Boekverslag : J. Bernlef - Hersenschimmen
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1462 woorden.

1.
Titel: Hersenschimmen
Auteur: Hendrik Jan Marsman (onder pseudoniem J. Bernlef)
Jaar van verschijnen: 1984 (eerste druk)
Aantal blz.: 166 blz.
Hoofdstukken: 8, elk hoofdstuk beschrijving van 1 dag.



Motto: "A touching dream to wich we all are lulled but wake from seperatly".
Vertaling: "Een mooie droom waar iedereen wordt ingewiegd maar elk afzonderlijk uit wakker wordt." Ik denk dat de schrijver het leven als een droom ziet waar je samen in leeft, maar allemaal op een ander moment weer uit "wakker wordt", waarmee doodgaan bedoelt wordt. De dood overheerst in dit geval erg, want dromen duren maar een paar seconden en het "wakker" zijn lang. De schrijver vindt de dood kennelijk een erg belangrijke gebeurtenis in het leven.

Samenvatting: De hoofdpersoon, Maarten Klein, is 71 jaar en woont in Gloucester. Vroeger woonde hij en zijn vrouw Vera in Nederland, maar ze wonen nu al 15 jaar in Amerika. Hun twee kinderen zijn in Nederland gebleven. Maarten werkte vroeger bij een bedrijf waar hij de visvangst moest voorspellen.
Op een zondag staat Maarten voor het raam en verbaast zich dat er buiten geen kinderen op de schoolbus staan te wachten. Later blijkt dat het Zondag is. Ook vergeet hij steeds of het nu 's ochtends of 's avonds is. Als excuus gebruikt Maarten zijn slechte geheugen en de sneeuw die hem desoriënteert. Toch heeft hij een angstig voorgevoel, waar hij niet aan toe wil geven.
Als hij naar het "toilet" gaat ( wat hij thuis anders altijd gewoon wc. noemt), verbeeldt hij zich dat hij op de kleuterschool zit, en vindt zichzelf terug, staande op een stoel om kleurpotloden boven van de kast te halen. Die dag vergeet Maarten steeds meer dingen, maar hij probeert ze te verbergen voor Vera en voor zichzelf, terwijl ze allebei doorhebben dat er iets aan de hand is.
Steeds meer herinneringen aan vroeger komen bij Maarten op, en lijken soms zonder overgang over te lopen naar het heden. Maarten schrikt er zelf van. Zijn geheugen gaat verder achteruit. Nu vergeet hij zelfs gebeurtenissen van vijf minuten geleden. Die nacht wordt hij wakker, zijn hoofd voelt leeg aan. Hij probeert de puzzel uit de krant op te lossen, wat hem niet goed af gaat.
De volgend dag maakt hij een wandeling met zijn hond, Robert. Onderweg raakt hij de hond kwijt, zonder er verder nog iets van te merken. Hij gaat wat drinken en denkt in het meisje achter de bar
zijn eerste verloofde, Karen, te herkennen (is niet zo). Hij blijft een halve dag weg en wordt uiteindelijk door Vera gevonden. Thuis vergeet Maarten weer van alles en stelt een pijnlijke vraag aan de vrouw die op bezoek is over haar overleden man.
De volgende ochtend eet hij de halve ijskast leeg. Hij breekt de door Vera gesloten achterdeur
open en vertrekt vervolgens naar een (ingebeelde) vergadering. Hij komt terecht bij een verlaten vakantiehuisje in de duinen, waarvan hij ook het slot openbreekt en houdt daar een betoog over de geautomatiseerde vissersvloot.
Thuis kijkt hij, op advies van de door Vera geïnformeerde dokter Eardly, foto’s met haar, maar herinnert zich alleen de oude foto’s, niet die van drie jaar geleden.
Als de dokter langskomt en het met Maarten over foto’s kijken heeft, houdt Maarten een mooi betoog over de betekenis van foto’s.
Van zijn vroegere collega Simic (die zelfmoord heeft gepleegd, dezelfde avond dat Maarten bij
hem op bezoek was) heeft Maarten een methode om tijd te winnen en beleefd te zijn; de gestelde vraag herhalen en vaak ja zeggen.
De dag daarna vergeet hij een paar keer wie Vera is. Hij denkt dat hij weer een jongetje is aan zijn vaders bureau, en aan toen hij in Parijs was voor zijn werk. Zijn vrouw is weg en Maarten gooit een stoel door het raam zodat de hond naar binnen kan. Hier herinnert hij zich later niets meer van.
Weer komt de dokter, die hem een injectiespuit wil geven, maar Maarten slaat die uit zijn handen omdat hij denkt dat de dokter een mof is.
De volgende dag herkent Maarten zijn vrouw niet meer. Er komt een hulp in huis wonen die Vera helpt met Maarten. Maarten wordt steeds verstrooider, hij heeft het gevoel dat iedereen hem in de war wil brengen, behalve Vera dan. Zijn hoofd voelt soms zo leeg aan als glas, heel licht. Hij verwart de hulp met zijn eerste verloofde Karen, en met zijn pianolerares van vroeger, op wie hij verliefd is geweest.
Hij herinnert zich die avond het pianostuk van Adagio, wat hij altijd uit zijn hoofd kende niet meer.
De volgend ochtend wordt hij vastgebonden wakker, en merkt dat hij in bed heeft gepoept.
Zijn gedachten worden steeds vluchtiger, verwarder, hij leeft helemaal in zichzelf. Hij merkt dat Vera verdriet heeft, maar hij begrijpt niet waarom.
Op een dag voelt hij dat de lente in aantocht is, en hij moet naar buiten. Vera en de hulp kijken tv. en Maarten loopt weer door de duinen naar het huisje, alleen denkt hij nu dat het zijn oude vakantie huisje is. Binnengekomen ziet hij zijn tas staan met daarin een hamer en beitel. Heel vreemd.
De vuurtorenwachter en zijn zoontje zagen hem door de duinen zwerven en brengen hem thuis.
Daar denkt Maarten dat de bevrijding eindelijk gekomen is en ook de weer aanwezige dokter ziet hij aan voor een bevrijder. Als de injectiespuit weer komt denkt Maarten dat ze hem aanzien voor iemand die in de oorlog fout is geweest.
Later ziet Maarten in het fotoalbum een vreemde man (die hij zelf is) die hem hatelijk aankijkt en waar hij bang voor wordt en hij verbrandt veel foto’s. Het zijn toch maar bewijzen voor zijn dementie.
Allemaal herinneringen die hij hoort te hebben, maar die hij niet heeft.
Maarten wordt naar een verpleegkliniek gebracht. Hij voelt zijn hoofd los van zijn lichaam, hij voelt zich leeg en vederlicht, alsof hij zo op kan stijgen. Zijn zinnen worden steeds korter, want "de betere zinnen blijven onder zijn tong liggen, die zijn te zwaar".
Als hij de volgende ochtend wakker wordt hoort hij Vera zeggen "dat de lente op het punt staat te beginnen".





2.
Ik heb dit boek uitgekozen omdat ik er goede recensies over had gelezen. Mijn moeder en klasgenoten, die het boek al hadden gelezen, hadden mij het boek ook aanbevolen.
Ik verwachtte, ook na alle goede reacties op het boek dat het een saai moeilijk boek was.
Dat is helemaal niet uitgekomen. Het was zelfs zo dat als ik even stopte met lezen ik dacht dat ikzelf dement was geworden, zo goed en boeiend boek was het. Moeilijk was het wel want je kan niets overslaan, omdat je dan niet weet of het werkelijkheid is of dat het Maarten’s gedachten zijn wat je leest.




3.
Ik vind de manier waarop Bernlef dat verwarde dementieproces van Maarten beschrijft heel indrukwekkend. Je beseft ineens hoe verschrikkelijk zoiets moet zijn. Vooral op het moment dat Maarten voor de tweede keer naar dat verlaten zomerhuisje gaat, nu voor een hele andere reden, en daar zijn tas ziet staan, met een hamer en een beitel er in. Ik vind dat deze situatie meer begrip oproept dan alle andere. Het moet toch verschrikkelijk verwarrend zijn om op een plaats te komen waarvan je denkt dat je er al eeuwen niet bent geweest en daar je tas te zien staan en je totaal niet herinneren hoe die daar komt, maar wel weten dat jij dat gedaan moet hebben.
Verder bevat het verhaal een paar leuke, soms herkenbare, overpeinzingen zoals deze:
"Een mens kan een tijd lang kijken zonder te zien. Je drinkt altijd koffie van een bepaald merk en omdat dat in de drugstore opeens niet meer voorradig is, neem je een ander merk, een andere bus. Als je de volgende dag koffie wilt maken, zoek je overal naar de koffiebus. Het herinneringsbeeld van de oude bus is zo sterk dat hij de bus van het nieuwe merk, de aanwezige bus, vlak voor je neus op de keukenplank, onzichtbaar maakt. Om iets te zien moet je eerst iets kunnen herkennen. Zonder herinneringen kun je alleen maar kijken. Dan glijdt de wereld spoorloos door je heen". Dit stukje bevestigd ook weer hoe belangrijk herinneringen zijn.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen