijn. Mij leek het ook wel grappig, dus ben ik het maar gaan lezen.

Verwachtingen vooraf
Mijn vader zei dat dit boek een beetje poëtisch geschreven was (dat dacht hij zich tenminste te herinneren). Dat leek me niet zo erg leuk, maar het verhaal wel. Dat had ik op de omslag gelezen. Toen heb ik een paar bladzijdes gelezen, en bleek dat dat poëtische nogal meeviel. Het leek me een heel grappig verhaal.

Eerste reactie achteraf
Ik vind dit werk: 1 niet 2 een beetje 3 erg
spannend xxxxxxxxxx
meeslepend xxxxxxxxxx
ontroerend xxxxxxxxxx
grappig xxxxxxxxxx
realistisch xxxxxxxxxx
fantasierijk xxxxxxxxxx
interessant xxxxxxxxxx
origineel xxxxxxxxxx
goed te begrijpen xxxxxxxxxx

Dit werk heeft mij aan het denken gezet. ja/nee
Ik heb iets aan dit werk gehad. ja/nee (namelijk plezier)
Verdieping

Korte samenvatting van de inhoud
Het verhaal gaat over Erik, een jongetje van 9 jaar. De volgende dag op school zal hij een proefwerk krijgen over
de insecten uit "Solms' beknopte natuurlijke historie". Die avond ligt hij in bed nog wat te leren, als hij ziet de
schilderijen in de kamer tot leven ziet komen. Hij stapt schilderij "Wollewei" binnen, en wordt net zo klein als de
insecten. Op zijn tocht door de wei op zoek naar de lijst van het schilderij, komt hij allerlei insecten tegen. Zo
komt hij eerst bij een wespenfamilie, die heel sjiek is, en het heel belangrijk vindt te weten of Erik wel een angel
heeft. Daarna komt hij in hotel "Het Slakkenhuis", waar allerlei verschillende insecten logeren. Daar blijft hij een
tijdje, en dan vertrekt hij op de rug van een zojuist ontpopte vlinder. De vlinder wordt verliefd en trouwt, dus Erik
moet zijn reis alleen voortzetten. Nu begint de eigenlijke zoektocht naar de lijst van het schilderij. Hierbij raakt
hij in gevecht met enkele insecten, en komt daarna bij een doodgraversfamilie terecht. Hun woning wordt
verwoest door een mol, en hij wordt door een worm geholpen om weer boven de grond te komen. Maar die raakt
in de knoop. Een mier helpt Erik naar boven, en vertelt hem dat hij beroemd is. Erik geeft voorlichting aan jonge
moeders, maar ontdekt dat hij eigenlijk nog lang niet genoeg weet, ondanks Solms'. Hij blijft een tijdje in de
mierenhoop, en vertrekt tenslotte aan het hoofd van een mierenleger naar de lijst. De mieren raken onderweg in
gevecht met een ander mierenleger. Erik krijgt mierenzuur in zijn ogen gespoten, en als hij opkijkt, zit hij rechtop
in bed. De schilderijen bewegen niet meer, en als hij naar beneden gaat, merkt hij dat zijn ouders helemaal niet
verbaasd zijn hem weer te zien. Op school moet hij het proefwerk maken, maar dat gaat niet al te best. Hij
schrijft allerlei rare antwoorden op en na school moet hij dan ook bij de juf komen. Die geeft hem een briefje voor
zijn moeder mee. Inmiddels is Erik volwassen, en hij is geen insectenkenner geworden, maar soms als hij bepaalde
mensen tegenkomt, vergelijkt hij hen met bepaalde insecten.
Een opvallende eigenschap van Erik is, dat hij telkens als insecten vragen stellen over wat ze moeten doen, een
antwoord verzint als hij er geen weet, in plaats van dat hij gewoon zegt dat hij het niet weet. En als iemand het
ergens over heeft wat Erik niet begrijpt, praat hij toch gewoon mee, en daardoor begaat hij allerlei blunders. Hij
wil heel wijs lijken.
Aan het taalgebruik valt mij op, dat het een beetje ouderwets is. Regelmatig wordt het lidwoord ‘den' gebruikt, en
soms ook wat ouderwetse woorden, zoals bijvoorbeeld doch, welaan, en elkeen.

Verhaalanalyse
Tijd en ruimte
Het verhaal is in de verleden tijd geschreven. De vertelde tijd is enkele maanden in het verhaal, maar in werkelijk
heid misschien maar een paar minuten, want een droom duurt nooit zo lang. De verteltijd is ongeveer 4 uur. De
gebeurtenissen zijn in chronologische volgorde geschreven. Het verhaal begint dus gewoon aan het begin, en het
heeft een gesloten einde.
Het verhaal speelt zich voor het grootste deel af in de "wollewei", en een klein stukje ook bij Erik thuis. Over
bijvoorbeeld het weer staat niet echt wat geschreven. Ik denk dat het gewoon droog was, en niet al te koud of al
te warm, omdat, als het weer uitzonderlijk was, er wel wat over verteld zou zijn.

De wijze van vertellen
Ik denk dat het verhaal is geschreven vanuit het perspectief van een alwetende of auctoriale verteller. Want als
Erik bijvoorbeeld bij het spinneweb aankomt en denkt: "Hier moeten mensen zijn, want dit is zo'n mooie gespon
nen draad" dan heeft de lezer al lang door dat het een spinnenweb is. Maar zulk soort dingen komen verder niet
veel voor. En omdat de verteller ook niet soms stukjes tussendoor vertelt die rechtstreeks tot de lezer gericht zijn,
zou het ook best een personaal vertelperspectief kunnen zijn. Maar ik hou het toch maar op een auctoriale
verteller.

Thema en motieven
Het thema van dit boek is (denk ik)karakters en doen en laten van mensen (of zoiets). Enkele motieven zijn de
blunders die Erik steeds maakt, dat alles om honing draait en de steeds eigenaardige opvattingen van de insecten.

Personages
De hoofdpersoon van het verhaal is Erik. Erik is een jongetje van 9 jaar. Een opvallende eigenschap van Erik is,
dat hij telkens als insecten vragen stellen over wat ze moeten doen, een antwoord verzint als hij er geen weet, in
plaats van dat hij gewoon zegt dat hij het niet weet. En als iemand het ergens over heeft wat Erik niet begrijpt,
praat hij toch gewoon mee, en daardoor begaat hij allerlei blunders. Hij wil heel wijs lijken.
Enkele andere personen die een rol spelen ten opzichte van Erik zijn:
De wespen: zij zijn heel deftig en sjiek en ze vinden het vooral erg belangrijk om te weten of Erik wel een angel
heeft.
De vlinder: een vlinderliefde blijkt veel ernstiger te zijn dan de mensen denken, maar het huwelijk gaat
eigenlijk alleen maar om honing.
De doodgravers: hun motto is: ‘de een zijn dood is de ander zijn brood'. Zij vinden de dood dan ook helemaal
niet erg.
De worm: hij vindt alle anderen maar ingewikkeld, want zij hebben zoveel poten, ogen, voelsprieten, enz. dat
het alleen maar onhandig is. Hij is zelf veel beter, want hij kan af zonder al die dingen.
De mieren: zij zijn heel ijverig en aardig voor Erik.

Titel, ondertitel en motto
De titel van het boek, ‘Erik', is nogal logisch: het slaat op de hoofdpersoon. De ondertitel, ‘of het klein insecten
boek', slaat op ‘Solms' beknopte natuurlijke historie', een boekje waar Erik veel plezier aan heeft gehad tijdens
zijn avontuur, maar ook op het boek zelf, omdat dit ook over insecten gaat. Het motto is: "Wij zijn alle ballingen,
levend binnen de lijsten van een vreemd schilderij. Wie dit weet, leeft groot. De overige zijn insecten." Dit
betekent dat als je, net als de insecten in het boek, denkt dat jij de enige bent die belangrijk is, je net een insect
bent. Maar als je weet dat er ook anderen op de wereld zijn en dat die ook belangrijk zijn, dan leef je veel beter.

Verwerkingsopdrachten
Ondertitel
Een passende ondertitel bij Erik (in plaats van ‘of het klein insectenboek') vind ik: "Confrontatie Pinksterblom",
omdat het nog niets verklapt over het verhaal, maar wel vraagtekens oproept. Het slaat op de confrontatie die de
lezer door de ogen van Erik Pinksterblom heeft met enkele eigenschappen en het doen en laten van mensen, maar
dan gespeeld door insecten.

Eindoordeel

Persoonlijke beoordeling/eigen recensie
Het verhaal van Godfried Bomans over kleine Erik die een schilderij binnenstapt en zo terecht komt in de wereld
van de insecten, is geen alledaags verhaal. Het geeft een verhelderende kijk op hoe mensen, die in het boek als
insecten worden voorgesteld, kunnen zijn en hoe zij zich gedragen kunnen.
Alhoewel het niet erg realistisch is -mensen worden normaal gesproken nooit zo klein als insecten en schilderijen
leven niet- is het toch goed mogelijk zich te identificeren met de hoofdpersoon, en zo zijn avonturen mee te
beleven. Als een insectoloog dit boek zou lezen, zou hij zich waarschijnlijk kapot ergeren aan alle onjuistheden
betreffende de leefgewoonten en andere dingen van de insecten. Maar een gewone leek zal niet over die dingen
vallen, omdat hij niet weet dat ze fout zijn, en dus zal dit boek het merendeel van de Nederlandse bevolking veel
leesplezier bieden.
Dit boek bevat een zeer origineel verhaal. Het probleem waarmee de hoofdpersoon zit, namelijk: ‘Hoe kom ik weer
terug in de echte wereld?', komt niet in veel boeken voor, en dat is juist zo leuk. In veel boeken gaat het over
liefde, dood, eenzaamheid, zinloosheid, enzovoorts, maar dit is een heel verrassend.
Eén ding dat dit boek aan mij heeft veranderd, is dat ik niet zo gauw meer aan de ogen van een slak zal zitten. Die
vindt dat namelijk heel vervelend: "Kom er niet aan. Ik ben daar zeer gevoelig. (...) Het is zelfs pijnlijk voor mij
als u er over praat, ik kan er werkelijk niet tegen."
Dit boek bestaat uit veel gebeurtenissen, en niet alleen maar uit gedachten of gevoelens. De dingen gebeuren
daardoor vlot achter elkaar, en volgen elkaar logisch op. Het lijkt niet onwaarschijnlijk, en dat leest altijd
makkelijk, vind ik.
Ondanks dat het taalgebruik soms een beetje ouderwets is, ("Haar voornaamste grief tegen de leden van dien tak
was, dat zij tot den arbeidenden stand waren afgezakt en dientengevolge allen tezamen in één huis woonden.")is
het boek toch makkelijk leesbaar.
Kortom, een goed boek, dat aan iedereen aan te raden is.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen