Boekverslag : J. Bernlef - Hersenschimmen
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2419 woorden.

1 Zakelijke gegevens

a) De auteur van het boek is J. Bernlef, dit is een pseudoniem voor Hendrik Jan Marsman.

b) De titel van het boek is Hersenschimmen. Het boek is uitgegeven door Querido in 1990 in Amsterdam, dit is de 34e druk. De originele uitgever is Wolters-Noordhoff. De eerste druk was in 1984. Het boek is 166 pagina's dik.

c) Het boek is een psychologische roman.

d) De secundaire literatuur : www.collegenet.nl



2 Eerste reactie

a) Ik heb het boek gekozen omdat een vriend van me het boek aanbeval om het te lezen.

b) Ik vond het een moeilijk boek, vooral vond ik het moeilijk om me in te leven in de hoofdpersoon, maar hij was wel mooi. Ook de vertelwijze is nogal raar, de schrijver legt niet alles goed uit maar geeft meer hints.



3 Verdieping

a) De 71- of 72-jarige Maarten Klein woont met zijn vrouw Vera in Gloucester, aan de oostkust van de Verenigde Staten, even ten noorden van Boston. In de jaren vijftig zijn ze uit Nederland naar Amerika gemigreerd. Hun twee kinderen bleven in Nederland wonen. Maarten werkte tot zijn pensionering bij de Intergouvernementele Maritieme Consultatieve Organisatie (IMCO), een instituut voor visserijonderzoek in Boston. Op een winterse dag kijkt hij uit naar de schoolbus met kinderen die elke morgen bij zijn huis stopt. Hij denkt terug aan zijn vader, die griffier bij de rechtbank was en thuis temperatuurgrafieken bijhield en aantekeningen over het weer maakte. Uit opmerkingen van zijn vrouw wordt duidelijk dat Maarten een beetje verstrooid begint te worden: het is zondag, dus de kinderen hoeven niet naar school. Hij denkt dat het ochtend is, maar het is al middag. Eerder vergat hij al zijn koffie op te drinken en voor Vera hout uit de schuur te halen, hoewel ze hem daar tweemal om had gevraagd. Hij zoekt de schuld van zijn vermoeidheid en concentratieverlies voorlopig bij de lange winter. Maarten piekert over zijn vergeetachtigheid. Er is iets mis, maar hij weet niet precies wat. Hij betrapt zich erop dat hij hardop in zichzelf praat. Woorden die hij alleen gebruikte op zijn werk duiken plotseling op in zijn conversatie met Vera. Zijn gedachten dwalen vaak door associaties af naar gebeurtenissen uit het verleden, vooral uit zijn jeugd, uit de Tweede Wereldoorlog en uit de tijd dat hij op kantoor werkte. Soms roepen de herinneringen handelingen op waarvan hij zich niet bewust is. Als hij terugdenkt aan het mislukte vlechtwerkje dat hij op de kleuterschool van stroken papier maakte, scheurt hij onbewust de krant aan repen. De juffrouw vroeg hem destijds de potlodendoos te halen en Maarten gaat hem zoeken, op een plank in het washok, waar hij met een stoel bijklimt. Als Vera hem daar vindt, beseft hij pas wat hij doet. Tijdens een wandeling met de hond Robert verliest hij zich weer in het verleden. In het meisje achter de bar van het café‚ waar hij even uitrust, herkent hij zijn eerste vriendin. Daarna komt hij in het antiquariaat waar hij kort daarvoor The Heart of the Matter van Graham Greene kocht.

Maarten kan zich het boek op dat moment niet herinneren, hoewel hij er thuis af en toe een stukje in leest. Als hij mijmerend verder dwaalt door de stad, vindt Vera hem, ze maakte zich ongerust en is hem met de auto gaan zoeken. De symptomen van Maartens dementie worden duidelijker en heviger. Vera heeft de deur op slot gedaan toen ze even weg moest, maar Maarten breekt hem open om naar een IMCO-vergadering te gaan. Het gereedschap neemt hij mee in zijn aktetas. Hij gaat echter niet als vroeger met de trein naar Boston, maar loopt naar een vakantiehuisje, waarvan hij de deur ook forceert. Terwijl hij wacht op de anderen oefent hij zijn betoog, waarin hij zijn twijfel uitspreekt over de zin van de organisatie, die aan de hand van computerprognoses aanbevelingen doet over vangst quantums. Dan realiseert hij zich de situatie en gaat hij op weg naar huis; hij vergeet echter zijn tas.Vera is bij dokter Eardly geweest. Hij heeft haar aangeraden met Maarten foto's te bekijken om de herinneringen te ordenen. Maart en herinnert zich tot in de details het verhaal bij een foto uit zijn jeugd, maar kan andere gebeurtenissen, zoals het bezoek van zijn kinderen uit Nederland drie jaar geleden, niet plaatsen. Later weet hij dat weer, maar als de deur wordt gerepareerd kan hij zich het niet herinneren dat hij hem heeft opengebroken. Op het bezoek van dokter Eardly reageert Maarten met een redevoering, die imponerend bedoeld is. Daarna realiseert hij zich met machteloosheid, woede en angst dat hij niet meer helemaal meester is over de taal: hij moet zinnen soms eerst vanuit het Nederlands in het Engels vertalen voordat hij ze kan uitspreken en heeft moeite met het benoemen van voorwerpen. Steeds meer vermengt Maartens verleden zich met zijn dagelijks leven. Maarten verwart Vera met zijn moeder en zijn huis met dat van zijn grootouders.

Wat zijn vrouw hem het enen moment vertelt, kan hij direct daarna weer vergeten zijn. Als zij weg is, slaat Maarten een ruit in om de hond binnen te laten. Daarna vergeet hij het gas uit te zetten. Bij het volgende bezoek van de dokter ziet Maarten hem als een tegenstander in een moeilijke onderhandeling. Hij gaat hem verbaal te lijf met een vergaderstrategie van zijn ex-collega Karl Simic. Als de dokter hem een kalmerende injectie wil geven slaat hij hem de spuit uit handen. Op dat moment waant hij zich in de oorlog. Omdat de toestand gevaarlijk wordt, komt de gezinshulp Phil Taylor inwonen om op Maarten te letten. Deze vergeet steeds wie zij is en waarom ze er is, en verwart haar met zijn pianolerares van vroeger en met zijn dochter. Als hij tweemaal in een nacht door het huis dwaalt, geeft Phil hem een injectie. Maarten wordt wakker doordat hij in zijn bed heeft gepoept. Vera en Phil maken de riemen los waarmee hij was vastgebonden en wassen hem in het bad; Maarten krijgt daarbij een erectie. Pas als hij het aanraakt beseft hij vol schaamte dat het zijn geslacht is dat boven water uitkomt. Maarten ontsnapt nog een keer uit het huis en komt na een wandeling door de duinen terecht in het zomerhuisje waar hij eerder zijn aktentas had laten staan. De vuurtorenwachter ziet hem lopen en brengt hem terug naar huis in zijn jeep, waardoor Maarten hem houdt voor een Amerikaanse soldaat tijdens de bevrijding. Even later komt dokter Eardly, die Maarten voor een soldaat in burger houdt. Als de dokter hem een kalmerende injectie wil geven denkt hij dat hij wordt verdacht van collaboratie. Als Maarten wakker wordt, maakt hij een vuur in de open haard en verbrandt hij uit het album de foto's waarop hij is afgebeeld. Hij herkent zichzelf niet meer. Vera en Phil binden hem op een stoel vast. Ook hen herkent hij niet meer. Dan wordt hij in een ziekenwagen naar een inrichting gebracht. Er dringen nog maar flarden van buiten tot Maarten door; zijn wereld is gekrompen tot zijn onsamenhangende, maar soms plotseling heldere gedachten, waarin de taal een belangrijke rol speelt. Het boek eindigt met een mededeling die hij noch wel opvangt, al beseft hij niet dat die van Vera komt: zij vertelt hem dat de lente op het punt staat te beginnen.



b) 1) In dit verhaal worden niet moeilijke woorden gebruikt, de zinsbouw is normaal. Aan het eind van het verhaal zijn er nogal wat brokkelige tekstfragmenten (zinnen korter en moeilijk te begrijpen omdat hij steeds naar een ander onderwerp ging). De dialogen staan tussen aanhalingstekens waarbij degene die ze zegt ook duidelijk is.

2) Tijd: De tijd waarin het verhaal zich afspeelt: waarschijnlijk speelt het verhaal zich af in de tijd waarin het verhaal ook geschreven is: in de jaren 80. Er is bijvoorbeeld al televisie en er rijden auto's. De bejaarde hoofdpersoon denkt vaak aan de tijd dat de oorlog ongeveer afgelopen was. Die tijd moet ongeveer zijn jeugd zijn geweest. Het verhaal is chronologisch, maar die chronologie wordt wel vaak onderbroken door de herinneringen van Maarten, die vaak een heel eind teruggaan in de tijd, dit zijn herinneringen maar er komen ook veel flashbacks in voor. Het verhaal speelt zich in negen dagen af. De Plaats: Het verhaal speelt zich af in Gloucester, aan de oostkust van de Verenigde Staten, even ten noorden van Boston, later in een gesticht. De plaats waar het verhaal zich afspeelt is best belangrijk voor het verhaal, omdat het een isolement van het echtpaar Klein aangeeft. Zowel wat kennissen als wat de woonplaats betreft, is de familie geïsoleerd.

3) Hoofdpersonages: Maarten Klein, Vera Klein, Phil Taylor. Maarten Klein is een man van feiten. Hij registreert bijvoorbeeld elke morgen en avond de temperatuur om er een systeem in te kunnen ontdekken. Hoe verder het verhaal vordert, hoe vaker de hoofdpersoon in gedachten verzonken is. Hij denkt dan bijvoorbeeld aan zijn ex-collega Karl Simic. Ook blijkt Maarten Klein te proberen zijn dementie te verhullen, waarschijnlijk omdat hij zijn zwakheden niet wil tonen. Zo vroeg hij een keer aan Vera de radio te verbergen. Toen Vera zei dat het geen oorlog meer was en dat hij nu niet meer in Nederland woont, beweerde de hoofdpersoon dat hij dat heus wel wist. Vera Klein is ontzettend overstuur van Maartens dementeringsproces. Dat blijkt vooral uit haar gesprekken met Phil Taylor en dokter Eardly, waarin ze toegeeft dat ze zich zorgen maakt. Tegenover haar man probeert Vera haar bezorgdheid te verbergen, door koel te constateren dat Maarten aan het aftakelen is en hem vervolgens de kans te geven zich te verweren. Phil Taylor heeft niet echt een karakter, maar is gewoon een doorsnee gezinshulp. Dat neemt niet weg dat zij een belangrijke rol speelt in het verhaal. Uiterlijk: Maarten Klein is een man van zo'n 71 of 72 jaar. Veel over zijn uiterlijk kom ik niet te weten, omdat het verhaal vanuit zijn persoon geschreven is. Vera Klein wordt door haar man (uiteraard) knap gevonden. De vrouw lijkt jonger dan ze is. Ze heeft spottende, groene ogen, met donkere spikkeltjes in de pupillen en regelmatige, kleine tanden. Maarten vindt dat haar gezicht slecht past bij de rest van haar verschijning. Maartens vrouw heeft verder spitse vingers en snelle, abrupt afbrekende gebaren. Phil Taylor wordt door de man die ze moet verzorgen ook knap gevonden. Volgens Maarten heeft ze namelijk een mooie mond, met volle lippen, de bovenlip "klassiek gewelfd". Verder heeft ze een hoog, wat bollend voorhoofd, brede heupen. De gezinshulp is blond, groot en spreekt gejaagd.

4) De situaties die zich voordoen zijn de dingen die Maarten doet en de dingen die met hem gebeuren (dementeren,in het gesticht terechtkomen, e.d).

5) Het perspectief is: ikpersoon.

c) 1) Het thema van dit boek is de toeslaande dementie, die in dit boek de hoofdpersoon treft. Verder gaat het boek over hoe de man met zijn dementie omgaat, hoe hij zich ertegen verzet, hoe hij het tegenover zichzelf ontkent.

2) Alle tekstgedeelten zijn hier belangrijk voor. Alles wijst op de dementie.

3) Een belangrijk motief in dit boek is de wandelingen die de hoofdpersoon dagelijks maakt. Maakt Maarten de eerste dag nog een (te) grote wandeling met zijn hond, de achtste en laatste wandeling is een kort tochtje door de duinen, waarna hij zelf teruggebracht wordt. Dit symboliseert dat het leefgebied van de demente man steeds kleiner wordt.

4) De herinneringen van de hoofdpersoon aan zijn verleden zijn, als gevolg van het dementieproces, erg vaag. Hierdoor zijn zijn herinneringen niet meer dan hersenschimmen.

5) Voor in het boek staat; A touching dream to which we are al lulled but wake from seperately. Philip Larkin

d) 1) De eerste publicatie was in 1984.

2) J. Bernlef is het pseudoniem voor Jan Hendrik Marsman. Deze man werd in 1937 geboren en leeft nog tot op de dag van vandaag. Opvallend in zijn in zijn leven is zijn deelname aan het blad Barbarber, dat in 1971 werd opgeheven. Het was een blad met vooral alledaagse poëzie en tekeningen, die door hun publicatie tot kunst werden verheven. De thema's van die tijd, het vergeten en toe-eigening, spelen ook in zijn boeken. in Hersenschimmen is dat heel duidelijk te merken. De schrijver behoort tot de generatie van de jaren zestig, die zich verzet tegen de zware, moeilijke poëzie van de jaren vijftig. Hersenschimmen betekende voor J. Bernlef de definitieve doorbraak tot het grote publiek. Hier zijn de boeken die hij heeft geschreven: - 1965 Stukjes en beetjes - 1966 Paspoort in duplo - 1972 De maker - 1973 Sneeuw - 1976 De man in het midden - 1981 Onder ijsbergen - 1984 Hersenschimmen - 1989 Vallende ster - 1990 De noodzakelijke engel

3) Het boek past in de stroming die in de jaren zeventig op de poëzie van toepassing was. De schrijver van Hersenschimmen was ook dichter. De stroming die hij volgde legde veel aandacht in thema's als het vergeten en toe-eigening. Ook in Bernlefs boek Hersenschimmen ligt de nadruk op dit thema.

4) Dit werk is totaal verschillend met ander werk van Bernlef, hij wijkt radicaal af van de op epische literatuur georiënteerde vertelwijze. Niet allen Maartens gedrag word beschreven maar ook word hij van binnen uit beschreven.

5) Er word veel nadruk gelegd op de thema´s, vooral in Hersenschimmen word dat gedaan en dan op het vergeten en toe-eigening.



4 Beoordeling

1) Wat ik wel een mooi stukje vond is toen Vera en de oppas Maarten in bad stopte en hem waste, gewoon droevig maar ze liet weer zien dat ze van hem hield. Wat ook gewoon droevig wat maar geen goede kant had is dat hij zijn kinderen niet kon herinneren, dat vond ik dus zeer negatief.

2)‘Van de zomer lagen er hier verderop twee te neuken. Van die stevige jonge tieten.’ Zo gaat er nog wat verder, maar hier moest ik gewoon wat om lachen.

3) Het is droevig, maar heel goed geschreven het einde was wat vaag, maar dementeren moet vaag zijn, dus past dat heel goed. Omdat dit niet mijn soort boek is, vond ik het toch wel een goed verhaal, maar heb liever humor of spanning.

4) Zeker zou ik dit iemand aanraden, omdat het zo goed is, soms wel wat langdradig en saai maar wel heel mooi.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen