![]() |
Boekverslag : Thea Beckman - Saartje Tadema
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1339 woorden. |
De ouders zijn overleden en de buurvrouw brengt de kinderen naar het weeshuis toe , behalve kobbetje, want die is nog te jong voor het weeshuis. In het weeshuis worden Saartje en Dirk uit elkaar gehaald. Dirk moet naar het jongenshuis. Saartje wordt naar een andere groep gebracht en daar krijgt ze ook andere kleren en moet ze naar school waar ze een jongen moet helpen met lezen, omdat Saartje dat al goed kan. Ze ontmoet hier de leeraar en de hulpleeraar die andreas van gullink heet. Na een poosje gaat de bel en loopt ze met pieter mee die ook bij haar in de klas zit en wel aardig lijkt naar de eetzaal waar ze verkeerd gaat zitten, omdat de jongens en meisjes daar apart eten. Bij de meisjes zat ze tegenover een kreng (Liesbeth) die haar brood wilde opeten dat saartje overigens niet leuk vond. Naast haar zat een meisje dat Elsje heette en dat zei dat ze maar moest gehoorzamen, want anders zou ze klappen krijgen. Na de volgende bel mochten ze buiten spelen. Daar krijgt ze ruzie met Liesbeth. Elsje de zegt tegen de binnenmoeder dat Saartje is begonnen terwijl dat niet zo was. Saartje gaat er niet tegenin en moet naar de hoek. Jan loopt haar steeds te duwen en ze geeft hem een schop. In de volgende les verveelt ze zich. s’ Avonds na het eten worden ze gelijk naar bed gestuurd. Dirk heeft ook zijn kleren moeten inleveren voor anderen en moest ook naar school waar hij een jongen Willem leerde kennen die ook nog maar net in het weeshuis was. Na de eerste bel mochten ze gaan eten waar Dirk erg veel zin in had. Daarna spelen en weer naar school en weer eten en toen ook naar bed. Hij lag samen met Willem in een kribbe en fluisterde heel zachtjes over hun verleden. Het koste saartje veel moeite om te wennen, omdat ze steeds aan kobbetje moest denken. Dirk ging het gemakkelijker af, die speelde alleen maar met Willem en had het er naar zijn zin. Elke zondag komen er bezoekers zoals familie en opa’s en oma’s, maar voor Saartje en Dirk niet. Saartje moet die dag ook strafwerk schrijven, maar dat vindt ze niet erg. Saartje is de grootste lastpost geworden, omdat ze iedereen de oren van de kop zeurde, maar er was een meisje die van de meisjesschool kwam om pleinwacht te houden die het niet erg vond. Iedereen die dat wel erg vond zei dat god dat niet goedkeurde. De volgende zondag was de buurvrouw er en ze had zuurtjes voor haar meegenomen. Wanneer ze weg is denkt Saartje dat god het echt niet goed vindt dat ze zo zeurd en daarom geeft ze als offer de zuurtjes aan haar ergste vijand. De zomer verstreek en het werd winter en het werd weer voorjaar en weer zomer. Saartje moet Sijtje helpen met haar Abc, maar Saartje ziet een boek op de plank liggen en pakt het. Na een ijdje wordt het afgepakt. Na het eten mogen ze spelen en daar komt ze Geesje tegen komt en vraagt of ze een boek mee wil nemen om te lezen, maar wanneer de regentessen komen om te inspekteren zien ze dat ze in het boek aan het lezen is en dat vinden ze knap, maar de leeraar vind dat helemaal niet zo goed en ze moet het boek terug brengen met Andreas. Ze moet ook een hele week schrijven in de pauzes. Wanneer de volgende keer de regentessen weer komen maakt Saartje een rotopmerking waardoor de leeraar en de hulpleeraar ontslagen worden vanwege fraude ( geld achteroverdrukken in dit geval). Nu hebben ze andere leeraar. Vandaag komt kobbetje. Ze had de nacht ervoor niet geslapen zo gespannen was ze. Kobbetje herkende haar niet meer maar hij wendde wel erg snel aan haar. Op een dag moest Saartje bij de binnenmoeder komen en die zij dat ze naar de meisjesschool moest. Dat vond ze niet leuk, want dan moest ze Kobbetje in de steek laten. Daarom gaf ze een grote mond op en moest ze in de doodskamer gaan zitten waar een pas overleden jongetje lag opgebaart. Ze daagde de duivel uit waar ze inmiddels van overtuigd was dat ze er door een werd achtervolgd. Na een paar uur mocht ze eruit en moest ze gaan slapen. Het is vandaag zondag en saartje wordt grondig gewassen en krijgt nieuwe kleren. Ze moet afscheid nemen van Kobbetje dat niet echt gemakkelijk verloopt. Daarna ging ze naar het meisjeshuis waar ze aan het eten waren en Saartje ging naast geesje zitten. Daarna kwamen er mensen ook voor Saartje. De buurvrouw had een bok voor haar mee genomen en dat werd natuurlijk gelijk afgepakt toen ze het zagen. Saartje ging zonder tostemming de zaal van de regentessen binnen en doet haar beklag en wordt terruggestuurd naar haar oude vertrouwde plekje bij Kobbetje en ze kreeg ook haar boekje terug. Saartje is nu 15 en zit op de meisjesschool. Ze werkt er ijverig en zeurt niet zoveel meer. Ze mag nu ook mee met geesje naar de stad. Op een keer stonden ze in een lintenzaak en geesje zij die wil ik wel hebben en achter haar zij een jongenman die koop ik wel voor je en sindsdien heeft Geesje een vriend. Leuk voor haar, maar voor Saartje niet. Bij de jongens vond een verbouwing plaats in het weeshuis waardoor de jongens zolang als loopjongen op de werf werden gebruikt en dat vonden de meeste wel leuk, maar sommige maakten daar misbruik van en kwamen soms ‘s nachts niet meer thuis. Wanneer ze de volgende dag weer thuis waren kregen ze ruzie met de binnenvader en moeder. Ze begonnen met dingen te gooien en toen gingen alle jongens dat doen zelfs op de slaapkamers. De meisjes waren ongerust dat er wat gebeurd was en daar waren de geruchten erg verlijdelijk bij. Omdat Saartje zo zeurde op de binnenmoeder omdat ze ongerust was kreeg ze een boek te lezen. Geesje was heel erg verdrietig omdat haar vriend niet met haar mocht trouwen, omdat ze een weesmeisje was. Dirk en Willem zitten in een herberg waar niemand hun ziet. Ze zitten te praten met zeelui dat eigenlijk niet mocht. Saartje en Dirk spreken wat met elkaar af, en zien dat ze allebij enorm zijn verandert. Willem is met een VOC-schip mee. Saartje is 17 jaar en gaat een eindje wandelen langs het IJ. Ze krijgt een idee om bij een herberg werk te vragen, want dan kan ze de hele dag het Ij zien. De herbergier moet heel lang nadenken, maar toch mag het. Ze zou maandag mogen beginnen als de regentessen het goed vinden. Saartje mag na veel gezeur in de herberg gaan werken. Haar broer is er niet zo blij mee. Ze heeft het hartstikke naar haar zin en heeft er een eigen kamer met een eigen bed. Het is winter en na een paar weken gaat het ijs kruien. De herbergier stuurt haar vrouw naar haar moeder. Saartje blijft alleen achter waneer de herbergier zelf ook weggaat. gelukkig gaat het ijs terug en komen alle mensen weer terug. Saartje gaat met Auke uit en zoent voor het eerst met hem en dit is ook de eerste keer voor haar. Waneer Auke na een paar dagen weer weg is maakt Saartje het bed op van hem en vind onder het bed van hem een boek over tovernarij. Er staat in dat de duivel niet bestaat en ziet ook in dat ze tegen niemand heeft lopen schreewen in de doodskamer. Saartje werkt heel hard omdat de vrouw van de herbergier weer zwanger is. Auke komt weer terug en Saartje hoort dat hij gaat trouwen. Saartje wordt heel boos, maar later blijkt dat Auke met Saartje wil trouwen en dat gebeurd ook.
Het doel van het verhaal is amuseren. |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |