Boekverslag : Vanaf 1946 - Unicef Ingezonden Door: Iris Categorie: Werk
De taal ervan is Overig en het aantal woorden bedraagt 2112 woorden.

1 Unicef wereldwijd



Opkomen voor de rechten van kinderen wereldwijd. Dat is het werk van Unicef, de kinderrechten- organisatie van de Verenigde Naties. De prioriteit ligt bij de armste landen en de armste bevolkings- groepen. Unicef is onpartijdig en werkt dus soms aan twee kanten van de ‘frontlijn’. Unicef geeft structurele hulp, maar ook noodhulp zonder onderscheid naar ras, geloof, nationaliteit of politieke gezindheid.



2 Unicef

Waar staat de afkorting Unicef voor? De afkorting Unicef staat voor United Nations International Children's Emergency Fund. Unicef werd na de Tweede Wereldoorlog opgericht als een noodhulp- organisatie voor kinderen in Europa. De belangrijkste hulp van Unicef bestond in de beginjaren (vanaf 1946) uit het verstrekken van melk, kleding, schoeisel en medicijnen en uit een groot- scheepse campagne tegen tuberculose. Na de wederopbouw van Europa wilde men Unicef weer opheffen. Er kwam echter verzet, vooral van afgevaardigden uit Azië. Zij wezen erop dat de kinderen in Europa door de oorlog in een noodsituatie terecht waren gekomen, maar dat op vele andere plaatsen in de wereld kinderen permanent in miserabele omstandigheden leefden. In 1953 kreeg Unicef een blijvend mandaat om wereldwijd hulp te bieden aan kinderen die in armoede opgroeien. Unicef heette in het vervolg officieel United Nations Children's Fund, maar de afkorting Unicef bleef bestaan.



3 Verschillen met andere hulporganisaties



Het verschil met de meeste andere hulporganisaties is dat Unicef op nationaal en internationaal niveau erkend is als gesprekspartner en als initiator van activiteiten die het leven van kinderen wereldwijd verbeteren.

Unicef werkt bovendien in het veld samen met lokale overheden en niet-gouvernementele organisaties. Op een kleine internationale staf na, worden de meeste functies vervuld door mensen die uit het betreffende land afkomstig zijn. Goedele Liekens is voor België ambassadrice van Unicef.





4 Terug in de tijd



Unicef wordt 11 december 1946 opgericht voor de hulpbehoevende kinderen in Europa na de Tweede Wereldoorlog. Melk en overige voedingsmiddelen worden verstrekt, net als dekens. Maar ook op het gebied van gezondheidszorg is Unicef actief.

Vanaf 1953 gaat Unicef wereldwijd opereren en wordt het een organisatie voor ontwikkelingssamenwerking, gericht op hulp aan moeder en kind. In de jaren zestig wordt de hulp van Unicef structureler. Er komt bovendien meer nadruk op onderwijs. En Unicef start met het adviseren van regeringen zodat beleid gemaakt kan worden waarin het kind centraal staat.

Op 20 november 1989 wordt het Verdrag voor de Rechten van het Kind vrijwel unaniem aangenomen door de VN-lidstaten. Alleen Somalië en de Verenigde Staten ondertekenen het Verdrag niet. In het Verdrag staan alle rechten van kinderen, zoals het recht op te groeien bij familie, recht op bescherming tegen kinderarbeid en recht op een veilig en gezond leven. Aan de basis van het werk van Unicef ligt dit verdrag ten grondslag.

In 1990 wordt in New York de Wereldtop voor Kinderen gehouden, met als resultaat het Wereld Actie Plan voor Kinderen.

In maart 2002 gaan in Afghanistan miljoenen kinderen weer naar school. Zes jaar lang konden de kinderen in Afghanistan onder het Taliban-bewind geen onderwijs volgen. Dankzij een omvangrijke en nooit eerder vertoonde logistieke operatie van Unicef, hebben de kinderen en hun leerkrachten de beschikking over schoolmaterialen en klaslokalen.

In mei 2002 wordt opnieuw een Wereldtop voor Kinderen gehouden. Tijdens deze top wordt bekeken of de doelen die de deelnemende landen zich in 1990 hebben gesteld, zijn bereikt. Dat blijkt flink tegen te vallen, maar de VN Kindertop van 2002 schept wel nieuwe hoop. De 189 landen die de top bijwonen, accepteren een nieuw actieplan met daarin 21 doelen voor de komende tien jaar. Het bijzondere aan deze top is dat ook kinderen mee mogen praten over hun problemen. Hun aanwezigheid is van groot belang voor de opinievorming van de deelnemende regeringsleiders en staatshoofden.



5 Unicef internationaal

Het Unicef - hoofdkantoor is gevestigd in New York, het Europese hoofdkantoor in Genève. Unicef heeft veldkantoren in 158 ontwikkelingslanden. De veldkantoren houden zich bezig met de planning en praktische uitvoering van de programma's op het gebied van water, gezondheidszorg, voeding, onderwijs en kinderen in moeilijke omstandigheden.

Het bestuur van Unicef Internationaal bestaat uit 41 VN-leden uit 41 landen. Het bestuur bepaalt het beleid van de organisatie, toetst de vooruitgang en stelt de begroting vast. De dagelijkse leiding van Unicef International ligt in de handen van de algemeen directeur, nu is dat Carol Bellamy.

In Westerse landen is Unicef vertegenwoordigd in 37 Nationale Unicef Comités . Zij houden zich bezig met voorlichting en fondsenwerving voor het werk van Unicef. Unicef ontvangt geen financiële steun van de Verenigde Naties maar is afhankelijk van vrijwillige bijdragen van regeringen, bedrijven en particulieren.



6 Relatie tot de Kinderrechten

Het Verdrag voor de Rechten van het Kind is de basis van het werk van Unicef. Unicef ziet erop toe dat regeringen het Verdrag naleven en helpt hen daarbij. Aan een misstand is geen juridische sanctie verbonden, maar internationale druk en schande dwingt een land zijn verplichtingen serieus te nemen. Sinds het Verdrag ligt de nadruk in het werk van Unicef ook op een iets oudere dan de traditionele doelgroep: kinderen in gevangenissen, kinderen die seksueel worden misbruikt of in de prostitutie werken, kinderen die op straat leven, kinderen met aids, kindsoldaten en kinderen die verkocht en verhandeld worden. Ook is Unicef zich nog meer gaan richten op structurele oplossingen voor de problemen van ontwikkelingslanden. Daaronder valt nu ook het trainen van de lokale bevolking, ambtenaren en politieagenten op het gebied van mensenrechten, de rechten van kinderen en democratische beginselen. Unicef ondersteunt overheden bij het maken van nieuwe wetten en beleid, die hieraan ten goede moeten komen.



7 Het Verdrag voor de Rechten van het Kind

Op 20 november 1989 aanvaardden de VN (Verenigde Naties) unaniem het 54 artikelen tellende Verdrag voor de Rechten van het Kind. In dit internationale verdrag is vastgelegd dat kinderen recht hebben op verzorging, bescherming en respect. Vrijwel alle landen van de wereld hebben het inmiddels ondertekend en kunnen er dus op worden aangesproken. Rijke landen verplichten zich om arme regeringen te helpen bij het realiseren van kinderrechten. De meeste landen hebben hun wetgeving aan het Verdrag aangepast, hebben een nationaal actieplan voor kinderen opgesteld of kinderrechten onderdeel gemaakt van hun grondwet.

Het Verdrag voor de Rechten van het Kind bevat 54 artikelen die zijn onder te verdelen in drie soorten rechten: provision, protection en participation. Elke overheid is verplicht aan deze rechten te voldoen.

· Provision: kinderen hebben recht op gratis en goed basisonderwijs, een goede en bereikbare gezondheidszorg, opvang wanneer ze niet thuis kunnen wonen en plekken om te spelen.

· Protection: kinderen hebben recht op bescherming tegen mishandeling, uitbuiting, verwaarlozing, kinderarbeid, oorlogsgeweld, handel en slavernij.

· Participation: kinderen hebben recht op deelname aan de samenleving. Ze mogen vrij informatie vergaren, hebben het recht op vrije meningsuiting en ze mogen meepraten en -beslissen over zaken die hen aangaan.

Aan het verdrag liggen 4 basisprincipes ten grondsslag:

· Geen discriminatie. Alle rechten gelden voor alle kinderen.

· Belang van het kind. Bij alle beslissingen die door de overheid, instanties en volwassenen worden genomen, behoort het belang van het kind de eerste overweging te zijn.

· Het recht op leven en ontwikkeling. De overheid moet zich inspannen om het overleven van kinderen zo veel mogelijk te garanderen en de ontwikkeling van kinderen te stimuleren.

· Respect voor de mening van het kind. Kinderen mogen gezien én gehoord worden. Ze mogen meepraten en -beslissen over zaken die hen aangaan.



8 Kinderrechten

Van de 40 verschillende artikels van kinderrechten werkt Unicef mee aan 19 van de 40 artikels.

Artikel 1 Definitie van kind

Iedereen onder 18 jaar.

Artikel 3 Belang van het kind

In dit artikel staat dat je ouders bij alles wat ze doen, rekening moeten houden met jou. Als je ouders niet goed voor je kunnen zorgen, moet de overheid zorgen dat iemand anders voor jou zorgt.

Artikel 4 Het mogelijk maken van kinderrechten

De overheid moet ervoor zorgen dat er rekening gehouden wordt met de rechten van alle kinderen. Rijke landen moeten arme landen helpen om de rechten van alle kinderen te realiseren.

Artikel 6 Recht op leven en ontwikkeling

Je hebt recht op leven en op een kans om prettig op te groeien in de samenleving.

Artikel 12 De mening van een kind

Dit kinderrecht heeft twee kanten:

· kinderen moet om hun mening worden gevraagd;

· kinderen mogen hun mening zeggen, meepraten en participeren.

Artikel 13 Vrijheid van meningsuiting

Je mag niet alleen een mening hebben, je hebt ook het recht om deze mening te vertellen. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat je zomaar iemand gaat uitschelden. Je moet altijd respect hebben voor iemand anders.

Artikel 15 Vrijheid van vereniging

Dit kinderrecht betekent dat kinderen vrij zijn om bijvoorbeeld in een kindertehuis een jongerenraad op te richten, of in de buurt een kindercomité. Misschien dat dit kinderrecht in België niet vaak geschonden wordt. Maar er zijn landen in de wereld waar dit kinderrecht niet zo vanzelfsprekend is. Bijvoorbeeld in Pakistan ondervinden kinderen veel problemen als zij actie voeren tegen de slechte arbeidsomstandigheden van kinderen.

Artikel 19 Bescherming tegen kindermishandeling

Geen enkel kind mag mishandeld worden.

Artikel 23 Kinderen met een handicap

Voor kinderen met een handicap zijn twee punten van belang:

Zij moeten zoveel mogelijk gebruik kunnen maken van de algemene voorzieningen die er voor alle kinderen zijn.

Zij moeten, daar waar het nodig is, gebruik kunnen maken van speciale voorzieningen

Kinderen met een handicap zijn deel van onze maatschappij. Ze moeten zoveel mogelijk naar de gewone scholen mogen en kunnen gaan. En ze moeten zoveel mogelijk thuis wonen. Speciale begeleiding en hulp moet daar gegeven worden. En als dat voor het kind niet goed of genoeg is, dan moet er speciaal onderwijs of een gezinsvervangend tehuis beschikbaar zijn.

Artikel 24 Gezondheidszorg

Ouders moeten ervoor zorgen dat hun kind gezond is. Regeringen moeten ervoor zorgen dat er voor alle kinderen goede gezondheidszorg is.





Artikel 25 Uithuisplaatsing

Soms wordt je als kind uit huis geplaatst. Dan kom je te wonen bij een pleeggezin of in een tehuis voor kinderen. Dit gebeurt bijvoorbeeld om je een betere verzorging te geven of om je te beschermen.

Artikel 32 Bescherming tegen kinderarbeid

Het recht tegen kinderarbeid beschermt de kinderen. Dat wil zeggen dat kinderen niet mogen worden uitgebuit. Zij mogen niet in gevaarlijke of schadelijke situaties terecht komen. Ze moeten zich goed kunnen ontwikkelen.

Artikel 33 Bescherming tegen drugs

De overheid moet regels en wetten maken die kinderen beschermen tegen drugs. De overheid moet er ook voor zorgen dat er op scholen informatie is over drugs. Hopelijk gebruiken steeds minder kinderen dan drugs.

Artikel 34 Seksueel misbruik

Kinderen mogen seksueel niet misbruikt worden. Want seksueel misbruik schaadt kinderen. Niemand mag een kind commercieel gebruiken voor seks, zoals bij kinderporno of kinderprostitutie. Maar ook seksueel misbruik van een kind door een familielid of een volwassene is fout, zoals bij incest.

Artikel 35 Handel in kinderen

In sommige landen denken mensen handig geld te verdienen door kinderen 'te kopen' van arme ouders en deze dan weer door te verkopen aan bijvoorbeeld mensen die kinderen in de prostitutie laten werken. Het gebeurt ook wel eens dat een kind voor veel geld uit het buitenland gekocht kan worden. Dit gebeurt dan door mensen die heel graag een kindje willen en bijvoorbeeld niet kunnen krijgen. Een kind uit het buitenland halen kan alleen maar via adoptie en daar zijn allemaal regels voor!

De overheid mag het nooit laten gebeuren dat kinderen worden ontvoerd, verkocht of verhandeld.

Artikel 36 Andere vormen van misbruik

Je moet als kind beschermd worden tegen alle vormen van misbruik. Als je niet beschermd wordt kan dat slecht zijn voor je verdere ontwikkeling.

Artikel 37 Kinderen in gevangenissen

Je mag als kind niet gemarteld worden en je mag geen wrede straffen krijgen. Ook mag je niet veroordeeld worden tot de doodstraf of levenslange opsluiting in de gevangenis.

Artikel 38 Kinderen in oorlogssituaties

Oorlog wordt altijd veroorzaakt door volwassenen. Kinderen zijn daar helaas de dupe van.Vroeger werden oorlogen vooral tussen legers gevoerd. Tegenwoordig worden tien keer zoveel burgers als soldaten slachtoffer van oorlog. En een groot deel van hen is nog kind. In sommige arme landen zie je dat er kindsoldaten in de oorlog meedoen. In de oorlogen van de rijke landen zie je eigenlijk nooit kindsoldaten. Die oorlogen worden meestal gevoerd met ingewikkeld oorlogstuig waar kinderen geen verstand van hebben. Je kunt zeggen dat kinderen in oorlogen op twee manieren getroffen kunnen worden. Ten eerste omdat ze slachtoffer worden en ten tweede omdat zij als soldaat meedoen. Kinderen moet tegen alle twee beschermd worden.

Artikel 39 Passende zorg voor slachtoffers

Passende zorg betekent dat je die hulp krijgt die jij nodig hebt om weer volledig te herstellen, passende bij wat jij hebt meegemaakt. Op deze manier kan jij beter herstellen van een nare gebeurtenis.

Als je als kind ergens slachtoffer van bent, heb je recht op passende zorg. Dit geldt vooral voor kinderen die slachtoffer zijn van verwaarlozing, misbruik, slechte behandeling, bestraffing of gewapende conflicten.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen